20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

en het Waalse Gewest. De regionale verschillen heb<strong>be</strong>n te maken met een rist factoren,<br />

zoals consumptiecultuur, economische slagkracht en toegang tot de medische zorg. Het<br />

brutosterftecijfer houdt geen rekening met de leeftijdsverdeling van de <strong>be</strong>volking. In een<br />

jonge <strong>be</strong>volking is het brutosterftecijfer lager dan in een oude, maar het is mogelijk dat<br />

de leeftijdsspecifieke sterftecijfers weinig van elkaar verschillen. Omdat kenmerken, verschillen<br />

en evolutie van ziekte en sterfte sterk door de leeftijd worden <strong>be</strong>paald, hanteert<br />

men bij vergelijkingen het <strong>be</strong>st leeftijdsspecifieke sterftecijfers.<br />

Voor leeftijdsspecifieke sterftecijfers plaatst men het aantal sterfgevallen in een <strong>be</strong>paalde<br />

leeftijdsgroep tegenover de totale leeftijdsgroep in hetzelfde jaar. Figuur 1 geeft dat patroon<br />

weer voor België in 1900 en 2006, voor mannen en voor vrouwen. De figuur toont<br />

aan dat de leeftijdsspecifieke sterftekansen tussen 1900 en 2006 fors zijn gedaald. En<br />

dat geldt op elke leeftijd en zowel voor mannen als voor vrouwen. Zeer opvallend is de<br />

sterke daling van de zuigelingen- en kindersterfte. Ouders hoefden steeds minder bang<br />

te zijn om jong een kind te verliezen. De noodzaak om daarop te anticiperen door meer<br />

kinderen te ‘nemen’, werd minder noodzakelijk. Dankzij de uitbouw van de sociale zekerheid<br />

was het bovendien niet meer nodig veel kinderen te heb<strong>be</strong>n als investering in de<br />

toekomst.<br />

Over het algemeen verminderde de intensiteit van de sterftedaling met de toenemende<br />

leeftijd. Dat de leeftijdsspecifieke sterftecijfers lager zijn bij vrouwen dan bij mannen,<br />

heeft te maken met de <strong>be</strong>tere genetisch-biologische uitrusting van vrouwen en met gedragingen<br />

en omgevingsfactoren. Ook genderverschillen spelen een rol, meer <strong>be</strong>paald<br />

verschillen in risicogedrag zoals werkongevallen, rookverslaving en alcoholgebruik. Het<br />

verschil tussen mannen en vrouwen is verhoudingsgewijs het grootst tussen 15 en 30 jaar.<br />

Dat komt vooral door de vrij hoge sterfte van jonge mannen te wijten aan externe oorzaken<br />

(vooral ongevallen en zelfdoding).<br />

In de loop van de voorbije eeuw is de sterfte op middelbare leeftijd spectaculair gedaald.<br />

Met de jaren is sterven vooral een problematiek van <strong>be</strong>jaarden geworden. Dat heeft implicaties<br />

voor alle aspecten van sociaal <strong>be</strong>leid.<br />

Figuur 1. Leeftijdsspecifieke sterftekans naar geslacht in België, 1900 en 2006.<br />

1,000000<br />

0,100000<br />

sterftekans<br />

0,010000<br />

0,001000<br />

0,000100<br />

0,000010<br />

Man: 1900<br />

Vrouw: 1900<br />

Man: 2006<br />

Vrouw: 2006<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95<br />

leeftijd<br />

Bron: ADSEI; University of California & Max Planck Institute for Demographic Research (2009).<br />

157 Al ge m e e n - Ge zo n d h e i d

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!