20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4.3. Besluit<br />

In de zoektocht naar verklaringen voor de opmars van het verenigingsleven kwamen we<br />

tot een aantal <strong>be</strong>langrijke vaststellingen.<br />

De verwachting dat de verenigingen een veroudering doormaken van hun ledenkorps,<br />

kan enkel worden <strong>be</strong>vestigd voor de sport- en vrijetijdsverenigingen en dan nog met een<br />

heel <strong>be</strong>langrijke nuance. De stelling van de veroudering heeft een dramatische connotatie<br />

omdat men ze interpreteert als een gevolg van ontgroening, van het afhaken van de<br />

jongere leeftijdscohorten. Dat is echter geenszins het geval. De vastgestelde veroudering<br />

is niet het gevolg van het afhaken van de jongere leeftijdsgroepen, maar van een toegenomen<br />

participatie van de oudere leeftijdsgroepen. Deze laatste doet zich vooral voor<br />

in de sportverenigingen. Bekeken vanuit het standpunt van de volksgezondheid en de<br />

levenskwaliteit is dit waarschijnlijk een van de meest hoopgevende vaststellingen van<br />

deze bijdrage.<br />

De al heel dikwijls gemaakte vaststelling dat het onderwijspeil een <strong>be</strong>langrijke rol speelt<br />

in de maatschappelijke participatie wordt hier nogmaals <strong>be</strong>vestigd. Hoger geschoolden<br />

participeren veel meer dan laaggeschoolden. Er is echter meer. We stellen vast dat over<br />

de tijd de kloof tussen de hoog- en laaggeschoolden niet is afgenomen, maar toegenomen.<br />

Het zijn de hooggeschoolden die meer zijn gaan participeren en aldus de participatiekloof<br />

heb<strong>be</strong>n verbreed. Die vaststelling <strong>be</strong>vestigt de stelling van de symbolische samenleving<br />

dat de invloed van het onderwijs en van andere socialiserende en <strong>be</strong>ïnvloedende instellingen<br />

groter wordt in de verdeling van allerhande levenskansen, houdingen en praktijken<br />

(Elchardus & Glorieux, 2002). Die vaststelling geldt ook voor sportverenigingen. Het<br />

engagement van de hogeropgeleiden in sportverenigingen is over de tijd toegenomen,<br />

terwijl de lageropgeleiden achterblijven. Door deze dynamiek is het democratische <strong>be</strong>reik<br />

van het verenigingsleven minder groot geworden en in die vaststelling tekent zich ook het<br />

toegenomen risico op sociale isolatie van de laaggeschoolden af.<br />

Vrouwen participeren minder aan het verenigingsleven dan mannen, maar het verschil<br />

kan volkomen op rekening van hun lagere participatie aan sportverenigingen worden geschreven.<br />

Over de tijd werd de genderkloof echter niet gedicht, integendeel. Ze werd zelfs<br />

iets groter. Vrouwen zijn weliswaar meer gaan sporten en zijn in grotere mate dan voorheen<br />

lid van sportverenigingen. De sportverenigingen heb<strong>be</strong>n de vrouwen als doelgroep<br />

dan wel ontdekt, de inhaal<strong>be</strong>weging van de vrouwen wordt echter gecompenseerd door<br />

een stijgende participatie van mannen in de andere soorten verenigingen. De participatie<br />

van de mannen aan sportverenigingen en aan haast alle andere soorten verenigingen is<br />

nog sterker toegenomen dan die van de vrouwen, waardoor het genderverschil in participatie<br />

nog werd aangedikt.<br />

Bij de populaire stelling dat het verenigingsleven onder een toenemende tijdsdruk lijdt,<br />

moeten we heel wat vraagtekens en nuances plaatsen. We konden tijdsdruk weliswaar<br />

enkel heel onrechtstreeks meten, maar een aantal vaststellingen spreken de these van<br />

tijdsdruk en tijdsverdringing tegen. Ten <strong>eerste</strong> participeren de werkenden meer dan de<br />

niet-werkenden. Enkel in de vrijetijdsverenigingen, die zich expliciet richten op een specifiek<br />

doelpubliek, participeren huisvrouwen en gepensioneerden meer dan de werkenden.<br />

Een duidelijke doelgroepgerichte werking blijkt zijn effect dus niet te missen. Ten tweede<br />

participeren frequente internetgebruikers vaker dan de mensen die weinig gebruik maken<br />

van het internet. Ten derde stellen we vast dat het heb<strong>be</strong>n van kinderen - wat toch<br />

een grote tijdsinvestering vereist - geen invloed heeft op de participatieniveaus van de<br />

respondenten. Wel wijzen de analyses uit dat ouders lid zijn van andere verenigingen dan<br />

271 Al ge m e e n - So c i a l e p a rt i c i p a t i e

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!