20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

verbruikskosten. Daarbovenop signaleerde 2,2% ‘regelmatig’ hiermee problemen te heb<strong>be</strong>n<br />

en 2,4% ‘soms’. Het is niet uit te maken hoe moeilijk de situatie moet zijn vooraleer op<br />

deze wijze een probleem wordt gemeld. Ongetwijfeld speelt bij dergelijke <strong>be</strong>vraging een<br />

onderrapportering, die eigen is aan dit soort survey-onderzoek.<br />

4.2.4. Hoeveel gezinnen in <strong>Vlaanderen</strong> heb<strong>be</strong>n problemen met het <strong>be</strong>talen van de woning<br />

Het antwoord op de vraag hoeveel gezinnen in <strong>Vlaanderen</strong> problemen ondervinden met<br />

het <strong>be</strong>talen van de woonuitgaven is afhankelijk van de norm die men gebruikt. Bij gebrek<br />

aan een algemeen aanvaarde minimumnorm voor het resterende inkomen, kan men<br />

vertrekken van een maximale woonquote van 30%. Verder kan men veronderstellen dat<br />

gezinnen met een relatief hoog inkomen (de 3 hoogste inkomensquintielen) die meer dan<br />

30% uitgeven, dat op vrijwillige basis doen. Voor de laagste 2 inkomensquintielen kan<br />

men dat <strong>be</strong>zwaarlijk stellen: als zij meer dan 30% uitgeven, kan men aannemen dat dat<br />

uit noodzaak ge<strong>be</strong>urt 12 . Onder deze redelijk vergaande veronderstelling wordt het aantal<br />

gezinnen met <strong>be</strong>taalbaarheidsproblemen op de Vlaamse woningmarkt voor 2005 geschat<br />

op 206.000, waarvan 140.000 huishoudens op de private huurmarkt, 58.000 huishoudens<br />

in de eigendomssector en 8.000 huishoudens in de sociale huursector. Ook in absolute<br />

aantallen zijn er dus meer problemen in de huursector dan in de eigendomssector.<br />

4.2.5. Betaalbaarheidsproblemen bij starters<br />

De bovenstaande cijfers geven een inzicht in de <strong>be</strong>taalbaarheid van het wonen voor de<br />

totale populatie huurders en eigenaars. Een terechte kritiek op deze cijfers is dat ze geen<br />

goed <strong>be</strong>eld geven van de situatie voor huishoudens die nu een woning zoeken om te huren<br />

of te kopen. Heylen & Winters (2008) deden hiernaar verder onderzoek op basis van<br />

de Woonsurvey 2005. De groep ‘starters’ werd daarbij gedefinieerd als de huishoudens<br />

die voorheen nog inwoonden bij de ouders, verhuisden in de periode 2000-2005 en op<br />

het moment van verhuis niet ouder waren dan 30 jaar. Voor geen enkele van de boven<br />

<strong>be</strong>sproken <strong>be</strong>taalbaarheidsindicatoren bleek er een verschil tussen de starters en de nietstarters.<br />

Verder keken deze auteurs ook naar de ‘starters op de eigendomsmarkt’, waarbij<br />

dezelfde leeftijdsgrenzen werden gehanteerd, maar specifiek werd gekeken naar de groep<br />

die eigenaar werd (ongeacht de vorige woonsituatie). Een interessante vaststelling was dat<br />

de starters op de eigendomsmarkt in de periode 2000-2005 gemiddeld niet meer uitgaven<br />

dan de groep die startte in de periode 1995-1999. Ook bleek het gemiddelde equivalent<br />

resterend inkomen even groot voor <strong>be</strong>ide groepen starters. Wel verschillend zijn de woningen<br />

die <strong>be</strong>ide groepen verwierven. De latere starters bleken woningen te <strong>be</strong>trekken<br />

met een gemiddeld lager comfortniveau, minder woonvertrekken en een kleinere oppervlakte.<br />

Verder werd er relatief minder gebouwd en bleken de aangekochte bouwgronden<br />

aanzienlijk kleiner. Stijgen de prijzen, dan passen gezinnen hun woningkeuze blijkbaar<br />

aan.<br />

5. De woonzekerheid<br />

5.1. Wat is woonzekerheid<br />

Het garanderen van de woonzekerheid is de vierde doelstelling van de Vlaamse Wooncode.<br />

Omdat de woning en de woonplaats de uitvalsbasis naar de maatschappij zijn, biedt<br />

voldoende woonzekerheid enerzijds de mogelijkheden om in de onmiddellijke omgeving<br />

functionele netwerken uit te bouwen, bijvoor<strong>be</strong>eld met de school of het verenigingsleven.<br />

Anderzijds is het ook zo dat voor <strong>be</strong>paalde maatschappelijke groepen – bijvoor<strong>be</strong>eld<br />

223 Al ge m e e n - Wo n e n

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!