Sectorbeschrijving Metaal - Uwv
Sectorbeschrijving Metaal - Uwv
Sectorbeschrijving Metaal - Uwv
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De Metalektro en<br />
<strong>Metaal</strong>nijverheid<br />
<strong>Sectorbeschrijving</strong><br />
31 januari 2013
Inhoudsopgave<br />
Samenvatting 2<br />
Inleiding 4<br />
1. Werkgelegenheid en vacatures 6<br />
1.1. Werkgelegenheid 6<br />
1.2. Vacatures 9<br />
2. Trends en ontwikkelingen 12<br />
2.1. Economische ontwikkelingen 12<br />
2.2. Ontwikkelingen personeel 13<br />
3. Tekorten en overschotten 16<br />
3.1. Huidige situatie 16<br />
3.2. Middellange termijn 17<br />
4. Kansen en mogelijkheden 18<br />
4.1. Instroomprofiel 18<br />
4.2. Kansen voor schoolverlaters en studenten 19<br />
4.3. Kansen voor zij-instromers 20<br />
4.4. Kansen naar regio 23<br />
Literatuurlijst 26<br />
Bijlage I<br />
Sociaal-economische structuur 28<br />
Metalektro 28<br />
<strong>Metaal</strong>nijverheid 28<br />
Branche-overstijgende organisaties 29<br />
Handige internetsites 30<br />
Bijlage II<br />
Extra tabellen 32<br />
Tabel B1 Spanningsindicator 32<br />
Tabel B2 Mobiliteit in de metaalindustrie 34<br />
Tabel B3 Perspectieven naar opleiding 36<br />
Tabel B4 Niet-werkende werkzoekenden 38<br />
Tabel B5 Uitstroom van werkzoekenden naar de metaal 40<br />
Colofon 42<br />
1
Samenvatting<br />
Structurele krimp werkgelegenheid, groeiambitie in het hightech segment<br />
In Nederland zijn er twee metaalbranches: de <strong>Metaal</strong>nijverheid en de Metalektro. In de eerste werken<br />
ongeveer 144.000 mensen in loondienst, in de tweede zo’n 140.000. De afgelopen decennia is de<br />
werkgelegenheid in de metaalindustrie geleidelijk aan gekrompen. Dit is in lijn met de algemene trend:<br />
een afname van industriële werkgelegenheid, verplaatsing van eenvoudige en grootschalige productieactiviteiten<br />
naar het buitenland en een toename van de arbeidsproductiviteit. Een deel van deze<br />
werkgelegenheid is overigens terecht gekomen bij onderhoudsbedrijven, technische adviesbureaus,<br />
uitzendbureaus en detacheringsbedrijven en is niet uit Nederland verdwenen.<br />
De sector is zeer conjunctuurgevoelig. Er zijn afwisselend perioden van groei en krimp. Na een korte<br />
periode van herstel speelt op dit moment onzekerheid op de wereldmarkt de sector weer parten.<br />
Inmiddels is ook in de metaalindustrie een toename van het aantal faillissementen en reorganisaties<br />
zichtbaar. Vooral metaalbedrijven die toeleveren aan de bouw (staalconstructiebedrijven bijvoorbeeld)<br />
hebben het moeilijk. In andere segmenten gaat het redelijk of zelfs goed (onder meer de machineindustrie,<br />
scheepsbouw en het hightechsegment).<br />
De verwachting is dat de structurele krimp zich de komende jaren zal voortzetten. Uitzondering vormt het<br />
hightech-segment, dat tot de topsector High Tech Systems en Materials (HTSM) behoort. Daar worden<br />
groeimogelijkheden gezien als gevolg van de ontwikkeling van nieuwe technologieën, nieuwe<br />
toepassingsmogelijkheden en nieuwe markten (onder andere in de BRIC-landen). Ook liggen er<br />
groeiperspectieven in het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Wanneer deze hightechbedrijven<br />
de groeiambitie weten waar te maken, kunnen ook toeleveranciers - die vaak in dezelfde regio opereren -<br />
hiervan profiteren. Ook voor de maintenance-sector (onderhoud en reparatie) zijn er kansen op groei,<br />
gezien het gespecialiseerde karakter van het werk en de behoefte van industrirële bedrijven aan een<br />
flexibele schil.<br />
Opleidingsniveau stijgt, behoefte aan bredere inzetbaarheid<br />
De metaalindustrie omvat een breed scala aan bedrijvigheid: van traditionele metaalbedrijven tot<br />
hightech activiteiten. Er is werkgelegenheid op alle niveaus: van ongeschoold tot hoogopgeleid. De<br />
<strong>Metaal</strong>nijverheid kent relatief meer werkgelegenheid op lagere, de Metalektro meer op hogere niveaus. In<br />
beide branches stijgt echter het gevraagde opleidingsniveau. Tegenover een relatief sterke daling in een<br />
aantal uitvoerende technische functies is een relatief sterke stijging van functies gerelateerd aan<br />
ontwerpen (engineers) en automatisering (programmeurs en systeembeheerders) zichtbaar. Ook in de<br />
maintenance-sector stijgt het gevraagde opleidingsniveau.<br />
Het technisch personeel moet daarnaast in toenemende mate over bepaalde gedragscompetenties<br />
beschikken: probleemoplossend vermogen, flexibiliteit, initiatief nemen, goed kunnen samenwerken en<br />
kennis kunnen delen. Daarnaast neemt de behoefte aan breder inzetbare medewerkers toe. Momenteel is<br />
voor veel taken specifieke expertise vereist. Met de sterke schommelingen op de afzetmarkt, de snelle<br />
technologische veranderingen en de kortere levensduur van producten wordt het voor bedrijven<br />
belangrijker om snel te kunnen schakelen. Dit vraagt om medewerkers die werkzaamheden buiten hun<br />
standaardtakenpakket kunnen verrichten.<br />
Vacatures: tekorten als de economie aantrekt<br />
De vacaturemarkt in de metaalindustrie is eveneens zeer conjunctuurgevoelig. Bedrijven zijn op dit<br />
moment voorzichtig met het vervangen van personeel. Het aantal WW’ers in de metaal groeit. Toch zijn<br />
er ook op dit moment ook moeilijk vervulbare vacatures, met name voor gespecialiseerde vakmensen<br />
(bijvoorbeeld mig-, mag- en tig-lassers of CNC-verspaners).<br />
Voor de middellange termijn worden de tekorten groter. Werkgevers verwachten een grote<br />
vervangingsvraag, wanneer de komende jaren een grote groep vakbekwame medewerkers met pensioen<br />
gaat. Uit het onderwijs komen onvoldoende gediplomeerden voor de sector beschikbaar. Verwacht wordt<br />
dat de tekorten (weer) urgent worden vanaf het moment dat de economie aantrekt. Voor 2016 worden<br />
(grote) tekorten verwacht voor de meeste technische beroepen in de metaal, van laag tot hoog.<br />
Weliswaar krimpt de werkgelegenheid de komende jaren in een aantal van deze beroepen, maar de<br />
vervangingsvraag kan onvoldoende worden ingevuld met de instroom van schoolverlaters. De voorziene<br />
tekorten concentreren zich bij het technisch geschoold personeel vanaf niveau mbo-3 (in sommige<br />
segmenten van de Metalektro zelfs op niveau mbo-4 en hbo-niveau).<br />
2
Instroomperspectieven: goed voor schoolverlaters, redelijk voor zij-instromers<br />
Door de verwachte tekorten aan technisch opgeleid personeel zijn de perspectieven voor jongeren die een<br />
voor de metaalindustrie relevante opleiding kiezen, over het algemeen ruim voldoende tot goed. Dit geldt<br />
voor opleidingen op alle niveaus, van vmbo tot universitair. De perspectieven verschillen tussen<br />
opleidingsrichtingen. Over de hele linie geldt dat de perspectieven van mbo-3 en -4 opleidingen<br />
beduidend beter zijn dan de perspectieven voor mbo-1 en -2 opleidingen.<br />
De sector biedt redelijke perspectieven voor werkloze werkzoekenden: zo vonden in 2011 bijna 18.000<br />
ingeschreven werkzoekenden een baan in de metaalindustrie (ongeveer 5 procent van alle<br />
baanvondsten). Vooral in de <strong>Metaal</strong>nijverheid zijn er instroommogelijkheden voor lager geschoolden, mits<br />
zij aantoonbare affiniteit met techniek hebben. Er zijn hier ook vacatures waarvoor geen specifieke<br />
metaalachtergrond noodzakelijk is (zoals in de productie of assemblage). Momenteel ligt het door de crisis<br />
wat lastiger, maar wanneer de economie aantrekt zullen de mogelijkheden toenemen. Bedrijven in deze<br />
branche werven vaak via het eigen netwerk; daar liggen dan ook de beste aanknopingspunten voor het<br />
vinden van een baan. De meeste perspectieven zijn er uiteraard in de regio’s met relatief veel metaalvacatures:<br />
Zuidoost Brabant, Achterhoek, Twente en Drechtsteden.<br />
Aanknopingspunten voor scholing van zij-instromers<br />
Voor de tekortberoepen is over het algemeen een meerjarig opleidingstraject op niveau 3 of hoger<br />
noodzakelijk. <strong>Metaal</strong>bedrijven zijn over de hele linie enigszins terughoudend met het opleiden van<br />
volwassenen, zeker in de huidige onzekere economische situatie. Dit soort trajecten is duur en vergt een<br />
forse investering van bedrijven in de begeleiding on the job. Ook voor de kandidaten zijn er drempels.<br />
Voor volwassenen die al een tijd hebben gewerkt, betekent een opleiding volgen een forse terugval in<br />
inkomsten. Voor een substantieel deel van de werkloze werkzoekenden is het niveau van de opleiding en<br />
de gevraagde affiniteit met techniek een obstakel.<br />
Toch zijn er ook hier kansen. Bedrijven staan – zeker met het oog op de toekomstige tekorten - steeds<br />
vaker open voor opleidingstrajecten voor zij-instromers. De sterke traditie van BBL-trajecten, de eigen<br />
bedrijfstakscholen en subsidiemogelijkheden vanuit de sector bieden goede aanknopingspunten. Er zijn<br />
her en der in het land ook initiatieven om werklozen of voortijdig schoolverlaters op te leiden voor een<br />
beroep in de metaal. Ook zijn er op beperkte schaal initiatieven om, via detachering of job-carving,<br />
mensen uit de sociale werkvoorziening en Wajongers aan het werk te krijgen in de sector. Er zijn dus<br />
mogelijkheden, maar het is belangrijk om goed te kijken naar behoeften en wensen van werkgevers, en<br />
naar de interesse en technische comptenties van potentiële zij-instromers.<br />
3
Inleiding<br />
In tijden van crisis is het van belang om te weten waar zich werkgelegenheidsmogelijkheden aandienen.<br />
In elke sector van de economie – of het nu om een krimp- of groeisector gaat – doen zich tegelijkertijd<br />
overschotten en tekorten voor, in verschillende beroepen natuurlijk. Kennis over die te verwachten<br />
tekorten en overschotten maakt het mogelijk om te voorkomen dat vacatures onnodig lang openstaan of<br />
dat mensen onnodig werkloos worden of blijven.<br />
UWV maakt samen met werkgevers- en werknemersorganisaties en arbeidsmarktdeskundigen<br />
beschrijvingen van meer dan twintig sectoren. Dit project wordt begeleid door een landelijke<br />
klankbordgroep, waarin - naast UWV - landelijke werkgevers- en werknemersorganisaties, VNG en S-BB<br />
zitting hebben. Alle beschrijvingen worden gepubliceerd op www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie en zijn<br />
bedoeld voor arbeidsmarktprofessionals van gemeenten, regio’s, branches, etcetera.<br />
Dit is de sectorbeschrijving over de metaalindustrie. In Nederland zijn er twee metaalbranches: de<br />
<strong>Metaal</strong>nijverheid (in de volksmond kleinmetaal) en de Metalektro (in de volksmond grootmetaal). Onder<br />
de overkoepelende term ‘metaalindustrie’ vallen ook bedrijven die vroeger metaal verwerkten, maar<br />
inmiddels andere grondstoffen verwerken. Deze beschrijving besteedt ook aandacht aan ontwikkelingen<br />
in de maintenance 1 , een branche die sterk met de metaalindustrie verband houdt.<br />
De sectorbeschrijving biedt een beeld van de actuele arbeidsmarkt-ontwikkelingen in de metaalindustrie.<br />
Het schetst de ontwikkeling van de werkgelegenheid, van de vacatures en van het arbeidsaanbod. Het<br />
beschrijft kort de trends maar centraal staan (toekomstige) overschotten en tekorten en de<br />
instroomperspectieven die er zijn. De sectorbeschrijving <strong>Metaal</strong>nijverheid en Metalektro is gebaseerd op<br />
bestaande bronnen: rapporten vanuit de branches en O&O-fondsen in de metaal, informatie van het CBS,<br />
kenniscentra (Kenteq), het Research Centrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt en UWV. De bevindingen<br />
zijn voorgelegd en afgestemd met deskundigen uit de sector. Die hebben op bepaalde punten geholpen<br />
met het duiden van de ontwikkelingen.<br />
In hoofdstuk 1 wordt een beeld geschetst van de werkgelegenheid en de vacature-ontwikkeling. Daarbij<br />
kijken we zowel naar de actuele situatie als de prognoses. Hoofdstuk 2 beschrijft de markante trends in<br />
de sector. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van (toekomstige) overschotten en tekorten. Hoofdstuk 4<br />
beschrijft de kansen en mogelijkheden die de metaalindustrie aan diverse doelgroepen biedt.<br />
In bijlage 1 treft u een korte omschrijving aan van de sociaaleconomische organisatie van de sector:<br />
welke cao’s vigeren, welke kennisorganisaties en O&O-fondsen zijn actief en welke links naar interessante<br />
sociaaleconomische en arbeidsmarktinformatie zijn er Bijlage 2 geeft een aantal extra tabellen met<br />
gedetailleerde informatie.<br />
1 Maintenance is moeilijk bij één specifieke sector onder te brengen. Daarom besteden zowel deze sectorbeschrijving, als de<br />
sectorbeschrijving over de procesindustrie aandacht aan deze vorm van bedrijfsactiviteiten.<br />
4
1. Werkgelegenheid en vacatures<br />
1.1. Werkgelegenheid<br />
Twee branches, diverse bedrijfsactiviteiten<br />
In de metaalindustrie werken ongeveer 280.000 mensen. Dat is ongeveer 4 procent van de alle<br />
werknemers in Nederland en ruim een derde van alle werkgelegenheid in de industrie. In de Metalektro<br />
werken naar schatting 140.000, in de <strong>Metaal</strong>nijverheid ongeveer 144.000 personen. Het onderscheid<br />
