2013-02 Dubbelloof.pdf - KNNV Vereniging voor Veldbiologie
2013-02 Dubbelloof.pdf - KNNV Vereniging voor Veldbiologie
2013-02 Dubbelloof.pdf - KNNV Vereniging voor Veldbiologie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Dubbelloof</strong><br />
Het verenigingsblad van de <strong>KNNV</strong> - afdeling Eindhoven<br />
(Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische <strong>Vereniging</strong>, <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> <strong>Veldbiologie</strong>)<br />
<strong>Dubbelloof</strong> is tussen januari 2005 en december 2012 verschenen als gezamenlijke uitgave<br />
van de bladen Kijk Uit (IVN afdeling Eindhoven) en Venkraai (<strong>KNNV</strong> afdeling Eindhoven).<br />
De verschijningsdata zijn: 20 februari, 20 mei, 1 september en 20 december.<br />
Kopij kan tot uiterlijk 1 maand <strong>voor</strong> verschijning ingeleverd worden bij de eindredacteur.<br />
Eindredactie<br />
Henny van Rijck<br />
Redactieleden<br />
Jan Schellekens<br />
Jelle Schuurmans<br />
Gerard Vos<br />
De <strong>KNNV</strong> is een landelijke vereniging, opgericht in 1901. Het doel is natuurstudie en –bescherming<br />
door middel van inventarisaties en activiteiten als excursies, lezingen en cursussen.<br />
De afdeling Eindhoven - opgericht in 1945 - is op al deze terreinen actief, o.a. in een aantal<br />
werkgroepen (zie hieronder). Het aantal leden bedraagt ongeveer 250.<br />
Het lidmaatschapsgeld <strong>voor</strong> <strong>2013</strong> is € 30,50 <strong>voor</strong> een gewoon lid en € 12,75 <strong>voor</strong> een huisgenootlid<br />
per jaar. Bij toetreden na 31 juli geldt de helft van deze bedragen. Over te maken op de rekening van<br />
<strong>KNNV</strong> Afd. Ehv.<br />
Gewone leden ontvangen naast het verenigingsblad het landelijke <strong>KNNV</strong>-tijdschrift ‘Natura’ 5x per jaar.<br />
Een informatiepakket ligt <strong>voor</strong> toekomstige leden bij de ledenadministratie gereed. Aanmelden en<br />
opzeggen kan bij de ledenadministrateur (zie hieronder).<br />
Website: www5.knnv.nl/eindhoven<br />
Kopij De volgende <strong>Dubbelloof</strong> komt uit op 1 september <strong>2013</strong>. Kopij hier<strong>voor</strong> aanleveren vóór 1 augustus <strong>2013</strong>.<br />
Per email: redactie@eindhoven.knnv.nl, of per post aan: Redactie <strong>Dubbelloof</strong>, Vaartbroek 17,<br />
5632 XA Eindhoven. De redactie behoudt zich het recht <strong>voor</strong>, teksten aan te passen of in te korten.<br />
Adressen<br />
Bestuur<br />
Voorzitter<br />
Annemieke van Vucht-Houniet<br />
Secretaris<br />
Jan Lanters<br />
Penningmeester<br />
Gerard Vos<br />
Bestuurslid<br />
Margriet Bekking-van Dort<br />
Bestuurslid<br />
Han Monteiro<br />
Insectenwerkgroep<br />
P.T.H. Tutelaers<br />
Mossenwerkgroep<br />
Marleen Smulders<br />
Paddenstoelenwerkgroep<br />
Nel Bulthuis<br />
Micro-hydrobiologische werkgroep<br />
Joost van de Sande<br />
Plantenwerkgroep<br />
Petra van Leeuwen<br />
Natuurhistorisch secretaris<br />
Vacant<br />
Neske Dupuis<br />
Lezingen<br />
Ledenadministratie<br />
Henk van der Gaag<br />
Harry Nouwen<br />
Cursussen<br />
Annemieke van Vucht-Houniet<br />
Werkgroepen<br />
Vogelwerkgroep<br />
Johan Goossen<br />
Vogelgroep<br />
Willy Meijer<br />
Floristische werkgroep<br />
Wim v.d. Ven<br />
Excursiecommissie<br />
Gerard de Jong<br />
Natuurbeschermingscommissie<br />
Jacqueline van Heek<br />
Commissies<br />
Vertegenwoordiger in de Regionale Werkgroep Heempark<br />
Wim Niemantsverdriet<br />
Stichting Stadsnatuur Eindhoven<br />
Voorzitter: Paul Timmermans<br />
Natuurhistorisch archief<br />
Dit bevat alle Wetenschappelijke Mededelingen, uitgaven<br />
van de Stichting Uitgeverij <strong>KNNV</strong>, inventarisatierapporten,<br />
Venkraaien, Dubbelloven, excursieverslagen en andere<br />
literatuur. leder lid van de afdeling kan gebruik maken van<br />
dit archief. Inlichtingen bij Jelle Schuurmans<br />
Website<br />
www5.knnv.nl/EINDHOVEN<br />
Beheer: Jelle Schuurmans
20 mei - 1 september <strong>2013</strong> • nummer 2<br />
Uitgave van de <strong>KNNV</strong> afdeling Eindhoven<br />
Inhoud Toezending berichten van de afdeling 2<br />
Naamgeving verenigingsblad 2<br />
Wijzigingen ledenbestand 3<br />
<strong>KNNV</strong>-Nieuwsbrief 3<br />
Excursies<br />
Zo 2 jun Strabrechtse Heide 4<br />
Za 15 jun Mechelse Heide (Maasmechelen) 4<br />
Do 27 jun Tongelreepdal bij de Drie Bruggen (Leenderbos) 5<br />
Za 20 jul Dommeldal bij Borkel en Schaft 5<br />
Zo 25 aug Plateaux 5<br />
Vooraankondiging excursie<br />
Zo 8 sep Wandelen in de Ardennen 5<br />
Excursies Vogelwerkgroep<br />
Di 21 mei Zouweboezem 6<br />
Zo 26 mei Kaldenbroek, maasmeander in ontwikkeling 6<br />
Wo 12 jun Avondexcursie Achelse Kluis 6<br />
Activiteiten Hydrobiologische Werkgroep<br />
Za 15 jun Excursie Valkenswaard 6<br />
Wo 18 sep Hydro, eigen watermonsters 6<br />
Wo 2 okt Hydro, eigen watermonsters 6<br />
Wo 16 okt Paddenstoelen 6<br />
Turnhouts vennengebied 6<br />
Naar Tholen met Wil Busink 8<br />
Op weg naar de goudgele maan 9<br />
Vogels van heide en vennen 10<br />
De grote gele kwikstaart als broedvogel in Noord-Brabant in 2012 14<br />
Tekeningen: Annemarie Schrover-van Bokhoven<br />
Foto <strong>voor</strong>blad: Carla van Moorsel (Gaffellibel - Ophiogomphus cecilia)<br />
1
Toezending berichten van de afdeling<br />
Henk<br />
van der Gaag<br />
Ledenadministrateur<br />
Op de algemene ledenvergadering van<br />
onze afdeling op 21 maart <strong>2013</strong> is door<br />
de leden het <strong>voor</strong>stel gedaan om <strong>voor</strong>taan<br />
via e-mail onze leden van aanvullende<br />
informatie te <strong>voor</strong>zien. Zeker nu<br />
<strong>Dubbelloof</strong> minder vaak verschijnt, kan<br />
dat een goede mogelijkheid zijn om onze<br />
leden snel op de hoogte te brengen van<br />
ontwikkelingen of gebeurtenissen.<br />
Daarbij is ook <strong>voor</strong>gesteld om meer<br />
aandacht aan lezingen en excursies te<br />
geven door telkens enkele dagen <strong>voor</strong>afgaand<br />
aan een lezing of excursie de leden<br />
hierover een herinnering te sturen.<br />
Deze <strong>voor</strong>stellen zijn met algemene<br />
instemming aangenomen.<br />
Als ledenadministrateur ken ik al veel<br />
e-mailadressen van de leden en ik heb op<br />
me genomen om dit <strong>voor</strong>stel verder uit te<br />
werken. Het plan is om de volgende drie<br />
soorten berichten te gaan sturen:<br />
Algemene berichten, bij<strong>voor</strong>beeld:<br />
- ontwikkelingen rond het MEC<br />
- nadere informatie over komende<br />
cursussen<br />
- waarschuwing dat een lezing niet<br />
doorgaat.<br />
Lezing-alert<br />
Herinnering aan een komende lezing,<br />
enkele dagen <strong>voor</strong>afgaand aan de lezing.<br />
Eventueel met nadere informatie, in<br />
aanvulling op die in <strong>Dubbelloof</strong>.<br />
