schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be
schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be schutbladen + eerste blad.indd - Vlaanderen.be
Op het eerste gezicht is het verwonderlijk dat in het tijdperk van de ‘kenniseconomie’ nog zo grote groepen van werkenden met hinderlijke ‘industriële’ werkomstandigheden geconfronteerd worden. Maar fysiek belastend werk is ook in zorgberoepen en de socialprofit aan de orde, terwijl vermoeiende - want statische - werkhoudingen en repeterende handarmbewegingen bij beeldschermwerk in de kantoorsfeer steeds frequenter aan de basis liggen van ‘repetititive strain injuries’ (STV Innovatie & Arbeid, 2004). Gezien de blijvende blootstelling aan een reeks fysiek belastende arbeidsomstandigheden, is het niet verwonderlijk dat ook het aandeel werknemers dat gezondheidsklachten rapporteert geenszins afneemt (tabel 14). Ongeveer een kwart van de werknemers acht dat hun gezondheid risico’s oploopt door het werk. En ook bij een aantal meer specifieke lichaamsklachten is over de beschouwde periode geen merkbare daling terug te vinden. Tabel 14. Aandeel van de werkenden dat gezondheidsklachten rapporteert in België, 1995, 2000 en 2005, in %. Gezondheidsklachten 1995 2000 2005 Gezondheidsrisico’s door werk 19 27 24 Algemene vermoeidheid 14 22 19 Rugpijn 21 27 19 Hoofdpijn 10 13 11 Slaapproblemen 4 9 9 Maagpijn 4 8 7 Oogproblemen 7 13 7 Oorproblemen 5 6 5 Bron: EWCS (eigen bewerking). Anderzijds vertoont het aantal arbeidsongevallen in de voorbije 2 decennia een duidelijke neerwaartse trend. In de periode 1985 tot 2007 is het absolute aantal ongevallen op de arbeidsplaats met een derde afgenomen. Houden we rekening met de gelijktijdige toename van het aantal werknemers in dezelfde periode, dan is deze daling nog opmerkelijker. Nemen we de ernstige arbeidsongevallen in beschouwing, dan is het beeld echter lang niet zo rooskleurig. Het aandeel van de ongevallen met een blijvende arbeidsongeschiktheid is in dezelfde periode immers bijna verdubbeld (van 4,4% tot 8,0% van het totaal aantal arbeidsongevallen). In absolute aantallen is het aantal arbeidsongevallen met blijvende arbeidsongeschiktheid dan ook toegenomen en houdt zowat gelijke tred met de toename van het aantal werkenden. Een belangrijke factor daarbij is de vergrijzing van de werkende bevolking. Het is bekend dat hoe ouder de werknemer is, hoe groter het risico om het slachtoffer te worden van een ernstig ongeval (FAO, 2006). De groei van het aantal oudere werknemers tijdens de laatste decennia, verklaart op zijn minst gedeeltelijk waarom de algemene daling van het aantal ongevallen gepaard gaat met een stijging van het percentage van de ernstige ongevallen. Voor een meer gedetailleerde kijk op de arbeidsomstandigheden kunnen we gebruik maken van de werkbaarheidsmonitor (STV Innovatie & Arbeid, 2004, 2007). Deze gegevens laten vooralsnog niet toe lange termijn trends te duiden, maar ze maken het wel mogelijk risicogroepen te identificeren die in het bijzonder met belastende fysieke arbeidsomstandigheden te kampen hebben. 101 Al ge m e e n - We r k
Figuur 15. Aantal ongevallen op de arbeidsplaats in de private sector in België, periode 1985-2007 (aanvaarde Figuur 15 ongevallen door het FAO). 