schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be
schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be
Tabel 16. Evolutie van passief, actief en bestuurslidmaatschap van verschillende soorten verenigingen in België en Vlaanderen, 1981, 1990 en 1999, in %. EVS 1981 EVS 1990 EVS 1999 Totaal Significantie Liefdadigheids- of welzijnsorganisatie 5,3 11,7 (12,1) a 12,3 (14,4) 10,6 *** Religieuze organisatie 9,3 11,8 (13,1) 11,9 (14,0) 11,4 * Kunst of culturele vereniging 10,4 17,1 (21,9) 20,4 (26,1) 16,9 *** Jeugdwerkorganisatie 4,8 8,2 (8,7) 8,1 (10,0) 7,5 *** Professionele vereniging 4,2 6,5 (7,6) 8,9 (11,6) 6,8 *** Vakbond 15,4 15,7 (20,4) 17,6 (22,6) 16,3 Politieke partij of vereniging 2,8 5,8 (7,7) 7,0 (8,0) 5,6 *** Mensenrechtenorganisatie 0,6 6,5 (7,1) 9,4 (10,0) 6,3 *** Milieuvereniging 3,2 7,7 (10,0) 11,4 (14,9) 8,0 *** Vredesbeweging 2,2 (3,1) 1,9 (2,1) 2,1 Gezondheidsvrijwilligersorganisatie 4,0 (3,9) 5,4 (6,2) 4,6 * Vrouwenvereniging 9,3 (13,2) 9,3 (12,3) 9,3 Lokale actiegroep 4,7 (5,3) 5,0 (5,8) 4,8 Sport recreatie 19,7 (23,5) 25,5 (30,2) 22,1 *** Andere vereniging 5,2 (6,4) 10,6 (10,9) 7,4 *** Totaal 41,6 58,0 (66,8) 68,2 (77,4) 58,2 *** a Cijfers voor Vlaanderen tussen haakjes. *** p
3.5. Participatie over de levensloop Naast de evolutie over de tijd kunnen we ook de evolutie over de levensloop bekijken. Doorheen de levensloop kan de participatie immers sterke schommelingen vertonen, afhankelijk van de levensfase en de sociale context waarin mensen zich bevinden. De gegevens zijn gebaseerd op een steekproef van jongvolwassen bevolking tussen 19 en 36 jaar (N=3.251), bevraagd in 2004. We vroegen hen retrospectief in welke leeftijdsperiode ze lid waren van verschillende soorten verenigingen (Smits, 2008). Als we het geheel van verenigingen bekijken, stellen we vast dat er in de loop van het volwassen leven een afname is van het lidmaatschap, die zich inzet vanaf de leeftijdsperiode van 16-18 jaar, maar die zich vooral na de leeftijd van 18 jaar manifesteert (figuur 3). Figuur 3. Actief en organiserend lidmaatschap van verenigingen over de levensloop in Vlaanderen, in %. 80 70 60 50 40 30 20 10 0 6-9 jaar 10-12 jaar 13-15 jaar 16-18 jaar 19-25 jaar 26-30 jaar 31-36 jaar in % Jeugdorganisaties Sport- en hobbyverenigingen Sociale, culturele en socioculturele organisaties Totaal Bron: Onbehagen survey. Een opsplitsing naar verschillende soorten verenigingen maakt duidelijk dat het voornamelijk de jeugd- en jongerenorganisaties zijn die, logischerwijze, minder populair worden na de leeftijd van 18 jaar. De sport- en hobbyverenigingen nemen na de leeftijd van 18 jaar lichtjes af en de participatie aan sociale, culturele en socioculturele verenigingen neemt toe na de leeftijd van 18 jaar, maar compenseert de uittrede uit de jeugdverenigingen slechts voor een klein deel. 3:30 Het 3:00 zou kunnen dat de participatie zich hervat na de leeftijd van 36 jaar (nadat men uit de drukke leeftijdsfase is van de combinatie gezin en arbeid). Gegevens over de ganse levensloop 2:30 hebben we niet, maar we kunnen wel de participatie afzetten tegen de leeftijd. Hierin 2:00zitten naast de leeftijdseffecten uiteraard ook cohorte-effecten (tabel 18). Die gegevens zijn dus niet meteen vanuit een levensloopperspectief te interpreteren en worden hier 1:30 slechts als indicatie gepresenteerd. aantal uren 1:00 0:30 0:00 geen lid vroeger lid passief lid actief lid bestuurslid So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 254 geen lid vereniging 2 renigingen 3 en meer renigingen
- Page 203 and 204: er vaak niets in de plaats. Het kro
- Page 205 and 206: Uit de historische schets kwam naar
- Page 207 and 208: draagt het aandeel eengezinswoninge
- Page 209 and 210: ar equivalent huishoudinkomen (in q
- Page 211 and 212: Tabel 2. Verschillen in socio-econo