tussen Metalektro en <strong>Metaal</strong>nijverheid is grotendeels gebaseerd op de omvang van bedrijven, en niet<br />
louter te maken op basis van verschillen in bedrijfsactiviteiten. Tot de Metalektro behoren de grotere<br />
bedrijven (globaal vanaf dertig werknemers), tot de <strong>Metaal</strong>nijverheid de kleinere (tot dertig werknemers).<br />
In de <strong>Metaal</strong>nijverheid zijn bedrijven vaak actief als toeleverancier van onderdelen en halffabricaten<br />
(metaalproducten) aan andere bedrijven.<br />
Onderstaande tabel geeft de omvang van de werkgelegenheid in de metaalindustrie naar verschillende<br />
bedrijfsactiviteiten (bron: CBS). De grootste branches zijn de metaalproductenindustrie en de machineindustrie.<br />
Over de hele linie krimpt de werkgelegenheid. Deze krimp is het sterkst in de auto-industrie (-<br />
13%), de elektrische-apparatenindustrie (-11%) en de metaalproductenindustrie (-10%). Uitzondering<br />
vormt de overige transportmiddelenindustrie, waar de werkgelegenheid de afgelopen vijf jaar is gegroeid<br />
met 12%.<br />
Tabel 1<br />
Werkgelegenheid naar bedrijfsactiviteit<br />
Aantal werknemers (2011) Krimp-groei 2007-2011<br />
Basismetaalindustrie 21000 -5%<br />
<strong>Metaal</strong>productenindustrie 83000 -10%<br />
Elektrotechnische industrie 46000 -2%<br />
Elektrische apparatenindustrie 16000 -11%<br />
Machine-industrie 74000 -1%<br />
Auto- en aanhangwagenindustrie 20000 -13%<br />
Overige transportmiddelenindustrie 19000 12%<br />
Reparatie en installatie van machines 33000 0%<br />
Bron: CBS Statline<br />
Topsector: High Tech Systems en Materials (HTSM)<br />
Topsectorenbeleid<br />
Het kabinet Rutte 1 heeft negen topsectoren benoemd die belangrijk zijn voor de Nederlandse economie en<br />
werkgelegenheid. Deze sectoren kunnen bijdragen aan groei en innovatie. Om de ambities van deze sectoren te<br />
realiseren werken overheid, bedrijfsleven, universiteiten en onderzoekscentra samen aan kennis en innovatie. De<br />
beschikbaarheid van voldoende geschikt personeel is een belangrijke randvoorwaarde om de groeiambities waar te<br />
maken. Iedere sector heeft daarom een Human Capital-agenda opgesteld waarin wordt aangegeven hoe de sector<br />
(samen met partners uit het onderwijs en de overheid) in de behoefte aan personeel wil voorzien. De negen topsectoren<br />
delen de behoefte aan goede bèta-technisch opgeleide werknemers op alle niveaus. De activiteiten die de topsectoren<br />
samen willen aanpakken zijn gebundeld in het Masterplan Bèta en Technologie.<br />
Een deel van de bedrijven uit de metaalindustrie behoort tot de topsector High Tech Systems en Materials<br />
(HTSM). Het gaat in deze topsector om een groep nauw met elkaar verweven, technisch hoogwaardige<br />
bedrijven in de machine- en systeemindustrie, automotive, lucht- en ruimtevaart en materialenindustrie,<br />
alsook de technische adviesbureaus die voor deze bedrijven werken. Hightech-systemen en materialen<br />
worden vanuit Nederland geleverd aan klanten over de hele wereld. Nederland speelt op de mondiale<br />
markt een belangrijke rol en is wereldleider in het ontwerpen, ontwikkelen en produceren van hightechequipment<br />
en micro- en nano componenten. Voorbeelden van bedrijven zijn ASML (belichtingsmachines<br />
voor chipsproductie), Philips (licht en medische apparaten), FEI (elektronenmicroscopen), TomTom<br />
(mobiele navigatiesystemen) en NXP (chips voor gemengd en analoog signaal).<br />
De topsector HTSM concentreert zich in de regio’s Eindhoven, Twente en Delft/Rotterdam. Het<br />
zwaartepunt bevindt zich in de regio’s Zuidoost-Brabant en Noord Limburg. Hier zijn de activiteiten van de<br />
meeste grote systeembouwers geconcentreerd en is een groot deel van hun eerstelijns toeleveranciers<br />
6
gevestigd, alsmede een aantal belangrijke kennisinstituten (onder andere de Technische Universiteit).<br />
Ook in de regio’s rond de Universiteit Twente en de Technische Universiteit Delft zijn concentraties van<br />
grote bedrijven, midden- en kleinbedrijf en kennisinstellingen te vinden.<br />
Maintenance sterk gerelateerd aan de sector<br />
Industriële installaties en systemen hebben onderhoud, reparaties en revisies nodig (MRO: Maintenance,<br />
Repair & Overhaul). Dit is vooral van belang in kapitaalintensieve industrieën zoals de procesindustrie en<br />
de metaal- en elektrotechnische industrie, en in de luchtvaart, scheepsbouw, energiesector en de<br />
infrastructuur. De sector is niet eenduidig af te bakenen op basis van cbs-cijfers. De omvang van de<br />
totale MRO-markt wordt geschat op 125.000 tot 185.000 medewerkers (gebaseerd op cijfers over 2000-<br />
2007) 2 . Ongeveer helft daarvan werkt bij de eigenaren van kapitaalgoederen zelf (asset-owners), de<br />
andere helft bij leveranciers van onderhoudsdiensten of ontwerpers van onderhoudssystemen (technische<br />
adviesbureaus). Met name het groot onderhoud of ‘stop-management’ wordt in belangrijke mate<br />
uitbesteed. Maintenance is dus van groot belang voor de metaalindustrie, en biedt werkgelegenheid die in<br />
sterke mate is gerelateerd aan de sector. Door toenemende mondialisering ontstaat immers steeds meer<br />
druk op afzetprijzen. Maintenance biedt industriële bedrijven mogelijkheden om efficiency-verbeteringen<br />
te realiseren.<br />
Geleidelijke krimp werkgelegenheid, groeiambities bij topsector<br />
De afgelopen twee decennia is de werkgelegenheid in de metaal geleidelijk aan gekrompen (tabel 1). Dit<br />
is in lijn met de algemene trend van een afnemende industriële werkgelegenheid in Nederland en Europa,<br />
en een toename van werkgelegenheid in de dienstensectoren. Steeds meer eenvoudige en grootschalige<br />
productieactiviteiten verdwijnen uit Nederland, de complexere –kortcyclische of innovatieve –<br />
productieactiviteiten blijven of keren zelfs terug. Tegelijkertijd is de arbeidsproductiviteit van de<br />
resterende bedrijfsactiviteiten door voortdurende automatisering sterk toegenomen, waardoor de<br />
werkgelegenheid nog extra is afgenomen (ook in perioden waarin de omzet groeide). De tabel laat<br />
overigens alleen de werkgelegenheidsontwikkeling zien van werknemers die in dienst zijn van<br />
metaalbedrijven. Een groeiend deel van de werkgelegenheid in de metaal bevindt zich echter bij<br />
dienstverlenende bedrijven (bijvoorbeeld in de maintenance of de technische adviesbureaus) en bij de<br />
uitzendbureaus of detacheringsbedrijven. Die flexibele schil ademt mee met een economische situatie.<br />
De metaalsector is zeer conjunctuurgevoelig. Daardoor zijn er afwisselend perioden geweest van groei en<br />
krimp. Na de financiële crisis in 2008 daalde de werkgelegenheid, begin 2011 zette de groei weer in maar<br />
in de tweede helft van 2011 vertraagde deze vanwege onzekerheid over de economische ontwikkelingen.<br />
In de eerste helft van 2012 bleef de werkgelegenheid min of meer stabiel, in de tweede helft was het tij<br />
ongunstiger. Tijdens de (eerste) financiële crisis in 2008 hebben bedrijven vooral ingeteerd op hun<br />
flexibele schil, en waren ze vaak in staat hun vakmensen te behouden (deels door gebruik te maken van<br />
de deeltijd-WW). Inmiddels is het ‘vet van de botten’ verdwenen, en is ook in de metaalindustrie een<br />
toename van het aantal faillissementen en reorganisaties zichtbaar. Binnen de sector wisselt het beeld:<br />
bedrijven die toeleveren aan de bouw (zoals staalconstructiebedrijven) hebben het moeilijk, in andere<br />
segmenten gaat het redelijk of zelfs goed (bijvoorbeeld de machine-industrie, scheepsbouw en het<br />
hightech segment).<br />
Ook in de maintenance leidt automatisering en een hogere arbeidsproductiviteit tot een krimp van de<br />
werkgelegenheid. Schommelingen in de conjunctuur komen hier voornamelijk terecht bij de<br />
toeleveranciers. Bij het dalen van de conjunctuur neemt bijvoorbeeld de inlening van<br />
onderhoudspersoneel af. Wel zijn er indicaties dat uitbesteding van MRO-activiteiten geleidelijk zal<br />
toenemen (gezien het gespecialiseerde karakter van het werk en de behoefte aan een flexibele schil).<br />
2 K. Zandvliet e.a.. De arbeidsmarkt van maintenance in Zuidwest Nederland. SEOR, juli 2009.<br />
7
Figuur 1 Ontwikkeling werkgelegenheid metaalindustrie (prognose tot 2017) 3<br />
Banen werknemers x 1.000<br />
400<br />
350<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016<br />
Bron: CBS-cijfers, prognose UWV (update januari 2013)<br />
In UWV-prognoses wordt uitgegaan van verdere geleidelijke krimp: in 2013 krimpt het aantal banen van<br />
werknemers in de metaalindustrie met ruim 1,5 procent (in 2012 bedroeg deze krimp ongeveer 1<br />
procent).Die krimp wordt vooral veroorzaakt door een voortgaande stijging van de arbeidsproductiviteit<br />
(de afzet zal waarschijnlijk wel groeien) 4 . Daarbij speelt de autonome ontwikkeling van verbeterde<br />
productietechniek een rol, maar ook doelbewust investeren in arbeidsbesparende techniek om te kunnen<br />
blijven concurreren met het buitenland.<br />
Het HTSM-segment ziet wel duidelijke groeimogelijkheden: niet alleen in ordervolume maar ook in enige<br />
werkgelegenheidsgroei. Die groei moet mogelijk zijn door de ontwikkeling van nieuwe HTSMtechnologieën,<br />
nieuwe toepassingen en nieuwe markten (onder andere in de BRIC-landen: Brazilië,<br />
Rusland, India en China). Tevens zijn er groeiperspectieven voor deze topsector in het oplossen van<br />
maatschappelijke vraagstukken. In bijvoorbeeld het duurzaamheidsvraagstuk en de vergrijzing van de<br />
bevolking kunnen technologische oplossingen een belangrijke rol kunnen spelen. Ook in andere niches of<br />
specialistische functies worden groeimogelijkheden gezien (onder andere in maintenance: nieuwe<br />
dienstverleningsconcepten in het onderhoud van machines op locatie).<br />
Opleidingsniveau: van laag geschoold tot hoogopgeleid<br />
De <strong>Metaal</strong>industrie omvat dus een breed scala aan bedrijvigheid: van traditionele metaalbedrijven tot<br />
hightech activiteiten. Dat is ook zichtbaar in de werkgelegenheidsstructuur. Er is werkgelegenheid op alle<br />
niveaus: van laaggeschoold tot hoogopgeleid.<br />
Tabel 2 Opleidingsniveau werknemers metaalindustrie (2009)<br />
Basismetaal<br />
<strong>Metaal</strong>producten<br />
Machineindustrie<br />
Electrotechniek<br />
Transportmiddelen<br />
Totaal<br />
Basisonderwijs 5% 7% 3% 4% 7% 5%<br />
Vmbo/mbo1 25% 31% 18% 14% 23% 22%<br />
Havo/vwo/mbo2-4 46% 48% 48% 40% 48% 46%<br />
Hbo 17% 11% 23% 25% 16% 18%<br />
Wo 6% 3% 8% 17% 6% 8%<br />
Bron: ROA, AIS<br />
Tabel 2 geeft een zo actueel mogelijk beeld van de samenstelling van het personeelsbestand in de<br />
metaalbranches naar opleidingsniveau:<br />
3 De branche ‘reparatie en installatie van machines’wordt in de prognoses niet tot de metaal gerekend.<br />
4 Kennissite MKB en Ondernemerschap. <strong>Sectorbeschrijving</strong> metaalindustrie. December 2011. Uitbreide actuele prognose<br />
december 2012.<br />
8
n Ruim een kwart van de werkgelegenheid in de <strong>Metaal</strong>industrie bevindt zich in het laaggeschoolde<br />
segment (maximaal vmbo of mbo1). Daarbij gaat het om functies als assembleur,<br />
constructiemedewerker of assistent-monteur. De <strong>Metaal</strong>productenindustrie kent het hoogste aandeel<br />
laaggeschoolde arbeid (ruim een derde).<br />
n Bijna de helft van de werknemers in de metaalindustrie is middelbaar opgeleid. Over het algemeen<br />
gaat het hier om vaklieden: draaiers, frezers, verspaners, constructiebankwerkers, plaatwerkers,<br />
pijpwerkers, machinebankwerkers, elektromonteurs, lassers, operators, (CAD-)tekenaars, et cetera.<br />
n Ongeveer een kwart is hoger opgeleid: bijna één op de vijf heeft een hbo-diploma, bijna één op de<br />
tien is universitair geschoold. Hierbij gaat het om functies als engineers, programmeurs,<br />
constructeurs, research en development, et cetera. In de elektrotechnische industrie werken de<br />
meeste hoger opgeleiden (42 procent).<br />
De <strong>Metaal</strong>nijverheid kent relatief meer werkgelegenheid op lagere niveaus. Mbo-2 is daar het meest<br />
voorkomende opleidingsniveau (al functioneren mensen door ervaring en verdere training nogal eens op<br />
een hoger niveau). De Metalektro heeft relatief meer werkgelegenheid op hogere niveaus (vanaf mbo-3<br />
en hoger). Hierbinnen kent het HTSM-segment de meeste hoogopgeleiden.<br />
De sector biedt weliswaar werkgelegenheid aan zowel lager- als hoger opgeleiden, maar het<br />
opleidingsniveau stijgt in zowel de Metalektro als in de <strong>Metaal</strong>nijverheid. Waar vroeger het overgrote deel<br />
van de werknemers laaggeschoold of vakman was, heeft tegenwoordig een steeds groter deel van het<br />
personeel een mbo-3-, mbo-4- of hbo-diploma. Tegenover een relatief sterke daling in een aantal<br />
uitvoerende technische functies is een relatief sterke stijging van functies gerelateerd aan ontwerpen<br />
(engineers) en automatisering (programmeurs en systeembeheerders) zichtbaar. 5<br />
In de maintenance is globaal een drie-deling in functies te maken 6 :<br />
n Technisch uitvoerend: storingsanalyse, reparatie, revisie (mbo 2/3)<br />
n Technisch uitvoerend en aansturend: preventie en werkvoorbereiding(mbo 4)<br />
