20.01.2015
•
Views
Figuur 1. Evolutie actief en/of bestuurslidmaatschap van verenigingen in Vlaanderen, periode 1991-2007, in %. 70 60 50 in % 40 30 20 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 SCV TOR/Welzijn Recreatief Vlaanderen ISPO Bron: SCV-survey, TOR-survey, Welzijnssurvey, survey Recreatief Vlaanderen, ISPO-survey. Het eerste wat opvalt in figuur 1, waarin de actieve en de bestuurslidmaatschappen worden bekeken, zijn de fluctuaties. Deze kunnen afhankelijk zijn van steekproeffluctuaties maar ook van de manier van operationaliseren. 4 Zo werd in het ISPO-onderzoek participatie bevraagd op basis van een enkelvoudige vraag: ‘Bent u actief lid Ja/nee. En zo ja, van welk soort vereniging (voor drie verenigingen)’. In de surveys naar Sociaal-Culturele Verschuivingen (SCV) van de Studiedienst van de Vlaamse Regering (1996 tot 2007), het TOR-onderzoek van 1998 en Recreatief Vlaanderen van 2004 daarentegen, werd een lijst met verenigingen voorgelegd waarop men kon antwoorden of men ‘geen lid’, ‘vroeger lid’, 90 ‘passief’, ‘actief ’ of ‘bestuurslid’ is. Zo’n vraagsteling biedt een betere geheugensteun aan de respondent en geeft daarom systematisch hogere en hoogstwaarschijnlijk betrouwbaarder participatiecijfers. 80 70 In tegenstelling tot de vaak gehoorde onheilsberichten over dalende lidmaatschapscijfers, 60 geven de cijfers (figuur 1) geen indicatie van een afname van het actief lidmaatschap van verenigingen. Omdat een evolutie jaar na jaar sterk onderhevig is aan steekproeffluctuaties, 50 de fouten van verschillende steekproeven elkaar kunnen uitbalanceren en we een uitspraak willen doen over de evolutie van het actieve lidmaatschap, splitsen we de hele 40 periode op in twee delen: de periode voor het jaar 2000 en de periode vanaf het jaar 2000. We doen dit voor de SCV-bevragingen, de TOR-surveys en de ISPO-bevragingen apart, 30 om de resultaten van verschillende methoden van bevraging niet te mengen (zie figuur 2), hoewel de bevragingsmethode in de SCV- en de TOR-survey van 1998 sterk op elkaar gelijkt. SCV TOR EVS Vlaanderen EVS Belgie Als we de jaren ‘ 90 (1991-1999) vergelijken met de jaren na de eeuwwisseling (2000-2007) stellen we, afhankelijk van de bevraging, twee maal een significante toename vast (SCV en TOR), één maal een niet significante afname of stabiliteit (ISPO) (tabel 10). Op basis van de SCV-surveys is er een lichte toename van 49% voor het jaar 2000 naar 52% na het jaar 2000. De stijging is meer uitgesproken in de TOR- en Recreatief Vlaanderensurveys waar we een toename vaststellen van 50% in 1998 naar 65% in 2006. Volgens de ISPObevragingen zou er een lichte, niet betekenisvolle daling zijn van 39% voor de eeuwwis- in % 1981 1983 1985 1987 1989 1991 1996 1998 2000 2002 2004 2006 247 Al ge m e e n - So c i a l e p a rt i c i p a t i e
