schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be
schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be
verwerkende nijverheid 41 56 energie 2 4 landbouw 6 9 Figuur 4. Totaal aantal tewerkgestelde personen per economische sector in het Vlaamse Gewest, 1980 en 2008. landbouw energie verwerkende nijverheid bouw 1980 2008 marktdiensten niet-verhandelbare diensten 0 20 40 60 80 100 120 140 160 aantal tewerkgestelde personen x 10.000 Bron: HERMREG. Naar sector is bij de zelfstandige tewerkstelling een gelijkaardige evolutie merkbaar als bij de totale werkgelegenheid. Ook hier vallen er tussen 1980 en 2008 substantiële verliezen te noteren in de landbouwsector en de verwerkende nijverheid, terwijl de zelfstandige tewerkstelling in de commerciële diensten aanzienlijk is gestegen. 2.4. Grotere monetaire stabiliteit In het begin van de jaren ’80 werd ons land onder meer door de hoge olieprijzen geconfronteerd met behoorlijk hoog oplopende inflatiecijfers, met een piek tot 9% in 1982. In een poging om de prijsstijgingen enigszins te temperen ging men over tot een devaluatie van de Belgische frank en het aanhouden van een quasi koppeling van de frank aan de Duitse mark. Ook gold een beleid van loonmatiging. Hoewel deze maatregelen in eerste instantie de koopkracht aantastten, versterkten ze gaandeweg de competitiviteit van onze economie. Vanaf 1986 daalden de olieprijzen in sterke mate. Sindsdien is er sprake van een vrij rustig inflatieverloop met nog gematigde pieken begin jaren ’90 en in 2000-2001, 2005 en 2008. De pogingen tot loonmatiging en de internationale concurrentie in de industrie resulteerden in de jaren ’80 in een daling van de Vlaamse loonkosten. Tussen 1980 en 1989 daalde het loonaandeel – de loonkosten per eenheid product – in Vlaanderen voor alle sectoren samen van 73% tot 66%. Maar door een minder strenge loonpolitiek begin jaren ’90 steeg het loonaandeel in 1993 opnieuw fors tot 73%. Sindsdien, mede door het Globaal Plan, is het loonaandeel opnieuw geleidelijk gedaald tot 66% in 2005. Op de internationale financiële markten, zorgde de opheffing van het vaste wisselkoerssysteem van Bretton Woods in 1973 voor soms grote wisselkoersfluctuaties en bijhorende economische onrust. Om dat tegen te gaan werd in 1979 in 9 landen - waaronder België - het Europees Monetair Stelsel (EMS) ingevoerd. Met het EMS werd getracht de onderlinge wisselkoersen binnen beperkte marges te stabiliseren. Sinds 1999 maakt België deel uit van de Eurozone waardoor het monetaire beleid in handen is komen te liggen van de Europese Centrale Bank. In 2002 werd de Belgische frank definitief vervangen door de euro. 15 Co n t e x t
Figuur 5. Jaarlijkse inflatie in België, periode 1980-2008, in %. 10 inflatie in % 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Bron: ADSEI. 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2.5. Globalisering van de economie De Vlaamse economie is een open economie en daardoor extra gevoelig voor veranderingen in de internationale economische context. Deze context is er één van toenemende economische globalisering. Dankzij de informatie- en communicatietechnologieën, de vrijmaking van de (financiële) markt – zowel op Europees niveau als internationaal – en ontwikkelingen in de transportsector zoals het containervervoer, kregen ondernemingen de kans hun productie op wereldschaal te organiseren (Federaal Planbureau, 2007). Bedrijven zoeken nu nieuwe productiemogelijkheden in het buitenland waardoor verschillende onderdelen van een product vaak op verschillende plaatsen in de wereld worden gefabriceerd. De opkomst van nieuwe groeilanden zoals China, India, Brazilië en Rusland hebben dit globaliseringsproces vanaf de jaren ’90 in een stroomversnelling gebracht. Als gevolg van deze ontwikkelingen groeide de internationale handel van goederen en diensten in een erg snel tempo. Tussen 1980 en 2007 verviervoudigde de uitvoer in volume wereldwijd, wat bijna dubbel zo veel is als de groei van het mondiale BBP in dezelfde periode (WTO, 2008). Door zijn kleine geografische omvang en zijn centrale ligging te midden van sterke economische landen, zijn de handelsrelaties met het buitenland zeer belangrijk voor de Vlaamse economie (Festraets & Vergeynst, 2008). In 2007 is de export van goederen goed voor 99,4% van het Vlaamse BBP, wat een pak hoger ligt dan bij onze belangrijkste handelspartners. Dit aandeel is sinds het begin van de jaren ’80 jaar na jaar gestegen, met uitzondering van de periodes waarin het economisch minder goed ging. Drie kwart van de Vlaamse uitvoer is bestemd voor landen van de Europese Unie. De uitvoer naar nieuwe groeilanden als China, Rusland, Brazilië en India is de jongste jaren sterk toegenomen maar het aandeel van de export naar deze landen blijft vooralsnog beperkt tot bijna 6% van de totale uitvoer. 3. Sociaaldemografische context De voorbije kwarteeuw zijn er bijna 500.000 inwoners in Vlaanderen bijgekomen. Vlamin- So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 16
