20.01.2015 Views

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1. Internationale context: welvaart en verdeling doorheen de tijd in de landen van de<br />

OESO sinds WOII<br />

Het is algemeen <strong>be</strong>kend dat de naoorlogse economische geschiedenis van de rijke landen<br />

in West-Europa, Noord-Amerika en Oceanië die lid zijn van de Organisatie voor Economische<br />

Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) globaal uiteenvalt in drie perioden. De<br />

jaren ’50 en ’60 werden gekenmerkt door sterke economische groei, die werd onderbroken<br />

door de diepe crisis van de jaren ’70 en de <strong>eerste</strong> helft van de jaren ’80, waarna de economische<br />

groei weer op gang kwam, zij het aan een lager tempo dan in de <strong>eerste</strong> decennia na<br />

WOII. Hoewel er <strong>be</strong>langrijke nationale verschillen zijn, ligt per saldo de levensstandaard<br />

in alle OESO-landen nu enorm veel hoger dan zestig jaar geleden.<br />

Veel minder duidelijk is de evolutie inzake inkomensongelijkheid en -armoede. Dankzij<br />

het samenbrengen van veel gegevensbronnen kunnen onderzoekers hier nu toch een licht<br />

op werpen. In de meest recente wetenschappelijke publicaties groeit de gedachte dat de<br />

verdelingsfunctie van de rijke landen van de OESO sinds WOII een U-vormig patroon<br />

heeft gekend: een vrijwel universele afname van de inkomensongelijkheden (en ook van<br />

de financiële armoede) in de jaren ’50 en ’60 in veel (maar niet álle) landen, gevolgd door<br />

een langzame toename daarna.<br />

De egalisatie van de inkomensverdeling in de jaren ’50 en ’60 wordt nu algemeen aanvaard,<br />

al is dit empirisch niet sluitend gedocumenteerd wegens een gebrek aan internationaal<br />

vergelijkbare datareeksen. De aanname steunt op een gestileerde lezing van<br />

verschillende soorten datasets voor een (<strong>be</strong>perkt) aantal welvaartsstaten. Hoewel een<br />

deel van de sociale overheidsuitgaven veeleer toevloeit naar hogere inkomensgroepen<br />

en dus niet bijdraagt tot een afname van de inkomensverschillen, gaat men er algemeen<br />

vanuit dat de stijging van de overheidsuitgaven en van de <strong>be</strong>lastingen in de naoorlogse<br />

periode de afname van de inkomensongelijkheden en van de (relatieve) armoede heeft<br />

<strong>be</strong>werkstelligd.<br />

In de jaren ’70 lijkt er zich een stabilisering voor te doen in de egaliserende trend, ondanks<br />

een verdere en sterke toename van de sociale uitgaven. In België houdt de stabiliteit<br />

aan tot ver in de jaren ’80. Het is aangetoond dat de sociale zekerheid in deze periode<br />

van economische crisis en stijgende werkloosheid een sterke buffer is geweest tegen de<br />

negatieve gevolgen van de crisis.<br />

Vanaf de tweede helft van de jaren ’80 lijken vele welvaartsstaten te evolueren in de richting<br />

van een grotere ongelijkheid. De stijging van de ongelijkheden deed zich eerst voor<br />

in de Verenigde Staten (vanaf de jaren ’70) gevolgd door het Verenigd Koninkrijk. Deze<br />

stijging wordt in de literatuur meestal toegeschreven aan de reële daling van de laagste<br />

lonen in combinatie met zwakke welvaartsstaatinstituties (weinig gereguleerde ar<strong>be</strong>idsmarkt<br />

en lage sociale uitkeringen). Meer recent wijzen verschillende bronnen echter op<br />

een toename der ongelijkheden, ook in de meer egalitaire en sterkere welvaartsstaten in<br />

Scandinavië en op het Europese continent. Het recente rapport van de OESO, Growing<br />

unequal (2008), <strong>be</strong>sluit op basis van empirisch materiaal <strong>be</strong>treffende de evolutie van de<br />

inkomensverdeling en de financiële armoede: ‘… that there has <strong>be</strong>en an increase in income<br />

inequality that has gone on since at least the mid-1980s and probably since the mid-1970s.<br />

The widening has affected most (but not all) countries …’ (OECD, 17). Het rapport vermeldt<br />

volgende factoren als verklaring: de toename van de loonongelijkheid, de groei in<br />

het inkomen uit vermogen en de vermindering van het herverdelend vermogen van de<br />

sociale uitkeringen en van de <strong>be</strong>lastingen.<br />

So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 114

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!