20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4.1. Gebruik van medische zorg<br />

4.1.1. Huisartsen<br />

Over de centrale rol van de huisarts in het zorgge<strong>be</strong>uren <strong>be</strong>staat een brede maatschappelijke<br />

consensus. In de Gezondheidsenquête 2004 rapporteert 80% van de Vlamingen<br />

minstens 1 contact met zijn huisarts in het afgelopen jaar, terwijl 2% nog nooit bij een<br />

huisarts ging. 30 jaar geleden was dat respectievelijk 67 en 5%. De Vlamingen heb<strong>be</strong>n dus<br />

nu regelmatiger contact met de huisarts dan vroeger.<br />

Betekent regelmatiger ook frequenter Volgens dezelfde enquête heeft de Vlaming per<br />

jaar gemiddeld 4,6 contacten met zijn huisarts, wat neerkomt op 1 contact om de 2,6<br />

maanden. 30 jaar geleden was dat 1 contact om de 2 maanden. De lichte daling heeft vermoedelijk<br />

te maken met een stijging van het aantal contacten met specialisten. Vrouwen<br />

gaan meer naar de huisarts dan mannen, 75-plussers meer dan kinderen en jongeren en<br />

lager opgeleiden meer dan hoger opgeleiden. Deze verschillen vinden een verklaring in<br />

een ongelijke spreiding zowel van objectieve morbiditeit als van (on)gezondheidsgevoel.<br />

Contacten met de huisarts kunnen consulten (in de spreekkamer van de arts) of visites<br />

(bij de patiënt thuis) zijn. Het aantal visites is de voorbije jaren spectaculair gedaald en<br />

<strong>be</strong>droeg in 2004 nog slechts 26% van de huisartscontacten. 20 jaar geleden waren er nog<br />

meer visites dan consulten. De dalende trend van het aantal visites wordt al jaren vastgesteld,<br />

maar is de laatste 10 jaar opvallend sterker. Het toenemende aantal vrouwelijke<br />

huisartsen en de remgeldregelingen verklaren dit fenomeen gedeeltelijk (Vandaele, 2008).<br />

Veel doet vermoeden dat de visites als huisartsprestatie, slechts onder zeer specifieke<br />

voorwaarden gelegitimeerd zullen blijven (Verrijken, 2008). Opmerkelijk is dat het verschil<br />

tussen het aantal visites en het aantal consulten veel groter is in <strong>Vlaanderen</strong> dan in<br />

Wallonië. In <strong>Vlaanderen</strong> worden in verhouding veel minder visites gemaakt. Een van de<br />

<strong>be</strong>langrijkste indicatoren hiervoor is dat in <strong>Vlaanderen</strong> veel meer duo- en groepspraktijken<br />

<strong>be</strong>staan dan in Wallonië. Deze maken de organisatie van huisartsenpraktijken en<br />

afspraaksystemen efficiënter en bijgevolg ook de consulten.<br />

4.1.2. Specialisten<br />

Tussen 1988 en 2007 is het aantal contacten met specialisten met 16% gestegen (Rijksdienst<br />

voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, 2008).<br />

De meerderheid van de nieuwe contacten met specialisten ge<strong>be</strong>urt op initiatief van de<br />

patiënt en niet na verwijzing door de huisarts. 10 jaar geleden was dat minder het geval:<br />

53% in 1997, 62% in 2001 en 55% in 2004. Deze tendens manifesteert zich sterker in Brussel<br />

en Wallonië dan in <strong>Vlaanderen</strong>. Ook sociale determinanten spelen een <strong>be</strong>langrijke rol.<br />

Hoger opgeleiden doen relatief meer een <strong>be</strong>roep op specialisten en nemen daartoe ook<br />

vaker zelf het initiatief. Culturele en financiële drempels kunnen hiervoor een verklaring<br />

zijn (Vancorenland, 2006).<br />

4.1.3. Ziekenhuizen<br />

De voorbije 10 jaar is het aantal ziekenhuisopnamen toegenomen. De stijging is overwegend<br />

gesitueerd in de dagklinieken en blijft miniem voor de klassieke ziekenhuisopnamen<br />

(Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, 2009c).<br />

Tussen 1999 en 2005 steeg het aandeel van de opnamen in een dagkliniek in de algemene<br />

ziekenhuizen van 34,0 tot 45,1%. Deze stijging is hoofdzakelijk toe te schrijven aan medische<br />

<strong>be</strong>handelingen en in mindere mate aan chirurgische ingrepen. Opnamen in een<br />

dagkliniek komen evenveel voor bij mannen als bij vrouwen. Bij 65-plussers neemt hun<br />

percentage sterk af. Lager opgeleiden worden twee keer vaker opgenomen voor een klas-<br />

175 Al ge m e e n - Ge zo n d h e i d

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!