19.01.2015 Views

Onderzoeksrapport Bestuurlijke sanctioneringsmechanismen - Besafe

Onderzoeksrapport Bestuurlijke sanctioneringsmechanismen - Besafe

Onderzoeksrapport Bestuurlijke sanctioneringsmechanismen - Besafe

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

In eerste instantie zijn er de algemene beginselen zoals het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel<br />

en het evenredigheidsbeginsel. In het licht van Hoofdstuk IV zal duidelijk worden dat dit<br />

evenredigheidbeginsel een belangrijke rol speelt bij de oplegging van bestuurlijke sancties.<br />

De rechter zal moeten kunnen toezien op de evenredigheid tussen de begane inbreuk en de<br />

sanctie en dit zal belangrijk worden wanneer diverse sancties van punitieve aard op eenzelfde<br />

inbreuk worden opgelegd en dit toch geen schending is van het non bis in idem-beginsel. 423<br />

De beginselen voor een behoorlijke rechtsbedeling in strafzaken liggen vervat in de artikelen<br />

6 EVRM en 14 IVBPR, maar ook in de artikelen 7 EVRM en 15 IVBPR die handelen over<br />

het non-retroactiviteitsbeginsel in strafzaken. Hierin zijn onder meer opgenomen: het recht op<br />

een eerlijk proces, de rechten van verdediging en het vermoeden van onschuld. Zoals<br />

hierboven reeds werd opgemerkt zijn de artikelen in het EVRM en het IVBPR elkaars<br />

equivalenten aangezien ze beiden hetzelfde voorwerp en doel hebben. In die zin worden zij al<br />

eens benoemd als “un bloc de conventionnalité”. 424 Voor een aantal beginselen van<br />

behoorlijke rechtsbedeling biedt het IVBPR echter een ruimere rechtsbescherming. 425 Dit is<br />

het geval voor het recht op een hoger beroep in artikel 14, §5 IVBPR. Artikel 6 EVRM erkent<br />

echter geen recht van dubbele aanleg. 426 Ook het verbod van de retroactiviteit van de strafwet<br />

kent een ruimere invulling in artikel 7 IVBPR in vergelijking met artikel 15 EVRM. Tot voor<br />

kort was het belangrijkste verschil inzake rechtsbescherming met betrekking tot dit project<br />

echter gelegen in het algemeen rechtsbeginsel non bis in idem. Artikel 14, §7 IVBPR<br />

(waarvan het Hof van Cassatie de directe werking heeft erkend 427 ) kent geen tegenhanger in<br />

het EVRM zelf. Wel is er een bijkomend protocol bij het EVRM, met name het Protocol Nr.<br />

7 428 , dat dit beginsel heeft erkend. Tot voor kort was dit protocol niet opgenomen in de<br />

(gehele) Belgische wetgeving. Het parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft<br />

op 7 december 2006 als eerste ingestemd met het Protocol Nr. 7 bij het EVRM waarin het<br />

423 Zie infra Hoofdstuk IV, punt 3.<br />

424 A. ALEN, “Administratieve geldboeten: hun internationaal- en internrechtelijke kwalificatie”, in X., Liber<br />

Amicorum Prof. Dr. F. Baeteman, Deurne, Kluwer, 1997, 397, voetnoot 135.<br />

425 Ibid., 397-399<br />

426 Nu in het federaal parlement het wetsontwerp houdende instemming met het Protocol Nr. 7 bij het EVRM<br />

werd goedgekeurd, verdwijnt dit verschil tussen het EVRM en het IVBPR. Artikel 2 van dit Protocol erkent<br />

immers het recht op een hoger beroep in strafzaken. Zie Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol<br />

Nr. 7 bij het verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de Fundamentele Vrijheden, gedaan te<br />

Straatburg op 22 november 1984, Parl. St. Kamer 2005-06, nr. 3-1760/1.<br />

427 Cass. 6 mei 1993, Arr. Cass. 1993, 455 en Cass. 5 februari 1999, Arr. Cass. 1999, 67.<br />

428 Artikel 14, lid 7 IVBPR bepaalt het volgende: “ Niemand mag voor een tweede keer worden berecht of<br />

gestraft voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds overeenkomstig de wet en het procesrecht van elk land bij<br />

einduitspraak is veroordeeld of waarvan hij is vrijgesproken.” (beginsel non bis in idem).<br />

124

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!