Excursie-alert<br />
Herinnering aan een komende excursie.<br />
De leden van onze afdeling waarvan we<br />
het e-mailadres kennen zijn hierover al<br />
geïnformeerd. Heeft dat u niet bereikt<br />
en wilt u ook de afdelingsberichten<br />
ontvangen, dan kunt u zich aanmelden<br />
door een e-mail te sturen naar<br />
ledenadministrateur@eindhoven.knnv.nl<br />
onder vermelding van uw naam en welke<br />
soorten berichten u wilt ontvangen:<br />
Algemene, Lezingen en/of Excursies.<br />
Opmerkingen<br />
E-mailadressen worden door ons<br />
uitsluitend binnen onze afdeling<br />
gebruikt en niet doorgegeven aan<br />
anderen, zelfs niet aan de landelijke<br />
<strong>KNNV</strong>.<br />
Bij verzending van berichten zullen<br />
de geadresseerden een "blinde<br />
kopie" ontvangen, zodat hun<br />
privacy beschermd wordt.<br />
Bij elk bericht zal vermeld worden<br />
hoe men zich kan afmelden <strong>voor</strong><br />
toekomstige toezending.<br />
Na afmelding is het altijd mogelijk<br />
zich later opnieuw aan te melden<br />
<strong>voor</strong> een of meer soorten berichten.<br />
Naamgeving verenigingsblad<br />
Annemieke<br />
van Vucht<br />
Op de algemene ledenvergadering op<br />
donderdag 21 maart jl. is er met een zeer<br />
ruime meerderheid <strong>voor</strong> gekozen om de<br />
naam van ons verenigingsblad terug te<br />
veranderen in De Venkraai.<br />
Om praktische redenen heet deze editie<br />
nog <strong>Dubbelloof</strong> en zal het eerstvolgende<br />
nummer na de zomervakantie weer<br />
De Venkraai gaan heten.<br />
2
Wijzigingen ledenbestand 4-2-<strong>2013</strong> t/m 7-5-<strong>2013</strong><br />
Henk<br />
van der Gaag<br />
Overleden<br />
Mw. M.A. Rozendal-Verbist<br />
Nieuw<br />
Mw. H.W.L. van Ginkel<br />
Mw. A. Kleijn<br />
Mw. M.A. Lagcher<br />
Mw. M.J. Terpstra<br />
Geen lid meer per 01-05-<strong>2013</strong><br />
Mw. Th.A.J. Dölle<br />
Mw. I. Dorgelo-Plaggenborg<br />
Mw. G.P.M. Gevers-Habraken<br />
Mw. C. Simons<br />
Geen lid meer per 01-01-2014<br />
Dhr. W.G. van Hoorn<br />
Mw. W.M.H. Raaphorst<br />
Stuur wijzigingen naar onze ledenadministrateur (ledenadministrateur@eindhoven.knnv.nl)<br />
<strong>KNNV</strong>-Nieuwsbrief<br />
Henk<br />
van der Gaag<br />
Sinds kort is er een landelijke digitale<br />
<strong>KNNV</strong>-nieuwsbrief beschikbaar. Deze is<br />
een snelle en actuele aanvulling op het<br />
verenigingsnieuws in Natura, dus bestemd<br />
<strong>voor</strong> alle leden van en belangstellenden in<br />
de <strong>KNNV</strong>. De nieuwsbrief zal zes tot tien<br />
keer per jaar verschijnen.<br />
Het bureau <strong>KNNV</strong> heeft de 1 e nieuwsbrief<br />
inmiddels verstuurd aan alle <strong>KNNV</strong>-leden<br />
waarvan het e-mailadres in de landelijke<br />
ledenadministratie is ingevoerd. Het is dus<br />
mogelijk dat u deze nieuwsbrief al ontvangen<br />
heeft. Maar veel van onze afdelingsleden<br />
zullen hem nog niet ontvangen hebben<br />
omdat het afdelingsbestuur de e-mailadressen<br />
van onze leden alleen gebruikt <strong>voor</strong><br />
communicatie binnen de afdeling en deze<br />
niet aan derden doorgeeft, ook niet aan de<br />
landelijke <strong>KNNV</strong>.<br />
Wel hebben we een bericht over deze<br />
<strong>KNNV</strong>-Nieuwsbrief en hoe men zich aan<br />
kan melden gestuurd naar de leden van onze<br />
afdeling waarvan we het e-mailadres kennen.<br />
Heeft u dat niet ontvangen, dan kan u zich<br />
aanmelden via de <strong>KNNV</strong>-website:<br />
http://www5.knnv.nl/knnv-portaal/<br />
aanmelden-<strong>voor</strong>-de-digitale-nieuwsbrief.<br />
Nog enkele opmerkingen<br />
Onderaan elke nieuwsbrief wordt altijd de<br />
mogelijkheid geboden om u af te melden.<br />
Voor het beheren van de e-mailadressen<br />
van de abonnees op de nieuwsbrief<br />
gebruikt het bureau <strong>KNNV</strong> een externe<br />
dienst. Als u zich aanmeldt komt uw<br />
e-mailadres dus ook bij die dienst terecht.<br />
Als u vreest dat deze dienst uw e-mailadres<br />
weleens minder vertrouwelijk zou kunnen<br />
behandelen dan van zo'n dienst verwacht<br />
mag worden, dan kan u natuurlijk een <strong>voor</strong><br />
u minder belangrijk e-mailadres opgeven,<br />
een adres dat u kan opheffen als er ooit<br />
problemen mee ontstaan. Uw<br />
internetprovider zal u waarschijnlijk wel<br />
de mogelijkheid bieden om meerdere<br />
e-mailadressen (en aliassen) aan te houden.<br />
Bij gebruikers van Gmail kan het<br />
<strong>voor</strong>komen dat de nieuwsbrief in de<br />
Spammap belandt. U kunt in dat geval<br />
zelf aangeven dat het geen spam is.<br />
3
Excursies <strong>KNNV</strong><br />
Voor alle excursies geldt:<br />
Laat het de excursieleider weten als je mee wilt gaan. Een kleine wijziging is altijd<br />
mogelijk en vervoer kan aangepast worden aan de deelnemers.<br />
Zorg <strong>voor</strong> proviand – eten en drinken.<br />
Neem regenkleding mee, evt. laarzen.<br />
En natuurlijk…. een veldkijker, een loepje, je favoriete boek om iets in op te zoeken.<br />
Bij colonne rijden let de chauffeur altijd op degenen die volgen, dit om elkaar niet<br />
uit het oog te verliezen.<br />
De chauffeur kan de route ontvangen van, of vragen aan de excursieleider.<br />
Iedereen is ook van harte welkom.<br />
Het mag duidelijk zijn dat het <strong>KNNV</strong>-principe is: We leren van en ontdekken met<br />
elkaar, ieder brengt het hare of zijne in.<br />
Zondag<br />
2 juni<br />
Zaterdag<br />
15 juni<br />
Excursie naar de Strabrechtse heide<br />
Thema: Algemeen en insecten<br />
Leiding: Karin Albers<br />
Duur:<br />
Start::<br />
6 uur<br />
9:30 uur Gerardusplein;<br />
9:45 uur Carpoolplaats Heeze<br />
(A67, Afrit 34).<br />
De bekende Strabrechtse heide heeft met<br />
de brand van enkele jaren geleden en met<br />
stuifzandherstelmaatregelen die hier vorig<br />
jaar op zijn gevolgd, <strong>voor</strong> een deel een<br />
facelift ondergaan. Ik wil langs vennen<br />
wandelen om libellen te kijken, maar ook<br />
kijken hoe het landschap zich verder<br />
ontwikkelt onder invloed van de brand<br />
Excursie naar de Mechelse Heide<br />
(Maasmechelen)<br />
Thema: Vogels, landschap, e.v.<br />
Leiding: Carla van Moorsel,<br />
Duur:<br />
Start:<br />
Inclusief reistijd ¾ dag<br />
9:00 uur, Gerardusplein,<br />
Eindhoven<br />
De Mechelse Heide is het wandelgebied bij<br />
uitstek in het Nationaal Park Hoge<br />
Kempen. De wandelingen brengen de<br />
bezoeker naar de hoogste punten van de<br />
Hoge Kempen met vergezichten tot ver in<br />
Duitsland. Af en toe moet er flink geklommen<br />
worden en bezoek je de mooiste<br />
heidegebieden van de Hoge Kempen<br />
(Mechelse Heide en Kikbeekbron). Alle<br />
wandelingen liggen volledig binnen het<br />
en alle maatregelen. We gaan dus een flinke<br />
boog lopen en zullen een groot deel van<br />