n Technisch leidinggevend, aansturend en coördinerend: betrekken MRO in ontwerp van installaties en<br />
logistieke processen, betrouwbaarheidsanalyse/kansberekening, assetmanagement (hbo)<br />
Er is geen specifieke opleiding voor maintenance-werk. Op mbo-niveau bestaan verschillende technische<br />
opleidingsrichtingen waarmee in de sector gewerkt kan worden (procestechniek,<br />
mechanica/werktuigbouw, elektrotechniek, installatietechniek, mechatronica).<br />
1.2. Vacatures<br />
Vacaturemarkt sterk conjunctuurgevoelig<br />
Ook al is er sprake van krimp, toch zijn er nog vacatures. Die worden vooral veroorzaakt door<br />
vervangingsvraag. Het aantal vacatures is wel sterk conjunctuurgevoelig. In een goed jaar zijn er ruim<br />
30.000 vacatures, in perioden van krimp kan dit terugvallen tot 13.000. Bedrijven wachten dan met het<br />
vervangen van personeel, en werknemers wisselen minder snel van werkgever. Dit was het geval in het<br />
crisisjaar 2009. Daarna steeg het aantal vacatures weer tot boven de 30.000 in 2011, maar in 2012<br />
daalde het weer naar 24.000. Voor 2013 verwacht UWV een verdere terugval in het aantal vacatures. In<br />
de jaren daarna volgt een lichte stijging, maar dit is uiteraard wel afhankelijk van het aantrekken van de<br />
bedrijvigheid in de sector. Op dit moment komt de vervangingsvraag vooral voort uit het vrijwillig vertrek<br />
van personeel. Over enkele jaren zullen veel uitvoerende technici met pensioen gaan. Dan ontstaat er<br />
veel (extra) vervangingsvraag.<br />
Tabel 3<br />
Ontstane vacatures metaalindustrie op jaarbasis<br />
Prognose<br />
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014-<br />
2017*<br />
Aantal vacatures 36400 30700 13400 21700 32600 24000 21000 22000<br />
Bron: CBS-cijfers, prognose UWV (update januari 2013)<br />
*Gegeven wordt het gemiddelde per jaar.<br />
5 OOM. Arbeidsmarktinformatie. Cijfers en trends 2011. Peildatum januari 2011. D. Fouarge e.a. Arbeidsmarktmonitor<br />
Metalektro 2011. ROA. Maastricht 2012.<br />
6 Kenteq. Maintenance, Repair & Overhaul. Arbeidsmarktverkenning. Augustus 2008.<br />
9
Overgrote deel vacatures op laag en middelbaar niveau<br />
Veruit de meeste vacatures (ruim tweederde) in de sector hebben betrekking op lagere en middelbare<br />
functies. Wel is een zeer geleidelijke verschuiving zichtbaar van lager en elementair niveau naar<br />
middelbaar en hoger niveau. Op de hogere niveaus lijkt de vacaturemarkt minder conjunctuurgevoelig<br />
dan op het middelbare en lagere niveau (zie figuur 2).<br />
Figuur 2<br />
Ontstane vacatures in de metaalindustrie per kwartaal naar niveau<br />
4500<br />
4000<br />
3500<br />
3000<br />
2500<br />
2000<br />
1500<br />
1000<br />
500<br />
0<br />
2010 II III IV 2011 II III IV 2012 II III<br />
elementaire beroepen lagere beroepen middelbare beroepen<br />
hogere beroepen<br />
Bron: UWV (op basis van Jobfeed, CBS)<br />
wetenschappelijke beroepen<br />
Er wordt vooral geworven voor uitvoerende technische functies. In de Metalektro gaat het bij circa 60<br />
procent van de vacatures om technisch uitvoerende functies 7 . Het betreft vooral pijpverwerkers, lassers<br />
en machinaal verspaners. Daarnaast zijn er met name vacatures voor ondersteunende functies (technisch<br />
en niet-technisch) en voor leidinggevende technische functies. Het (gespecialiseerde) uitzendbureau is<br />
een veel gebruikt kanaal voor het aantrekken van uitvoerende en ondersteunende technici. Commerciële<br />
werving- en selectiebureaus worden vooral ingezet voor het vinden van technisch opgeleide verkopers en<br />
leidinggevend technisch personeel.<br />
Ook in de <strong>Metaal</strong>nijverheid wordt vooral geworven voor technische functies. Het gevraagde<br />
opleidingsniveau ligt hier gemiddeld lager. Er is regelmatig behoefte aan medewerkers in de verspaning,<br />
machinebouw en werkvoorbereiding. Bedrijven werven hier vaak informeel: via het eigen netwerk of de<br />
eigen medewerkers.<br />
7 ROA. Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2011.<br />
10
2. Trends en ontwikkelingen<br />
2.1. Economische ontwikkelingen<br />
Nauwere relatie met afnemers en toeleveranciers<br />
Nederlandse metaalbedrijven ondervinden veel concurrentie op de Europese en wereldmarkt. De<br />
afzetprijzen staan onder druk - zeker in tijden van economische recessie - terwijl grondstofprijzen juist<br />
(kunnen) stijgen. Afnemers zijn kritischer en verwachten (naast kostenreductie) bijvoorbeeld kortere<br />
levertijden of kleinere series 8. De metaalindustrie probeert hieraan tegemoet te komen door dunbemande<br />
productie (lean manufacturing), waarin automatisering en robotisering een belangrijke rol spelen.<br />
Daarnaast staat duurzaam produceren sterk in de belangstelling, waardoor de aandacht voor<br />
energiebesparing, afvalbeperking en veiligheid van personeel is toegenomen (zowel van de eigen<br />
bedrijfsprocessen als van de geproduceerde producten en machines). Al met al wordt vaker<br />
samengewerkt tussen leverancier en afnemer (ontzorgen, gezamenlijke productontwikkeling).<br />
Hightech-bedrijven opereren bij voorkeur in een goed functionerend regionaal netwerk (‘ecosysteem’) van<br />
gespecialiseerde bedrijven (toeleveranciers en eindfabrikanten) en kennisinstellingen. Binnen de regionale<br />
ketens hebben grote hightech-bedrijven dikwijls de rol van economische aanjager en regisseur, omdat zij<br />
direct aangesloten zijn op grote internationale markten. De meeste hightech midden- en kleinbedrijven in<br />
Nederland zijn toeleverancier. Een aantal mkb-bedrijven echter maakt hightech-eindproducten. Het zijn<br />
vaak midden- en kleinbedrijven die nieuwe producten met nieuwe technologieën op de markt zetten,<br />
zoals nanotechnologie. Samenwerkingsverbanden en netwerken zijn bovendien sterk Europees en<br />
internationaal georiënteerd, met een belangrijke rol voor eindgebruikers (customer industries), zoals de<br />
automotive- en luncht- en ruimtevaartproducenten in Duitsland en Frankrijk.<br />
Bedrijven in de <strong>Metaal</strong>nijverheid opereren vaak als toeleverancier van onderdelen en halffabrikaten. Zij<br />
leveren vaker voor de binnenlandse markt, en ondervinden dus minder concurrentie op de internationale<br />
markt. Hun afnemers hebben veelal wel te maken met hogere eisen van afnemers, en vertalen die door<br />
in hun eigen eisen.<br />
Innovatie is cruciaal<br />
Voor bedrijven is het dan ook cruciaal om innovatief te zijn. Technologische innovatie is traditiegetrouw<br />
sterk verankerd in deze branche. De producten van de topsector HTSM kenmerken zich door drie<br />
kernkarakteristieken: zeer intelligent, zeer nauwkeurig en zeer efficiënt. De industriële basistechnologieën<br />
die daaraan ten grondslag liggen zijn micro- en nano-elektronica (ontwerp en productie van<br />
semiconductors en sensors), embedded systemen (in elektronische circuits ingebouwde software), en<br />
mechatronica (precisiebeweging en robotica). De ontwikkeling in deze technologieën gaat zeer snel:<br />
nieuwe generaties volgen elkaar op in een frequentie van vaak minder dan twee jaar. Daarnaast worden<br />
binnen de topsector veel nieuwe technieken onderzocht, vooral in nanotechnologie (zeer kleine<br />
structuren), fotonica (functies met licht), en geavanceerde materialen (met de focus op metalen en<br />
composieten, complementair aan de topsector Chemie). Dit vraagt om forse en continue investeringen in<br />
R&D en innovatie, hetgeen bovendien meer dan voorheen in samenwerking en in ‘open innovatie’<br />
plaatsvindt.<br />
Naast de ontwikkeling van technologische innovaties besteden bedrijven in de Metalektro ook veel<br />
aandacht aan sociale innovatie (het anders organiseren van werk- en ontwikkelingsprocessen). Dit kan<br />
een belangrijke factor zijn om innovatief en efficiënt te blijven. Een goede bedrijfsorganisatie en -sfeer<br />
zijn belangrijke factoren om op nationaal en internationaal vlak concurrerend te kunnen zijn. Ruim de<br />
helft van de bedrijven was in 2011 ook bezig met het toepassen van sociale innovatie. Er is vooral<br />
interesse in methoden om het personeel flexibeler in te zetten, projectmatiger te werken en meer extern<br />
samen te werken.<br />
Globalisering leidt tot andere werkgelegenheidsstructuur<br />
De afzetmarkt voor eindproducten ligt voor een groot deel in het buitenland, voor de topsector HTSM zelfs<br />
vrijwel volledig. Veel Nederlandse bedrijven zijn op hun markt spelers van wereldniveau, en werken ook<br />
intensief samen met afnemers over de hele wereld. Mede vanwege de toenemende concurrentie op de<br />
wereldmarkt richten Nederlandse fabrikanten van eindproducten, bijvoorbeeld in de machine-industrie en<br />
de elektrische apparatenindustrie, zich steeds meer op R&D, eindassemblage en marketing. Voor<br />
complexe onderdelen wordt samengewerkt met gespecialiseerde toeleveranciers, bijvoorbeeld in de<br />
elektrotechnische industrie of de metaalproductenindustrie.<br />
8 ABN Amro. Visie op industrie. Sectorupdate 2012. Rabobank. Cijfers & Trends, oktober 2012.<br />
12
Productie van standaardonderdelen wordt door Nederlandse bedrijven steeds vaker uitbesteed of<br />
afgestoten naar landen waar de lonen lager liggen. Daardoor verdwijnt een deel van de werkgelegenheid<br />
in deze sector, niet alleen bij deze bedrijven zelf, maar ook bij hun toeleveranciers. Hierbij verdwijnen<br />
vooral banen op de lagere beroepsniveaus. Aangezien de meer complexe bedrijfsactiviteiten in Nederland<br />
blijven verandert de werkgelegenheidsstructuur: er is meer behoefte aan hogeropgeleiden en<br />
gespecialiseerde vakmensen.<br />
Naar nieuwe vormen van maintenance<br />
De nadruk verschuift van traditioneel onderhoud naar “asset- en procesgeïntegreerde MRO” 9 . De<br />
integratie van mechanica en elektronica (mechatronica), nieuwe meetapparatuur (sensoren, etc.) en het<br />
gebruik van de computer maken dit mogelijk. Daardoor verschuift de aandacht van reparatie naar<br />
preventief en predicatief onderhoud en het toepassen van MRO in logistieke processen waardoor de<br />
levensduur van installaties kan worden verlengd. ICT biedt daarnaast mogelijkheden voor onderhoud op<br />
afstand. De organisatie en planning van MRO wordt daarmee steeds belangrijker. Leveranciers van<br />
kapitaalgoederen leveren ook steeds vaker MRO mee bij de installatie.<br />
2.2. Ontwikkelingen personeel<br />
Toenemende effecten van vergrijzing<br />
De komende jaren zullen vooral veel uitvoerende technici met pensioen gaan, al lijkt dit door het stijgen<br />
van de uittredeleeftijd minder snel te gaan dan werd verwacht. In de Metalektro is 16 procent van de<br />
werknemers 56 jaar of ouder. Deze groep gaat binnen een jaar of tien met pensioen. Bedrijven geven<br />
aan dat zij de komende jaren de grootste problemen verwachten bij de vervanging van uitvoerende en<br />
leidinggevende technici die met pensioen gaan. Het kan nodig zijn om nieuwe medewerkers vaker zelf op<br />
te leiden. Veel Metalektrobedrijven voeren ook een leeftijdsbewust of levensfasebewust beleid om hun<br />
personeel duurzaam inzetbaar te houden (vitaliteitsbeleid, scholing en ontwikkeling).<br />
In de <strong>Metaal</strong>nijverheid gaan de vergrijzing en ontgroening niet harder dan gemiddeld in vergelijking met<br />
andere sectoren. De komende vijf jaar vertrekt 9 procent van de huidige populatie werknemers als gevolg<br />
van pensionering. In bepaalde functies treedt echter wel versnelde ontgroening en vergrijzing op. Vooral<br />
bij functies in constructiebankwerken, servicemonteurs en machinebouw doet zich een bovengemiddelde<br />
ontgroening voor; steeds minder jongeren kiezen voor deze beroepen. Vergrijzing doet zich in versterkte<br />
mate voor bij vakervaren service-monteurs.<br />
Upgrading van competenties en behoefte aan bredere inzetbaarheid<br />
Technologische innovatie leidt in veel bedrijven tot een upgrading van de competenties waarover<br />
personeel moet beschikken. Er wordt meer van medewerkers gevraagd en ze moeten in staat zijn om<br />
zich snel aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen. Voor de komende jaren verwachten<br />
Metalektrobedrijven een voortzetting van de min of meer trendmatige upgrading van het vereiste<br />
opleidingsniveau. 10 De verschuiving vindt plaats van lbo- en mbo-niveau 1-2 naar mbo-niveau 3-4 en<br />
hogeropgeleid personeel. Dit is overigens een ontwikkeling die zich in vrijwel alle sectoren van de<br />
Nederlandse economie voordoet.<br />
Om een hoge kwaliteit van de producten te kunnen waarborgen en goed in te kunnen spelen op<br />
specifieke wensen van klanten moet het technisch personeel naast de noodzakelijke vaktechnische<br />
competenties ook over gedragscompetenties beschikken. De nadruk ligt daarbij op probleemoplossend<br />
vermogen en flexibiliteit. Bovendien is het belangrijk dat medewerkers initiatief nemen, goed kunnen<br />
samenwerken en waar nodig kennis kunnen delen, zowel binnen teams als tussen afdelingen.<br />
Er is ook behoefte aan een bredere inzetbaarheid van personeel. Voor veel taken is specifieke expertise<br />
noodzakelijk. Dat geldt voor de grotere bedrijven in de Metalektro, waar bedrijfsstructuren en<br />
