20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

a) Uitsluiting van <strong>be</strong>volkingsgroepen: Een hoger inkomen gaat vooraf aan een grotere<br />

mobiliteit. Een hoog inkomen geeft namelijk toegang tot duurdere en dus snellere<br />

of flexi<strong>be</strong>lere vervoermiddelen (zoals de auto, de hogesnelheidstrein, of het vliegtuig).<br />

Mensen met een lager inkomen heb<strong>be</strong>n minder interactiemogelijkheden. Dit is in het<br />

bijzonder het geval voor kansarmen die zich geen wagen kunnen permitteren. Binnen<br />

gezinnen heb<strong>be</strong>n vrouwen minder vaak toegang tot een auto dan mannen. Ook voor<br />

kinderen, ouderen en mindervaliden is het vervoersysteem minder toegankelijk.<br />

b) Regionale verschillen in mobiliteit: Zelfs al is de <strong>be</strong>reikbaarheid in <strong>Vlaanderen</strong><br />

met de meeste vervoersmodi <strong>be</strong>ter en homogener gespreid dan in veel andere regio’s<br />

in Europa en in de rest van de wereld, toch heb<strong>be</strong>n <strong>be</strong>woners van sommige regio’s<br />

minder gemakkelijk toegang tot jobs en diensten dan in andere streken. In het bijzonder<br />

in gebieden met een <strong>be</strong>perkte lokale werkgelegenheid en dienstenaanbod, een<br />

minder goede toegang tot het hoofd- en spoorwegennet of een <strong>be</strong>scheiden aanbod<br />

aan regionaal of lokaal openbaar vervoer, kunnen we stellen dat de <strong>be</strong>reikbaarheid<br />

van de <strong>be</strong>woners zo laag is dat ze significant minder maatschappelijke interactiemogelijkheden<br />

heb<strong>be</strong>n.<br />

c) Voornamelijk zachte weggebruikers, maar ook mensen die met kleinere en dus minder<br />

zware auto’s rijden, zijn meer dan gemiddeld blootgesteld aan de risico’s van het<br />

verkeer. Dit is in het bijzonder het geval voor specifieke groepen zoals (jonge) fietsers,<br />

(oudere) voetgangers en minder- en andersvaliden. Voor hen is het veiligheidsaspect<br />

vaak problematisch. Voor kinderen geldt daarenboven dat ze minder rechtstreekse<br />

politieke invloed kunnen uitoefenen om dit soort problemen aan te pakken.<br />

d) Woonlocaties die ernstig blootstaan aan de milieueffecten van het verkeer (uitstoot,<br />

trillingen, lawaaihinder) worden doorgaans ingenomen door mensen met een<br />

relatief laag inkomen. Toch veroorzaken net de lagere inkomensgroepen door hun<br />

<strong>be</strong>scheidener verplaatsingspatroon in het verkeer minder vervuiling dan gemiddeld.<br />

Verder zijn het vooral de inwoners van stedelijke gebieden die aan hogere concentraties<br />

van gevaarlijke stoffen (met fijn stof en stikstofoxiden als koplopers) blootgesteld<br />

worden. Verder kan gesteld worden dat met de groeiende mobiliteit nog steeds een<br />

toenemende uitstoot van broeikasgassen en fossiel energieverbruik verwacht kan<br />

worden. De uitstoot van de meeste gezondheids<strong>be</strong>dreigende stoffen is echter in <strong>be</strong>langrijke<br />

mate gedaald over de periode 1990-2005 (De Vlieger e.a., 2006).<br />

1.2. Vlamingen en hun mobiliteit<br />

Heel wat informatie over het verplaatsingsgedrag van de Vlaming is afkomstig uit de<br />

Onderzoeken Verplaatsingsgedrag (OVG). Deze grootschalige, hoofdzakelijk schriftelijke<br />

surveys bij minimaal 2.500 huishoudens in <strong>Vlaanderen</strong> werden tot nu toe driemaal<br />

voor <strong>Vlaanderen</strong> uitgevoerd, eenmaal in 1994-1995 (OVG 1), een tweede maal in 2000-<br />

2001 (OVG 2). Onlangs werd de derde dataverzameling afgesloten, die op dit moment<br />

(2009) wordt geanalyseerd. In de Onderzoeken Verplaatsingsgedrag worden er gegevens<br />

gevraagd op het niveau van huishoudens en op het niveau van de leden van deze huishoudens<br />

(vanaf 6 jaar). Aan elk lid van het huishouden wordt gevraagd om gedurende<br />

2 dagen informatie over de verplaatsingen (gebruikte vervoermiddelen, afstand, duur,<br />

vertrek, <strong>be</strong>stemming) bij te houden in een verplaatsingsdagboekje. Omwille van verschillen<br />

in methodiek en vraagstelling zijn vergelijkingen tussen OVG 1 en OVG 2 niet opportuun.<br />

De cijfers over verplaatsingsgedrag die verder <strong>be</strong>sproken worden komen, tenzij<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 282

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!