het gebied doorkruisen.<br />
Meld je aan bij Karin als je mee gaat op<br />
(spreek ook gerust het antwoordapparaat in):<br />
Voor laatkomers of kwijtrakers, bel haar<br />
GSM om ons terug te vinden. Mensen uit<br />
omgeving Eindhoven kunnen op het<br />
Gerardusplein verzamelen, mensen uit<br />
andere richtingen om 9:45 uur op de<br />
Carpoolplaats bij afslag Geldrop/Heeze<br />
(A67), daar zal Karin ook staan.<br />
Nationaal Park. De heide is de leefomgeving<br />
van typische heidevogels zoals wulp,<br />
boomleeuwerik en nachtzwaluw.<br />
Struikheide, dopheide en rode dopheide<br />
kleuren in augustus en september honderden<br />
hectares van de Hoge Kempen paars.<br />
De zuidelijk georiënteerde hellingen en de<br />
grote afwisseling in biotopen maken de<br />
Hoge Kempen dan weer tot een belangrijk<br />
leefgebied van warmteminnende insecten<br />
zoals blauwvleugelsprinkhaan en<br />
koninginnenpage.<br />
Op de meest zonnige plaatsen voelt de<br />
totaal ongevaarlijke gladde slang zich thuis.<br />
Samen met de heikikker, rugstreeppad en de<br />
levendbarende hagedis, maakt dit de Hoge<br />
Kempen een <strong>voor</strong> Vlaanderen belangrijk<br />
gebied <strong>voor</strong> amfibieën en reptielen.<br />
4
Donderdag<br />
27 juni<br />
Zaterdag<br />
20 juli<br />
Zondag<br />
25 aug<br />
Excursie naar het Tongelreepdal bij<br />
de Drie Bruggen in het Leenderbos<br />
Thema: Vlinders en libellen<br />
Leiding: Trudy Vos<br />
Duur:<br />
Start:<br />
Driekwart dag<br />
9:00 uur, Gerardusplein,<br />
Eindhoven.<br />
We gaan naar het Tongelreepdal bij<br />
de Drie Bruggen in het Leenderbos.<br />
Misschien is de Phegeavlinder weer<br />
massaal aanwezig. Dat zou fijn zijn.<br />
Het is een dagactieve nachtvlinder, die<br />
bloemen bezoekt. Als het weer een<br />
beetje meezit, zullen we ze zeker kunnen<br />
bewonderen. Ook kijken we naar andere<br />
vlinders, libellen, insecten, planten en naar<br />
alles wat onze belangstelling heeft.<br />
Excursie in het Dommeldal bij<br />
Borkel en Schaft<br />
Leiding: Leden van de insectenwerkgroep<br />
Thema: Bijzondere wantsen en andere<br />
insecten<br />
Leiding: Peter van Rooij<br />
Start: 10:00 uur, <strong>voor</strong> café De Zwaan,<br />
naast de kerk van Borkel en Schaft<br />
Excursie naar de Plateaux<br />
Thema: Al wat we tegenkomen<br />
Leiding: Peter Zomer<br />
Duur:<br />
Start:<br />
Tot ca. 15:30 uur<br />
9:00 uur, Gerardusplein,<br />
Eindhoven<br />
De Plateaux tussen Valkenswaard en<br />
Lommel, precies op de grens van<br />
Nederland en België, is het hele jaar<br />
door een mooie bestemming <strong>voor</strong> een<br />
wandeling of excursie. Eind augustus zijn<br />
de omstandigheden ideaal <strong>voor</strong> het<br />
waarnemen van libellen.<br />
De Tongelreep vormt de westgrens van het<br />
Leenderbos. Bij de Achelse Kluis komt ze<br />
ons land binnen en nog <strong>voor</strong> Valkenswaard<br />
komt ze aan bij de Drie Bruggen, waar onze<br />
Tongelreepdal wandeling start.<br />
De bruggen gaan over de Tongelreep, een<br />
zijarm ervan, en een irrigatiesloot van<br />
Valkenhorst (‘den Baron zunne sloot’,<br />
verbasterd tot Bronzen sloot).<br />
Het Tongelreepdal bestaat <strong>voor</strong>al uit wilgenen<br />
populierenbos. Maar de wandeling gaat<br />
ook naar de visvijvers en langs het veengebied<br />
Laagveld. Het is een erg aantrekkelijke<br />
en zeer gevarieerde wandeling.<br />
Deze, <strong>voor</strong> ‘gewone’ leden wel bijzondere<br />
excursie van de insectenwerkgroep, is toch<br />
echt wel een aanrader!<br />
Zo kunnen we de zeldzame Kempense<br />
heidelibel waarnemen, de Venglazenmaker,<br />
de beekoeverlibel, de tengere grasjuffer en<br />
de bandheidelibel. Maar ook vlinders en<br />
trekvogels: Heideblauwtje, Bruine<br />
Metaalvlinder, Beervlinders; en qua vogels<br />
Witgat, Bosruiter, en trekkende roofvogels.<br />
Succes <strong>voor</strong> wat betreft al deze soorten is<br />
natuurlijk niet gegarandeerd; maar wel<br />
gegarandeerd een mooie excursie<br />
Voorbericht!<br />
Zondag<br />
8 sept<br />
Wandelen in de Ardennen, o.l.v. José Walthuis en Sjef Ernes.<br />
De wandeling zal iets minder zwaar zijn dan die van verleden jaar: Ninglingspo,<br />
de bergbeek. Toen toch bleken enkele deelnemers er genoeg aan te hebben!<br />
5
Excursies Vogelwerkgroep<br />
Datum Gebied Plaats en tijd vertrek Contactpersoon<br />
Di 21 mei Zouweboezem Venbergsemolen 9:00 uur Carla<br />
Zo 26 mei Kaldenbroek, Gerardusplein 8:30 uur Wil<br />
Maasmeander<br />
in ontwikkeling<br />
Avondexcursie<br />
Wo 12 juni Achelse Kluis Gerardusplein 20:00 uur Carla<br />
(Nachtzwaluw)<br />
Contactpersoon<br />
Carla<br />
Martien<br />
Riki<br />
Wil<br />
Uitnodiging Hydrobiologische Werkgroep<br />
Wie eens een activiteit wil meemaken met de Hydrobiologische Werkgroep is van harte<br />
welkom op de volgende data:<br />
Za 15 juni<br />
Wo 18 sept<br />
Wo 2 okt<br />
Wo 16 okt<br />
Excursie Valkenswaard o.l.v. Joost van de Sande<br />
Eigen watermonsters<br />
Eigen watermonsters<br />
Paddenstoelen - Harrie Steeghs<br />
Inlichtingen: Joost van de Sande<br />
Turnhouts Vennengebied<br />
Excursie op zaterdag 13 april <strong>2013</strong><br />
Jolanda Paree<br />
6<br />
Met zijn negenen reden we naar Turnhout,<br />
waar we werden verwelkomd door Achilles<br />
Cools en zijn vrouw Brénine. Achilles<br />
begon de excursie met te vertellen over de<br />
ligging van het gebied. Een hoger gelegen<br />
(zand)rug met leem die de twee rivieren<br />
Schelde en Maas doet splitsen. Het gebied<br />
werd vroeger in Turnhout Het Noorden<br />
genoemd. Het woord De Zwette (= de<br />
grens), zwet water komt terug in de<br />
verbastering Zwart water.<br />
Het is een mooi en open gebied, een<br />
mengeling van landbouwgronden en natuur<br />
beheergebieden, met veel verspreid liggende<br />
vennen, dus ideaal <strong>voor</strong> de weidevogels.<br />
Het was de eerste echte lentedag van het<br />
jaar na een winter die maar duurde en<br />
duurde.<br />
Bij het eerste ven zagen we kleine plevieren<br />
baltsen. De paartjes voerden lange, lage,<br />
sierlijke vluchten uit. Kleine plevieren<br />
hebben een mooie gele ring rond het oog.<br />
Ze zitten langs de waterkant en komen <strong>voor</strong><br />
bij zoet water.<br />
Vogels dragen in deze tijd van het jaar hun<br />
schoonste, bontste verenkleed en ze zijn<br />
goed zichtbaar vanwege het nog ontbrekende<br />
groen.<br />
Toen kwamen we bij de grutto’s. De grutto<br />
is een heel levendige, aanwezige vogel. Hij<br />
roept in zijn vlucht zijn eigen naam, zoals<br />
ook de kieviten en de wulpen doen. We<br />
zagen veel baltsvluchten van grutto’s, een<br />
‘verwaaide’ vlucht waarbij de vleugels alle<br />
kanten op lijken te waaien.<br />
Zo kan de vogel zijn mooie zwart-witte<br />
tekening van de vleugel goed laten zien.
