19.01.2015 Views

Onderzoeksrapport Bestuurlijke sanctioneringsmechanismen - Besafe

Onderzoeksrapport Bestuurlijke sanctioneringsmechanismen - Besafe

Onderzoeksrapport Bestuurlijke sanctioneringsmechanismen - Besafe

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ij de meerderheidopvatting in de rechtspraak die hoofdzakelijk door het Hof van Cassatie<br />

wordt aangehouden. Door enerzijds te erkennen dat bestuurlijke sancties een punitief karakter<br />

kunnen hebben in de zin van artikel 6 EVRM, en anderzijds het non bis in idem-beginsel niet<br />

ten volle toe te passen, blaast het Hof van Cassatie warm en koud tegelijkertijd. 584<br />

Een recent arrest van het Arbitragehof van 26 april 2007 585 illustreert nogmaals dat de<br />

rechtspraak van het Hof van Cassatie en van het Arbitragehof niet op elkaar zijn afgestemd.<br />

Het voornoemde arrest vertrekt – i.t.t. het Hof van Cassatie – wél van de sterke werking van<br />

het non bis in idem-beginsel. Het Arbitragehof poneert dat de wetgever over een soevereine<br />

beoordelingsbevoegdheid beschikt te beslissen of het opportuun is om voor strafrechtelijke<br />

sancties in de strikte betekenis van het woord, dan wel om voor bestuurlijke sancties te<br />

opteren. De keuze van de ene of de andere categorie kan in de ogen van het Arbitragehof op<br />

zich niet worden geacht discriminerend te zijn, maar het verschil in behandeling dat daaruit<br />

voor eenzelfde tekortkoming kan voortvloeien is slechts toelaatbaar indien dit in redelijkheid<br />

is verantwoord. 586 Aan het Arbitragehof werd het verschil in behandeling voorgelegd tussen<br />

enerzijds personen die voor dezelfde feiten een – inmiddels betaalde – punitieve bestuurlijke<br />

geldboete opgelegd krijgen en nadien ook strafrechtelijk worden vervolgd, en anderzijds<br />

personen voor wie de betaling van een bestuurlijke geldboete krachtens de wet het verval van<br />

de strafvordering met zich meebrengt. Het Arbitragehof oordeelde dat het niet te<br />

verantwoorden valt dat een categorie van personen de toepassing van het non bis in idembeginsel<br />

wordt geweigerd, terwijl de voorwaarden voor die toepassing zijn vervuld. 587 Wat<br />

evenwel niet onder de loep werd genomen door het Arbitragehof, is de hypothese waarin<br />

eenzelfde gedraging aanleiding kan geven tot verschillende sancties onder verschillende<br />

kwalificaties, noch de hypothese waarin verschillende sancties worden opgelegd in het kader<br />

van één enkele vervolging.<br />

584 J. ROZIE, o.c., 179.<br />

585 Arbitragehof nr.67/2007, 26 april 2007, www.arbitrage.be.<br />

586 Ibid., r.o. B.6.<br />

587 Derhalve oordeelde het Arbitragehof dat: “artikel 25, §§ 4 en 5, in samenhang gelezen met artikel 37, § 3, 1°<br />

en 2°, van het Decreet van het Vlaamse Gewest van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu<br />

tegen de verontreiniging door meststoffen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in samenhang gelezen<br />

met het algemeen rechtsbeginsel non bis in idem, in zoverre aan personen wegens een gedraging die inbreuken<br />

met dezelfde essentiële bestanddelen op bepalingen van het voormelde decreet uitmaakt, achtereenvolgens een<br />

administratieve geldboete met een strafrechtelijk karakter en een strafsanctie kunnen worden opgelegd”.<br />

171

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!