300.000 280.000 260.000 aantal ongevallen 240.000 220.000 200.000 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Bron: FAO (Fonds voor Arbeidsongevallen). De blootstelling aan belastende arbeidsomstandigheden is sterk afhankelijk van de betrokken sector waarin men is tewerkgesteld (STV Innovatie & Arbeid, 2007). De top 3 van sectoren met meest belastende arbeidsomstandigheden zijn de bouw, metaal en transport (respectievelijk met 33%, 27% en 25% van de werknemers). Sectoren met het kleinste aandeel werknemers met belastende arbeidsomstandigheden zijn de financiële sector, het onderwijs en het openbaar bestuur (respectievelijk 1%, 3% en 6%). Bovendien is ook de aard van de functie sterk doorslaggevend inzake de blootstelling aan belastende arbeidsomstandigheden (STV Innovatie & Arbeid, 2007). Globaal wordt 12% van de werknemers geconfronteerd met belastende arbeidsomstandigheden, maar bij ongeschoolde of geoefende arbeiders loopt dit op tot bijna de helft (48%). Voor geschoolde arbeiders en technici bedraagt dit aandeel nog een kwart, maar bij middenkaders en professionals is slechts 7% geconfronteerd met belastende arbeidsomstandigheden en bij kaderleden en directies nog maar 4%. De gepresenteerde gegevens maken duidelijk dat ondanks de afname van de industriële tewerkstelling er nog heel wat werknemers met belastende arbeidsomstandigheden geconfronteerd worden. Fysiek belastend werk is niet enkel te herleiden tot de industriële beroepen, maar ook in dienstenberoepen kunnen vermoeiende houdingen of repetitieve bewegingen leiden tot lichamelijke klachten. Het aantal arbeidsongevallen op de arbeidsplaats mag dan aanzienlijk gedaald zijn, dan geldt dit niet voor het aantal ernstige arbeidsongevallen. Bij de hogere leeftijdscategorieën zijn er steeds meer arbeidsongevallen met blijvende arbeidsongeschiktheid. Met de vergrijzing van de werkende bevolking zullen fysische arbeidsomstandigheden ook in de toekomst een belangrijk aandachtspunt moeten blijven. So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 102
- Page 52 and 53: Figuur 12 Figuur 12. Aandeel tewerk
- Page 54 and 55: op de 8 afgestudeerden een tekort i
- Page 56 and 57: komen. In het secundair onder wijs
- Page 58 and 59: cratische’ vaandel. Deze maatscha
- Page 60 and 61: Figuur 15 Figuur 15. Participatie a
- Page 62 and 63: om dat in de toekomst te doen. Intr
- Page 64 and 65: Wil men dat kinderen met meer gelij
- Page 66 and 67: 11 Streaming betekent dat jongeren,
- Page 68: Intergenerationele mobiliteit inzak
- Page 71 and 72: Met de kop in het zand zoveel mogel
- Page 73 and 74: Figuur 2. Figuur 2 70 De evolutie v
- Page 75 and 76: Figuur 4. Figuur 4 60 Evolutie van
- Page 77 and 78: van verschillende cohorten heeft la
- Page 79 and 80: om een baan te behouden. Het lijkt
- Page 81 and 82: Figuur 9. Figuur 9 index index (198
- Page 83 and 84: men van werkgelegenheid) immers der
- Page 85 and 86: Naast deze objectieve indicatoren b
- Page 87 and 88: Loyen (2005) verwijst onder meer na
- Page 89 and 90: Tabel 2. Aandeel van de werkenden (
- Page 91 and 92: sen toelaat om talenten te ontplooi
- Page 93 and 94: aantal ervaren ‘arbeid-gezin spil
- Page 95 and 96: werknemers, het monotone en repetit
- Page 97 and 98: Het aandeel ongeschoolde en geoefen
- Page 99 and 100: Opvallend in de nadere analyse van
- Page 101: stand inzake kwalificaties bij het
- Page 105 and 106: Door middel van een institutioneel
- Page 107 and 108: Zeker: werk komt nog regelmatig aan
- Page 109 and 110: Noten 1 De voornaamste databron voo
- Page 111 and 112: Sels, L., Forrier, A. & Verbruggen,
- Page 114 and 115: Inkomen, verdeling en armoede: over
- Page 116 and 117: De data waarop de OESO-studie voort
- Page 118 and 119: armoederisico van laaggeschoolden i
- Page 120 and 121: 3.2. Gegevens De enquêtegegevens w
- Page 122 and 123: 4. Evoluties inzake inkomen, inkome
- Page 124 and 125: 1500 1400 1400 1300 1300 deren. Daa
- Page 126 and 127: 60% Figuur 4a. Evolutie in deprivat
- Page 128 and 129: Figuur 5. Figuur 5 100% 90% 80% 70%
- Page 130 and 131: 70% 60% 50% mene 40% Directie Stati
- Page 132 and 133: Figuur 7 100% volwassenen en kinder
- Page 134 and 135: elpensioentrekkers is gegroeid tuss