productieprocessen vaak complex zijn. Maar het geldt eveneens voor de kleinere bedrijven die vaak<br />
opereren in specifieke segmenten van de markt. Toch achten veel bedrijven een bredere inzetbaarheid<br />
van hun personeel gewenst; om mee te kunnen met de continue proces- en productinnovatie, maar<br />
vooral om schommelingen in de vraag flexibel te kunnen opvangen. Op dit moment signaleren bedrijven<br />
vooral problemen bij de inzetbaarheid van uitvoerend technisch personeel. Deze werknemers zouden hun<br />
kennis en vaardigheden moeten bijspijkeren, waardoor zij ook werkzaamheden buiten hun (vaak zeer<br />
specifieke) standaardtakenpakket kunnen verrichten.<br />
Ook in de maintenance verandert de behoefte aan arbeid. In alle fasen van het productieproces in<br />
bedrijven is een efficiënte inzet van nieuwe MRO-technieken van belang: bij het ontwerp van installaties,<br />
bij de installatie en bij het uiteindelijke onderhoud. In dit proces spelen hoogopgeleiden, in het bijzonder<br />
hbo-ers, een beangrijke rol. Tegelijkertijd blijven mbo-ers belangrijk in de uitvoering. Wel treedt op mbo-<br />
9 K. Zandvliet e.a.. De arbeidsmarkt van maintenance in Zuidwest Nederland. SEOR, juli 2009.<br />
10 ROA. Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2011.<br />
13
niveau een verschuiving op in de richting van de hogere niveaus (mbo 3 en 4). Deels is er behoefte aan<br />
echte specialisten, soms juist aan breed inzetbaar personeel (afhankelijk van de opdrachtgevers).<br />
Groeiende behoefte aan flexibilisering<br />
De overgrote meerderheid van de arbeidskrachten in de metaalindustrie heeft een vaste aanstelling.<br />
Levertijden worden korter, en er zijn vaker pieken en dalen in de productie. Bedrijven hebben daardoor<br />
een steeds grotere behoefte aan flexibiliteit bij de inzet van personeel. Dit kan echter leiden tot tijdelijke<br />
werkloosheid en tot vertrek van vakbekwaam personeel naar andere sectoren. In de Human Capital<br />
Agenda HTSM wordt gezocht naar manieren om de nadelen van flexibele arbeid voor werkgevers en<br />
werknemers op te vangen. Er wordt gedacht aan arrangementen om personeel uit te wisselen of aan<br />
instrumenten om de overgang van het ene naar het andere bedrijf te versoepelen (bijvoorbeeld via het e-<br />
portfolio). Ook de toegang van flexibele werknemers tot scholingsarrangementen en hypotheken vraagt<br />
aandacht.<br />
Goed ontwikkelde opleidingsinfrastructuur<br />
In de Metalektro en de <strong>Metaal</strong>nijverheid is sprake van een goed verankerd opleidingsbeleid. Bedrijven<br />
zorgen traditioneel actief voor stagemogelijkheden. Via de beide O&O-fondsen (A + O Metalektro en<br />
OOM) kunnen bedrijven subsidie krijgen voor scholing van hun werknemers, BBL-trajecten en stages. In<br />
de <strong>Metaal</strong>nijverheid is subsidie mogelijk voor de scholing van werkloze werkzoekenden, in de Metalektro<br />
wordt – samen met opleidingsfonds Stoof – geïnvesteerd in de scholing van uitzendkrachten. Daarnaast<br />
bieden beide fondsen ondersteuning bij de scholingsinspanningen van aangesloten bedrijven.<br />
De scholingsinfrastructuur is eveneens goed ontwikkeld. Grote bedrijven hebben soms eigen<br />
(beroeps)opleidingen. Op een aantal plekken in het land bestaan bedrijfstakscholen, waar bedrijven – in<br />
nauwe samenwerking met de roc’s – werken aan de instroom van geschoolde vakkrachten. Voorbeelden<br />
daarvan zijn REMO West-Twente, de Anton Tijdinkschool in Terborg en Tetrix Bedrijfsopleidingen in Noord<br />
Holland. De bedrijfstakscholen zijn uitgerust met praktijklokalen waar leerlingen hun vakbekwaamheid<br />
kunnen ontwikkelen. Daarnaast werkt de branche in veel regio’s samen met roc’s in regionale<br />
Opleidingsbedrijven <strong>Metaal</strong> (OBM). De opleidingsbedrijven vervullen vooral een makelaarsfunctie. Het<br />
OBM werft leerlingen voor de metaalindustrie, plaatst ze bij aangesloten bedrijven en zorgt ervoor dat ze<br />
een goede vakopleiding krijgen (bij een roc). Er worden ook cursussen verzorgd voor volwassen<br />
werknemers, en ondernemers en werknemers kunnen er terecht voor loopbaanadvies.<br />
Toch wordt vanuit de sector gewezen op een toenemend probleem rond de scholingsinfrastructuur in de<br />
metaalindustrie. Opleidingen voor de metaal zijn relatief duur, en voor de roc’s is een minimum aantal<br />
leerlingen nodig om uit de kosten te komen. Sommige roc’s sluiten hun metaalopleidingen omdat ze die<br />
niet meer rendabel kunnen exploiteren. Leerlingen die toch een metaalopleiding willen volgen moeten dan<br />
naar een andere regio. Of de opleidingen worden breder en daardoor minder specialistisch. Daar komt bij<br />
dat de komende jaren veel ervaren vakleraren in het technisch onderwijs met pensioen gaan. De sector<br />
maakt zich hierover grote zorgen.<br />
Arbeidsmarktbeleid<br />
Zowel in de Metalektro als de <strong>Metaal</strong>nijverheid is men zich bewust van de naderende tekorten aan<br />
technisch personeel. Om deze knelpunten te voorkomen werkt men aan:<br />
n Het verbeteren van het imago van bèta-technische studies, om de instroom vanuit het technische<br />
onderwijs in de sector te vergroten. Hiertoe werken verschillende technische sectoren samen in het<br />
Masterplan Beta en Technologie 11 ;<br />
n Het verbeteren van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijven, bijvoorbeeld door de inzet van<br />
docenten uit het bedrijfsleven, door bedrijven te laten meewerken aan curricula, de oprichting van<br />
Centers of Expertise en Centra voor Innovatief Vakmanschap (onderwijs dat zich richt op excellent<br />
vakmanschap);<br />
n Het bevorderen van de inzetbaarheid van het huidige personeel: zorgen dat oudere werknemers<br />
langer aan het werk blijven en het stimuleren van (door)leren.<br />
n Het aantrekken van buitenlands talent, bijvoorbeeld door een internationale ‘branding’campagne en<br />
aandacht voor opvang en verblijf van buitenlandse werknemers.<br />
n Aandacht voor een gezonde mate van flexibiliteit om bij productieschommelingen geen kennis en<br />
expertise te verliezen, bijvoorbeeld door arrangementen voor de uitwisseling van personeel te<br />
creëren, of door aandacht te vragen voor de toegang van flexwerkers tot bijvoorbeeld hypotheken.<br />
11 Zie ook www.techniektalent.nu.<br />
14
3. Tekorten en overschotten<br />
3.1. Huidige situatie<br />
Tekorten en overschotten aan personeel hangen in deze sector nauw samen met de conjunctuur. Vóór de<br />
crisis in 2007 rapporteerde bijvoorbeeld bijna de helft van de bedrijven in de Metalektro problemen bij het<br />
vinden van technisch personeel. In 2009 was dit gedaald tot 10 procent. In de eerste helft van 2012 was<br />
dit aandeel weer toegenomen tot een derde van de bedrijven 12 . Inmiddels zal de slechtere economische<br />
situatie waarschijnlijk hebben bijgedragen aan een afname van het aantal moeilijk vervulbare vacatures.<br />
Door faillissementen en reorganisaties stijgt het aantal werkzoekenden in de metaalindustrie. In<br />
december 2012 bedroeg het aantal lopende WW-uitkeringen in de sector ongeveer 22.000, 20% meer<br />
dan het jaar ervoor. Bijna de helft van alle WW-ers (46%) in de metaal heeft een technisch of industrieel<br />
beroep, ruim een kwart (28%) heeft een economisch administratief beroep. Vooral de instroom in de WW<br />
was in 2012 fors hoger dan een jaar eerder (25%). Overigens ligt het WW-volume daarmee nog niet op<br />
het niveau van begin 2010 (bijna 26.000).<br />
Figuur 3 WW-volume metaalsectoren 2010 – 2012 (exclusief deeltijd-WW) 13<br />
27000<br />
25000<br />
23000<br />
21000<br />
19000<br />
17000<br />
15000<br />
j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d<br />
2010 2011 2012<br />
Bron: UWV<br />
Ondanks de economische crisis zijn er nog steeds signalen uit de sector dat werkgevers soms moeite<br />
hebben met het vinden van het juiste technisch personeel. Het is lastig in algemene zin voor de<br />
metaalindustrie aan te geven waar zich concreet tekorten voordoen. Afgaand op signalen van<br />
sectordeskundigen in combinatie met arbeidsmarktgegevens van UWV 14 lijkt de arbeidsmarkt op dit<br />
moment ruim voor beroepen op de lagere niveaus, bijvoorbeeld productiemedewerker of medewerkers in<br />
de machinebediening. Tegelijkertijd kan er wel krapte zijn aan bepaalde gespecialiseerde vakkrachten,<br />
bijvoorbeeld mig-, mag- of tig-lassers of cnc-verspaners. Hoewel de instroom in de werkloosheid stijgt,<br />
blijven er dus tekorten aan personeel in specifieke beroepen (met name vanaf mbo-3 niveau en hoger).<br />
Veel mensen die nu hun baan kwijt raken, zijn niet direct inzetbaar op deze functies, vanwege het niveau<br />
en het gespecialiseerde karakter van deze functies.<br />
12<br />
Arbeidsmarktmonitor Metalektro. Oktober 2012.<br />
13<br />
Gegeven wordt het volume exclusief deeltijd-WW omdat deze maatregel op dit moment niet meer bestaat, en er dus<br />
anders geen eenduidig beeld van de ontwikkeling in het WW-volume is te geven.<br />
14<br />
UWV hanteert hiervoor sinds kort de spanningsindicator. Die geeft de verhouding weer tussen het aantal vacatures en het<br />
aantal korter dan een half jaar ingeschreven werkzoekenden in hetzelfde beroep. Zie bijlage B1 voor een toelichting en<br />
een overzicht naar concrete functies.<br />
16
3.2. Middellange termijn<br />
In de toekomst zal de krapte nog verder toenemen en zich uitbreiden naar andere beroepen in de<br />
metaalindustrie. Waar nu nog sprake is van uitstoot van personeel, wordt in het algemeen verwacht dat<br />
de wervingsproblemen weer toenemen zodra de bedrijvigheid aantrekt. Bedrijven in de sector<br />
verwachten dan meer problemen bij hun zoektocht naar nieuwe uitvoerende en leidinggevende technici.<br />
Die worden vooral veroorzaakt doordat er de komende jaren meer vakervaren werknemers met pensioen<br />
gaan. De instroom van schoolverlaters is onvoldoende om te voorzien in de lacune die zij achterlaten. De<br />
huidige economische situatie kan het besef van urgentie hierover verminderen 15 .<br />
De topsector HTSM ziet deze schaarste aan geschikt personeel als een groot knelpunt voor verdere<br />
groei 16 . Technici en vakspecialisten blijven nodig om het hoofd te kunnen bieden aan de technologische<br />
uitdagingen van de topsector. Tot 2014 verwacht de sector een tekort van 10.000 bètatechnici op hbo-<br />
/wo-niveau en 30.000 op mbo-niveau. Het gegeven dat afgestudeerden in een technische richting ook in<br />
andere sectoren aan de slag kunnen, en dat ook vaak doen, vergroot de concurrentie met andere<br />
sectoren. Omgekeerd is het voor niet-technisch-geschoolden lastig om in een technische richting te gaan<br />
werken. De Human Capital Agenda signaleert tevens een groeiend tekort aan (technische) vakdocenten,<br />
bijvoorbeeld in het mbo.<br />
Tabel 4 Verwachte knelpunten in de personeelsvoorziening voor metaalberoepen<br />
Prognose voor 2016<br />
Lager<br />
<strong>Metaal</strong>arbeiders<br />
Assembleurs<br />
Monteurs en controleurs elektrotechnische beroepen<br />
Mechanisch operators<br />
Groot<br />
Enige<br />
Groot<br />
Enige<br />
Middelbaar<br />
Bankwerkers en lassers<br />
Monteurs<br />
Electronicamonteurs<br />
Elektromonteurs<br />
Groot<br />
Groot<br />
Groot<br />
Groot<br />
Hoger<br />
Bedrijfshoofden metaalbewerking<br />
Werktuigbouwkundig ontwerpers en hoofden<br />
technische dienst<br />
Elektrotechnisch ontwerpers en bedrijfshoofden<br />
Technisch systeem-analysten<br />
Procestechnologen<br />
Groot<br />
Groot<br />
Groot<br />
Vrijwel geen<br />
Groot<br />
Wetenschappelijk<br />
Werktuigbouwkundigen<br />
Elektrotechnici<br />
Bron: ROA-AIS<br />
Zeer groot<br />
Geen<br />
Voor de meeste metaalberoepen verwacht het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA)<br />
dan ook (grote) tekorten voor 2016 (tabel 4). Dit geldt zowel voor de lagere als voor de middelbare en<br />
hogere niveaus. In de meeste van deze beroepen is weliswaar sprake van krimp, maar er wordt vooral<br />
veel vervangingsvraag verwacht. Uitzonderingen zijn technisch-systeemanalisten en elektrotechnici; daar<br />
doet zich volgens ROA (nog) geen grote vervangingsvraag voor. Dit laatste wordt overigens niet altijd<br />
herkend door sector.<br />
Ook in de maintenance worden tekorten verwacht. In 2009 werd voor de periode tot 2014 een jaarlijks<br />
tekort verwacht van 2 à 3 procent van de werkgelegenheid 17 . Tekorten zullen zich naar verwachting op<br />
alle niveaus voordoen, maar concentreren zich bij mensen met een mbo-3 of -4 diploma.<br />
15 OOM, Samenvatting trends arbeidsmarkt, onderwijs, O&O-beleid en scholing metaalbewerking. ROA. Arbeidsmarktmonitor<br />
Metalektro 2011. Maastricht, 2011.<br />
16 Human Capital Agenda HTSM. December 2011.<br />
17 K. Zandvliet e.a.. De arbeidsmarkt van maintenance in Zuidwest Nederland. SEOR, juli 2009.<br />
17
4. Kansen en mogelijkheden<br />
4.1. Instroomprofiel<br />
Op verzoek van UWV heeft het CBS voor alle sectoren een beeld geschetst van de belangrijkste<br />
mobiliteitsstromen (instroom, uitstroom en intrasectorale mobiliteit). Daarin zijn de Metalektro en de<br />
<strong>Metaal</strong>nijverheid samengenomen onder de noemer metaalindustrie. Tabel B2 in de bijlage bevat de<br />