Achilles noemde de grutto onze nationale<br />
vogel vanwege zijn oranje gekleurde borst<br />
en snavel. We zagen een knaloranje grutto<br />
zitten naast een exemplaar nog steeds in<br />
zijn grijzige winterkleed.<br />
tussen het kale struikgewas. Hommels<br />
zoemden en we hoorden allerlei trekvogels<br />
weer <strong>voor</strong> de eerste keer dit jaar: De<br />
boompieper, boomleeuwerik, tapuit en<br />
roodborsttapuit.<br />
De wulpen zijn een wat bescheidener type.<br />
Lang hebben we een paartje bestudeerd<br />
waarvan we meenden dat het de<br />
regenwulpen waren die steeds te horen<br />
waren. De regenwulp heeft een duidelijk<br />
kortere snavel dan de kenmerkende kromme<br />
snavel van de wulp. De tekening van de kop<br />
bleef wat onduidelijk.<br />
Naast de baltsende kieviten waren ook de<br />
scholeksters aanwezig. De volksnaam van<br />
de scholekster is Bonte Piet, vanwege het<br />
roepen van de eigen naam ..de piet-de pietnog<br />
niet… en zijn (ook al oranje) gekleurde<br />
snavel en oog.<br />
Omdat de wind nogal koud was hebben we<br />
onze meegebrachte lunch opgegeten in een<br />
cafeetje onderweg, dat kan nog in België.<br />
De cafébaas stond er zelfs op om ons op<br />
de foto te zetten.<br />
Verder lopend kwamen we klein hoefblad<br />
tegen en het zachte geel van de rijkbloeiende<br />
wilgenkatjes viel op. Ook zagen we het<br />
eerste citroentje vliegen en dotterbloemen<br />
Toen de zon wat meer doorbrak liet de fitis<br />
zich goed horen van alle kanten, ook de<br />
tjiftjaf. De eerste boerenzwaluwen, ja meer<br />
dan één, vlogen over de akkers. In de<br />
grasvelden zagen we wolken graspiepers<br />
opvliegen en erboven een torenvalk hangen.<br />
Op de landbouwpercelen ganzen: brandgans,<br />
Canadese gans, Grauwe gans en<br />
bergeenden. Er zijn enkele uitkijktorens in<br />
het gebied waar je de eenden goed kon zien.<br />
De smienten en de wintertaling, een<br />
wintergast en tevens broedvogel<br />
in het gebied. Ook de pijlstaart in zijn<br />
elegante kleed. Beneden de toren in het ven<br />
dreven twee parende padden.<br />
Er zaten blauwborsten op de paaltjes bij<br />
braamstruiken langs het ven. Het vogeltje<br />
zat liever in de braamstruik dan op het<br />
paaltje, maar we hebben hem goed kunnen<br />
zien.<br />
Verder wil ik de zwartkop nog noemen.<br />
Een paartje had elkaar gevonden in een<br />
wilgenstruik. We zagen goed het verschil<br />
tussen het mannetje met zwarte pet en het<br />
bruinoranje petje van het vrouwtje.<br />
Teruglopend waren de grutto’s niet op hun<br />
vaste stek waar zij terugkeren na een<br />
middagdutje te doen op Zwartwater om<br />
13:30 uur. Wel zagen we klein hoefblad<br />
werkelijk de grond uitgroeien en aan de<br />
bosrand stonden drie reeën. Zichtbaar moe<br />
na de lange winter met magere gestalte en<br />
mottige vacht maar ze hadden het overleefd<br />
en de lente was echt begonnen.<br />
Dankjewel, Achilles, <strong>voor</strong> deze mooie,<br />
gezellige dag.<br />
7
Naar Tholen met Wil Busink<br />
Excursie op zondag 28 april<br />
Jolanda Paree<br />
Ergens na afslag 30 - Bergen op Zoom<br />
rijden wij de eerste dijk op. We zitten bij<br />
de Hogerwaardpolder.<br />
Het Noord Brabants Landschap heeft hier<br />
de inlagen uitgegraven. Een vlak landschap.<br />
Er zijn graspiepers en veldleeuweriken<br />
zingen en hangen in de lucht. Een veldleeuwerik<br />
zit niet op paaltjes, hij zit op de<br />
grond. Dus zit daar de graspieper op dat<br />
paaltje. We zullen het vogeltje de gehele dag<br />
tegenkomen. Ze hebben leuke streepjes en<br />
maken vrolijke buitelingen niet erg hoog<br />
boven het gras. Bij de waterplassen zien<br />
we groenpootruiters, kluten en tureluurs.<br />
De tureluur heeft een oranje snavel met een<br />
zwarte punt. Ze hebben erg lange oranje<br />
stelten met knieën die naar binnen knikken.<br />
Boven het landschap hebben we de<br />
boomvalk in een lange vlucht in de kijker.<br />
Zijn roestrode broek is goed zichtbaar in<br />
het heldere licht van deze zonnige dag.<br />
Op houten paaltjes zitten tapuiten en her<br />
en der komen we gele kwikstaarten tegen,<br />
foeragerend in de drassige grond met soms<br />
een felgeel exemplaar.<br />
We lopen naar een grote rietkraag. Twee<br />
rietgorsmannetjes zijn bezig om de beste<br />
plek te veroveren. Ze hebben het te druk<br />
met elkaar om zich om ons te bekommeren.<br />
We horen de rietzanger, kleine karekiet,<br />
sprinkhaanzanger èn de koekoek in de verte.<br />
We rijden verder langs de Oesterdam en<br />
merken meteen de zilte lucht op als we<br />
uitstappen. Het is eb en <strong>voor</strong> ons ligt een<br />
grote moddervlakte. Mensen graven naar<br />
zagers en pieren. We horen de<br />
zilvermeeuwen met hun karakteristieke<br />
geluid. We zijn aan zee en zien een feest aan<br />
strandvogels. Wulpen, tureluurs, kluten,<br />
scholeksters, meeuwen en groenpootruiters<br />
met een iets opwippende snavel. De<br />
lepelaars zijn wat ons betreft te opvallend<br />
geringd. Verder rijden we, Tholen op, maar<br />
stappen eerst uit bij de Bergse Diepsluis.<br />
Daar wordt water in het gebied gepompt.<br />
Er zijn veel kluten.<br />
Een visdiefje biedt zijn vrouwtje een visje<br />
aan, rondcirkelend in de hemel.<br />
Een paartje grauwe gans heeft als eerste een<br />
kuiken. Grutto’s, tureluurs en zwarte ruiters.<br />
Een grote vlucht rotganzen komt<br />
binnenvliegen. De rotgans heeft een wit<br />
halskoordje en een witte broek. Hun geluid<br />
is heel diep roet-roet-roet of rot-rot-rot,<br />
vandaar zijn naam.<br />
Er is een kokmeeuwenkolonie op deze<br />
zandplaten met slordige nesten van dikke<br />
takken. Hun luide kreten vullen hier de<br />
lucht en ze zijn druk bezig met het maken<br />
van nieuwe kokmeeuwtjes. Rijdend over de<br />
kronkelige dijkjes van Tholen langs de<br />
Oosterschelde komen we in de Scherpenissepolder.<br />
Alleen van 1 juli tot 1 oktober<br />
kun je het gebied in. Het valt op dat het<br />
windstil is in Zeeland en de windmolens<br />
zwijgen. We eindigen onze tocht bij<br />
Gorishoek met hoogtepunten van de dag.<br />
Op het water van de inlaag zit een rijtje<br />
bonte strandlopers, zij hebben een zwarte<br />
buikband die je gemakkelijk <strong>voor</strong> een<br />
schaduw zou kunnen houden.<br />
Ook zilverplevieren op een rijtje, met alleen<br />
de <strong>voor</strong>ste van de rij al in het baltskleed met<br />
