19.01.2015 Views

Onderzoeksrapport Bestuurlijke sanctioneringsmechanismen - Besafe

Onderzoeksrapport Bestuurlijke sanctioneringsmechanismen - Besafe

Onderzoeksrapport Bestuurlijke sanctioneringsmechanismen - Besafe

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

tot de bevoegdheid van de rechterlijke macht in plaats van de uitvoerende macht. De artikelen<br />

144 en 145 G.W. verwoorden toch duidelijk dat het beslechten van geschillen toebehoort aan<br />

de rechterlijke macht. Artikel 151, §1 G.W. vult deze artikelen verder aan door het openbaar<br />

ministerie te belasten met de individuele opsporing en vervolging. Bovendien krijgt de<br />

uitvoerende macht op basis van artikel 105 G.W. (bijna) uitsluitend toegewezen<br />

bevoegdheden die voornamelijk bestaan in het maken van de verordeningen en besluiten die<br />

voor de uitvoering van de wetten nodig zijn. Volgens E. Ankaert en J. Put “laten de ruime<br />

bewoordingen van deze bevoegdheidsverdeling niet toe harde conclusies te trekken<br />

aangaande de toelaatbaarheid van bestuurlijke rechtshandhaving”. 79 Deze auteurs stellen wel<br />

vast dat “repressieve rechtshandhaving een wezenlijke functie van de rechterlijke macht<br />

uitmaakt…maar dat de rechtshandhaving een typisch rechterlijke taak is, betekent nog niet<br />

dat het een exclusief rechterlijke taak is”. 80<br />

Een gevolg van de toelaatbaarheid van de (punitieve) bestuurlijke sanctie, is het ontstaan van<br />

twee verschillende handhavingsmechanismen naast elkaar. Enerzijds kan een burger bij nietnaleving<br />

van wettelijke verplichtingen strafrechtelijk worden vervolgd. Anderzijds bestaat nu<br />

ook de keuze voor een bestuurlijke handhaving voor deze inbreuken. De keuze voor het ene<br />

dan wel het andere mechanisme is grotendeels een beleidsbeoordeling. 81 Het valt op dat de<br />

wetgever steeds vaker kiest voor het bestuurlijk sanctioneringsmechanisme, ook voor<br />

zwaarwichtige feiten. 82<br />

De beoordelingsbevoegdheid van de wetgever vloeit voort uit de vaste rechtspraak van het<br />

Arbitragehof inzake de toepasselijkheid van de Wet van 30 juni 1971 betreffende de<br />

administratieve geldboeten 83 : “Wanneer de wetgever oordeelt dat sommige tekortkomingen in<br />

wettelijke verplichtingen beteugeld moeten worden, dan behoort het tot zijn<br />

beoordelingsbevoegdheid te beslissen of het opportuun is om voor strafsancties of voor<br />

administratieve sancties te opteren. De keuze van de ene of de andere categorie van sancties<br />

79 E. ANKAERT, J. PUT, P.C. ADRIAANSE, T. BAKHUYSEN en M.L. VAN EMMERIK, o.c., 57.<br />

80 E. ANKAERT, J. PUT, P.C. ADRIAANSE, T. BAKHUYSEN en M.L. VAN EMMERIK, o.c., 57, waar in<br />

voetnoot 12 wordt verder verwezen naar A. UYTTENHOVE en J. PUT, “Scheiding der machten en de macht<br />

van de rechter ten aanzien van sanctiebeslissingen van de R.V.A.”, Soc. Kron. 1998, 109-110.<br />

81 E. ANKAERT, J. PUT, P.C. ADRIAANSE, T. BAKHUYSEN en M.L. VAN EMMERIK, o.c., 64.<br />

82 J. PUT, “Naar een kaderwet administratieve sancties”, R.W. 2005-2006, 321. De motieven voor deze keuze<br />

lopen parallel met de factoren die de opkomst van het “gewapend bestuur” verklaren: zie Hoofdstuk I, 1.<br />

Vaststelling : opkomst van een “gewapend bestuur”.<br />

83 Wet 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige<br />

sociale wetten, B.S. 13 juli 1971.<br />

37

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!