volledige uitkomsten. De tabellen geven de mobiliteit in 2010 weer (het meest recente jaar waarover<br />
gegevens beschikbaar zijn). In 2010 kende de metaalindustrie een nieuwe instroom van bijna 31.000<br />
nieuwe werknemers; 13 procent van alle werknemers in dit jaar. Er stroomden ruim 37.000 mensen uit.<br />
De intrasectorale mobiliteit (“doorstroom” tussen bedrijven in de sector) was klein (1,7 procent). Ook de<br />
interne mobiliteit binnen bedrijven is over het algemeen vrij laag. Jaarlijks wisselt slechts 4 procent van<br />
de werknemers in de Metalektro bijvoorbeeld intern van functie. Dit komt door de vrij hoge specialisatie in<br />
de verschillende functies, waardoor er weinig horizontale mobiliteit is. De interne mobiliteit heeft vooral<br />
betrekking op promoties naar een hoger functieniveau 18.<br />
Tabel 5 Instroomprofiel metaalindustrie (2009-2010) 19<br />
<strong>Metaal</strong>industrie Alle sectoren Niveau<br />
<strong>Metaal</strong>industrie<br />
Schoolverlaters* 8% 17% --<br />
Zelfstandigen 2% 3% 0<br />
Andere sector, waarvan 72% 56% ++<br />
Groothandel 16%<br />
Zakelijke dienstverlening 13%<br />
Uitzendbureaus 11%<br />
Overige industrie 11%<br />
Bouw 6%<br />
Uit uitkering, waarvan 10% 11% 0<br />
WW 7% 6%<br />
Bijstand 1% 2%<br />
AO 0% 1%<br />
Overig 1% 2%<br />
Overig 9% 14% -<br />
Totaal 100% 100%<br />
Specifieke categorieën<br />
Arbeidsmigranten 3% 3% 0<br />
Geregistreerde werkzoekenden UWV 10% 10% 0<br />
55-plus 7% 6% 0<br />
Allochtoon (westers en niet-westers) 18% 24% -<br />
Bron: CBS in opdracht van UWV<br />
* Instromers zijn ingedeeld op basis van hun belangrijkste inkomstenbron voorafgaand aan het dienstverband<br />
met een metaalwerkgever. Dit betekent dat instroom vanuit BBL-opleidingen niet wordt meegerekend bij de<br />
schoolverlaters.<br />
Tabel 5 geeft de belangrijkste kenmerken van de instromers in de metaal. Bijna driekwart van de nieuwe<br />
werknemers kwam uit een andere sector. Dat is aanzienlijk meer dan het gemiddelde over alle sectoren.<br />
18 Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2011.<br />
19 Om te kijken of de instroom in 2010 afwijkt van andere jaren, is het instroomprofiel vergeleken met mobiliteitscijfers die<br />
het CBS over eerdere jaren heeft opgeleverd aan de RWI. Dit blijkt amper het geval. Alleen de instroom van<br />
schoolverlaters lijkt enigszins afgenomen ten gunste van instroom uit andere sectoren. Ook instroom vanuit WWuitkeringen<br />
lijkt enigszins toegenomen.<br />
18
Er is vooral veel instroom van werknemers vanuit de groothandel en zakelijke dienstverlening (beide<br />
grote sectoren). Uit de cijfers is niet op te maken of het om werknemers in ondersteunende functies of in<br />
het primaire proces gaat. 11 procent van de instroom werkte een jaar eerder voor een uitzendbureau.<br />
Van de uitstroom ging 10 procent met pensioen.<br />
De metaalindustrie kent een relatief lage instroom van schoolverlaters. Er stromen dus relatief weinig<br />
jongeren in. De instroom van uitkeringsgerechtigden is gemiddeld. Hierbij gaat het voor het overgrote<br />
deel om WW-ers. Er stromen amper bijstandsgerechtigden en mensen met een<br />
arbeidsongeschiktheidsuitkering in.<br />
De instroom kent een hoog aandeel mannen (83 procent) en een laag aandeel allochtonen (18 procent,<br />
vooral westerse allochtonen). De instroom van 55-plussers is met 7 procent ongeveer gemiddeld.<br />
4.2. Kansen voor schoolverlaters en studenten<br />
Door de verwachte tekorten aan technisch opgeleid personeel zijn de perspectieven over het algemeen<br />
goed voor jongeren die een opleiding kiezen die voor de metaal relevant is (zie tabel 6). Dit geldt voor<br />
opleidingen op alle niveaus, van vmbo tot universitair. Weliswaar krimpt de werkgelegenheid in een<br />
aantal van deze beroepen de komende jaren, maar de vervangingsvraag kan niet voldoende worden<br />
ingevuld met de instroom van schoolverlaters. Daardoor zijn er toch gunstige arbeidsmarktperspectieven<br />
voor schoolverlaters.<br />
Overigens gelden deze goede perspectieven niet voor alle metaalopleidingen. Voor de opleiding mbo<br />
Operationele Techniek zijn de perspectieven juist slecht. De werkgelegenheid in deze beroepen krimpt, de<br />
vervangingsvraag is laag en het aantal schoolverlaters hoog. Het arbeidsmarktperspectief van de<br />
opleiding mbo Vliegtuigtechniek en WO Elektrotechniek is volgens ROA matig.<br />
Tabel 6 Toekomstige arbeidsmarktperspectieven van relevante opleidingen<br />
Prognose voor 2016<br />
VMBO <strong>Metaal</strong><br />
VMBO Voertuigentechniek<br />
VMBO Elektrotechniek<br />
MBO Werktuigbouw en mechanische techniek<br />
MBO Fijnmechanische techniek<br />
MBO Elektrotechniek<br />
MBO Motorvoertuigentechniek en tweewielers<br />
MBO Vliegtuigtechniek<br />
MBO Operationele techniek<br />
HBO Werktuigbouw<br />
HBO Elektrotechniek<br />
WO Wis- en natuurwetenschappen<br />
WO Werktuigbouwkunde<br />
WO Elektrotechniek<br />
Bron: ROA - AIS<br />
Goed<br />
Goed<br />
Goed<br />
Goed<br />
Goed<br />
Goed<br />
Redelijk<br />
Matig<br />
Slecht<br />
Goed<br />
Goed<br />
Goed<br />
Zeer goed<br />
Matig<br />
De stichting Samenwerking Beroepsonderwijs-Bedrijfsleven (S-BB) geeft op de site www.kansopwerk.nl<br />
een specificatie van de perspectieven voor de afzonderlijke mbo-opleidingen (zie tabel B3 in bijlage 2).<br />
Het betreft de inschatting van de kans op werk over een periode van twee tot vier jaar, afhankelijk van de<br />
duur van de opleiding 20 :<br />
n Goede perspectieven zijn er voor de middenkaderopleidingen Engineering, Werkvoorbereider en<br />
Servicetechnicus. Dit zijn grotendeels opleidingen op mbo-niveau 4;<br />
n Ruim voldoende perspectieven hebben de mbo-3 opleidingen <strong>Metaal</strong>bewerking, Fijn Mechanische<br />
techniek, Servicemonteur Apparatuur en Installaties, Operator Productietechniek, Machinebouw<br />
Mechatronica, Mobiele Werktuigen, Elektrotechnische industriële producten en systemen, Installatie,<br />
Vliegtuigtechniek en –onderhoud. Ook sommige van deze opleidingen op niveau mbo-4 scoren ruim<br />
voldoende;<br />
20 www.kansopwerk.nl, www.kansopstage.nl<br />
19
n Voldoende zijn de perspectieven voor de meeste mbo-2 opleidingen: <strong>Metaal</strong>bewerker, Verspaner,<br />
Onderhoudsmonteur, Operator productietechniek, Monteur Mechatronica, Mobiele werktuigen en<br />
Elektrotechnische installaties. Ook voor de niveau 1-opleidingen Assistent <strong>Metaal</strong>-, elektro- en<br />
installatietechniek zijn er voldoende kansen op werk;<br />
n Matige perspectieven zijn er voor de opleidingen Assistent Operator productietechniek (niveau 1).<br />
Voor geen enkele mbo-opleiding in de metaal worden de perspectieven als slecht geclassificeerd. Over het<br />
algemeen is de kans op het vinden van een stageplaats voor opleidingen in de metaal redelijk.<br />
4.3. Kansen voor zij-instromers<br />
Ook voor zij-instromers (volwassenen die willen overstappen naar een beroep in de metaalindustrie) biedt<br />
de sector perspectieven, zeker op termijn als op termijn de economie weer aantrekt. Maar er is zijn wel<br />
beperkingen:<br />
n Voor de tekortberoepen is over het algemeen een opleidingstraject op niveau mbo-3 of hoger<br />
noodzakelijk. Dat betekent dat mensen die niet uit de metaal afkomstig zijn zeker enkele jaren naar<br />
school moeten. Ook veel mensen uit de metaal kunnen vanwege de hoge mate van specialisatie niet<br />
zomaar overstappen naar een ander bedrijf.<br />
n Zij-instromers moeten dus in staat zijn om een (verkorte) opleiding met succes af te ronden en<br />
moeten affiniteit hebben met metaal en techniek. Idealiter moeten zij ook in staat zijn door te groeien<br />
naar minimaal mbo-3 niveau en moeten zij kunnen functioneren in de sterk veranderende wereld van<br />
metaalbedrijven. Dat vraagt dus om bepaalde cognitieve en persoonlijke kwaliteiten.<br />
n Opleidingstrajecten in de metaal zijn relatief duur. Volwassen zij-instromers zijn (vanwege hun<br />
leeftijd) vaak duurder dan leerlingen en gediplomeerden van het initieel onderwijs. Ook<br />
leerwerktrajecten in de metaal zijn relatief duur, ze kosten algauw enkele duizenden euro’s. Dit maakt<br />
werkgevers soms huiverig om te investeren in zij-instromers.<br />
n De sector kampt op dit moment met de economische recessie. Bedrijven moeten op dit moment<br />
mensen ontslaan. Dat maakt veel werkgevers terughoudend met het aannemen van nieuw personeel,<br />
laat staan van zij-instromers die het vak nog moeten leren.<br />
n Voor volwassenen die al een tijd hebben gewerkt, betekent een opleiding volgen een forse terugval in<br />
inkomsten. Het salaris van een BBL-er kan aanzienlijk lager uitvallen dan het inkomen dat iemand<br />
gewend is. Dat kan – zeker voor mensen met een gezin en hypotheekverplichtingen – een forse<br />
barrière zijn.<br />
Er zijn echter ook duidelijke aanknopingspunten:<br />
n In de praktijk blijken er wel degelijk volwassenen te zijn die een opleiding in de techniek willen volgen<br />
(bron: CBS Statline). Zo zijn er op jaarbasis zo’n 2000 uitkeringsgerechtigden die een mbo-opleiding<br />
in de techniek beginnen. Het overgrote deel daarvan begon aan een BBL-opleiding.<br />
n Bij werkgevers bestaat meer en meer het besef dat zich de komende jaren grote tekorten aan<br />
personeel gaan voordoen. Sommige bedrijven ervaren nu al tekorten aan goed opgeleide<br />
vakkrachten. Daarmee staan werkgevers ook steeds vaker open voor initiatieven om volwassenen te<br />
scholen voor een beroep in de metaal.<br />
n Daarbij is ook te wijzen op de mogelijke voordelen van volwassenen die voor een beroep in de metaal<br />
kiezen: ze kiezen vaak bewuster en gemotiveerder, hebben meestal al werkervaring en staan vaak<br />
ook wat sterker in hun schoenen dan jongeren van zestien, zeventien jaar.<br />
n De BBL-route lijkt een aantrekkelijke leerweg voor volwassenen, omdat het mogelijkheden biedt om<br />
direct al een inkomen te verwerven. Daarbij biedt de in veel regio’s sterk ontwikkelde<br />
scholingsinfrastructuur met regionale opleidingsbedrijven en bedrijfstakscholen in de metaal goede<br />
aanknopingspunten.<br />
n Er zijn subsidiemogelijkheden. Een deel van de opleiding kan worden gefinancierd uit één van de<br />
scholingsfondsen (zie bijvoorbeeld kader Jobstart). De ervaring is wel dat cofinanciering van buiten de<br />
sector (bijvoorbeeld door publieke partijen of in het kader van een Sociaal Plan) belangrijk is om dit<br />
soort projecten ook echt van de grond te krijgen.<br />
n Hoewel de tekorten zich vanaf mbo-niveau 3 voordoen, biedt de metaalindustrie ook perspectieven<br />
voor lager opgeleiden, ook al wordt het aandeel van lager opgeleide functies steeds kleiner. Bedrijven<br />
in de <strong>Metaal</strong>nijverheid bieden de meeste werkgelegenheid voor lageropgeleiden. Bijna de helft van de<br />
instroom in deze bedrijfstak heeft betrekking op functies waarin de specifieke vakinhoud van<br />
metaalbewerking minder aan de orde is (bijvoorbeeld algemene productiemedewerker of<br />
assemblage).<br />
20
Box 4.1<br />
OOM: Jobstart<br />
Jobstart is een vergoeding voor het opleiden en begeleiden van mensen voor een functie binnen een OOM-bedrijf (OOM<br />
staat voor Opleiding en Ontwikkeling <strong>Metaal</strong>bewerking). Door Jobstart kunnen mensen van buiten de sector worden<br />
aangetrokken. In aanmerking komen:<br />
n Werkzoekenden die minimaal zes maanden werkloos zijn;<br />
n Arbeidsgehandicapten met een verklaring van UWV of Arbodienst.<br />
Een werkgever kan bij OOM een Jobstart-bijdrage aanvragen die bestaat uit:<br />
n een eenmalige bijdrage voor interne scholing en begeleiding van € 1.000,-;<br />
n een bijdrage voor externe scholing, ook in te zetten voor een EVC-traject of een assessment (maximaal € 2000 voor<br />
werkloze werkzoekenden, €3500 voor arbeidsgehandicapten);<br />
n een bonus als de werknemer een half jaar na de Jobstart-procedure nog in dienst is of aansluitend een BBL-opleiding<br />
gaat volgen (€ 500).<br />
Intersectorale mobiliteit<br />
Er wordt met enige regelmaat gekeken naar mogelijkheden om intersectorale projecten te ontwikkelen,<br />
waarbij boventallige werknemers uit andere sectoren voor een beroep in de metaal worden opgeleid. Dit<br />
blijkt in de praktijk lastig gestalte te geven. Er doen zich vaak praktische knelpunten voor: in het niveau<br />
van de potentiële deelnemers, in verschillen in arbeidsvoorwaarden, in het realiseren van een minimale<br />
groepsgrootte, et cetera. Dit betekent niet dat er geen zij-instroom is uit andere sectoren. Dit gebeurt<br />
echter vaak op individueel niveau. Sociale Plannen bieden vaak goede uitgangspunten om een deel van<br />
de opleiding of het inkomensverlies in de eerste jaren op te vangen.<br />
Werkloze werkzoekenden<br />
Van de nieuwe medewerkers die in 2010 in de metaalindustrie gingen werken was 10 procent een jaar<br />
eerder ingeschreven als werkloos werkzoekende. De sector biedt dus zeker mogelijkheden voor<br />
werklozen. Zo zijn er werkozen die al eerder in de metaalindustrie hebben gewerkt, en ervaring hebben in<br />
een metaalberoep. Eind 2012 stonden er bijvoorbeeld 25.000 niet-werkende werkzoekenden<br />
ingeschreven in een voor de metaal relevant beroep: bijvoorbeeld als lasser, slijper, draaier of monteur<br />
