19.01.2015 Views

2013-02 Dubbelloof.pdf - KNNV Vereniging voor Veldbiologie

2013-02 Dubbelloof.pdf - KNNV Vereniging voor Veldbiologie

2013-02 Dubbelloof.pdf - KNNV Vereniging voor Veldbiologie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Op weg naar de goudgele maan<br />

Gerard<br />

Compiet<br />

Half april met de hele dag lang een gure<br />

noordwestenwind. ‘k Loop inmiddels tussen<br />

de allerlaatste, verspreid staande bomen door<br />

en dan ligt het bosgebied achter me. Recht<br />

<strong>voor</strong> me nu ‘n grasland met een poel<br />

boordevol water. Wat verderop een maisstoppelveld.<br />

Ik besluit hier, met het bos in<br />

mijn rug en met uitzicht over het vlakke<br />

land, het vallen van de avond af te wachten.<br />

Na enige tijd de eerste bezoeker. Een haas<br />

laveiend op het grasland. De zwarte<br />

bovenranden van zijn oren beweeglijk boven<br />

de grassprieten uitstekend. Dan een hele tijd<br />

niets. Het is moeilijk na zo’n lange dag de<br />

aandacht niet te laten verslappen. Maar<br />

uiteindelijk opeens twee schimmen. Racend<br />

over de maisstoppels mekaar herriënd<br />

achterna zittend. Reebokken, door hun<br />

schutkleur bijna onzichtbaar. Vanuit het bos<br />

achter me nog de late zang van een aantal<br />

vogels als fitis, tjiftjaf, koolmees, vink en<br />

roodborst. Nu de avond valt, is de wind wat<br />

gaan liggen. Het lijkt minder koud. De poel<br />

is inmiddels een lichte vlek in de invallende<br />

duisternis. Onder luid gespetter landen er<br />

een paar eendjes. Aan hun ‘kriek, kriek’ te<br />

oordelen, wintertalingen. Even later zie ik ze<br />

ronddobberen. Twee kleine, donkere<br />

beeldjes, als op een spiegel.<br />

Als ik na een tijdje mijn ogen van de poel<br />

afwend, ontwaar ik verderop naar links<br />

opnieuw twee reeën. Uit het halfduister van<br />

de naderende nacht onmerkbaar dichterbij<br />

gekomen. Grazend, verlopend en opnieuw<br />

grazend. Rustig en ingetogen als de<br />

naderende nacht zelf. Het is nu praktisch<br />

helemaal donker. Achter me zingen alleen<br />

nog fitis en roodborst. Maar na een tijdje<br />

houdt ook de fitis het <strong>voor</strong> gezien. Slechts<br />

de zang van de roodborst parelt nu nog<br />

door het overigens stille bos. En net als hij<br />

als laatste stopt en ik hem wil uitroepen tot<br />

zanger van de dag (of van de avond, liever<br />

gezegd), moet hij de eer aan de zanglijster<br />

laten. Deze begint namelijk nu pas, zo<br />

maar vanuit het niets, aldoor zijn motief<br />

herhalend. En als hij tenslotte stopt is het<br />

stil, volkomen stil. Echter niet <strong>voor</strong> lang,<br />

want nu schijnen opeens allerlei muizen tot<br />

leven te komen. Overal om me heen<br />

ritselen ze over eikenbladeren, vliegen<br />

soms zelfs als bezetenen in het rond.<br />

Intussen links van me, de volle maan.<br />

Te <strong>voor</strong>schijn gekomen vanachter wat<br />

wolkenflarden. Schijnend tussen enkele<br />

bomen door die in het gedempte licht<br />

somber, donker, ja welhaast droefgeestig<br />

oprijzen. Daaronder de overjarige en<br />

verdorde smelenvegetatie. Licht<br />

beschenen, bleekgeel oplichtend en in<br />

schril contrast met de donkere, zwaarmoedige<br />

stammen erboven. Nieuwe<br />

wolkenflarden drijven <strong>voor</strong>, maar de maan<br />

laat zich niet toestoppen.<br />

Dit wordt een schitterende nacht. Ik ga<br />

niet naar huis. Althans <strong>voor</strong>lopig niet.<br />

Voor me een pad langs het bos, zwak<br />

oplichtend in de maneschijn. De weg naar<br />

de maan! Ik ga op weg naar de goudgele<br />

maan! Samen met een egel die <strong>voor</strong>t<br />

schuifelt langs mijn pad. Met een eend die<br />

plotseling uit het niets opvliegt en de nacht<br />

vult met haar luide gekwaak. En niet te<br />

vergeten met overal, overal om me heen<br />

muizen, ritselend over en tussen dorre<br />

bladeren. Intussen vegen onzichtbare<br />

takken door mijn gezicht en dringen<br />

vanuit het bos allerlei geuren door,<br />

niet te definiëren <strong>voor</strong>jaarsgeuren.<br />

Ik loop verder, als in trance. Totdat ik<br />

hardhandig tot de werkelijkheid terugkeer:<br />

Een fazant die onder hels kabaal in deze<br />

zo stille nacht uit zijn slaapboom opvliegt<br />

en zich vervolgens na veel onhandig<br />

gefladder neerzet in een nieuwe boom.<br />

Dan na enige tijd, zo maar midden in het<br />

bosgebied, enkele akkers. De grond losjes<br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!