20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De toegenomen ar<strong>be</strong>idsparticipatie van gehuwde vrouwen is de materiële welvaart van<br />

de <strong>be</strong>treffende gezinnen ten goede gekomen en heeft ook het algemene inkomensniveau<br />

doen stijgen. Maar daar de armoede ook onder huishoudens met 1 persoon met <strong>be</strong>taald<br />

werk al vrij laag is, heeft deze ontwikkeling niet zoveel effect op het aantal mensen dat in<br />

armoede leeft. De armoede onder tewerkgestelden is in <strong>Vlaanderen</strong> (net als in België als<br />

geheel) echter laag, en er is ook geen indicatie – met alle voor<strong>be</strong>houd wegens onvergelijkbaarheid<br />

van de databronnen over de tijd heen – dat deze gestegen zou zijn.<br />

De voornaamste oorzaak voor het lage aantal werkende armen moet gezocht worden in<br />

het Belgische institutionele model, dat sterk familialistische elementen combineert met<br />

ondersteuning van werkende vrouwen. Het minimumloon is bijvoor<strong>be</strong>eld vrij hoog – hetgeen<br />

een opdrijvend effect heeft op alle lage lonen – en verschillende elementen van ar<strong>be</strong>idsmarktregulering<br />

heb<strong>be</strong>n nog steeds een sterk kostwinnersrationale, dat wil zeggen<br />

dat zij gunstig zijn voor een gezinssituatie waarin 1 persoon zich concentreert op <strong>be</strong>taalde<br />

ar<strong>be</strong>id, en de andere persoon in het gezin (lees: de vrouw) zich toelegt op on<strong>be</strong>taalde<br />

zorgar<strong>be</strong>id. De fiscaliteit ondersteunt het kostwinnersmodel via onder andere het huwelijksquotiënt<br />

en in de sociale zekerheid blijven afgeleide rechten <strong>be</strong>langrijk. België heeft<br />

een quasi-universele kinderbijslag. Tegelijkertijd zijn er echter tal van arrangementen die<br />

tweeverdienerschap ondersteunen. Voorzieningen voor kinderopvang zijn bijvoor<strong>be</strong>eld<br />

sterk uitgebouwd (Marx & Verbist, 2008).<br />

7.2.1. Inkomsten uit ar<strong>be</strong>id en uit sociale zekerheid op individueel niveau<br />

De kloof tussen inkomens uit ar<strong>be</strong>id, en de vervangingsuitkeringen in de sociale zekerheid<br />

waar gezinnen zonder werk op aangewezen zijn, wordt nog duidelijker op individueel<br />

niveau. In figuur 11 wordt de evolutie van de gemiddelde ar<strong>be</strong>ids- en vervangingsinkomens<br />

in prijzen van 2005 weergegeven. Afgezien van de breuken wegens de wisseling<br />

van gegevensbron, zien we steeds een voortdurende stijging van de gemiddelde ar<strong>be</strong>idsinkomens.<br />

Deze was bijzonder sterk in de jaren van economische hoogconjunctuur tussen<br />

1988 en 1992, en ook in de tweede helft van de jaren ’90 volgens de ECHP. De evolutie<br />

van de vervangingsinkomens kent een duidelijker vlakker verloop: in de jaren 2000 liggen<br />

deze (volgens de SILC) nauwelijks hoger dan <strong>be</strong>gin jaren ’90 (volgens de SEP). Hierdoor<br />

is de kloof tussen het gemiddeld ar<strong>be</strong>idsinkomen en het gemiddeld vervangingsinkomen<br />

in de loop der jaren aanzienlijk toegenomen.<br />

7.2.2. De verhouding tussen bruto- en netto-inkomen<br />

Een <strong>be</strong>langrijke reden voor de stijging van de ar<strong>be</strong>idsinkomens is het fiscale <strong>be</strong>leid gedurende<br />

de afgelopen decennia. Regeringen van verschillende kleur heb<strong>be</strong>n ernaar gestreefd<br />

om de fiscale lasten op ar<strong>be</strong>id te verminderen, met speciale aandacht voor de<br />

laagste ar<strong>be</strong>idsinkomens. Doel was ook om de financiële prikkel om te gaan werken te<br />

versterken, zeker voor personen zonder werk met laag verdienpotentieel. Het zou ons<br />

te ver voeren om dit <strong>be</strong>leid hier in detail te <strong>be</strong>spreken. Wel willen we de evolutie van de<br />

verhouding tussen bruto en netto in kaart brengen middels een standaardsimulatie, dat<br />

wil zeggen voor 5 typegezinnen. Het gaat om: (1) een alleenstaande die werkt voor een<br />

minimumloon, (2) een alleenstaande met 2 kinderen ten laste met een minimumloon, (3)<br />

een koppel waar 1 persoon werkt voor een minimumloon, (4) een koppel met 2 kinderen<br />

ten laste waar 1 persoon werkt voor een minimumloon en (5) om een tweeverdienerskoppel<br />

met 2 kinderen ten laste, waarvan een persoon werkt voor een minimumloon en de<br />

andere voor een loon dat 30% hoger ligt dan het minimumloon. We gebruiken hiervoor<br />

het standaardsimulatiemodel STASIM van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman<br />

Deleeck (De Lathouwer & Bogaerts, 2001).<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 136

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!