(zie tabel B4 in de bijlage voor uitgebreider overzicht naar beroep). Er zijn vooral mensen ingeschreven<br />
voor de lagere en middelbare functies.<br />
Er zijn daarnaast werkzoekenden uit andere sectoren die een overstap kunnen maken naar de<br />
metaalindustrie. Zo vonden er in 2011 17.950 geregistreerde werkzoekenden een baan in de metaal,<br />
vooral in de <strong>Metaal</strong> en Techniek (zie tabel B5 in bijlage 2). Dit is ongeveer 5 procent van alle<br />
baanvondsten van geregistreerde werkzoekenden in dat jaar. Bijna de helft werkte daarvoor ook al in de<br />
metaal, maar een grote groep was afkomstig uit een andere sector. Ruim de helft (55%) was<br />
ingeschreven onder een technisch-industrieel beroep, bijna een kwart (23%) onder een economischadministratief<br />
beroep. Het gaat dus voor een belangrijk deel om technisch geschoolde mensen, maar ook<br />
om mensen in ondersteunende functies.<br />
Er zijn in het land gerichte initiatieven om werklozen of mensen met een arbeidsbeperking op te leiden<br />
voor een beroep in de metaal (zie de box voor enkele voorbeelden). Daarmee zijn zowel de<br />
werkzoekenden als de werkgever geholpen.<br />
Box 4.2<br />
Voorbeelden van werkgelegenheidsprojecten in de metaalindustrie<br />
Bedrijfstakschool Anton Tijdink<br />
De bedrijfstakschool Anton Tijdink verzorgt BOL- en BBL-dagopleidingen in de metaal, voor inmiddels ruim 90<br />
lidbedrijven. Dit zijn voornamelijk metaalverwerkende bedrijven, maar ook bedrijven in de Metalektro. De<br />
bedrijfstakschool werkt intensief samen met roc Graafschap College om te komen tot een landelijk erkend diploma. In<br />
een tweede vestiging in Doetinchem worden mensen met afstand tot de arbeidsmarkt opgeleid in het metaalvak (leeftijd<br />
21+). Hier wordt nauw samengewerkt met gemeenten in de regio. Er wordt gewerkt in kleine groepen (7-12 personen).<br />
In dertien weken worden cursisten opgeleid tot mbo-niveau 1. Daarmee kunnen zij instromen in het metaalvak, maar<br />
verdere scholing naar een hoger niveau is wel noodzakelijk. Gemeenten betalen de (eerste) opleiding. Het is nadrukkelijk<br />
de bedoeling dat cursisten na afloop in de bedrijven verder leren. In totaal zijn er sinds de start in 2009 ongeveer 70<br />
deelnemers gestart; meer dan de helft is geplaatst bij een metaalbedrijf.<br />
Doorleren Loont Twente<br />
Sinds eind 2011 loopt er in Twente een project waarin zij-instromers aan slag gaan in de metaalindustrie. Het betreft een<br />
samenwerking tussen publieke partijen (Regio Twente, gemeenten, UWV), sectorale partijen (Koninklijke <strong>Metaal</strong>unie,<br />
Opleidingsbedrijf <strong>Metaal</strong>), Metalektro Personeelsdiensten en opleidingsinstituten voor de metaal (STODT en SMEOT). In<br />
2011 is gestart met een opleiding tot verspaner. De regio Twente verleent subsidie vanuit het project Doorleren Loont.<br />
Het project staat open voor werkzoekenden met een vooropleiding op mbo-2 niveau of havo die aantoonbare affiniteit<br />
hebben met de techniek (WWB’ers, WW’ers en mensen zonder uitkering). Kandidaten worden geworven door UWV,<br />
gemeenten en via advertenties. Na een strenge selectie krijgen zij een twaalfdaagse ‘stoomcursus’ tot het niveau van<br />
een productief technische kracht. Daarna volgt een omscholing van zestien dagen. De cursisten krijgen de basiskennis<br />
voor verspaning en maken kennis met CNC-machines. Daarna worden ze door Metalektro Personeelsdiensten binnen een<br />
half jaar geplaatst bij een bedrijf in de regio. Daar werken ze vier dagen per week als draaier of frezer (mbo-niveau 2 of -<br />
3), soms met behoud van uitkering of als stagiair, soms in vaste dienst. De vijfde dag gaan ze naar school. Na maximaal<br />
twee jaar kunnen ze als vakman bij hun leerbedrijf aan de slag. De leerwerkplek wordt deels gefinancierd door de<br />
werkgever, deels door het scholingsfonds van de sector. Inmiddels zijn ongeveer twintig mensen via dit project gestart.<br />
Negentien van hen zijn geplaatst bij een werkgever. Een volgend project richt zich waarschijnlijk op<br />
mechatronicamonteurs.<br />
21
WSW-ers aan de slag bij een commercieel metaalbedrijf<br />
Veel WSW'ers moeten de komende periode aan de slag buiten de beschutte werkomgeving. De WSW'ers die werkten op<br />
de metaalafdeling van de sociale werkvoorziening van Robedrijf maakten containers voor BroNij. Dit bedrijf is<br />
gespecialiseerd in onderhoud, inspectie en keuring van ondergrondse en halfverdiepte containers. Door zijn sterke geloof<br />
in maatschappelijk verantwoord ondernemen en de goede ervaring met het Robedrijf, wilde Bronmij de WSW-ers kansen<br />
bieden. Daarom richtte het Ferro-Fix op. De 118 WSW-ers van Robedrijf werken nu voor onbepaalde tijd op<br />
detacheringbasis voor Ferro-Fix en krijgen vanuit Robedrijf dagelijks begeleiding van zeven productieleiders. De overstap<br />
van een beschutte werkomgeving naar een commercieel bedrijf leek in eerste instantie groot, maar viel mee. Na een<br />
paar weken was het ziekteverzuim fors gedaald, medewerkers zijn er trots op in een 'echt' bedrijf te werken en zien<br />
volop uitdagingen voor de toekomst. Het metaalbedrijf wil het werkgebied gaan uitbreiden naar stedelijk meubilair.<br />
Ferro-Fix heeft de complete infrastructuur en 125 medewerkers (inclusief zeven begeleiders) op detacheringbasis<br />
overgenomen van Robedrijf.<br />
Functiedifferentiatie: WSW-ers gedetacheerd als assistent-operator<br />
Het bedrijf NXP heeft in zijn cao vastgelegd dat het werkervaringsplaatsen beschikbaar stelt. Het Ministerie van SZW<br />
heeft het bedrijf bovendien gevraagd te participeren in het project ‘Werken naar Vermogen in de procesindustrie’. Sinds<br />
september 2010 werken er vijf WSW-ers in de nieuwe functie van assistent-operator. Deze functie combineert de<br />
eenvoudige werkzaamheden van de operators. De assistent-operator is vergelijkbaar met de basisoperator en draait<br />
mee in de ploegendiensten. De assistent-operators blijven in dienst van het SW-bedrijf en krijgen een opleiding (met<br />
certificaat) waarmee ze ook bij andere bedrijven aan de slag kunnen. Ze krijgen een vergoeding op uurbasis, inclusief<br />
ploegentoeslag. Met deze aanpak worden enerzijds tekorten aan vakkrachten aangepakt en anderzijds WSW-ers aan een<br />
volwaardige baan geholpen.<br />
Philips Werkgelegenheidsproject<br />
Dertig jaar geleden startte Philips haar eigen werkgelegenheidsproject. Werkzoekenden met een afstand tot de<br />
arbeidsmarkt konden een jaar lang werkervaring opdoen, gecombineerd met scholing. Het project bestaat nog steeds.<br />
Werklozen kunnen vier dagen per week werkervaring en een dag een vakopleiding volgen op mbo-niveau. In een recent<br />
project worden 11 wajongers opgeleid tot test-engineer of software-ontwikkelaar. Na een voorschakeltraject van drie<br />
maanden (met behoud van uitkering) volgt een BBL-traject. In dit geval betreft het met name autisten. Daarnaast is er<br />
een secretaresse programma (mbo niveau 3) voor 15 WW-, WWB-, Wajong- en WIA-jkandidaten. Zij verkrijgen een<br />
tijdelijk contract met een opleiding tot secretaresse. Binnenkort start een project in de mechatronica voor 15 deelnemers<br />
uit bestanden WAJONG, WIA en langdurig werkloosheid. Philips maakt hierbij op maat gebruik van de verschillende<br />
beschikbare subsidiemaatregelen (jobcoaches, premiekorting, loondispensatie, etc.).<br />
Belangrijke factoren en aandachtspunten<br />
Er zijn dus zeker kansen en mogelijkheden voor zij-instromers in de metaalindustrie, maar het is<br />
belangrijk goed te kijken naar behoeften en wensen van werkgevers, en naar de interesse en kwaliteiten<br />
van potentiële zij-instromers. Daarbij geldt een aantal aandachtspunten.<br />
Als het gaat om mensen die zich willen scholen voor een beroep in de metaalindustrie:<br />
n Kandidaten moeten een weloverwogen afweging maken over werken in de metaal (kan ik het, wil ik<br />
het). Veel beroepen in de metaalindustrie zijn bij het brede publiek niet bekend. Vaak overheerst een<br />
traditioneel beeld van het werk: van bijvoorbeeld assembleurs, bankwerkers en lassers. Maar de<br />
bedrijfstak kent juist een grote diversiteit aan beroepen, waarin vaak ook met geavanceerde<br />
apparatuur en computers wordt gewerkt. Op http://techniekinbeeld.nl/metaal-en-werktuigbouw zijn<br />
filmpjes te vinden over veelvoorkomende metaalberoepen.<br />
n Voor werkgevers is een goede selectie van kandidaten belangrijk: het moeten mensen zijn met<br />
aantoonbare affiniteit met de techniek en met het werk in de metaal. Een opleiding voor de<br />
metaalindustrie is behoorlijk prijzig en vraagt van de werkgever een investering in de begeleiding. Het<br />
risico op uitval moet zoveel mogelijk worden beperkt. Het is dan ook verstandig werkgevers actief te<br />
betrekken bij de selectie; zij zien waarschijnlijk sneller of ze iets met een kandidaat kunnen.<br />
n Ook na de selectie van kandidaten is vraaggericht werken, uitgaan van wat de werkgever wenst,<br />
belangrijk. Een van de succesfactoren bij de Anton Tijdinkschool is de sterke verwevenheid van de<br />
school met het regionale bedrijfsleven. De school kent de bedrijven en kan ook goed inschatten of een<br />
cursist in een bedrijf past. Bij het project Doorleren Loont in Twente wordt bewust gewerkt met<br />
Metalektro Personeelsdiensten omdat zij de behoeften van het regionale bedrijfsleven goed kennen.<br />
n Het is belangrijk goed te kijken naar de leeromgeving die een werkgever kan bieden. Deelnemers<br />
moeten in staat zijn om (in relatief korte tijd) een beroep te leren. Ook de intenties van de werkgever<br />
zijn belangrijk: is deze na afloop van het traject bereid de deelnemer in dienst te nemen (en wat heeft<br />
hij daarvoor nodig)<br />
n Het is van belang snel en op het juiste moment te handelen. In de metaalindustrie kunnen er op het<br />
ene moment tekorten zijn, die korte tijd later weer zijn verdwenen. Op het moment dat bekend wordt<br />
dat werkgevers met personeelstekorten kampen en bereid zijn te investeren in projecten voor zijinstromers,<br />
moeten er dus snel arrangementen beschikbaar (kunnen) zijn.<br />
n Er is behoefte aan arrangementen voor financiering. Werkgevers willen best investeren in personeel,<br />
zeker met het oog op toekomstige tekorten, maar ze willen wel weten of de kandidaat uit het juiste<br />
hout is gesneden. Het helpt daarbij als zij het eerste deel van de opleiding niet hoeven te betalen en<br />
als ze kandidaten eerst een tijdje aan het werk kunnen zien (bijvoorbeeld met behoud van uitkering of<br />
met een loonkostensubsidie).<br />
22
n Bij doelgroepen als WSW’ers en Wajongers is een goede begeleiding extra belangrijk. Werkgevers<br />
willen deze mensen graag een kans geven, maar zien op tegen de rompslomp en extra belasting.<br />
Als het gaat om mensen die direct aan de slag willen:<br />
n Met name de <strong>Metaal</strong>nijverheid biedt ook – ook zonder voorafgaande bijscholing – nog wel<br />
instroommogelijkheden voor lageropgeleiden. In deze sector werven bedrijven vaak via hun informele<br />
netwerk. Veel vacatures worden niet gepubliceerd. Werkzoekenden die in de <strong>Metaal</strong>nijverheid aan de<br />
slag willen, zullen dus manieren moeten vinden om bekend te raken in dit netwerk (of daarbij moeten<br />
worden geholpen)<br />
n In de Metalektro werven bedrijven voor de lagere functies juist vaker via uitzendbureaus of<br />
detacheringsbureaus. Dat zijn vaak bureaus die gespecialiseerd zijn in de technische functies.<br />
n Een goed inzicht in wat de werkgever vraagt, is belangrijk. Dat geldt zeker in deze sector, waarin<br />
bedrijven draaien op zeer gespecialiseerde vakkrachten. Bij een vacature voor een lasser is het dus<br />
belangrijk om te weten om wat voor soort lasser het gaat.<br />
4.4. Kansen naar regio<br />
In heel Nederland is er metaalindustrie, maar er zijn regio’s met een relatief grote concentratie<br />
metaalbedrijven. Er is enig cijfermateriaal over de arbeidsmarkt in de metaalindustrie naar regio. Tabel 7<br />
geeft een overzicht van de omvang en ontwikkeling van de vacaturemarkt naar arbeidsmarktregio.<br />
Tabel 7 <strong>Metaal</strong>vacatures naar regio<br />
Ontstane vacatures: (relatieve) omvang en ontwikkelingen op jaarbasis<br />
Aantal<br />
vacatures<br />
2011<br />
aandeel in totale<br />
vacaturemarkt regio<br />
3 e kwartaal<br />
2011<br />
3e kwartaal<br />
2012<br />
2010-2011<br />
(3e<br />
kwartaal)<br />
Groei<br />
2011-2012<br />
(3e<br />
kwartaal)<br />
Groningen 600 4% 4% 3% -6%<br />
Friesland 900 6% 3% -16% -54%<br />
Drenthe 300 3% 4% -27% 0%<br />
Flevoland 600 5% 5% 1% -11%<br />
Gooi- en Vechtstreek 200 2% 1% -4% -33%<br />
Midden-Utrecht 1100 2% 2% -6% 8%<br />
Oost-Utrecht 400 2% 2% -19% -24%<br />
Rijnmond 2500 5% 5% 16% -19%<br />
Drechtsteden 1100 7% 9% 23% -2%<br />
IJsselvechtstreek 700 4% 5% 35% -10%<br />
Twente 1300 8% 8% 24% -24%<br />
Stedendriehoek 1100 4% 4% 0% -25%<br />
Holland Rijnland 500 3% 2% -22% -29%<br />
Midden-Holland 300 4% 3% -33% -32%<br />
Haaglanden 1200 2% 2% 2% -17%<br />
Zeeland 1300 4% 3% 45% -42%<br />
West-Brabant 1100 3% 5% -3% -1%<br />
Midden-Gelderland 1200 4% 2% -40% -54%<br />
