schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be
schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be
Tabel 1. Evolutie van de levensverwachting bij de geboorte van mannen en vrouwen in België, 1980 en 1990, en het Vlaamse Gewest, periode 1995-2006, in jaren. Totaal Mannen Vrouwen Verschil tussen vrouwen en mannen België 1980 nb 70,0 76,8 + 6,8 1990 nb 72,4 79,1 + 6,7 Vlaams Gewest 1995 78,0 74,8 81,2 + 6,4 1996 78,4 75,2 81,6 + 6,3 1997 78,7 75,6 81,7 + 6,1 1998 78,7 75,8 81,6 + 5,9 1999 78,9 75,9 81,8 + 6,0 2000 79,0 76,0 81,9 + 6,0 2001 79,4 76,4 82,3 + 5,9 2002 79,5 76,6 82,3 + 5,7 2003 79,7 76,9 82,3 + 5,4 2004 80,3 77,6 82,9 + 5,3 2005 80,4 77,7 83,0 + 5,2 2006 80,7 78,1 83,3 + 5,2 Bron: ADSEI. van migratie in de groei van de bevolking toeneemt. De inwijking vanuit het buitenland is thans de voornaamste factor in die toename. Dat geldt niet alleen voor Vlaanderen, maar voor alle Europese landen. Daarnaast is ook het belang van de intergewestelijke migratiestromen in de bevolkingstoename de laatste jaren iets toegenomen. De intergewestelijke migratiestromen vertonen een negatief saldo tussen het Vlaamse en het Waalse Gewest en een positief saldo tussen het Vlaamse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (Willems, 2008). 3.2. Groei huishoudens groter dan toename bevolking Het aantal Vlamingen mag dan al duidelijk gestegen zijn de afgelopen 25 jaar, de toename van het aantal huishoudens ligt nog hoger. Het aantal private huishoudens steeg tussen 1981 en 2008 met 31% van 1.967.000 tot 2.556.974. De groei van het aantal huishoudens is voornamelijk een gevolg van de grote stijging van het aantal éénpersoonshuishoudens (Lodewijckx, 2008). Het gevolg van deze ontwikkelingen is een daling van het gemiddelde aantal personen per huishouden. Een huishouden telde in 1981 gemiddeld 2,82 personen. In 2008 is dat gedaald tot 2,36 personen. Dit proces van ‘verdunning’ is al langer aan de gang. In 1970 telde een privaat huishouden in Vlaanderen gemiddeld nog meer dan 3 personen. De daling heeft te maken met het geringer aantal kinderen per gezin, de spectaculaire stijging van het aantal éénpersoonshuishoudens, de afname van de omvang van de meerpersoonshuishoudens en de vergrijzing (Lodewijckx, 2008). 19 Co n t e x t
Figuur 7. 50.000 Evolutie van de natuurlijke aangroei en van de aangroei uit buitenlandse (externe) en intergewestelijke migratie in het Vlaamse Gewest, periode 1995-2007. 40.000 30.000 20.000 10.000 0 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 extern migratiesaldo intergewestelijk migratiesaldo totaal * natuurlijke aangroei verandering register * Som van de componenten inclusief de statistische aanpassing. Bron: SVR (2009). Figuur 8. Evolutie van het aantal inwoners en het aantal private huishoudens waarbij index 1981=100 (linker y-as) en van de gemiddelde grootte van de private huishoudens (rechter y-as) in het Vlaamse Gewest, periode 1981-2008.* 140 2,9 135 130 125 120 115 110 105 100 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 index 1981=100 2,8 2,7 2,6 2,5 2,4 2,3 gemiddelde grootte huishoudens 2,2 aantal inwoners (linker y-as) aantal private huishoudens (linker y-as) So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 20 gemiddelde grootte private huishoudens (rechter y-as) * Cijfers voor 1981 gebaseerd op de Algemene Volks- en Woningtelling van 1 maart 1981, cijfers voor andere jaren gebaseerd op het Rijksregister. Bron: ADSEI.