het zwarte masker en een zwarte buik. We<br />
staan op de waterkering en kunnen over de<br />
Oosterschelde helemaal naar de overkant<br />
kijken, zo helder is de dag. Daar ligt Yerseke<br />
waar je met een pontje naar toe kunt. In een<br />
bremstruik onder aan de dijk zingt een<br />
grasmus. We krijgen hem heel goed in de<br />
‘toeter’, dat is het <strong>KNNV</strong>-jargon <strong>voor</strong> de<br />
kijker. De grasmus zit <strong>voor</strong> ons te zingen<br />
terwijl wij hem bestuderen. Hoe kan zoveel<br />
eenvoud van gras en mus, zó mooi en apart<br />
zijn met zijn hoge <strong>voor</strong>hoofd.<br />
Tot slot een niet-geringde lepelaar in<br />
prachtkleed waar alle toeters op gericht<br />
worden. Het witte kleed met de zachtgele<br />
kuif en borstvlek en de zwarte ribbelige<br />
snavel met een grote oranje stip en zwarte<br />
poten. Wat is het hier toch mooi.<br />
8
Op weg naar de goudgele maan<br />
Gerard<br />
Compiet<br />
Half april met de hele dag lang een gure<br />
noordwestenwind. ‘k Loop inmiddels tussen<br />
de allerlaatste, verspreid staande bomen door<br />
en dan ligt het bosgebied achter me. Recht<br />
<strong>voor</strong> me nu ‘n grasland met een poel<br />
boordevol water. Wat verderop een maisstoppelveld.<br />
Ik besluit hier, met het bos in<br />
mijn rug en met uitzicht over het vlakke<br />
land, het vallen van de avond af te wachten.<br />
Na enige tijd de eerste bezoeker. Een haas<br />
laveiend op het grasland. De zwarte<br />
bovenranden van zijn oren beweeglijk boven<br />
de grassprieten uitstekend. Dan een hele tijd<br />
niets. Het is moeilijk na zo’n lange dag de<br />
aandacht niet te laten verslappen. Maar<br />
uiteindelijk opeens twee schimmen. Racend<br />
over de maisstoppels mekaar herriënd<br />
achterna zittend. Reebokken, door hun<br />
schutkleur bijna onzichtbaar. Vanuit het bos<br />
achter me nog de late zang van een aantal<br />
vogels als fitis, tjiftjaf, koolmees, vink en<br />
roodborst. Nu de avond valt, is de wind wat<br />
gaan liggen. Het lijkt minder koud. De poel<br />
is inmiddels een lichte vlek in de invallende<br />
duisternis. Onder luid gespetter landen er<br />
een paar eendjes. Aan hun ‘kriek, kriek’ te<br />
oordelen, wintertalingen. Even later zie ik ze<br />
ronddobberen. Twee kleine, donkere<br />
beeldjes, als op een spiegel.<br />
Als ik na een tijdje mijn ogen van de poel<br />
afwend, ontwaar ik verderop naar links<br />
opnieuw twee reeën. Uit het halfduister van<br />
de naderende nacht onmerkbaar dichterbij<br />
gekomen. Grazend, verlopend en opnieuw<br />
grazend. Rustig en ingetogen als de<br />
naderende nacht zelf. Het is nu praktisch<br />
helemaal donker. Achter me zingen alleen<br />
nog fitis en roodborst. Maar na een tijdje<br />
houdt ook de fitis het <strong>voor</strong> gezien. Slechts<br />
de zang van de roodborst parelt nu nog<br />
door het overigens stille bos. En net als hij<br />
als laatste stopt en ik hem wil uitroepen tot<br />
zanger van de dag (of van de avond, liever<br />
gezegd), moet hij de eer aan de zanglijster<br />
laten. Deze begint namelijk nu pas, zo<br />
maar vanuit het niets, aldoor zijn motief<br />
herhalend. En als hij tenslotte stopt is het<br />
stil, volkomen stil. Echter niet <strong>voor</strong> lang,<br />
want nu schijnen opeens allerlei muizen tot<br />
leven te komen. Overal om me heen<br />
ritselen ze over eikenbladeren, vliegen<br />
soms zelfs als bezetenen in het rond.<br />
Intussen links van me, de volle maan.<br />
Te <strong>voor</strong>schijn gekomen vanachter wat<br />
wolkenflarden. Schijnend tussen enkele<br />
bomen door die in het gedempte licht<br />
somber, donker, ja welhaast droefgeestig<br />
oprijzen. Daaronder de overjarige en<br />
verdorde smelenvegetatie. Licht<br />
beschenen, bleekgeel oplichtend en in<br />
schril contrast met de donkere, zwaarmoedige<br />
stammen erboven. Nieuwe<br />
wolkenflarden drijven <strong>voor</strong>, maar de maan<br />
laat zich niet toestoppen.<br />
Dit wordt een schitterende nacht. Ik ga<br />
niet naar huis. Althans <strong>voor</strong>lopig niet.<br />
Voor me een pad langs het bos, zwak<br />
oplichtend in de maneschijn. De weg naar<br />
de maan! Ik ga op weg naar de goudgele<br />
maan! Samen met een egel die <strong>voor</strong>t<br />
schuifelt langs mijn pad. Met een eend die<br />
plotseling uit het niets opvliegt en de nacht<br />
vult met haar luide gekwaak. En niet te<br />
vergeten met overal, overal om me heen<br />
muizen, ritselend over en tussen dorre<br />
bladeren. Intussen vegen onzichtbare<br />
takken door mijn gezicht en dringen<br />
vanuit het bos allerlei geuren door,<br />
niet te definiëren <strong>voor</strong>jaarsgeuren.<br />
Ik loop verder, als in trance. Totdat ik<br />
hardhandig tot de werkelijkheid terugkeer:<br />
Een fazant die onder hels kabaal in deze<br />
zo stille nacht uit zijn slaapboom opvliegt<br />
en zich vervolgens na veel onhandig<br />
gefladder neerzet in een nieuwe boom.<br />
Dan na enige tijd, zo maar midden in het<br />
bosgebied, enkele akkers. De grond losjes<br />
9
omgewoeld en geurend naar <strong>voor</strong>jaar. Het is<br />
nu immers de tijd van bemesten en land<br />
bewerken. Boerenwerktuigen op weg van en<br />
naar de akkerlandjes hebben diepe sporen<br />
achtergelaten op het pad waarover ik loop.<br />
Het is daarom uitkijken geblazen. Vanaf een<br />
akker weerklinkt het onderdrukt en gedempt<br />
roepen van enkele kieviten, totdat er een<br />
zelfs helemaal uit zijn bol gaat. Luid baltsend<br />
met zwoegende vleugels buitelt hij in het<br />
heldere maantje boven zijn donkere akker.<br />
Het pad voert me nu weer het bos in.<br />
De hinderlijke wagensporen liggen achter<br />
me. Ik loop over een tapijt van gras en mos.<br />
De bomen links en rechts van me reiken<br />
elkaar boven mijn hoofd de hand.<br />
Ik loop en blijf lopen. Over flauw<br />
beschenen paden. Soms breed dan weer<br />
smal. Sla nu eens links- en dan weer<br />
rechtsaf. Dwaal opnieuw het hele<br />
bosgebied door. Mijn ogen knipperen<br />
tegen het verrassend heldere maantje, dat<br />
nu weer recht <strong>voor</strong> me staat. En dan<br />
opeens, links van me het beverige ‘hoehoe-oe-oe-<br />
oe-oe-oe-oe-oe’ van een bosuil.<br />
Ik probeer hem nog in het vizier te krijgen,<br />
maar dat lukt jammerlijk niet. Even later,<br />
nu van wat verder weg, opnieuw het<br />
langgerekte ‘hoe-hoe-oe-oe- oe-oe-oe-oeoe’.<br />
‘Ik heb het nakijken’, denk ik nog.<br />