- Page 213 and 214: leefruimte, zonder geluidsoverlast,
- Page 215 and 216: Tabel 3. Comfort van de bewoonde pa
- Page 217 and 218: Maar ook bij de woningen die al dec
- Page 219 and 220: omgeving. In het Vlaamse Gewest von
- Page 221 and 222: nog voor elektriciteit, water en ga
- Page 223 and 224: ar activiteitenstatus van het gezin
- Page 225 and 226: mensen met jobinstabiliteit of alle
- Page 227 and 228: eigenaar is, men doorgaans ook lang
- Page 229 and 230: verbazing wekt, is dat ondanks de o
- Page 231 and 232: Inzake woonzekerheid zijn we uitgeg
- Page 233 and 234: 2 Voornamelijk gebaseerd op Smets (
- Page 235 and 236: Pannecoucke, I., Van Dam, R., Geurt
- Page 237 and 238: modernisering, industrialisering en
- Page 239 and 240: en relatief veel tv kijken. De vers
- Page 241 and 242: meer contacten met hun buren dan we
- Page 243 and 244: Tabel 4. Frequentie informele socia
- Page 245 and 246: Tabel 8. Al dan niet verrichten van
- Page 247 and 248: ing zelf gestopt is. Uit Vlaams ond
- Page 249 and 250: seling, naar 37% na 2000. Gegeven d
- Page 251 and 252: Tabel 12. Gemiddeld aantal actieve
- Page 253: 28% neemt één tot meerdere keren
- Page 257 and 258: De actieve participatie in de jonge
- Page 259 and 260: Putnam (2000) stelt dat er zich een
- Page 261 and 262: In tegenstelling tot de hypothese v
- Page 263 and 264: Tabel 19b: Logistische regressie op
- Page 265 and 266: Tabel 20. Gemiddelde gecorrigeerde
- Page 267 and 268: in vrijetijdsverenigingen en in hel
- Page 269 and 270: Figuur 4. 3:30 Aantal uren tv kijke
- Page 271 and 272: verenigingen afzonderlijk, dan is e
- Page 273 and 274: mensen zonder kinderen. Het lijkt e
- Page 275 and 276: mate het gevolg van de stijgende pa
- Page 277 and 278: Breedveld, K., Van den Broek, A., D
- Page 279 and 280: Wollebaek, D. & Selle, P. (2002a).
- Page 281 and 282: 1. Verplaatsingsgedrag 1.1. Verplaa
- Page 283 and 284: a) Uitsluiting van bevolkingsgroepe
- Page 285 and 286: Van al onze verplaatsingen leggen w
- Page 287 and 288: maatschappelijk en economisch een v
- Page 289 and 290: Figuur 6. Figuur 6 Aantal verplaats
- Page 291 and 292: Kinderen beleven mobiliteit op een
- Page 293 and 294: Figuur 8. Figuur 8 12 Jaarlijkse gr
- Page 295 and 296: De structurele files en de verminde
- Page 297 and 298: in de uitgaven van van de Vlaamse h
- Page 299 and 300: 10 een groot deel van de fietsers n
- Page 301 and 302: ondanks de congestie nog steeds het
- Page 303 and 304: teerd dan in 2006. De ontwikkeling
Ta<strong>be</strong>l 16.<br />
Evolutie van passief, actief en <strong>be</strong>stuurslidmaatschap van verschillende soorten verenigingen in België<br />
en <strong>Vlaanderen</strong>, 1981, 1990 en 1999, in %.<br />
EVS 1981 EVS 1990 EVS 1999 Totaal Significantie<br />
Liefdadigheids- of welzijnsorganisatie 5,3 11,7 (12,1) a 12,3 (14,4) 10,6 ***<br />
Religieuze organisatie 9,3 11,8 (13,1) 11,9 (14,0) 11,4 *<br />
Kunst of culturele vereniging 10,4 17,1 (21,9) 20,4 (26,1) 16,9 ***<br />
Jeugdwerkorganisatie 4,8 8,2 (8,7) 8,1 (10,0) 7,5 ***<br />
Professionele vereniging 4,2 6,5 (7,6) 8,9 (11,6) 6,8 ***<br />
Vakbond 15,4 15,7 (20,4) 17,6 (22,6) 16,3<br />
Politieke partij of vereniging 2,8 5,8 (7,7) 7,0 (8,0) 5,6 ***<br />
Mensenrechtenorganisatie 0,6 6,5 (7,1) 9,4 (10,0) 6,3 ***<br />
Milieuvereniging 3,2 7,7 (10,0) 11,4 (14,9) 8,0 ***<br />
Vredes<strong>be</strong>weging 2,2 (3,1) 1,9 (2,1) 2,1<br />
Gezondheidsvrijwilligersorganisatie 4,0 (3,9) 5,4 (6,2) 4,6 *<br />
Vrouwenvereniging 9,3 (13,2) 9,3 (12,3) 9,3<br />
Lokale actiegroep 4,7 (5,3) 5,0 (5,8) 4,8<br />
Sport recreatie 19,7 (23,5) 25,5 (30,2) 22,1 ***<br />
Andere vereniging 5,2 (6,4) 10,6 (10,9) 7,4 ***<br />
Totaal 41,6 58,0 (66,8) 68,2 (77,4) 58,2 ***<br />
a<br />
Cijfers voor <strong>Vlaanderen</strong> tussen haakjes.<br />
*** p