- Page 2 and 3: Lieve Vanderleyden, Marc Callens en
- Page 4 and 5: Inhoudsopgave Opzet en inhoud van D
- Page 6 and 7: Opzet en inhoud van De Sociale Staa
- Page 8 and 9: Dat geldt evenzeer voor het door de
- Page 10 and 11: Politiek-institutionele, macro-econ
- Page 12 and 13: de Unie het optreden van de lidstat
- Page 14 and 15: Figuur 2. Evolutie van het BBP per
- Page 16 and 17: verwerkende nijverheid 41 56 energi
- Page 18 and 19: gen leven alsmaar langer en er kome
- Page 22 and 23: 3.3. Ontgroening en vergrijzing De
- Page 24 and 25: Figuur 10. Huishoudsamenstelling in
- Page 26 and 27: duen aanzienlijk toegenomen. Waar v
- Page 28 and 29: Het is bovendien duidelijk dat de h
- Page 30: Willems, P. (2008). Migratiebewegin
- Page 34 and 35: De ongelijke weg door het onderwijs
- Page 36 and 37: Bij de hoogste onderwijstrede (hoge
- Page 38 and 39: instapleeftijd dan stellen we vast
- Page 40 and 41: hebben driemaal meer kans op doorve
- Page 42 and 43: professionele status (nooit gewerkt
- Page 44 and 45: 2.4. Deeltijds onderwijs 2.4.1. Een
- Page 46 and 47: gedurende minimaal 28 uur per week
- Page 48 and 49: de toegang tot het hoger onderwijs
- Page 50 and 51: PSBH Lager onderwijs Lager secundai
- Page 52 and 53: Figuur 12 Figuur 12. Aandeel tewerk
- Page 54 and 55: op de 8 afgestudeerden een tekort i
- Page 56 and 57: komen. In het secundair onder wijs
- Page 58 and 59: cratische’ vaandel. Deze maatscha
- Page 60 and 61: Figuur 15 Figuur 15. Participatie a
- Page 62 and 63: om dat in de toekomst te doen. Intr
- Page 64 and 65: Wil men dat kinderen met meer gelij
- Page 66 and 67: 11 Streaming betekent dat jongeren,
- Page 68: Intergenerationele mobiliteit inzak
Ta<strong>be</strong>l 1. Evolutie van de levensverwachting bij de geboorte van mannen en vrouwen in België, 1980 en 1990, en<br />
het Vlaamse Gewest, periode 1995-2006, in jaren.<br />
Totaal Mannen Vrouwen<br />
Verschil tussen<br />
vrouwen en mannen<br />
België<br />
1980 nb 70,0 76,8 + 6,8<br />
1990 nb 72,4 79,1 + 6,7<br />
Vlaams Gewest<br />
1995 78,0 74,8 81,2 + 6,4<br />
1996 78,4 75,2 81,6 + 6,3<br />
1997 78,7 75,6 81,7 + 6,1<br />
1998 78,7 75,8 81,6 + 5,9<br />
1999 78,9 75,9 81,8 + 6,0<br />
2000 79,0 76,0 81,9 + 6,0<br />
2001 79,4 76,4 82,3 + 5,9<br />
2002 79,5 76,6 82,3 + 5,7<br />
2003 79,7 76,9 82,3 + 5,4<br />
2004 80,3 77,6 82,9 + 5,3<br />
2005 80,4 77,7 83,0 + 5,2<br />
2006 80,7 78,1 83,3 + 5,2<br />
Bron: ADSEI.<br />
van migratie in de groei van de <strong>be</strong>volking toeneemt. De inwijking vanuit het buitenland is<br />
thans de voornaamste factor in die toename. Dat geldt niet alleen voor <strong>Vlaanderen</strong>, maar<br />
voor alle Europese landen.<br />
Daarnaast is ook het <strong>be</strong>lang van de intergewestelijke migratiestromen in de <strong>be</strong>volkingstoename<br />
de laatste jaren iets toegenomen. De intergewestelijke migratiestromen vertonen een<br />
negatief saldo tussen het Vlaamse en het Waalse Gewest en een positief saldo tussen het<br />
Vlaamse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (Willems, 2008).<br />
3.2. Groei huishoudens groter dan toename <strong>be</strong>volking<br />
Het aantal Vlamingen mag dan al duidelijk gestegen zijn de afgelopen 25 jaar, de toename<br />
van het aantal huishoudens ligt nog hoger. Het aantal private huishoudens steeg tussen<br />
1981 en 2008 met 31% van 1.967.000 tot 2.556.974. De groei van het aantal huishoudens<br />
is voornamelijk een gevolg van de grote stijging van het aantal éénpersoonshuishoudens<br />
(Lodewijckx, 2008).<br />
Het gevolg van deze ontwikkelingen is een daling van het gemiddelde aantal personen per<br />
huishouden. Een huishouden telde in 1981 gemiddeld 2,82 personen. In 2008 is dat gedaald<br />
tot 2,36 personen. Dit proces van ‘verdunning’ is al langer aan de gang. In 1970 telde een<br />
privaat huishouden in <strong>Vlaanderen</strong> gemiddeld nog meer dan 3 personen. De daling heeft te<br />
maken met het geringer aantal kinderen per gezin, de spectaculaire stijging van het aantal<br />
éénpersoonshuishoudens, de afname van de omvang van de meerpersoonshuishoudens en<br />
de vergrijzing (Lodewijckx, 2008).<br />
19 Co n t e x t