20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

in de uitgaven van van de Vlaamse huishoudens schommelt sinds 1999 rond 13% van het<br />

totale huishoudbudget (ADSEI, 2006). De uitgaven voor voertuigen nemen hierin het<br />

grootste deel voor hun rekening. In absolute termen zien we de laatste 3 decennia wel<br />

een stijging in de uitgaven voor vervoer: deze is toe te schrijven aan het gestegen aandeel<br />

gezinnen met tenminste één wagen. Uiteraard moeten we er rekening mee houden dat, in<br />

tegenstelling tot de <strong>be</strong>schikbare tijd, het totale <strong>be</strong>schikbare gezinsbudget over de jaren<br />

heen in absolute waarde gemiddeld eveneens is toegenomen.<br />

Het resultaat van deze evolutie is dat we op snellere vervoermiddelen zijn overgeschakeld<br />

(meer autoverplaatsingen, ten nadele van de fiets en het lokale openbaar vervoer), dat we<br />

ons met comforta<strong>be</strong>lere wagens verplaatsen, en vooral dat we meer kilometers zijn gaan<br />

afleggen. Ook het aantal toeristische uitstappen en reizen is toegenomen.<br />

Dit geldt uiteraard niet voor alle <strong>be</strong>volkingsgroepen. Met name het verschil tussen de<br />

middenmoot van huishoudens die over ten minste één wagen <strong>be</strong>schikken, en zij die niet<br />

over een wagen <strong>be</strong>schikken, is erg groot. De <strong>be</strong>langrijke ver<strong>be</strong>tering van het openbaarvervoersaanbod<br />

van de laatste jaren, alsook de <strong>be</strong>leidsgestuurde democratisering van de<br />

tarieven voor deze diensten, heeft het verschil echter kunnen verkleinen.<br />

De hogere inkomenscategorieën <strong>be</strong>schikken vaker dan gemiddeld over een <strong>be</strong>drijfswagen,<br />

vaak met tankkaart, die wordt toegekend als extralegaal voordeel. Zowat 6% van<br />

de auto’s in <strong>Vlaanderen</strong> zouden <strong>be</strong>drijfswagens zijn die ook buiten de diensturen ter <strong>be</strong>schikking<br />

staan van de werknemer. Het aandeel in het totale verkeersvolume dat door<br />

<strong>be</strong>drijfswagens wordt afgelegd, ligt echter een stuk hoger. Bovendien neemt het aandeel<br />

<strong>be</strong>drijfswagens jaarlijks toe (Cornelis e.a., 2007). Het <strong>be</strong>schikken over een <strong>be</strong>drijfswagen<br />

die ook voor privéverplaatsingen kan worden gebruikt, <strong>be</strong>tekent een <strong>be</strong>langrijke ontlasting<br />

van het aandeel van het gezinsbudget dat aan vervoer wordt <strong>be</strong>steed, ook al moet<br />

de auto in die gevallen als een deel van het loon worden gezien. In die zin kunnen <strong>be</strong>drijfswagens<br />

mee verantwoordelijk gesteld worden voor de mobiliteitskloof die <strong>be</strong>staat<br />

tussen verschillende sociale groepen. Bij de werknemers die niet over een <strong>be</strong>drijfswagen<br />

<strong>be</strong>schikken, zijn het overigens ook weer vaak de hogere inkomens voor wie de werkgever<br />

tegemoet komt in het woon-werkverkeer.<br />

Rekening houdend met de koopkracht is de aanschaf van een auto van langsom goedkoper<br />

geworden. Gezien het een typisch massaproduct <strong>be</strong>treft, en gezien de bloeiende<br />

tweedehandsmarkt, is dat niet verwonderlijk. Anders is het gesteld met de kost van de<br />

brandstof, een schaars en eindig goed dat in België enkel via import <strong>be</strong>schikbaar is. Tijdens<br />

de zomer van 2008 schoot de olieprijs naar een niveau dat, rekening houdend met<br />

de koopkracht, ongezien hoog was, een stuk hoger zelfs dan de <strong>be</strong>dragen die tijdens de<br />

oliecrisissen moesten worden neergeteld (figuur 11) (N.N., 2008). De financiële en economische<br />

crisis die op dit moment van olieschaarste volgde, veroorzaakte een sterke daling<br />

van de vraag zodat de prijs op zijn oude niveau terugviel. Gezien het eindig karakter<br />

van de olievoorraden is deze lage prijs wellicht slechts een tijdelijk verschijnsel, dat bovendien<br />

het perverse effect met zich meebrengt dat investeringen in energie-efficiëntie<br />

en ontginning van nieuwe olievelden opnieuw minder renda<strong>be</strong>l zijn en op de lange baan<br />

geschoven worden. Wanneer door het aantrekken van de wereldeconomie de vraag naar<br />

olie opnieuw zal stijgen, zal dit ongetwijfeld weer tot zeer hoge olieprijzen leiden. Aangezien<br />

alternatieven voor fossiele brandstoffen niet op grote schaal <strong>be</strong>schikbaar en dus<br />

ook niet <strong>be</strong>taalbaar zijn, moet er ernstig rekening mee gehouden worden dat vervoer in de<br />

toekomst een stuk duurder zou kunnen worden dan dit vandaag het geval is.<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 296

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!