Maar dan hoor ik hem weer verrassend<br />
dichtbij. De bosuil en ik, dolend door deze<br />
maanovergoten wereld.<br />
Uiteindelijk kom ik aan de rand van het<br />
bos. Ver weg priemen enkele lampen door<br />
de duisternis. Daar zitten de mensen<br />
kneuterig in hun huizen. Ik ga op een<br />
picknickbank zitten, die ik op dit nachtelijk<br />
uur met niemand hoef te delen. De bank,<br />
het bos, de dieren, alles helemaal <strong>voor</strong> mij.<br />
In deze nacht met het zacht getemperde<br />
licht van een goudgele maan. Dit is mijn<br />
koninkrijk. Ik word een nachtdier. . . . .<br />
Vogels van heide en vennen<br />
10<br />
Jan<br />
Schellekens<br />
De omgeving van Eindhoven is, met<br />
name aan de zuidkant van de stad, rijk<br />
gezegend met heidegebieden die met bos<br />
omzoomd zijn en waarin vaak ook vennen<br />
liggen. Denk daarbij aan de Strabrechtse<br />
Heide met onder meer het Beuven, de<br />
Grote Heide, de Leenderheide met het<br />
Soerendonks Goor, en de Malpie. Ook<br />
wat verder uit de buurt liggen mooie<br />
heidegebieden, zoals de Plateaux en de<br />
Kampina.<br />
Het is boeiend om het vogelleven in<br />
deze gebieden onder de loep te nemen.<br />
De heidegebieden in ons land zijn niet<br />
echt natuurlijk. Ze hebben hun bestaan<br />
te danken aan begrazing door schapen.<br />
Daarmee werd begonnen aan het einde<br />
van de middeleeuwen toen de<br />
toenemende welvaart in de steden een<br />
grote vraag naar wol creëerde. De intensieve<br />
begrazing door de schapenkuddes schiep<br />
een open landschap waarin grassen en<br />
boompjes geen kans kregen. Maar toen de<br />
schapenkuddes verdwenen, ontstond er een<br />
probleem. De heide werd al snel verdrongen<br />
door grassen en opschietende zaailingen van<br />
bomen bij<strong>voor</strong>beeld berken en dennen.<br />
Daarom wordt ze nu opnieuw begraasd<br />
door Schotse Hooglanders, wilde paarden<br />
en kuddes schapen. Soms wordt oude heide<br />
gecontroleerd afgebrand, waarna er jonge<br />
heide <strong>voor</strong> in de plaats komt.<br />
In heidegebieden zijn relatief veel vogels te<br />
zien. Een deel van deze vogels broedt op de<br />
heide, en er zijn ook zomergasten,<br />
doortrekkers en wintergasten. De heide was<br />
vroeger het domein van de wulp, maar<br />
tegenwoordig broeden wulpen <strong>voor</strong>al in
graslanden. Toch zijn er op de heide nog<br />
wel wulpen te zien en te horen. Met zijn<br />
lange omlaag gebogen snavel en zijn<br />
opvallende zang is de wulp een vogel die<br />
niet gauw met een andere soort verward<br />
kan worden. Opmerkelijk is bij deze soort<br />
het verschil in snavellengte tussen de<br />
seksen: het vrouwtje heeft een langere<br />
snavel dan het mannetje.<br />
Typische heidevogels zijn de roodborsttapuit<br />
en de boomleeuwerik. Beide vogels<br />
broeden hier, maar zijn in de<br />
wintermaanden afwezig. De<br />
roodborsttapuit heeft een opvallend<br />
uiterlijk met zwart, wit en rood. Hij zit<br />
vaak op een paaltje of een gageltakje uit te<br />
kijken over de hei en maakt korte vluchten<br />
waarna hij weer op zijn uitkijkpost<br />
terugkeert. De boomleeuwerik kan al in<br />
februari gehoord worden. Hij valt niet op<br />
door zijn verenkleed, maar door zijn zang:<br />
een melodieus lu-lu-lu….<br />
Een andere vogel van de hei (en het<br />
agrarisch gebied) is de veldleeuwerik.<br />
Luidruchtig en onvermoeibaar zingend<br />
hangen de mannetjes op grote hoogte in<br />
de lucht, waarna ze zich, nog steeds<br />
zingend, omlaag laten zakken om bij het<br />
vrouwtje in de buurt te landen.<br />
In maart arriveert ook de boompieper. Zijn<br />
verenkleed is onopvallend bruin gestreept,<br />
maar de vogel is niet schuw en zit vaak<br />
goed zichtbaar boven in een boomtop. De<br />
zangvlucht van een boompieper is erg<br />
karakteristiek. Hij vliegt, al zingend, vanuit<br />
een boom steil omhoog om vervolgens als<br />
een parachute met stijve vleugels en<br />
hangende poten te dalen en in een boom<br />
te landen. Midden op de dag, als alle<br />
andere vogels stil zijn, kan de zang van<br />
boompiepers nog gehoord worden. De<br />
zang bestaat uit een luide triller en eindigt<br />
met een langgerekt tsia, tsia, tsia……<br />
Een algemene broedvogel van de heide is<br />
de graspieper. Hij lijkt in veel opzichten op<br />
de boompieper, maar zit veel meer op de<br />
grond. Ook hij heeft een opvallende<br />
zangvlucht waarbij hij eerst met snelle<br />
vleugelslagen stijgt, om vervolgens met<br />
stijf gehouden vleugels weer te dalen. Zijn<br />
zang is anders dan die van de boompieper.<br />
Op de heide maken we ook kans op de<br />
geelgors. Hij komt <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> in het oosten<br />
van het land, in halfopen landschappen,<br />
zoals licht beboste heide, bosranden en<br />
agrarisch gebied met heggen en houtwallen.<br />
Het mannetje van de geelgors heeft een<br />
heldergele kop en borst. De zang is niet<br />
melodieus, maar heel karakteristiek: tsi-tsi-tsitsi-tsèèèè.<br />
Met wat geluk kunnen we op de hei in het<br />
<strong>voor</strong>jaar ook doortrekkende vogels<br />
aantreffen, zoals de tapuit. Vroeger broedde<br />
de vogel nog in redelijk grote aantallen in<br />
Nederland, maar nu zijn er minder dan 200<br />
broedparen, de meeste in de duingebieden<br />
en een enkel broedpaar op de hei. Tapuiten<br />
zoeken al lopend hun voedsel op de grond.<br />
Ze zijn slachtoffer van toegenomen<br />
recreatie en, meer nog, van een verandering<br />
in het landschap. Lage, open en kruidenrijke<br />
vegetaties in de duinen en in heidegebieden<br />
hebben plaatsgemaakt <strong>voor</strong> hoge gesloten<br />
grasvegetaties of struwelen. Dit is een<br />
gevolg van 'vermesting' en afgenomen<br />
konijnenvraat. Daar komt nog bij dat<br />
tapuiten <strong>voor</strong> hun broedplaats gebruik<br />
maken van konijnenholen. Toen het slechter<br />
ging met het konijn, ging het ook meteen<br />
slechter met de tapuit.<br />
Een vogel die hier zeker vermeld moet<br />
worden is de nachtzwaluw . De naam zegt het<br />
al: het is een vogel die alleen ’s nachts actief<br />
is. Overdag houdt de nachtzwaluw zich<br />
schuil. Zijn verenkleed is zo mooi gestreept<br />
en gevlekt dat hij vrijwel onzichtbaar is.<br />
Vanwege zijn mysterieus nachtelijk leven en<br />
perfecte schutkleur ontbreekt er nog veel<br />
kennis over deze vogel. In de volksmond<br />
