schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

Figuur
Figuur
7
7. Pendelafstand op basis van woonplaats in het Vlaamse en Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, in 2001,
in km.
Bron: SEE 2001. Cartografie: Boussauw, Vakgroep Geografie, UGent
Figuur 8
12
over langere perioden observeren. De in internationaal onderzoek waargenomen gemiddelde
reistijd 10 schommelt rond de 70 minuten per dag (Schafer, 2000). We kunnen dit
interpreteren 8 als een streefwaarde. In Vlaanderen (enkel Vlamingen tussen 18 en 75 jaar)
werd in het Tijdsbudgetonderzoek vastgesteld dat er gemiddeld dagelijks 1u02 wordt besteed
aan mobiliteit (Glorieux e.a., 2006). Hoewel er in verschillende onderzoeken
6
naar
evolutie in %
tijdsbesteding 4 vaak verschillen in methodologie bestaan, kunnen we toch besluiten dat
het Tijdsbudgetonderzoek 2
een indicatie geeft dat de Vlaming geen uitzondering vormt
op de BREVER-wet.
0
-2
Individuele afwijkingen in tijdsbesteding voor mobiliteit hangen af van de sociale groep
waartoe het individu behoort en van de maximalisatie van het nut van de verplaatsing
voor die persoon. verkeer Zo N-wegen zal iemand verkeer die A-wegen aan het begin BBP van zijn motorvoertuigenpark loopbaan staat sneller een job
ver van huis aanvaarden, met het impliciete idee dat er zich op termijn wel mogelijkheden
dicht bij huis zullen aanbieden. Op korte termijn (een periode van enkele jaren) worden
schommelingen in de gemiddelde dagelijkse reistijd voor een stuk aanvaard. Wie een
huis afbetaalt dat ooit op een half uur van het werk lag, zal niet onmiddellijk verhuizen
omdat er nu meer files zijn dan vroeger. Op lange termijn wordt de druk echter groot
om de streefreistijd te gaan benaderen, zodat mensen hun verplaatsingsgedrag uiteindelijk
toch gaan aanpassen aan gewijzigde omstandigheden. Maar van het ogenblik dat
mensen door omstandigheden verplicht worden om dagelijks veel langer onderweg te
zijn, zonder perspectief op een verbetering van deze situatie, kunnen we van een sociaal
probleem spreken.
1986
1987
1988
1989
1990
1991
'1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Uit alle Figuur tellingen 9 blijkt echter dat het totale verkeersvolume, gemeten in persoonskilometers,
de laatste decennia gestadig toegenomen is, zelfs al vlakt de groeicurve langzaam
maar zeker af (figuur 8) (Goossens, 2008). Hieruit volgt dat, opnieuw gemiddeld en over
langere termijn genomen, de reissnelheid steeds toegenomen is. Volgende fenomenen liggen
aan de basis hiervan:
291 Al ge m e e n - Mo b i l i t e i t