20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

de vraag stellen of de bloei van het verenigingsleven (ten dele) te verklaren is door een stijgende<br />

deelname van vrouwen aan het publieke leven in het algemeen en het verenigingsleven<br />

in het bijzonder. Is er sprake van een vervrouwelijking van het ledenkorps of zijn<br />

ook mannen meer gaan participeren aan (<strong>be</strong>paalde) soorten verenigingen. Nederlandse<br />

tijdsbudgetonderzoekers (Knulst & Schoonderwoerd, 1983) stelden bovendien vast dat<br />

buitenshuis werkende vrouwen, ondanks een groter gebrek aan tijd (in feite precies juist<br />

daardoor), een actievere en meer gevarieerde vrijetijds<strong>be</strong>steding heb<strong>be</strong>n. Om de hypothese<br />

van de vermenigvuldiging van de tijd te toetsen en hiermee ook de vervrouwelijking<br />

van het ledenkorps van verenigingen, maken we gebruik van het <strong>be</strong>roepsstatuut van de<br />

respondent. In de steekproef onderscheiden we de werkenden (58%), de gepensioneerden<br />

(19%), de huisvrouwen (9%), de zieken, ar<strong>be</strong>idsongeschikten en werkon<strong>be</strong>kwamen (3%),<br />

de werklozen (5%) en de studenten of zij die op zoek zijn naar hun <strong>eerste</strong> job (6%). We verwachten<br />

een vervrouwelijking daar over de tijd (voor en na 2000) het aantal vrouwen dat<br />

werkt is toegenomen van 46% in de periode 1996-1999 tot 53% in de periode 2000-2007,<br />

terwijl het aandeel huisvrouwen is gedaald van 22% tot 15%.<br />

Ook stelt Putnam (2000) dat een proces van gezinsverdunning mee verantwoordelijk is<br />

voor de vermeende daling van de participatieniveaus in de VS. Volgens deze visie zouden<br />

gehuwde gezinnen met kinderen het sterkst in het gemeenschapsleven participeren<br />

(Durkheim, 1967 [1897]). Ook in <strong>Vlaanderen</strong> worden de huishoudens kleiner en neemt het<br />

aantal alleenstaanden toe. Terhell (2004) stelde vast dat mensen die gescheiden zijn en<br />

alleenstaand minder vaak en minder diverse sociale contacten heb<strong>be</strong>n dan hertrouwde<br />

personen. Bij de operationalisering is het van <strong>be</strong>lang niet alleen rekening te houden met<br />

de strikt juridische toestand, maar veeleer met de feitelijke gezinssituatie. Voor de gekoppelde<br />

data (SCV-surveys en TOR-survey) heb<strong>be</strong>n we enkel gemeenschappelijke informatie<br />

over het al dan niet heb<strong>be</strong>n van kinderen. 7 op 10 respondenten (71%) heeft kinderen,<br />

29% heeft (nog) geen kinderen. Dit blijkt echter een goede proxy te zijn voor de feitelijke<br />

gezinssituatie en het toetsen van de these van gezinsverdunning. Het merendeel van de<br />

respondenten met kinderen (78%) woont immers samen met een partner. Slechts 7% is<br />

niet-samenwonend maar heeft wel een vaste partner en 16% woont niet samen en heeft<br />

ook geen vaste partner. Naar burgerlijke staat zien we dat het voornamelijk de gehuwden<br />

zijn die kinderen heb<strong>be</strong>n. Meer dan twee derde (67%) van de mensen met kinderen zijn<br />

gehuwd, 13% is gehuwd geweest en nu gescheiden, 10% is ongehuwd en 10% is weduw(e)<br />

(naar).<br />

De afname van religieuze <strong>be</strong>trokkenheid zou eveneens leiden tot een daling van het participatieniveau<br />

over de jaren. Dit is omdat leden van een kerkgenootschap vaker zouden<br />

participeren in het verenigingsleven in het algemeen, en het vrijwilligerswerk in het bijzonder<br />

(de Hart & Dekker, 1999; Bekkers & de Graaf, 2002). De mispraktijk in ons land is<br />

al sinds de jaren ’50 voortdurend gedaald. Het verlies van aanhang van de katholieke kerk<br />

wordt niet gecompenseerd door een gelijke opgang van de vrijzinnigheid of van andere<br />

godsdiensten. Als we dan zien dat vooral de kerkse gelovigen bijzonder sterk geëngageerd<br />

zijn in het verenigingsleven, dan zou de marginalisering van het levens<strong>be</strong>schouwelijke<br />

binnen onze samenleving in principe gepaard moeten gaan met een daling van de participatie<strong>be</strong>reidheid<br />

van de <strong>be</strong>volking. In de gebruikte databanken werd hierover een dub<strong>be</strong>le<br />

vraag opgenomen. Niet alleen werd gevraagd naar de religieuze zelfidentificatie, bovendien<br />

werd ook nog eens gevraagd naar de intensiteit van de religieuze praktijk. Meerdere<br />

onderzoeken tonen aan dat het vooral de kerkse katholieken zijn die het meest actief zijn<br />

in het verenigingsleven en het vrijwilligerswerk. We maakten daarom een gecombineerde<br />

varia<strong>be</strong>le aan die zowel naar de zelfidentificatie als naar de mate van kerksheid peilt.<br />

259 Al ge m e e n - So c i a l e p a rt i c i p a t i e

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!