20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Maar ook bij de woningen die al decennialang van dezelfde eigenaar zijn, zit er een kwaliteitsprobleem.<br />

Het gaat hier voornamelijk over oudere koppels of alleenstaanden die<br />

onvoldoende middelen heb<strong>be</strong>n om hun woning te renoveren of opzien tegen een grondige<br />

renovatie. Onderzoek heeft aangetoond dat naarmate mensen ouder worden, ook<br />

de kwaliteit van hun woning erop achteruit gaat (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,<br />

1996; Meulemans & Willemé, 1999), terwijl ze om diverse redenen minder in hun<br />

woning investeren (Winters, 1998). Dit wil niet zeggen dat de kwaliteit van de woningen<br />

van ouderen globaal er niet op is vooruit gegaan. Een vergelijking van het Leefsituatie<br />

Onderzoek Vlaamse Ouderen (LOVO) uit 2001 met de daaraan voorafgaande leefsituatieonderzoeken<br />

van het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie (CBGS) bij ouderen<br />

toonde aan dat sinds 1966 de uitrusting van de woningen van ouderen en de gerieflijkheden<br />

waarover de <strong>be</strong>woners <strong>be</strong>schikken, fel zijn ver<strong>be</strong>terd. Beschikte in 1966 amper 13%<br />

van de ouderen (65-plussers) over centrale verwarming, dan was dit opgelopen tot 72% in<br />

2001 (Pauwels & Vanden Boer, 2004).<br />

De Belgische en Vlaamse overheden heb<strong>be</strong>n in antwoord op de problematiek van slechte<br />

woningen nooit een structureel <strong>be</strong>leid van woningvernieuwing opgezet. Op geen enkel<br />

moment zijn voldoende sterke en op een voortdurende basis repressieve maatregelen (bijvoor<strong>be</strong>eld<br />

<strong>be</strong>lasting op leegstand en verkrotting) noch stimulerende maatregelen (subsidies)<br />

in voege geweest met het oog op het <strong>be</strong>reiken van concrete doelstellingen. Zo biedt<br />

de fiscale <strong>be</strong>handeling van renovaties in de private huursector bijvoor<strong>be</strong>eld geen stimulans<br />

voor het renoveren van huurwoningen. Renovatiepremies zijn meerdere keren ingevoerd<br />

en weer afgeschaft. De nog <strong>be</strong>staande ‘Ver<strong>be</strong>terings- en aanpassingspremie’ van<br />

het Vlaamse Gewest is van <strong>be</strong>perkte omvang en aan lage inkomensgrenzen gebonden.<br />

Sedert 2006 <strong>be</strong>staat er opnieuw een substantiële Vlaamse renovatiepremie voor een <strong>be</strong>hoorlijk<br />

aantal <strong>be</strong>gunstigden, maar als gevolg van het hoge eigen aandeel in de renovatiekosten<br />

dat van de eigenaar wordt gevraagd, zal deze premie waarschijnlijk niet zo’n groot<br />

effect heb<strong>be</strong>n op de woonkwaliteit van de zwakste groepen. Wat de nieuwbouw <strong>be</strong>treft<br />

ten slotte is zoals in de historische schets al toegelicht – in vergelijking met onze buurlanden<br />

– de naoorlogse nieuwbouw in <strong>Vlaanderen</strong> relatief laag geweest (Feddes, 1995).<br />

Het gecombineerde effect van het ontbreken van een structureel en blijvend vernieuwings<strong>be</strong>leid<br />

en een laag nieuwbouwvolume zorgt voor een tekort aan goede en <strong>be</strong>taalbare<br />

woningen en heeft tot gevolg dat de oude woningen in gebruik blijven.<br />

3.4. Bezettingsgraad<br />

Vanneste e.a. (2007) stellen een varia<strong>be</strong>le ‘woning<strong>be</strong>zetting’ samen die rekening houdt<br />

met de gezinsgrootte en de minimum oppervlakte gedeeld door het aantal kamers dat<br />

daarvoor nodig wordt geacht. Volgens deze indicator is er tussen 1991 en 2001 een toename<br />

van het aantal over<strong>be</strong>zette woningen. In 2001 <strong>be</strong>droeg het aandeel woningen dat als<br />

‘klein’ werd aangeduid 6%, wat een verdub<strong>be</strong>ling <strong>be</strong>tekent ten opzichte van de meting in<br />

1991. Het aandeel woningen dat <strong>be</strong>oordeeld werd als ‘eerder klein’ <strong>be</strong>droeg in 2001 17%,<br />

wat een lichte stijging <strong>be</strong>tekent tegenover 1991, toen dit 15% was. Anderzijds was er ook<br />

een lichte toename van de ‘onder<strong>be</strong>zette woningen’: het aandeel van de woningen die als<br />

‘ruim’ werden <strong>be</strong>oordeeld steeg van 32% in 1991 naar 34% in 2001.<br />

Wat de samenhang met de gezinstypologie <strong>be</strong>treft, wijzen gegevens voor België er op dat<br />

de over<strong>be</strong>zette woningen het vaakst worden <strong>be</strong>woond door samenwonenden met kinderen,<br />

maar dat dit tegelijkertijd ook de groep is waarvoor de over<strong>be</strong>zetting tussen 1991 en<br />

2001 afneemt. In de onder<strong>be</strong>zette woningen daarentegen wonen het meest gehuwden of<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 216

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!