20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

mindere mate jongeren) te zijn, met andere woorden personen die meestal deel uitmaken<br />

van huishoudens waar er al een persoon met een <strong>be</strong>taalde baan aanwezig is. Inderdaad<br />

stijgt in de <strong>be</strong>schouwde periode het aantal gezinnen met twee ar<strong>be</strong>idsinkomens sterk, dit<br />

ten koste van de eenverdieners (gezinnen met 1 persoon met <strong>be</strong>taald werk). De proportie<br />

koppels waar man noch vrouw werken is nauwelijks gedaald. Vervroegde uittreding uit<br />

de ar<strong>be</strong>idsmarkt van mannen tussen 50 en 65 jaar – via allerlei kanalen – is hierbij een<br />

<strong>be</strong>langrijke factor. Daarnaast speelt ook de toename van het aantal alleenstaanden en<br />

eenoudergezinnen een rol. Overigens blijkt ook internationaal gezien het aantal baanloze<br />

huishoudens heel weinig gevoelig te zijn voor veranderingen in de werkzaamheidsgraad.<br />

7.2. Inkomen en armoede bij ‘baanloze’ en ‘baanrijke’ huishoudens<br />

De volgende vraag is dan hoe het gemiddeld inkomen en het percentage in armoede zich<br />

ontwikkeld heeft bij deze 2 typen gezinnen. Figuur 10 toont dat tussen 1985 en 1997 het<br />

equivalent inkomen van huishoudens met personen met <strong>be</strong>taald werk fors gestegen is,<br />

terwijl het percentage armen een eerder dalende trend vertoont. Onder de gezinnen zonder<br />

<strong>be</strong>taald werk daarentegen steeg het gemiddeld equivalent inkomen in veel mindere<br />

mate, terwijl we tussen 1985 en 1992 een forse stijging van het percentage in armoede<br />

observeren (met in 1992 weer een daling tot het niveau van 1988). Daarna is het <strong>be</strong>eld veel<br />

minder duidelijk: in de ECHP en de SILC ligt de armoede onder gezinnen met <strong>be</strong>taald<br />

werk duidelijk hoger dan in de SEP, wat te maken kan heb<strong>be</strong>n met de overgang van meting<br />

van inkomen over het vorige jaar in plaats van de huidige maand. Hoe dan ook lijkt<br />

in het <strong>be</strong>gin van de jaren 2000 volgens de SILC de inkomenskloof tussen gezinnen met en<br />

zonder personen met een <strong>be</strong>taalde baan niet kleiner dan <strong>be</strong>gin jaren ’90.<br />

Figuur 10. Equivalent gezinsinkomen op maandbasis, <strong>be</strong>dragen in euro van 2005 (linker y-as) en armoede, in %<br />

Figuur 10 (rechter y-as) bij gezinnen met en zonder werk in het Vlaamse Gewest, periode 1995-2007*.<br />

gemiddeld equivalent gezinsinkomen<br />

in euro van 2005<br />

2.000<br />

1.800<br />

1.600<br />

1.400<br />

1.200<br />

1.000<br />

800<br />

600<br />

400<br />

200<br />

0<br />

1985 1992 1996 1998 2000 2005<br />

45<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

armoede in %<br />

Gemiddeld equivalent gezinsinkomen, gezinnen zonder werk (

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!