20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Het stimuleren van een juiste en tijdige diagnose is bijgevolg <strong>be</strong>langrijk. Dat alles nodigt<br />

uit tot een debat met en een nauwere samenwerking tussen overheid, producenten, <strong>be</strong>talers,<br />

zorgverleners en samenleving. Dat debat zal zich moeten buigen over de spanningsbogen<br />

rond innovatie en toegevoegde waarde, rond gedeelde risico’s en interesses<br />

en rond solidariteit. Het moet ge<strong>be</strong>uren in een breder kader van preventie, <strong>be</strong>handeling,<br />

maatschappelijke kosten en financiering van onderzoek en ontwikkeling.<br />

4.5. Gebruik van alternatieve gezondheidszorg<br />

In <strong>Vlaanderen</strong> maakten alternatieve geneeswijzen hun opgang vanaf de jaren ’70 van de<br />

vorige eeuw. Ze zaten aanvankelijk in een taboesfeer en hadden zeer uitgesproken vooren<br />

tegenstanders. Intussen lijkt hun realiteit een stuk genuanceerder. Synoniem met alternatieve<br />

therapieën zijn onder meer niet-conventionele en complementaire therapieën.<br />

De <strong>be</strong>grippen ‘alternatief’ en ‘niet-conventioneel’ schuiven de ‘zachte’ geneeswijzen naar<br />

voor, als vervanging van negatief geëvalueerde klassieke <strong>be</strong>handelingen. De term ‘complementair’<br />

focust meer op het aanvullende karakter van de alternatieve takken van de<br />

medische praktijk.<br />

Hoewel ze in België nog niet geregulariseerd zijn (Test-Aankoop, 2007), werden de nietconventionele<br />

geneeswijzen de afgelopen 30 jaar steeds vaker gebruikt. De <strong>be</strong>kendste<br />

zijn homeopathie, acupunctuur, osteopathie en chiropraxie. Deze zijn op basis van wetenschappelijke<br />

gegevens in 1998 door een commissie erkend als ‘voldoende waardevol’.<br />

Enkele zorgverzekeraars voorzien in hun aanvullende vrije verzekering een terug<strong>be</strong>taling<br />

van <strong>be</strong>paalde alternatieve <strong>be</strong>handelingen.<br />

4.5.1. Prevalentie<br />

In de jaren ’70 bleek uit de schaarse peilingen dat 10 tot 20% van de Belgische <strong>be</strong>volking<br />

alternatieve therapieën volgde (Van Hove e.a., 1976; Vanhecke, 1978). Volgens cijfers<br />

van de WGO uit 1998 had 40% van de Belgische <strong>be</strong>volking ooit een <strong>be</strong>oefenaar van een<br />

niet-conventionele therapie geraadpleegd. De meest gebruikte therapieën waren homeopathie<br />

(81%), acupunctuur (38%), osteopathie (27%), fytotherapie (25%) en chiropraxie<br />

(21%) (Maddalena, 1999). Door extrapolatie op basis van eigen gegevens, <strong>be</strong>cijferde Test-<br />

Aankoop in 2007 dat 20% van de Belgische <strong>be</strong>volking zijn toevlucht nam tot alternatieve<br />

geneeswijzen. Dit aandeel vertegenwoordigde meer dan 900.000 patiënten en 5 miljoen<br />

consulten.<br />

De Gezondheidsenquête 2004 toonde aan dat 10,8% van de Vlamingen contact had met<br />

een niet-conventionele therapeut (WIV, 2006a).<br />

Niet-conventionele <strong>be</strong>handelingen zijn meestal een aanvulling op een reguliere therapie.<br />

Test- Aankoop (2007) stelde vast dat bijna 60% van de patiënten die de afgelopen 3 jaar<br />

een <strong>be</strong>roep deden op een niet-conventionele therapie, eerst langsging bij een huisarts of<br />

specialist en een volledige conventionele <strong>be</strong>handeling volgde. Bijna de helft (49%) onderbrak<br />

zijn klassieke basis<strong>be</strong>handeling niet. Het gebruik van niet-conventionele geneeswijzen<br />

nam toe tussen 1997 en 2001. Hoewel de recentste cijfers nog niet <strong>be</strong>schikbaar zijn,<br />

lijkt het gebruik te stagneren. In 1997 had 8% van de Vlaamse <strong>be</strong>volking contact met een<br />

alternatieve therapie; in 2001 steeg het aandeel gebruikers tot 11,2% maar in 2004 daalde<br />

het tot 10,8%. Vlamingen hadden in 2004 iets minder contact met niet-conventionele therapieën<br />

dan Brusselaars en Walen maar de verschillen zijn niet significant (WIV, 2006a).<br />

4.5.2. Gebruikers<br />

Omdat de niet-conventionele geneeswijzen zo gevarieerd zijn, is het bijna onmogelijk een<br />

gebruikersprofiel te maken. Het is zinvoller een aantal determinanten voor het gebruik<br />

183 Al ge m e e n - Ge zo n d h e i d

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!