seling, naar 37% na 2000. Gegeven de wat gebrekkige vraagstelling in de ISPO-enquêtes, lijkt het uitermate plausibel te besluiten dat we tussen de twee beschouwde periodes een betrekkelijk grote (SCV) tot zeer grote (TOR) toename van het actieve lidmaatschap vaststellen. 70 Tabel 10. Actief en bestuurslidmaatschap (19-75 jarigen) in Vlaanderen, voor en na 2000, in %. 60 Voor 2000 Na 2000 Significantie SCV 1996-2007 49,1 52,1 *** TOR 1998 vs Welzijn 2006/Recreatief 50 Vlaanderen 2004 49,7 61,9 *** ISPO 1991-1995-1999-2003 39,1 36,6 *** p
-
Page 2 and 3:
Lieve Vanderleyden, Marc Callens en
-
Page 4 and 5:
Inhoudsopgave Opzet en inhoud van D
-
Page 6 and 7:
Opzet en inhoud van De Sociale Staa
-
Page 8 and 9:
Dat geldt evenzeer voor het door de
-
Page 10 and 11:
Politiek-institutionele, macro-econ
-
Page 12 and 13:
de Unie het optreden van de lidstat
-
Page 14 and 15:
Figuur 2. Evolutie van het BBP per
-
Page 16 and 17:
verwerkende nijverheid 41 56 energi
-
Page 18 and 19:
gen leven alsmaar langer en er kome
-
Page 20 and 21:
Tabel 1. Evolutie van de levensverw
-
Page 22 and 23:
3.3. Ontgroening en vergrijzing De
-
Page 24 and 25:
Figuur 10. Huishoudsamenstelling in
-
Page 26 and 27:
duen aanzienlijk toegenomen. Waar v
-
Page 28 and 29:
Het is bovendien duidelijk dat de h
-
Page 30:
Willems, P. (2008). Migratiebewegin
-
Page 34 and 35:
De ongelijke weg door het onderwijs
-
Page 36 and 37:
Bij de hoogste onderwijstrede (hoge
-
Page 38 and 39:
instapleeftijd dan stellen we vast
-
Page 40 and 41:
hebben driemaal meer kans op doorve
-
Page 42 and 43:
professionele status (nooit gewerkt
-
Page 44 and 45:
2.4. Deeltijds onderwijs 2.4.1. Een
-
Page 46 and 47:
gedurende minimaal 28 uur per week
-
Page 48 and 49:
de toegang tot het hoger onderwijs
-
Page 50 and 51:
PSBH Lager onderwijs Lager secundai
-
Page 52 and 53:
Figuur 12 Figuur 12. Aandeel tewerk
-
Page 54 and 55:
op de 8 afgestudeerden een tekort i
-
Page 56 and 57:
komen. In het secundair onder wijs
-
Page 58 and 59:
cratische’ vaandel. Deze maatscha
-
Page 60 and 61:
Figuur 15 Figuur 15. Participatie a
-
Page 62 and 63:
om dat in de toekomst te doen. Intr
-
Page 64 and 65:
Wil men dat kinderen met meer gelij
-
Page 66 and 67:
11 Streaming betekent dat jongeren,
-
Page 68:
Intergenerationele mobiliteit inzak
-
Page 71 and 72:
Met de kop in het zand zoveel mogel
-
Page 73 and 74:
Figuur 2. Figuur 2 70 De evolutie v
-
Page 75 and 76:
Figuur 4. Figuur 4 60 Evolutie van
-
Page 77 and 78:
van verschillende cohorten heeft la
-
Page 79 and 80:
om een baan te behouden. Het lijkt
-
Page 81 and 82:
Figuur 9. Figuur 9 index index (198
-
Page 83 and 84:
men van werkgelegenheid) immers der
-
Page 85 and 86:
Naast deze objectieve indicatoren b
-
Page 87 and 88:
Loyen (2005) verwijst onder meer na
-
Page 89 and 90:
Tabel 2. Aandeel van de werkenden (
-
Page 91 and 92:
sen toelaat om talenten te ontplooi
-
Page 93 and 94:
aantal ervaren ‘arbeid-gezin spil
-
Page 95 and 96:
werknemers, het monotone en repetit
-
Page 97 and 98:
Het aandeel ongeschoolde en geoefen
-
Page 99 and 100:
Opvallend in de nadere analyse van
-
Page 101 and 102:
stand inzake kwalificaties bij het
-
Page 103 and 104:
Figuur 15. Aantal ongevallen op de
-
Page 105 and 106:
Door middel van een institutioneel
-
Page 107 and 108:
Zeker: werk komt nog regelmatig aan
-
Page 109 and 110:
Noten 1 De voornaamste databron voo
-
Page 111 and 112:
Sels, L., Forrier, A. & Verbruggen,
-
Page 114 and 115:
Inkomen, verdeling en armoede: over
-
Page 116 and 117:
De data waarop de OESO-studie voort
-
Page 118 and 119:
armoederisico van laaggeschoolden i
-
Page 120 and 121:
3.2. Gegevens De enquêtegegevens w
-
Page 122 and 123:
4. Evoluties inzake inkomen, inkome
-
Page 124 and 125:
1500 1400 1400 1300 1300 deren. Daa
-
Page 126 and 127:
60% Figuur 4a. Evolutie in deprivat
-
Page 128 and 129:
Figuur 5. Figuur 5 100% 90% 80% 70%
-
Page 130 and 131:
70% 60% 50% mene 40% Directie Stati
-
Page 132 and 133:
Figuur 7 100% volwassenen en kinder
-
Page 134 and 135:
elpensioentrekkers is gegroeid tuss
-
Page 136 and 137:
mindere mate jongeren) te zijn, met
-
Page 138 and 139:
We zien dat er sinds 1998 een opmer
-
Page 140 and 141:
Figuur 13b. Welvaartsevolutie van d
-
Page 142 and 143:
gewoon blijven doorwerken, in plaat
-
Page 144 and 145:
Figuur 16: Gemiddeld equivalent gez
-
Page 146 and 147:
foon), bezoek aan en van familie en
-
Page 148 and 149:
van de studie van schuldsituaties i
-
Page 150 and 151:
Bij het lage armoederisico van Nede
-
Page 152 and 153:
Security. Aldershot: Ashgate, 63-84
-
Page 154:
Bijlage Tabel 1. Samenstelling van
-
Page 157 and 158:
murale en institutionele voorzienin
-
Page 159 and 160:
sterftekans 0,01 1.2. Levensverwach
-
Page 161 and 162:
BOX DE OUDERE VLAMING • Tussen 19
-
Page 163 and 164:
hoogst bij de 19- tot 24-jarigen. 3
-
Page 165 and 166:
houding tegenover hiv- en aidsgeïn
-
Page 167 and 168:
3. De kwetsbare Vlaming ‘De toepa
-
Page 169 and 170:
Er is een duidelijk verband tussen
-
Page 171 and 172:
3.3.2. Evolutie De studie van Waute
-
Page 173 and 174:
De vaststelling dat het percentage
-
Page 175 and 176:
4. De Vlaming op zoek naar zorg ‘
-
Page 177 and 178:
sieke hospitalisatie dan voor een d
-
Page 179 and 180:
de opnamen vond in Vlaanderen plaat
-
Page 181 and 182:
onder meer naar ziekenhuisinfecties
-
Page 183 and 184:
tegen acne en ADHD-middelen (Riziv
-
Page 185 and 186:
van zorg te onderscheiden: ‘predi
-
Page 187 and 188:
Dit onderdeel belicht het succes va
-
Page 189 and 190:
mensen in eenzelfde situatie reagee
-
Page 191 and 192:
De psychiatrische ziekenhuizen regi
-
Page 193 and 194:
en meer Vlamingen hun gezondheidszo
-
Page 195 and 196:
5 De Methuselah Foundation is een p
-
Page 197 and 198:
Kooiker, S. & van der Velden, K. (2
-
Page 199 and 200:
Verhaeghe, M., Bracke, P. & Bruynoo
-
Page 201 and 202:
veelvuldig gebruik van dit onderzoe
-
Page 203 and 204:
er vaak niets in de plaats. Het kro
-
Page 205 and 206:
Uit de historische schets kwam naar
-