werd de nachtzwaluw vroeger geitenmelker<br />
genoemd, omdat men dacht dat de vogel ’s<br />
nachts melk dronk bij schapen en geiten.<br />
Wanneer de schemering begint, komt de<br />
nachtzwaluw tot leven. Hij laat zich kennen<br />
aan zijn roep: errrrrurrrrrurrrrrerr..., een<br />
snorrend geluid dat vanaf grote afstand<br />
hoorbaar is en heel lang aangehouden<br />
wordt. Nachtzwaluwen zijn moeilijk te zien,<br />
omdat ze in het duister samenvallen met de<br />
donkere achtergrond. Soms heb je geluk en<br />
dan zie je hoe de sierlijke vogel met trage<br />
vleugelslagen laag over de hei vliegt, jagend<br />
op nachtvlinders en andere insecten – een<br />
onvergetelijke<br />
11
ervaring. Begin 90'er jaren broedden 450<br />
tot 600 paar nachtzwaluwen in ons land,<br />
<strong>voor</strong>namelijk op de Veluwe en in Noord-<br />
Brabant en Limburg. Sinds het midden<br />
van de jaren '90 is er sprake van een licht<br />
herstel van de populatie: zowel op de<br />
Veluwe als in Brabant namen de aantallen<br />
weer toe, tot 950-1100 paren.<br />
De nachtzwaluw is een zomergast. Hij<br />
overwintert in Afrika en komt in mei naar<br />
Europa om te broeden, maar in september<br />
vertrekt hij alweer.<br />
Dat doet ook de boomvalk, een sierlijke<br />
vogel die in de zomermaanden boven de<br />
hei en de vennen op kleine vogels en<br />
insecten jaagt. In de achtervolging van zijn<br />
prooi maakt hij spectaculaire<br />
duikvluchten. Zonder vaart te minderen<br />
plukt hij zijn prooi uit de lucht. De<br />
boomvalk heeft lange, spitse vleugels en<br />
een vrij lange staart. Anders dan de<br />
torenvalk, die ook op de hei <strong>voor</strong>komt,<br />
heeft hij een donkergrijze kop (met een<br />
duidelijke baardstreep), donkergrijze rug<br />
en staart, en donkergrijze vleugels.<br />
In sommige jaren kunnen we op de hei in<br />
de zomer ook de roodpootvalk aantreffen.<br />
Deze valk broedt hier echter niet. Een<br />
andere zomergast is de zwarte ooievaar. Hij<br />
wordt hier uitsluitend op doortrek gezien,<br />
<strong>voor</strong>al in mei en augustus. De zwarte<br />
ooievaar heeft een zwart verenkleed, op<br />
zijn witte buik na.<br />
In de herfst en in het <strong>voor</strong>jaar is er een<br />
kans om doortrekkende kraanvogels waar te<br />
nemen. Soms strijken ze neer op de<br />
Strabrechtse Heide (het daar gelegen ven<br />
met de naam Kranenmeer geeft aan dat<br />
dat al heel lang zo was), maar meestal<br />
blijven ze dan maar korte tijd aan de grond.<br />
Het zijn schuwe en waakzame vogels die bij<br />
de geringste verstoring al op de wieken<br />
gaan.<br />
In de winter is er op de hei minder te<br />
beleven, maar dan maken we kans op de<br />
klapekster, een <strong>voor</strong>malige broedvogel en nu<br />
in ons land doortrekker en wintervogel in<br />
zeer klein aantal. De klapekster zit vaak<br />
vanaf een open uitkijkpost te loeren naar<br />
prooien. Hij heeft een lichtgrijze kop en rug<br />
en zwarte vleugels en een zwarte staart.<br />
Het meesopvallend is een zwart masker.<br />
De klapekster heeft heel goede ogen.<br />
Daarom werd hij vroeger door valkeniers<br />
gebruikt bij het vangen van valken. Het<br />
nerveuze gedrag van de klapekster kondigde<br />
de komst van een valk (of andere roofvogel)<br />
aan, lang <strong>voor</strong>dat de valkeniers hem konden<br />
waarnemen!<br />
In en rond de heidevennen komen weer<br />
heel andere soorten vogels <strong>voor</strong>. In rietkragen<br />
kunnen we de rietgors zien (die ‘s winters<br />
trouwens een <strong>voor</strong>keur heeft <strong>voor</strong> droge<br />
heide).<br />
Als er veel riet staat, maken we kans op de<br />
bruine kiekendief. Deze roofvogel zoekt, laag<br />
boven het riet, met rustige vleugelslagen,<br />
soms schommelend en draaiend en ook wel<br />
in glijvlucht, zijn jachtgebied af.<br />
Riet is ook het domein van de roerdomp.<br />
Bekend is de ‘paalhouding’ van de<br />
roerdomp, waarmee hij zich met zijn<br />
schutkleur onzichtbaar maakt tussen het<br />
riet. We zullen hem dus niet gauw zien,<br />
maar hij laat zich in het <strong>voor</strong>jaar vaak horen.<br />
Zijn roep is kenmerkend: een diepe lage<br />
bastoon die tot kilometers in de omtrek te<br />
horen is. In een recent uitgegeven boek,<br />
De zintuigen van vogels, beschrijft Tim<br />
Birkhead hoe de roerdomp dit geluid maakt.<br />
Hij gebruikt daar<strong>voor</strong> zijn slokdarm. Die<br />
hapt hij vol met lucht en daarna stoot hij die<br />
lucht er in een reeks schallende boeren weer<br />
uit: whoemp-whoemp-whoemp….<br />
Aan de rand van de vennen maken we<br />
buiten het broedseizoen ook kans op<br />
steltlopers, zoals watersnip, oeverloper, witgat,<br />
bosruiter en groenpootruiter.<br />
12
Daar vind je natuurlijk ook de blauwe reiger,<br />
en ook steeds vaker de grote zilverreiger.<br />
Deze sneeuwwitte reiger is van oorsprong<br />
een vogel uit het mediterrane gebied.<br />
Rond 1990 verschenen de eerste<br />
exemplaren in ons land. Inmiddels is de<br />
Grote Zilverreiger zeker in de winter een<br />
vertrouwde verschijning geworden. De<br />
soort is ook tot broeden gekomen: in<br />
2008 waren er 155 broedparen.<br />
Veel zeldzamer is de visarend, een<br />
doortrekker die op zijn tocht van<br />
Scandinavië naar Afrika een tussenstop<br />
maakt in Nederland. Het Beuven op de<br />
Strabrechtse Heide is een vaste<br />
pleisterplaats.<br />
Op het water van de heidevennen zijn<br />
altijd wel eenden te zien. Veel<br />
<strong>voor</strong>komende eenden zijn wilde eend,<br />
krakeend, en kuifeend. Ook de slobeend, de<br />
tafeleend en de w intertaling zijn tamelijk<br />
algemeen. Dat geldt niet <strong>voor</strong> de<br />
zomertaling. Als je deze prachtige vogel in<br />
je kijker krijgt, mag je echt van<br />
gelukspreken.<br />
Andere bewoners van de heidevennen zijn<br />
de fuut en de dodaars, de kleinste Europese<br />
fuut. Die heeft een gedrongen uiterlijk, en<br />
lijkt geen staart te hebben. Dodaars en<br />
fuut duiken veel en blijven lange tijd<br />
onder water.<br />
Op de vennen in de Malpie broedt de<br />
geoorde fuut, te midden van een kolonie<br />
kokmeeuwen. Dit mooie, kleine fuutje dat<br />
heel vaak onderduikt, heeft <strong>voor</strong>deel van<br />
zijn luid krijsende buren omdat die erg<br />
alert zijn en bescherming bieden tegen<br />
predatoren. Maar <strong>voor</strong> deze strategie<br />
betaalt hij ook een prijs: een deel van zijn<br />