Zuid-Gelderland 200 2% 4% -37% 73%<br />
Achterhoek 700 13% 9% -3% -44%<br />
Rivierenland 500 8% 5% 126% -48%<br />
Noord-Holland Noord 700 3% 4% -14% 0%<br />
Zuid-Kennemerland 700 5% 4% 154% -16%<br />
Zaanstreek/Waterland 400 5% 10% -15% 47%<br />
Groot Amsterdam 1400 1% 1% -20% -15%<br />
Midden-Brabant 800 4% 6% 17% 39%<br />
Noordoost-Brabant 1700 6% 5% -2% -26%<br />
Zuidoost-Brabant 3500 10% 10% -26% -26%<br />
Noord- en Midden-Limburg 1400 8% 5% 63% -41%<br />
Zuid-Limburg 800 4% 2% 81% -55%<br />
Bron: UWV (op basis vanJobfeed)<br />
23
Er zijn vier regio’s met relatief veel metaalvacatures: Zuid-oost Brabant, Achterhoek, Drechtsteden en<br />
Twente. Opvallend is daarnaast de sterke groei van de vacaturemarkt in Zaanstreek/Waterland in 2012.<br />
Dit zijn dan ook de regio’s waar zich op dit moment de meeste kansen voordoen. In grote regio’s als<br />
Rijnmond, Midden-Utrecht, Haaglanden, Zeeland, Noord0ost Brabant en Groot-Amsterdam is het<br />
absolute aantal vacatures weliswaar groot, maar blijft het aandeel in de totale vacature-markt beperkt.<br />
De tabel laat ook zien dat de ontwikkeling van het aantal metaalvacatures in een regio sterk kan<br />
verschillen per jaar. Er zijn dus niet zo maar arbeidsmarktregio’s te benoemen waar de vacaturemarkt in<br />
de metaal zich in algemene zin gunstig ontwikkelt. Dat kan van jaar op jaar verschillen.<br />
24
Literatuurlijst<br />
ABN Amro. Visie op industrie. Sectorupdate 2012.<br />
Fouarge, D. A. de Grip, B. Kriechel, B. van Landeghem, J. van Thor. Arbeidsmarktmonitor Metalektro<br />
2011. ROA-R-2012/1. Maastricht, 2012.<br />
Kennissite MKB en Ondernemerschap. <strong>Sectorbeschrijving</strong> metaalindustrie (december 2011).<br />
Kenteq. Jeugdwerkloosheid middelbare en technische beroepen. Elektro-, installatie- en metaaltechniek<br />
(september 2012). Onderzoeksbericht. 31 oktober 2012.<br />
Kenteq. Conjunctuurtest metaal- en elektrotechnische industrie (oktober 2012). Onderzoeksbericht. 1<br />
november 2012.<br />
Kenteq. Maintenance, Repair & Overhaul. Arbeidsmarktverkenning. Augustus 2008.<br />
Masterplan Beta en Techniek. Naar 4 op de 10. Meer technologietalent voor Nederland. Februari 2012.<br />
OOM. Arbeidsmarktinformatie. Cijfers en trends 2011. Peildatum januari 2011.<br />
OOM. Samenvatting trends arbeidsmarkt, onderwijs, O&O beleid en scholing metaalbewerking. 2012.<br />
Rabobank. Cijfers & Trends, oktober 2012.<br />
Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding Metalektro. Arbeidsmarktmonitor april 2012 (2e meting 2011).<br />
Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding Metalektro. Arbeidsmarktmonitor oktober 2012 (eerste twee<br />
metingen 2012).<br />
UWV Arbeidsmarktprognose 2012-2013. Met een doorkijk naar 2017. UWV, juni 2012.<br />
UWV. Niet werkende werkende werkzoekenden aan het werk in 2010: wie zijn ze en waar vinden ze een<br />
baan Amsterdam, oktober 2011.<br />
UWV Arbeidsmarktinformatie en –advies. Werkzoekenden aan het werk in 2011. Amsterdam. November<br />
2012.<br />
Top team High Tech Systemen en materialen. De Human Capital Agenda voor de topsector High Tech<br />
Systemen en Materialen. December 2011<br />
Zandvliet, K., T. Berretty, O. Tanis. De arbeidsmarkt van maintenance in Zuidwest Nederland. SEOR, juli<br />
2009.<br />
26
Bijlage I<br />
Sociaal-economische<br />
structuur<br />
Metalektro<br />
Cao<br />
In de Metalektro is één cao: de cao Metalektro. Aan werkgeverszijde wordt deze ondertekend door de<br />
Vereniging FME-CWM en aan werknemerszijde FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen, De Unie en VHP2.<br />
Grote bedrijven hebben vaak een eigen cao.<br />
Brancheorganisatie<br />
De Vereniging FME-CWM (kortweg FME) is de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie.<br />
De vereniging behartigt de belangen van bedrijven die actief zijn in engineering, productie, handel,<br />
industrieel onderhoud en industriële automatisering. Bij FME zijn 2.500 lidondernemingen (metaal,<br />
kunststof, elektronica en elektrotechniek) aangesloten. FME behartigt de belangen van de lidbedrijven<br />
(nationaal en internationaal) en verleent hen diensten op sociaal, economisch en technisch gebied. Ook<br />
adviseert en ondersteunt FME haar leden bij onder andere de invulling van het werkgeverschap. Bij FME<br />
zijn 120 brancheorganisaties aangesloten. FME sluit (namens werkgevers) de cao in de Metalektro af en<br />
adviseert over de cao’s in de <strong>Metaal</strong> en Techniek en Technische Groothandel. FME ondersteund ook<br />
bedrijven bij het afsluiten van een eigen bedrijfs-cao.<br />
Website: www.fme.nl<br />
Bonden<br />
Vier bonden zijn betrokken bij de arbeidsvoorwaardenvorming en het arbeidsmarktbeleid in de<br />
Metalektro:<br />
n FNV Bondgenoten: www.fnvbondgenoten.nl<br />
n CNV Vakmensen: www.cnvvakmensen.nl<br />
n De Unie: www.unie.nl<br />
n VHP2: www.vhp2.nl<br />
O&O-fonds<br />
A + O Metalektro is het arbeidsmarkt- en opleidingsfonds voor de Metalektro. Om instroom en<br />
doorstroom te bevorderen geeft A+O Metalektro vergoedingen voor opleiding en training (bijvoorbeeld<br />
voor BBL-ers of stages voor BOL-studenten). A+O fungeert tevens als vraagbaak, sparringpartner,<br />
facilitator en intermediair voor scholen en bedrijven. Het helpt ook met het aanvragen van ESF-subsidie.<br />
Daarnaast is A+O betrokken bij pilots en projecten om de ontwikkeling van werknemers in de sector te<br />
vergroten (bijvoorbeeld via HR-coaching of door een Associate Degree voor praktijkopleiders in bedrijven<br />
te ontwikkelen).<br />
Website: www.ao-metalektro.nl<br />
<strong>Metaal</strong>nijverheid<br />
Cao<br />
De cao voor de <strong>Metaal</strong>nijverheid valt onder de cao’s voor de <strong>Metaal</strong> en Techniek. Naast de cao voor de<br />
<strong>Metaal</strong>nijverheid gaat het de cao’s voor het carrosseriebedrijf, de goud- en zilvernijverheid, het<br />
isolatiebedrijf, het motorvoertuigenbedrijf en het technisch installatiebedrijf. Deze cao’s hebben een<br />
gelijkluidend A-gedeelte en vormen tezamen, gemeten naar het aantal werknemers dat onder de cao’s<br />
valt de grootste cao in de marktsector van Nederland. Ze worden afgesloten door Federatie<br />
Werkgeversorganisaties Techniek en de vakbonden FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie. De<br />
cao’s zijn te vinden op de website: www.cao-metaal.nl<br />
Brancheorganisatie<br />
De Koninklijke <strong>Metaal</strong>unie is met meer dan 13.000 leden de grootste ondernemersorganisatie voor het<br />
midden- en kleinbedrijf in de metaal. Zij richt zich op metaalbedrijven tot ongeveer honderd werknemers<br />
in uiteenlopende sectoren. De <strong>Metaal</strong>unie kent een indeling in districten. De belangenbehartiging richt zich<br />
ondermeer op terreinen als Arbo en Onderwijs en Arbeidsmarkt.<br />
Website: www.metaalunie.nl<br />
Bonden<br />
Bij de de arbeidsvoorwaardenvorming en het arbeidsmarktbeleid in de metaalnijverheid zijn drie bonden<br />
betrokken:<br />
28
n FNV Bondgenoten: www.fnvbondgenoten.nl<br />
n CNV Vakmensen: www.cnvvakmensen.nl<br />
n De Unie: www.unie.nl<br />
O&O-fonds<br />
OOM is het opleidings- en ontwikkelingsbedrijf voor de metaalbewerking. Bij OOM zijn een kleine 15.000<br />
bedrijven aangesloten. Daarmee is OOM een van de grootste opleidingsfondsen in Nederland. Het fonds<br />
richt zich op het stimuleren van scholing en het professionaliseren van de metaalbranche.<br />
Aandachtsgebieden zijn loopbaanontwikkeling, instroombevordering, kwaliteit van scholing en kwaliteit<br />
van mensen. Via OOM kunnen bedrijven en werknemers in de metaalbewerking financiële bijdragen<br />
ontvangen voor scholing en ontwikkeling.<br />
Website: www.oom.nl<br />
Opleidingsbedrijf <strong>Metaal</strong><br />
Het OpleidingsBedrijf <strong>Metaal</strong> (OBM) is een initiatief van de Koninklijke <strong>Metaal</strong>unie en het OOM om de<br />
metaalsector van goed opgeleide vakmensen te voorzien. Het OBM is regionaal georganiseerd en is via<br />
een direct aandeelhouderschap van en voor bedrijven in de regio. Ondernemers, werknemers, leerlingen<br />
en werkzoekenden in de metaalbranche kunnen bij het OBM terecht met vragen rond scholing en<br />
opleiding van nieuwe en huidige medewerkers, al dan niet leerplichtig. Inmiddels zijn er in Nederland<br />
diverse OpleidingsBedrijven <strong>Metaal</strong>. Daarbij werken metaalbedrijven in de regio, de Koninklijke<br />
<strong>Metaal</strong>unie, OOM en regionale instellingen voor beroepsonderwijs nauw samen. Doel is de instroom van<br />
vakbekwaam technisch personeel op peil te brengen én te houden.<br />
Website: www.obmmetaal.nl<br />
Branche-overstijgende organisaties<br />
Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT)<br />
De Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT) voert namens haar leden de onderhandelingen voor<br />
de cao’s voor de <strong>Metaal</strong>- & Techniek. De Vereniging FME-CWM is per 1 oktober 2011 toegetreden tot de<br />
Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT). Deze samenwerking is er onder meer op gericht de<br />
arbeidsmobiliteit te vergemakkelijken door arbeidsvoorwaarden in de cao’s voor de <strong>Metaal</strong> en Techniek en<br />
de Metalektro beter op elkaar af te stemmen. Op termijn worden de mogelijkheden onderzocht om te<br />
komen tot één basis-cao (met differentiaties per bedrijfstak), afstemming van de pensioenregelingen en<br />
intensievere samenwerking tussen opleidingsfondsen.<br />
Website: http://fwt.nl<br />
Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven<br />
Als kennis- en adviescentrum voor technisch vakmanschap richt Kenteq zich op 140 beroepen in de<br />
metaal en werktuigbouw, in de elektro- en installatietechniek en in de mechatronica. Naast de wettelijke<br />
taken (onderhouden kwalificatiedossiers, erkennen en adviseren van leerbedrijven) houdt Kenteq zich<br />
bezig met kennisoverdracht, begeleiding, training, scholing en advisering. De producten en diensten<br />
richten zich op loopbaanontwikkeling van werknemers en het verhogen van vakmanschap in bedrijven.<br />
Kenteq doet onderzoek en verzamelt onderzoeksrapporten en databestanden van andere organisaties.<br />
Website: www.kenteq.nl<br />
Hiteq, Centrum van Innovatie<br />
In 2005 heeft Kenteq het initiatief genomen tot het oprichten van Hiteq, Centrum van Innovatie. Hiteq<br />
selecteert en ontsluit actuele kennis. Het opereert op strategisch niveau. Het brengt adviezen uit en<br />
creëert toekomstscenario’s. Zo kunnen ondernemingen, onderwijsinstellingen en intermediairs in de<br />
techniek zich voorbereiden op de toekomst. Ook andere organisaties gericht op de ontwikkeling van<br />
mensen in technische beroepen kunnen Hiteq inschakelen voor opdrachten, presentaties en workshops.<br />
Website: www.hiteq.org<br />
TechniekTalent.nu<br />
TechniekTalent.nu is een samenwerkingsverband van bedrijfsleven, opleidingsfondsen, koepelorganisaties<br />
en scholen. Het heeft één doel: meer instroom en behoud van (jonge) mensen in de techniek.<br />
TechniekTalent.nu wil bijdragen aan een adequate beeldvorming onder jongeren over werken in de<br />
techniek. De werving van vrouwen, meisjes en allochtonen is een specifieke doelstelling: zij zijn nog altijd<br />
ondervertegenwoordigd in de technische sectoren. TechniekTalent.nu wil ook werken aan talentbehoud,<br />
het wil de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven in de regio bevorderen en gezamenlijk<br />
optrekken richting basisonderwijs onder het motto 'jong geleerd, oud gedaan'.<br />
Website: www.techniektalent.nu<br />
29
Handige internetsites<br />
www.techniekinbeeld.nl<br />
Techniek in beeld geeft een beeld van 80 beroepen in de techniek. Van ICT tot vliegtuigbouw, van<br />
engineering tot elektrotechniek. Wat maakt een monteur mechatronica mee op een dag Wat is de<br />
uitdaging van een werkvoorbereider De videoclips geven informatie over de specifieke kenmerken van<br />
een beroep: zelfstandig werken, in teamverband, nauwkeurig zijn, alleen op pad gaan. Zo is goed te<br />
beoordelen of iemand een beroep leuk vindt of niet. Met de Carrière GPS kunnen leerlingen ook testen<br />
welke beroepen bij hun interesses en talenten passen. Iedere beroepenfilm heeft een link naar de<br />
desbetreffende mbo-opleiding en de ROC’s. Techniek in beeld is een initiatief van Kenteq.<br />
30
Bijlage II<br />
Extra tabellen<br />
Tabel B1<br />
Spanningsindicator<br />
De spanningsindicator die UWV heeft ontwikkeld geeft de verhouding weer tussen het aantal<br />
gepubliceerde openstaande vacatures (op basis van Jobfeed, opgehoogd naar de totale vacaturemarkt)<br />
en het aantal korter dan een half jaar ingeschreven werkzoekenden in hetzelfde beroep. Onderstaand<br />
schema geeft een overzicht van beroepen waarvoor de arbeidsmarkt volgens de spanningsindicator als<br />
(zeer) krap is te kenschetsen (links) en beroepen waarvoor de arbeidsmarkt als (zeer) ruim is te<br />
kenschetsen. We geven alleen beroepen waarvoor het aantal openstaande vacatures in het derde<br />
kwartaal van 2012 meer dan 100 is. Sommige beroepen lijken wel enig verwantschap te tonen,<br />
bijvoorbeeld de machinaal verspaners (ruime arbeidsmarkt) en de cnc-programmeurs-verspaners<br />