Page 207 and 208:
draagt het aandeel eengezinswoninge
-
Page 209 and 210:
ar equivalent huishoudinkomen (in q
-
Page 211 and 212:
Tabel 2. Verschillen in socio-econo
-
Page 213 and 214:
leefruimte, zonder geluidsoverlast,
-
Page 215 and 216:
Tabel 3. Comfort van de bewoonde pa
-
Page 217 and 218:
Maar ook bij de woningen die al dec
-
Page 219 and 220:
omgeving. In het Vlaamse Gewest von
-
Page 221 and 222:
nog voor elektriciteit, water en ga
-
Page 223 and 224:
ar activiteitenstatus van het gezin
-
Page 225 and 226:
mensen met jobinstabiliteit of alle
-
Page 227 and 228:
eigenaar is, men doorgaans ook lang
-
Page 229 and 230:
verbazing wekt, is dat ondanks de o
-
Page 231 and 232:
Inzake woonzekerheid zijn we uitgeg
-
Page 233 and 234:
2 Voornamelijk gebaseerd op Smets (
-
Page 235 and 236:
Pannecoucke, I., Van Dam, R., Geurt
-
Page 237 and 238:
modernisering, industrialisering en
-
Page 239 and 240:
en relatief veel tv kijken. De vers
-
Page 241 and 242:
meer contacten met hun buren dan we
-
Page 243 and 244:
Tabel 4. Frequentie informele socia
-
Page 245 and 246:
Tabel 8. Al dan niet verrichten van
-
Page 247:
ing zelf gestopt is. Uit Vlaams ond
-
Page 251 and 252:
Tabel 12. Gemiddeld aantal actieve
-
Page 253 and 254:
28% neemt één tot meerdere keren
-
Page 255 and 256:
3.5. Participatie over de levensloo
-
Page 257 and 258:
De actieve participatie in de jonge
-
Page 259 and 260:
Putnam (2000) stelt dat er zich een
-
Page 261 and 262:
In tegenstelling tot de hypothese v
-
Page 263 and 264:
Tabel 19b: Logistische regressie op
-
Page 265 and 266:
Tabel 20. Gemiddelde gecorrigeerde
-
Page 267 and 268:
in vrijetijdsverenigingen en in hel
-
Page 269 and 270:
Figuur 4. 3:30 Aantal uren tv kijke
-
Page 271 and 272:
verenigingen afzonderlijk, dan is e
-
Page 273 and 274:
mensen zonder kinderen. Het lijkt e
-
Page 275 and 276:
mate het gevolg van de stijgende pa
-
Page 277 and 278:
Breedveld, K., Van den Broek, A., D
-
Page 279 and 280:
Wollebaek, D. & Selle, P. (2002a).
-
Page 281 and 282:
1. Verplaatsingsgedrag 1.1. Verplaa
-
Page 283 and 284:
a) Uitsluiting van bevolkingsgroepe
-
Page 285 and 286:
Van al onze verplaatsingen leggen w
-
Page 287 and 288:
maatschappelijk en economisch een v
-
Page 289 and 290:
Figuur 6. Figuur 6 Aantal verplaats
-
Page 291 and 292:
Kinderen beleven mobiliteit op een
-
Page 293 and 294:
Figuur 8. Figuur 8 12 Jaarlijkse gr
-
Page 295 and 296:
De structurele files en de verminde
-
Page 297 and 298:
in de uitgaven van van de Vlaamse h
-
Page 299 and 300:
10 een groot deel van de fietsers n
-
Page 301 and 302:
ondanks de congestie nog steeds het
-
Page 303 and 304:
teerd dan in 2006. De ontwikkeling
-
Page 305 and 306:
verkeersdeelnemer weinig verantwoor
-
Page 307 and 308:
ment aangevoerd om de schaal van st
-
Page 309 and 310:
Mannen maken het grootste deel uit
-
Page 311 and 312:
omvang van deze verkeersonveilighei
-
Page 313 and 314:
Tindemans, H. & Witlox, F. (2003).
