20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Het ronde jaar 2000 is een goed breekpunt omdat het Vlaamse <strong>be</strong>leid vanaf dan ook meer<br />

aandacht is gaan <strong>be</strong>steden aan het verenigingsleven en het vrijwilligerswerk. Dat blijkt<br />

onder meer uit de <strong>be</strong>leidsnota Cultuur 2000-2004. Het is mogelijk dat de toegenomen<br />

<strong>be</strong>leidsaandacht die is gevolgd op het wetenschappelijk onderzoek naar de functies van<br />

het maatschappelijk middenveld, er heeft toe bijgedragen dat mensen zich meer zijn gaan<br />

engageren in het verenigingsleven.<br />

2.2. Meervoudige lidmaatschappen<br />

Vanaf het jaar 1996 kunnen we het aantal actieve en <strong>be</strong>stuurslidmaatschappen meten<br />

(ta<strong>be</strong>l 11). In tegenstelling tot de hypothesen van Putnam, stellen voorstanders van de<br />

individualiseringsthese, omwille van het grotere aanbod van vrijetijdsactiviteiten alsook<br />

de grotere keuzevrijheid, dat mensen lid zijn van een groter aantal verenigingen, maar<br />

dat de duur van het lidmaatschap minder lang zou zijn. Men zou meer shoppen tussen<br />

verenigingen (Scheepers & Janssen, 2001; de Hart e.a., 2002). We <strong>be</strong>schikken slechts<br />

over heel gedeeltelijke gegevens over de duur van het lidmaatschap en kunnen dus de<br />

hypothese van een dub<strong>be</strong>le evolutie naar meer maar kortstondiger lidmaatschappen niet<br />

echt toetsen. We <strong>be</strong>kijken eerst de evolutie van het aantal lidmaatschappen en pro<strong>be</strong>ren<br />

daarna enig zicht te krijgen op de evolutie van de duur van het lidmaatschap bij een deel<br />

van de <strong>be</strong>volking.<br />

Ta<strong>be</strong>l 11.<br />

Gemiddeld aantal actieve en <strong>be</strong>stuurslidmaatschappen per respondent (18-75 jaar) in <strong>Vlaanderen</strong>, periode<br />

1996-2007.<br />

Gemiddeld aantal actieve en<br />

<strong>be</strong>stuurslidmaatschappen Standaardafwijking N<br />

SCV 1996 0,812 1,051 1.519<br />

SCV 1997 0,796 1,139 1.307<br />

SCV 1998 0,604 0,816 1.430<br />

TOR 1998 0,938 1,358 1.340<br />

SCV 1999 0,707 1,040 1.181<br />

SCV 2000 1,005 1,306 1.130<br />

SCV 2001 0,940 1,252 1.325<br />

SCV 2002 1,070 1,327 1.335<br />

SCV 2003 0,767 1,101 1.308<br />

SCV 2004 0,824 1,072 1.426<br />

SCV 2005 0,847 1,073 1.408<br />

SCV 2006 0,883 1,173 1.278<br />

SCV 2007 0,892 1,168 1.137<br />

Totaal (²=0,01; p=0,00) 0,850 1,154 17.124<br />

Bron: SCV-survey, TOR-survey.<br />

Om een duidelijker <strong>be</strong>eld te krijgen van de evolutie van het aantal lidmaatschappen, splitsen<br />

we de tijdspanne van 11 jaar op in twee perioden, voor en na 2000. Op basis van deze<br />

cijfers (ta<strong>be</strong>l 12) zien we dat er inderdaad een significante toename is van het aantal actieve<br />

en <strong>be</strong>stuurslidmaatschappen per lid van de <strong>be</strong>volking, van 0,77 in de jaren ‘ 90, tot<br />

0,90 in de periode tussen 2000 tot 2007. 6<br />

249 Al ge m e e n - So c i a l e p a rt i c i p a t i e

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!