(krappe arbeidsmarkt). Onduidelijk is in hoeverre er in de praktijk substitutie mogelijk is tussen beide<br />
beroepen. De uitkomsten moeten daarmee met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.<br />
(zeer) krap<br />
(zeer) ruim<br />
Lagere elektrotechnische beroepen:<br />
Electrotechnisch bankwerker, -monteur, - installateur<br />
Elektronicamonteur (onderhoud computer-, meet- en<br />
regeltechnische apparatuur)<br />
Middelbare elektrotechnische beroepen:<br />
Tekenaar(-constructeur) elektrotechniek,<br />
Installateur beveiligingsinstallaties (incl ontwerp)<br />
Onderhoudselektricien bedrijfsinstallaties<br />
Controleur, tester elektrische installaties<br />
Middelbare metaalkundige beroepen:<br />
Cnc-programmeur-verspaner, -polijster, -schuurder<br />
Middelbare werktuigbouwkundige beroepen:<br />
Machinebankwerker-monteur machines, werktuigen,<br />
fabrieksinstallaties<br />
Monteur fabrieksinstallaties<br />
Werkmeester werktuigbouw, onderhoud produktieapparaten,<br />
gas-, waterdistributie<br />
Hogere werktuigbouwkundige beroepen:<br />
Ontwerper-constructeur werktuigbouw<br />
Lagere metaalkundige beroepen:<br />
Soldeerder, metaalbrander, snijder, sloper, lasser<br />
Machinaal verspaner metaal, metaalfreezer<br />
Middelbare metaalkundige beroepen:<br />
Constructie-bankwerker<br />
Overig:<br />
Productie-medewerker industrie<br />
Schoonmaker machines, installaties<br />
32
Tabel B2<br />
Mobiliteit in de metaalindustrie<br />
Instroom, doorstroom en uitstroom<br />
2009-2010<br />
Aantal %<br />
Instoom<br />
Doorstroom<br />
Uitstroom<br />
Instroom<br />
Doorstroom<br />
Uitstroom<br />
Totaal werknemers in<br />
1) 238 900 245 910<br />
standjaar<br />
Totaal in-, door-, uitstroom 30 760 4 110 37 430 100 100 100<br />
uit/naar andere sector 2) 22 140 21 680 72 58<br />
Waarvan:<br />
Landbouw 140 180 0 0<br />
Procesindustrie 930 1 310 3 4<br />
Grafimedia 60 110 0 0<br />
Metalektro en <strong>Metaal</strong>nijverheid<br />
Overige industrie 3 260 2 600 11 7<br />
Bouwnijverheid 1 990 1 750 6 5<br />
Mobiliteitsbranche 540 460 2 1<br />
Groothandel 5 040 5 140 16 14<br />
Detailhandel 370 290 1 1<br />
Vervoer en opslag 350 500 1 1<br />
Horeca 120 120 0 0<br />
Informatie en communicatie 510 1 040 2 3<br />
Financiële dienstverlening 490 350 2 1<br />
Uitzendbureaus 3 350 3 760 11 10<br />
Schoonmaak 170 180 1 0<br />
Zakelijke dienstverlening overig 4 040 2 680 13 7<br />
Openbaar bestuur 70 180 0 0<br />
Onderwijs 170 230 1 1<br />
Zorg 130 330 0 1<br />
Welzijn 20 60 0 0<br />
Cultuur, sport en recreatie 100 100 0 0<br />
Overige dienstverlening 130 120 0 0<br />
uit/naar uitkering 2 920 11 560 10 31<br />
Waarvan:<br />
WW-uitkering 2 130 5 450 7 15<br />
AO-uitkering 130 780 0 2<br />
bijstandsuitkering 160 230 1 1<br />
overige uitkering 450 1 280 1 3<br />
Pensioen 60 3 830 0 10<br />
uit/naar anders dan baan of<br />
uitkering<br />
Waarvan:<br />
5 700 4 190 19 11<br />
als scholier/student 2 570 610 8 2<br />
als zelfstandige 470 850 2 2<br />
Overig 2 660 2 730 9 7<br />
Waaronder als migrant 1 030 770 3 2<br />
1) Het standjaar is voor in- en doorstromers het aantal werknemers in 2010 in de sector, voor uitstromers is het<br />
standjaar 2009.<br />
2) De sector 'onbekend' is niet meegenomen. Totaal in- of uitstroom naar een andere sector is groter dan de<br />
onderliggende sectoren omdat de onbekenden in het totaal wel zijn meegenomen.<br />
34
Vervolg tabel B2 Aantal %<br />
Instoom<br />
Doorstroom<br />
Uitstroom<br />
Instroom<br />
Doorstroom<br />
Uitstroom<br />
Van/naar inschrijving UWV 3 040 6 770 10 18<br />
Geslacht<br />
Mannen 25 620 3 810 31 760 83 93 85<br />
Vrouwen 5 140 300 5 670 17 7 15<br />
Leeftijd<br />
15 tot 25 jaar 5 660 550 3 610 18 13 10<br />
25 tot 45 jaar 16 800 2 390 17 760 55 58 47<br />
45 tot 55 jaar 6 130 930 8 450 20 23 23<br />
55 tot 65 jaar 2 160 240 7 610 7 6 20<br />
Herkomstgroepering<br />
Autochtonen 25 040 3 560 30 050 81 87 80<br />
Westerse allochtonen 3 450 310 3 950 11 7 11<br />
Niet-westerse allochtonen 2 270 240 3 430 7 6 9<br />
Type (nieuw) arbeidscontract 1)<br />
Totaal 30 760 100 21 490 100 2 57<br />
Waarvan<br />
vast urencontract 30 350 80 18 570 99 2 50<br />
Waaronder<br />
Stagiaire 310 10 20 1 0 0<br />
WSW – – 20 0<br />
flexibel urencontract 410 20 2 920 1 0 8<br />
Waarvan<br />
uitzendkracht – – 2 740 7<br />
oproepkracht 410 20 180 1 0 0<br />
1) Een vast urencontract betekent: een contract met een vast aantal uren per maand.<br />
Bron: CBS in opdracht van UWV<br />
35
Tabel B3<br />
Perspectieven naar opleiding<br />
Arbeidsmarktsituatie naar afronding opleiding, peildatum eind 2012<br />
Niveau kans op werk kans op stage<br />
Assistent metaal-, elektro- en installatietechniek<br />
Assistent installatie 1 voldoende voldoende<br />
Assistent metaalbewerking 1 voldoende voldoende<br />
Assistent montage 1 voldoende voldoende<br />
<strong>Metaal</strong>bewerken<br />
Plaatwerker 2 voldoende voldoende<br />
Constructiewerker 2 voldoende voldoende<br />
Basislasser 2 voldoende voldoende<br />
Allround lasser 3 ruim voldoende voldoende<br />
Allround constructiewerker 3 ruim voldoende voldoende<br />
Allround plaatwerker 3 ruim voldoende voldoende<br />
Fijnmechanische techniek<br />
Verspaner 2 voldoende voldoende<br />
Allround verspaner 3 ruim voldoende voldoende<br />
Fijnmechanisch verspaner 3 ruim voldoende voldoende<br />
Research-Instrumentmaker 4 ruim voldoende voldoende<br />
Service apparatuur en installaties<br />
Onderhoudsmonteur industrie 2 voldoende voldoende<br />
Onderhoudsmonteur installatietechniek 2 voldoende voldoende<br />
Servicemonteur elektrotechniek 3 ruim voldoende voldoende<br />
Inspectiemonteur koudetechniek 3 ruim voldoende voldoende<br />
Servicemonteur installatietechniek 3 ruim voldoende voldoende<br />
Servicemonteur werktuigbouw 3 ruim voldoende voldoende<br />
Servicetechnicus elektrotechniek 4 goed voldoende<br />
Servicetechnicus koudetechniek 4 goed voldoende<br />
Servicetechnicus installatietechniek 4 goed voldoende<br />
Servicetechnicus werktuigbouw 4 goed voldoende<br />
Operator Productietechniek<br />
Assistent Operator productietechniek 1 matig voldoende<br />
Operator Productietechniek 2 voldoende voldoende<br />
Allround Operator Productietechniek 3 ruim voldoende voldoende<br />
Machinebouw Mechatronica<br />
Monteur mechatronica 2 voldoende voldoende<br />
Machinebouwer 3 ruim voldoende voldoende<br />
Monteur tester mechatronica 3 ruim voldoende voldoende<br />
Allround machinebouwer 4 ruim voldoende voldoende<br />
Mechatronicus 4 ruim voldoende voldoende<br />
Mobiele werktuigen<br />
Monteur mobiele werktuigen 2 voldoende voldoende<br />
Allround monteur mobiele werktuigen 3 ruim voldoende voldoende<br />
Technicus landbouwmechanisatie 4 ruim voldoende voldoende<br />
Gasturbines<br />
Monteur 2 voldoende voldoende<br />
Eerste monteur 3 ruim voldoende voldoende<br />
36
Elektrotechnische industriële producten en systemen<br />
Monteur 2 voldoende voldoende<br />
Eerste monteur 3 ruim voldoende voldoende<br />
Technicus 4 ruim voldoende voldoende<br />
Installeren<br />
Isolatiemonteur 2 voldoende voldoende<br />
Monteur elektrotechnische installaties 2 voldoende voldoende<br />
Monteur werktuigkundige installaties 2 voldoende voldoende<br />
Aircomonteur 2 voldoende voldoende<br />
Monteur koudetechniek 2 voldoende voldoende<br />
Eerste monteur elektrotechnische installaties 3 ruim voldoende voldoende<br />
Eerste monteur werktuigkundige installaties 3 ruim voldoende voldoende<br />
Eerste monteur dak 3 ruim voldoende voldoende<br />
Eerste monteur koudetechniek 3 ruim voldoende voldoende<br />
Leidinggevend monteur elektrotechnische installaties 4 ruim voldoende voldoende<br />
Leidinggevend monteur werktuigkundige installaties 4 ruim voldoende voldoende<br />
Vliegtuigbouw<br />
Kunststofbewerker 2 - -<br />
<strong>Metaal</strong>lijmer 2 - -<br />
Plaatbewerker 2 voldoende voldoende<br />
Samenbouwer 2 voldoende voldoende<br />
Vliegtuigtechniek<br />
Eerste monteur vliegtuigtechniek 3 ruim voldoende voldoende<br />
Plaat-/kunststofbewerker vliegtuigtechniek 3 ruim voldoende voldoende<br />
Vliegtuigonderhoud<br />
Eerste monteur 3 ruim voldoende voldoende<br />
Technicus mechanica 4 ruim voldoende voldoende<br />
Technicus avionica 4 ruim voldoende voldoende<br />
Werkvoorbereiden<br />
Opmeter 3 goed voldoende<br />
Technisch tekenaar 3 goed voldoende<br />
Tekenaar -constucteur 4 goed voldoende<br />
Werkvoorbereider fabricage 4 goed voldoende<br />
Werkvoorbereider installatie 4 goed voldoende<br />
Tekenaar - werkvoorbereider 4 goed voldoende<br />
Middenkader Engineering<br />
Middenkader Engineering (Technicus) 4 goed voldoende<br />
Middenkader Engineering (Commercieel technicus) 4 goed voldoende<br />
Overig<br />
Human Technology 4 ruim voldoende voldoende<br />
Bron: www.kansopwerk.nl (januari 2013)<br />
37
Tabel B4<br />
Niet-werkende werkzoekenden<br />
Voor de metaal relevante beroepen van inschrijving<br />
Ultimo 2010 2011 2012<br />
lagere metaalkundige beroepen 3902 3594 3825<br />
Waarvan<br />
Afwerker gieterij 136 164 239<br />
Bankwerker 204 159 119<br />
Conventioneel draaier 122 103 101<br />
Conventioneel slijper 131 94 90<br />
Carrosseriebouwer (metaal) 152 142 181<br />
Plaatwerker 155 138 141<br />
Elektrodelasser (niveau 1&2) 215 185 165<br />
MIG / MAG-lasser (niveau 1&2) 965 959 1039<br />
TIG-lasser (niveau 1&2) 221 183 188<br />
Metalen ramen/deuren/kozijnen/ trappenmaker 111 107 170<br />
CNC-machinebediener (ex. programmeren) 116 93 111<br />
<strong>Metaal</strong>bewerker machinaal 162 139 98<br />
lagere werktuigbouwkundige beroepen ed 1238 1231 1413<br />
Waarvan<br />
Assistent-autotechnicus 462 442 437<br />
Fietstechnicus 242 236 327<br />
Assemblagetechnicus voertuigen 119 133 192<br />
lagere elektrotechnische beroepen 1564 1461 1798<br />
Waarvan<br />
Monteur elektriciteitsnetten 129 97 128<br />
Assemblagemedewerker metaal/elektro 838 858 1129<br />
Controleur elektronische apparaten en onderdelen 174 144 145<br />
middelbare metaalkundige beroepen 4179 3817 4422<br />
Waarvan<br />
Bedrijfsleider /ondernemer metaalbewerking, constructie 128 104 112<br />
Machinebankwerker 479 454 436<br />
Constructiebankwerker 1004 942 1140<br />
Scheepsbouwer 207 218 252<br />
Elektrodelasser (niveau 3&4) 124 119 110<br />
MIG / MAG-lasser (niveau 3&4) 300 283 336<br />
TIG-lasser (niveau 3&4) 159 162 206<br />
Constructiesamenbouwer 383 355 496<br />
middelbare werktuigbouwkundige beroepen 5711 5617 7345<br />
Waarvan<br />
Autoschadehersteller 252 248 298<br />
Inbedrijfsteller installaties / machines 134 133 102<br />
Medewerker technische dienst mechanisch 379 344 527<br />
Monteur werktuigen en machines (ex. installatietechniek) 226 153 103<br />
Onderhoudsmonteur machines / installaties 600 635 1101<br />
Autotechnicus 1141 1234 1563<br />
Bedrijfsautotechnicus 107 121 129<br />
Revisietechnicus auto's 166 160 132<br />
Autospuiter 328 331 390<br />
Machinist mobiele kraan 189 201 357<br />
Vervolg op volgende pagina<br />
38
Vervolg tabel B4 2010 2011 2012<br />
middelbare elektrotechnische beroepen (excl<br />
automatisering)<br />
Waarvan<br />
3525 3267 4036<br />
Monteur beveiligingsinstallaties 96 104 142<br />
Monteur elektrische installaties 1306 1286 1832<br />
Hoofdmonteur elektrische installaties 85 85 128<br />
Monteur elektrotechnische panelen 171 167 206<br />
Monteur telecommunicatie 154 130 79<br />
Monteur telecommunicatie (telefooncentrales) 195 191 227<br />
Monteur consumentenelektronica 212 188 209<br />
Monteur industriële elektronica 102 86 57<br />
Audiovisueel medewerker 115 98 110<br />
Geluidstechnicus opname / weergave 108 108 147<br />
hogere metaalkundige beroepen 79 60 52<br />
hogere werktuigbouwkundige beroepen 1107 828 1084<br />
Waarvan<br />
Hoofd technische dienst 239 197 288<br />
Projectleider werktuigbouw 254 187 342<br />
Constructeur machines / gereedschappen 77 61 101<br />
hogere elektrotechnische beroepen (ex automatisering) 599 487 580<br />
Waarvan<br />
Ontwerper elektronica 95 93 119<br />
Projectleider elektrotechniek 163 125 156<br />
Bron: UWV<br />
39
Tabel B5<br />
Uitstroom van werkzoekenden naar de metaal<br />
2011<br />
Aantal %<br />
Totaal werkhervattingen inschreven werkzoekenden 383211<br />
Werk gevonden in de metaal 17950 5%<br />
Sector van werkhervatting<br />
<strong>Metaal</strong>industrie 2498 14%<br />
Elektrotechnische industrie 606 3%<br />
<strong>Metaal</strong>- en technische bedrijfstakken 14846 83%<br />
Sector voor werkloosheid<br />
<strong>Metaal</strong>industrie 1008 6%<br />
Elektrotechnische industrie 256 1%<br />
<strong>Metaal</strong>- en technische bedrijfstakken 6418 36%<br />
industrie overig 662 4%<br />
Andere sectoren 9045 50%<br />
Bron: UWV<br />
40
Colofon<br />
Uitgave<br />
UWV<br />
Afdeling Arbeidsmarktinformatie en -advies<br />
Postadres<br />
Postbus 58285<br />
1040 HG Amsterdam<br />
Inlichtingen<br />
Tel. 020 – 687 1368 en 020 687 1367<br />
Redactie<br />
Mechelien van der Aalst<br />
Kees van Uitert<br />
Disclaimer<br />
Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen, echter uitsluitend met bronvermelding<br />
UWV © 2013<br />
42
Einde rapport<br />
43