-
Page 316 and 317:
Onderwijs voor volwassenen: wie nee
-
Page 318 and 319:
oepsopleidingengroep onderscheiden
-
Page 320 and 321:
studiegebieden zoals Nederlands Twe
-
Page 322 and 323:
van een straf. Ryan & Deci (2002) s
-
Page 324 and 325:
dingsniveau) en socio-culturele var
-
Page 326 and 327:
socio-economische en socio-culturel
-
Page 328 and 329:
4.1.4. Starters Binnen het bestek v
-
Page 330 and 331:
Tabel 9. Resultaten van regressie-a
-
Page 332 and 333:
dat in het model een aantal relevan
-
Page 334:
Colley, H., Hodkinson P. & Malcolm,
-
Page 337 and 338:
omwille van sociaal wenselijke antw
-
Page 339 and 340:
economische taxonomie van de ongeke
-
Page 341 and 342:
BBP wordt bekomen, maar ook dat zwa
-
Page 343 and 344:
schatting te verhogen met de ophogi
-
Page 345 and 346:
Nationale Gegevensbank), documenter
-
Page 347 and 348:
een beeld van Vlaanderen worden ges
-
Page 349 and 350:
trole. Dat is bijvoorbeeld voor ong
-
Page 351 and 352:
Uit tabel 6 blijkt dat, tegen de te
-
Page 353 and 354:
4.1. Relatie van irreguliere migran
-
Page 355 and 356:
‘Er is niet iets geregeld, er is
-
Page 357 and 358:
sen, 2001; Paspalanova, 2006; Van d
-
Page 359 and 360:
pitaal voor irreguliere migranten i
-
Page 361 and 362:
8 Er werden in 2004 en 2005 120 int
-
Page 363 and 364:
Pacolet, J. & Marchal, A. (2001). S
-
Page 365 and 366:
willen we hierbij ingaan op de vraa
-
Page 367 and 368:
Deze macro-analyse belet echter nie
-
Page 369 and 370:
loosheidsgraad onder leden van de a
-
Page 371 and 372:
Brabant. De centrumsteden zelf kenm
-
Page 373 and 374:
Figuur 5. Aandeel niet-EU-burgers i
-
Page 375 and 376:
Als analyse-methode gebruiken we ee
-
Page 377 and 378:
Tabel 6. Werkloosheidsgraad a bij n
-
Page 379 and 380:
worden, maar we vinden ook een rela
-
Page 381 and 382:
OECD (2008). Growing unequal Income
-
Page 383 and 384:
determinanten ervan, kunnen element
-
Page 385 and 386:
Later bleek echter dat kenmerken va
-
Page 387 and 388:
exemplarisch. Auchincloss e.a. (200
-
Page 389 and 390:
Op die manier geoperationaliseerd,
-
Page 391 and 392:
Tabel 2. Operationalisering van de
-
Page 393 and 394:
iantie meet immers in welke mate de
-
Page 395 and 396:
Deze opmerkelijke dualiteit bevesti
-
Page 397 and 398:
logistische regressie-analyse uit o
-
Page 399 and 400:
9 De afhankelijke - te verklaren -
-
Page 402 and 403:
Dorpsverschraling in kleine landeli
-
Page 404 and 405:
Figuur 1. De vicieuze cirkel van on
-
Page 406 and 407:
in die zin voor de meeste mensen da
-
Page 408 and 409:
Figuur 3. Vlaamse plattelandsgemeen
-
Page 410 and 411:
Figuur 4. Evolutie van de bouwgrond
-
Page 412 and 413:
is ondermaats en het aantal contact
-
Page 414 and 415:
3. Beleving van dorpsverschraling i
-
Page 416 and 417:
gen of vrije beroepen scoren de ges
-
Page 418 and 419:
kleinere werkgevers (horeca, bouwbe
-
Page 420 and 421:
Over sociale veiligheid, criminalit
-
Page 422 and 423:
ven, Zichen-Zussen-Bolder, Valmeer,
-
Page 424 and 425:
materieelruimtelijke structuur van
-
Page 426 and 427:
nabijheid van werkgelegenheid en vo
-
Page 428 and 429:
Bemoeilijkt etnisch-culturele diver
-
Page 430 and 431:
Figuur 1. Aandeel vreemdelingen (pe
-
Page 432 and 433:
teit (Helliwell & Putnam, 2004). Wa
-
Page 434 and 435:
palen, beperken zich niet alleen to
-
Page 436 and 437:
De onafhankelijke variabele of verk
-
Page 438 and 439:
Figuur 3. Conceptueel model van het
-
Page 440 and 441:
Figuur 4. 7 Bivariate relatie tusse
-
Page 442 and 443:
de meest diverse gemeenten hebben d
-
Page 444 and 445:
Wat de analyse van de 5 verschillen
-
Page 446 and 447:
Kesler, C. & Bloemraad, I. (2008).
-
Page 448:
Sa m e n vat t in g: De So c ia l e
-
Page 451 and 452:
De ongelijkheid start bij het insta
-
Page 453 and 454:
een Europees perspectief behoren we
-
Page 455 and 456:
over de tijd heen zou verbeteren. D
-
Page 457 and 458:
Vlamingen gaan wanneer ze daaraan b
-
Page 459 and 460:
gebruik van kortlopende huurcontrac
-
Page 461 and 462:
kijkers nu meer dan vroeger partici