- Page 136 and 137: mindere mate jongeren) te zijn, met
- Page 138 and 139: We zien dat er sinds 1998 een opmer
- Page 140 and 141: Figuur 13b. Welvaartsevolutie van d
- Page 142 and 143: gewoon blijven doorwerken, in plaat
- Page 144 and 145: Figuur 16: Gemiddeld equivalent gez
- Page 146 and 147: foon), bezoek aan en van familie en
- Page 148 and 149: van de studie van schuldsituaties i
- Page 150 and 151: Bij het lage armoederisico van Nede
Figuur 15. Aantal ongevallen op de ar<strong>be</strong>idsplaats in de private sector in België, periode 1985-2007 (aanvaarde<br />
Figuur 15<br />
ongevallen door het FAO).<br />
300.000<br />
280.000<br />
260.000<br />
aantal ongevallen<br />
240.000<br />
220.000<br />
200.000<br />
180.000<br />
160.000<br />
140.000<br />
120.000<br />
100.000<br />
1985<br />
1986<br />
1987<br />
1988<br />
1989<br />
1990<br />
1991<br />
1992<br />
1993<br />
1994<br />
1995<br />
1996<br />
1997<br />
1998<br />
1999<br />
2000<br />
2001<br />
2002<br />
2003<br />
2004<br />
2005<br />
2006<br />
2007<br />
Bron: FAO (Fonds voor Ar<strong>be</strong>idsongevallen).<br />
De blootstelling aan <strong>be</strong>lastende ar<strong>be</strong>idsomstandigheden is sterk afhankelijk van de <strong>be</strong>trokken<br />
sector waarin men is tewerkgesteld (STV Innovatie & Ar<strong>be</strong>id, 2007). De top<br />
3 van sectoren met meest <strong>be</strong>lastende ar<strong>be</strong>idsomstandigheden zijn de bouw, metaal en<br />
transport (respectievelijk met 33%, 27% en 25% van de werknemers). Sectoren met het<br />
kleinste aandeel werknemers met <strong>be</strong>lastende ar<strong>be</strong>idsomstandigheden zijn de financiële<br />
sector, het onderwijs en het openbaar <strong>be</strong>stuur (respectievelijk 1%, 3% en 6%).<br />
Bovendien is ook de aard van de functie sterk doorslaggevend inzake de blootstelling aan<br />
<strong>be</strong>lastende ar<strong>be</strong>idsomstandigheden (STV Innovatie & Ar<strong>be</strong>id, 2007). Globaal wordt 12%<br />
van de werknemers geconfronteerd met <strong>be</strong>lastende ar<strong>be</strong>idsomstandigheden, maar bij ongeschoolde<br />
of geoefende ar<strong>be</strong>iders loopt dit op tot bijna de helft (48%). Voor geschoolde<br />
ar<strong>be</strong>iders en technici <strong>be</strong>draagt dit aandeel nog een kwart, maar bij middenkaders en<br />
professionals is slechts 7% geconfronteerd met <strong>be</strong>lastende ar<strong>be</strong>idsomstandigheden en bij<br />
kaderleden en directies nog maar 4%.<br />
De gepresenteerde gegevens maken duidelijk dat ondanks de afname van de industriële<br />
tewerkstelling er nog heel wat werknemers met <strong>be</strong>lastende ar<strong>be</strong>idsomstandigheden geconfronteerd<br />
worden. Fysiek <strong>be</strong>lastend werk is niet enkel te herleiden tot de industriële<br />
<strong>be</strong>roepen, maar ook in diensten<strong>be</strong>roepen kunnen vermoeiende houdingen of repetitieve<br />
<strong>be</strong>wegingen leiden tot lichamelijke klachten. Het aantal ar<strong>be</strong>idsongevallen op de ar<strong>be</strong>idsplaats<br />
mag dan aanzienlijk gedaald zijn, dan geldt dit niet voor het aantal ernstige ar<strong>be</strong>idsongevallen.<br />
Bij de hogere leeftijdscategorieën zijn er steeds meer ar<strong>be</strong>idsongevallen<br />
met blijvende ar<strong>be</strong>idsongeschiktheid. Met de vergrijzing van de werkende <strong>be</strong>volking zullen<br />
fysische ar<strong>be</strong>idsomstandigheden ook in de toekomst een <strong>be</strong>langrijk aandachtspunt<br />
moeten blijven.<br />
So c i a l e St a a t v a n Vl a a n d e re n 2009 102