- Page 2 and 3: Lieve Vanderleyden, Marc Callens en
- Page 4 and 5: Inhoudsopgave Opzet en inhoud van D
- Page 6 and 7: Opzet en inhoud van De Sociale Staa
- Page 8 and 9: Dat geldt evenzeer voor het door de
- Page 10 and 11: Politiek-institutionele, macro-econ
- Page 12 and 13: de Unie het optreden van de lidstat
- Page 14 and 15: Figuur 2. Evolutie van het BBP per
- Page 18 and 19: gen leven alsmaar langer en er kome
- Page 20 and 21: Tabel 1. Evolutie van de levensverw
- Page 22 and 23: 3.3. Ontgroening en vergrijzing De
- Page 24 and 25: Figuur 10. Huishoudsamenstelling in
- Page 26 and 27: duen aanzienlijk toegenomen. Waar v
- Page 28 and 29: Het is bovendien duidelijk dat de h
- Page 30: Willems, P. (2008). Migratiebewegin
- Page 34 and 35: De ongelijke weg door het onderwijs
- Page 36 and 37: Bij de hoogste onderwijstrede (hoge
- Page 38 and 39: instapleeftijd dan stellen we vast
- Page 40 and 41: hebben driemaal meer kans op doorve
- Page 42 and 43: professionele status (nooit gewerkt
- Page 44 and 45: 2.4. Deeltijds onderwijs 2.4.1. Een
- Page 46 and 47: gedurende minimaal 28 uur per week
- Page 48 and 49: de toegang tot het hoger onderwijs
- Page 50 and 51: PSBH Lager onderwijs Lager secundai
- Page 52 and 53: Figuur 12 Figuur 12. Aandeel tewerk
- Page 54 and 55: op de 8 afgestudeerden een tekort i
- Page 56 and 57: komen. In het secundair onder wijs
- Page 58 and 59: cratische’ vaandel. Deze maatscha
- Page 60 and 61: Figuur 15 Figuur 15. Participatie a
- Page 62 and 63: om dat in de toekomst te doen. Intr
- Page 64 and 65: Wil men dat kinderen met meer gelij
verwerkende nijverheid 41 56<br />
energie 2 4<br />
landbouw 6 9<br />
Figuur 4. Totaal aantal tewerkgestelde personen per economische sector in het Vlaamse Gewest, 1980 en 2008.<br />
landbouw<br />
energie<br />
verwerkende nijverheid<br />
bouw<br />
1980<br />
2008<br />
marktdiensten<br />
niet-verhandelbare diensten<br />
0 20 40 60 80 100 120 140 160<br />
aantal tewerkgestelde personen x 10.000<br />
Bron: HERMREG.<br />
Naar sector is bij de zelfstandige tewerkstelling een gelijkaardige evolutie merkbaar als bij<br />
de totale werkgelegenheid. Ook hier vallen er tussen 1980 en 2008 substantiële verliezen te<br />
noteren in de landbouwsector en de verwerkende nijverheid, terwijl de zelfstandige tewerkstelling<br />
in de commerciële diensten aanzienlijk is gestegen.<br />
2.4. Grotere monetaire stabiliteit<br />
In het <strong>be</strong>gin van de jaren ’80 werd ons land onder meer door de hoge olieprijzen geconfronteerd<br />
met <strong>be</strong>hoorlijk hoog oplopende inflatiecijfers, met een piek tot 9% in 1982. In een<br />
poging om de prijsstijgingen enigszins te temperen ging men over tot een devaluatie van<br />
de Belgische frank en het aanhouden van een quasi koppeling van de frank aan de Duitse<br />
mark. Ook gold een <strong>be</strong>leid van loonmatiging. Hoewel deze maatregelen in <strong>eerste</strong> instantie<br />
de koopkracht aantastten, versterkten ze gaandeweg de competitiviteit van onze economie.<br />
Vanaf 1986 daalden de olieprijzen in sterke mate. Sindsdien is er sprake van een vrij rustig<br />
inflatieverloop met nog gematigde pieken <strong>be</strong>gin jaren ’90 en in 2000-2001, 2005 en 2008.<br />
De pogingen tot loonmatiging en de internationale concurrentie in de industrie resulteerden<br />
in de jaren ’80 in een daling van de Vlaamse loonkosten. Tussen 1980 en 1989 daalde<br />
het loonaandeel – de loonkosten per eenheid product – in <strong>Vlaanderen</strong> voor alle sectoren<br />
samen van 73% tot 66%. Maar door een minder strenge loonpolitiek <strong>be</strong>gin jaren ’90 steeg<br />
het loonaandeel in 1993 opnieuw fors tot 73%. Sindsdien, mede door het Globaal Plan, is<br />
het loonaandeel opnieuw geleidelijk gedaald tot 66% in 2005.<br />
Op de internationale financiële markten, zorgde de opheffing van het vaste wisselkoerssysteem<br />
van Bretton Woods in 1973 voor soms grote wisselkoersfluctuaties en bijhorende<br />
economische onrust. Om dat tegen te gaan werd in 1979 in 9 landen - waaronder België -<br />
het Europees Monetair Stelsel (EMS) ingevoerd. Met het EMS werd getracht de onderlinge<br />
wisselkoersen binnen <strong>be</strong>perkte marges te stabiliseren. Sinds 1999 maakt België deel uit van<br />
de Eurozone waardoor het monetaire <strong>be</strong>leid in handen is komen te liggen van de Europese<br />
Centrale Bank. In 2002 werd de Belgische frank definitief vervangen door de euro.<br />
15 Co n t e x t