20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Voor de periode 1995 – 2001 (die dus gedeeltelijk met de SEP periode overlapt) gebruiken<br />

we het European Community Household Panel (ECHP) van Eurostat 2 . De Belgische<br />

ECHP data zijn een geharmoniseerde versie van de PSBH (Panel Studie Belgische<br />

Huishoudens). Meer informatie over de PSBH kan gevonden worden in Mortelmans e.a.<br />

(2004).<br />

De verschillen tussen SEP en ECHP zijn een <strong>be</strong>langrijk thema geweest in recent onderzoek.<br />

Onderzoek naar de armoede in België in de jaren ’90 kwam, afhankelijk van de gekozen<br />

bron, tot verschillende <strong>be</strong>vindingen. In de ECHP worden veel hogere armoedecijfers<br />

gerapporteerd dan in de SEP (Proost e.a., 1996; Van Hoore<strong>be</strong>eck e.a., 2001; Cantillon<br />

e.a., 2003; Van Dam & Van den Bosch, 1997). Daarenboven vertonen de resultaten van<br />

de ECHP jaarlijkse schommelingen die moeilijk te verklaren zijn en zelfs weinig plausi<strong>be</strong>l<br />

lijken. Er is geen unanimiteit over de oorzaak van deze verschillen, maar een deel is<br />

waarschijnlijk toe te schrijven aan het verschil in opzet. Een <strong>be</strong>langrijk verschil tussen<br />

SEP en ECHP is de meting van het huishoudinkomen. In de SEP wordt het inkomen op<br />

maandbasis gemeten terwijl de ECHP het inkomen op jaarbasis meet. Ook ge<strong>be</strong>urt de inkomensimputatie<br />

volgens een andere methode. Vastgesteld is dat de schommelingen voor<br />

een deel te wijten zijn aan <strong>be</strong>paalde specifieke factoren, zoals extreme (hoge of lage) inkomens<br />

in sommige jaren, of afwijkende resultaten van de inkomensimputatie (bijschatting<br />

van ontbrekende inkomensgegevens). De sterke jaar-op-jaar veranderingen weerspiegelen<br />

aldus waarschijnlijk geen reële veranderingen in de populatie. Deze problemen<br />

verklaren waarom sedert 1997 (Cantillon e.a., 1999) geen <strong>be</strong>commentarieerde tijdreeksen<br />

meer verschenen zijn omtrent armoede en inkomensongelijkheden.<br />

De SILC-enquête (EU-SILC, European Union - Statistics on Income and Living Conditions)<br />

is een jaarlijkse panelstudie naar inkomens en levensomstandigheden. De enquête<br />

wordt zowat in alle landen van de Europese unie georganiseerd en is veruit het<br />

<strong>be</strong>langrijkste instrument om zowel op Belgisch als op Europees niveau armoede en sociale<br />

uitsluiting in kaart te brengen. Voor België worden elk jaar ongeveer 5.000 gezinnen<br />

(± 11.000 personen) <strong>be</strong>vraagd. De echte start van het panel (roterend) vond plaats in<br />

2004. Op dit moment zijn er drie jaargangen <strong>be</strong>schikbaar: 2004, 2005 en 2006. Net als in<br />

de ECHP wordt ook in de SILC de inkomensinformatie op jaarbasis verzameld, maar de<br />

inkomensconcepten zijn (licht) verschillend en werden op een andere manier <strong>be</strong>vraagd.<br />

Een meer gedetailleerde analyse over de continuïteit tussen de ECHP en SILC enquêtes,<br />

kan gevonden worden in Europese Commissie (2005).<br />

Bij de poging tot het schetsen van een globaal <strong>be</strong>eld van de trends inzake armoede en<br />

inkomensverdeling worden we gehinderd door twee handicaps: (1) het feit dat in het verleden<br />

verschillende studies verschillende methoden gebruikten, met name verschillende<br />

armoedegrenzen en (2) het feit dat de verschillende inkomensenquêtes, met name de SEP-,<br />

ECHP- en SILC-enquêtes niet met elkaar vergelijkbaar zijn.<br />

Het <strong>eerste</strong> probleem is in deze studie verholpen door alle indicatoren opnieuw te <strong>be</strong>rekenen<br />

vanuit de brongegevens, met gebruikmaking van eenzelfde methodologie (met name<br />

een armoedelijn gelijk aan 60% van het mediane equivalente inkomen). Het tweede probleem<br />

is praktisch niet te verhelpen, zodat we hieronder gedwongen zijn partiële trends<br />

te presenteren.<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 120

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!