20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

den. Daarnaast is er ook de mogelijkheid dat net de onderwijservaring een aantal vaardigheden<br />

en mogelijkheden bijbrengt, die de leerlingen later toelaten een sociaal actievere<br />

rol te spelen. Zo gaan Verba e.a. (1995) uit van een ‘resources model’: participatie in het<br />

publieke leven wordt pas mogelijk en zinvol indien men daartoe over de nodige hulpbronnen<br />

of resources <strong>be</strong>schikt, bijvoor<strong>be</strong>eld tijd, geld en mobiliteit maar ook de integratie in<br />

reeds <strong>be</strong>staande netwerken of het <strong>be</strong>schikken over voldoende cognitieve vaardigheden.<br />

Heel veel activiteiten binnen het verenigingsleven vergen inderdaad enige kwalificaties,<br />

in de vorm van vergadertechnieken, rapportering, het woord voeren, het organiseren van<br />

activiteiten,... Hoe dan ook: we heb<strong>be</strong>n hier te maken met een cumulatieve verhouding:<br />

diegenen die in het onderwijssysteem de meeste kansen heb<strong>be</strong>n gekregen en/of heb<strong>be</strong>n<br />

kunnen <strong>be</strong>nutten, zullen ook later in het culturele, het politieke en het verenigingsleven<br />

het sterkst tot participatie overgaan (Elchardus & Glorieux, 2002; Wilson & Musick,<br />

1997).<br />

De logistische regressie (ta<strong>be</strong>l 19) toont inderdaad dat hogeropgeleiden significant vaker<br />

lid zijn van alle soorten verenigingen. Deze oververtegenwoordiging is het grootst in de<br />

sociale <strong>be</strong>wegingen, gevolgd door de culturele verenigingen en de religieuze verenigingen.<br />

Het scholingsniveau van de Vlaamse <strong>be</strong>volking is over de jaren heen lichtjes gewijzigd, in<br />

die zin dat het aantal respondenten met een diploma hoger secundair onderwijs licht is<br />

toegenomen. De invloed van het scholingsniveau op het lidmaatschap van verenigingen<br />

in het algemeen blijkt ook te verschillen naargelang het meetpunt. Het verschil tussen<br />

hoger- en lageropgeleiden is over de tijd nog groter geworden in het voordeel van de <strong>eerste</strong>n.<br />

De toename van het lidmaatschap situeert zich voornamelijk bij de hogeropgeleiden.<br />

Voor het jaar 2000 was 60% van de hogergeschoolden actief lid van een vereniging, in de<br />

periode na 2000 was twee derde (66%) van hen actief of <strong>be</strong>stuurslid van een vereniging.<br />

Dezelfde trend vinden we terug bij de middengeschoolden, maar in minder sterke mate.<br />

Deze stijgende trend vinden we echter niet terug bij de lageropgeleiden. Deze vaststelling<br />

<strong>be</strong>vestigt de stelling dat de invloed van het onderwijsniveau steeds sterker wordt en<br />

het risico op sociale uitsluiting en niet-participatie van de laaggeschoolden steeds groter<br />

(Elchardus & Glorieux, 2002).<br />

4.2.3. Vervrouwelijking<br />

Uit participatieonderzoek blijkt meestal dat vrouwen in geringere mate dan mannen<br />

deelnemen aan het verenigingsleven, en aan het publieke leven in het algemeen. Specifiekere<br />

analyses tonen echter dat vrouwen niet minder lid zijn van verenigingen, wel minder<br />

<strong>be</strong>stuursfuncties uitoefenen en enkel ondervertegenwoordigd zijn in sportverenigingen.<br />

De participatiepatronen van vrouwen en mannen zijn bovendien duidelijk verschillend.<br />

Mannen participeren meer in sportverenigingen, vrouwen in sociaal-culturele verenigingen<br />

(Elchardus & Smits, 2000; Stevens & Elchardus, 2001; Smits, 2004).<br />

De logistische regressie-analyse (ta<strong>be</strong>l 19) <strong>be</strong>vestigt dat vrouwen minder lid zijn van verenigingen<br />

in het algemeen, een ondervertegenwoordiging die volledig te wijten is aan<br />

de lagere participatie van vrouwen in sportverenigingen. Als we het lidmaatschap van<br />

alle verenigingen <strong>be</strong>kijken zonder sport- en jeugdverenigingen verdwijnt immers het genderverschil.<br />

Binnen deze groep van verenigingen zijn er echter nog verschillen. Mannen<br />

zijn vaker lid van sociale <strong>be</strong>wegingen, sociopolitieke verenigingen, wijk- en buurtverenigingen<br />

en van culturele verenigingen. Vrouwen zijn dan weer sterker vertegenwoordigd<br />

265 Al ge m e e n - So c i a l e p a rt i c i p a t i e

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!