nakomelingschap verdwijnt in de maag van<br />
zijn beschermheren. Dat verlies neemt hij<br />
blijkbaar <strong>voor</strong> lief, want in 65% van de<br />
vennen waar kokmeeuwen broeden,<br />
broeden ook geoorde futen.<br />
De laatste jaren neemt het aantal<br />
broedparen in Nederland toe, van 250 tot<br />
450 paren in recente jaren. Waarschijnlijk<br />
ligt hieraan een minder verheugende<br />
oorzaak ten grondslag, namelijk een afname<br />
van de kwaliteit van de broedgebieden in<br />
Oost-Europa en in het Aziatische deel van<br />
het verspreidingsgebied van de geoorde<br />
fuut.<br />
In moerassige gebieden op de hei komt de<br />
blauwborst <strong>voor</strong>. Het mannetje heeft een<br />
diepblauwe keel en borst. Die wordt op de<br />
buik omzoomd door een smalle zwarte<br />
band met daaronder een brede roestbruine<br />
strook. Je moet de blauwborst wel van<br />
voren zien, want zijn rug, kop en staart zijn<br />
grauwbruin. Het is een genoegen om de<br />
blauwborst te zien en te horen: zijn zang is<br />
melodieus en gevarieerd. De blauwborst<br />
doet het goed: hij is de laatste jaren in aantal<br />
toegenomen.<br />
Op de hei en in de vennen komen nog heel<br />
wat meer vogels <strong>voor</strong> dan hierboven<br />
beschreven zijn. Er leven veel vogels. Voor<br />
een deel zijn dat soorten die er altijd al<br />
‘gewoond’ hebben, maar de heidegebieden<br />
zijn ook steeds meer een toevluchtsoord<br />
geworden <strong>voor</strong> soorten die uit het<br />
agrarische buitengebied verdrongen zijn.<br />
Zoals altijd bij vogels weet je nooit wat je<br />
precies zult tegenkomen. Wie met open<br />
ogen en oren over de hei loopt, zal telkens<br />
weer verrast worden.<br />
Zeker is wel dat een wandeling of fietstocht<br />
in onze Brabantse heidegebieden veel<br />
waarnemingen zal opleveren.<br />
Bronnen<br />
L. Tinbergen, Vogels in hun domein.<br />
Lars Svensson, ANWB Vogelgids van<br />
Europa.<br />
De Vos en Meersman, Vogelzang van<br />
Nederland.<br />
Tim Birkhead, De zintuigen van vogels.<br />
SOVON, Atlas van de Nederlandse vogels.<br />
Websites van Vogelbescherming Nederland,<br />
SOVON en andere natuurorganisaties.<br />
13
De grote gele kwikstaart als broedvogel in<br />
Noord-Brabant in 2012<br />
Janmartin Rahder<br />
Inleiding<br />
Tot aan de eeuwwisseling broedde de grote<br />
gele kwikstaart zeer sporadisch in Noord-<br />
Brabant. Vanaf 2000 nam het aantal<br />
plotseling toe. Sinds 2006 volgt de stichting<br />
Vogels in Brabant de soort op de voet. Een<br />
groot aantal mensen gaat in het <strong>voor</strong>jaar op<br />
pad om territoria van de grote gele kwik op<br />
te sporen. Dit artikel beschrijft de resultaten<br />
van 2012.<br />
De winter van 2012<br />
De winter verliep gemiddeld zacht, maar<br />
eind januari viel de winter abrupt in en<br />
begon een koudegolf van bijna twee weken.<br />
Het kwam zelfs tot zeer strenge vorst en op<br />
3 februari viel er een pak sneeuw dat 10<br />
dagen bleef liggen. Dit betekent dat<br />
overwinterende grote gelen <strong>voor</strong> het vierde<br />
achtereenvolgende jaar een felle koude- en<br />
sneeuwperiode hebben moeten doormaken.<br />
Grote gele op het ijs, febr. 2012, Wijboschbroek<br />
(foto birdphoto.nl)<br />
Resultaten<br />
In 2012 zijn 27 territoria gevonden. Dat zijn<br />
er 6 minder dan in 2011 (-18%). Dit is de<br />
vierde afname op rij. Sinds het hoogtepunt<br />
in 2008 (50 territoria) is in vier jaar tijd de<br />
broedpopulatie in Brabant bijna gehalveerd.<br />
De vorst- en sneeuwrijke winters lijken een<br />
aannemelijke verklaring <strong>voor</strong> deze terugval.<br />
De kaartjes tonen de gevonden territoria<br />
van grote gele kwikstaarten in 2012 en 2011.<br />
Weet dat het hier niet om met zekerheid<br />
vastgestelde broedgevallen gaat; een eenmalige<br />
waarneming tussen 20 april en 20 juni<br />
van een volwassen vogel in geschikt biotoop<br />
leidt tot een territoriumstip.<br />
Waarnemingen na 10 april tellen onder<br />
<strong>voor</strong>waarden ook mee. De criteria zijn<br />
gebaseerd op die van Sovon.<br />
Er lijkt dit jaar wel met meer succes te zijn<br />
gebroed dan in 2011. Op acht locaties zijn<br />
jonge vogels gezien, waarbij op twee plaatsen<br />
zelfs twee broedsels zijn grootgebracht.<br />
Populatieontwikkeling<br />
De grafiek toont het aantal gevonden<br />
territoria in Noord-Brabant. De jaren met<br />
<strong>voor</strong>afgaand een winter met een felle langere<br />
vorstperiode zijn met een * gemarkeerd.<br />
Opvallend is de stormachtige toename in<br />
Noord-Brabant sinds 1999 en de afname,<br />
vanaf het Brabantse topjaar 2008. De sprong<br />
in de grafiek in 2006 is het gevolg van de<br />
vergrote onderzoeksinspanning vanaf dat<br />
jaar.<br />
14
Verspreiding naar regio<br />
De verspreiding van de grote gele kwik in<br />
Noord-Brabant laat zien dat in 2012 de<br />
Kempen zich goed heeft staande weten te<br />
houden als kerngebied, met 59% van alle<br />
Brabantse territoria. De afname is <strong>voor</strong>al toe<br />
te schrijven aan de regio’s Peel en Midden-<br />
Brabant. In deze twee regio’s tezamen nam<br />
het aantal af van 15 naar 8.<br />
GGK-territoria naar regio:<br />
2009 2010 2011 2012<br />
west 2 2 1 1<br />
Midden 10 4 6 4<br />
Noordoost 1 1 2 2<br />
Peel 7 9 9 4<br />
Kempen 27 24 15 16<br />
totaal 47 40 33 27<br />
Beek-, kanaal- erf- en rioolkwikken<br />
De Dommelse beekkwikken zijn afgenomen<br />
van 13 naar 10 paar. Dit jaar waren er 4<br />
watermolens bezet, gelijk aan 2011. Een<br />
flink aantal molen-territoria is dus nog steeds<br />
vacant. Langs de Zuid-Willemsvaart is het<br />
aantal teruggevallen van 9 naar 4.<br />
Rioolkwikken op waterzuiveringen zijn weer<br />
terug op 8, na een dip het jaar daar<strong>voor</strong>. Het<br />
fenomeen ‘erfkwikken’ is in één klap<br />
teruggebracht van zes naar nul. Daarbij is<br />
ook de gehele populatie in het Groene<br />
Woud, ten zuiden van Boxtel, teloor gegaan.<br />
Ontwikkelingen in landelijk perspectief<br />
Ook landelijk is er de laatste jaren sprake van<br />
een afname van het aantal grote gelen. De<br />
daling tussen 2008 en 2011 leidde ook<br />
landelijk gezien tot een halvering. In 2012<br />
deed zich het opvallende verschijnsel <strong>voor</strong><br />
dat de populatie in Twente stabiel bleef en<br />
die in de Achterhoek, <strong>voor</strong> het tweede jaar<br />
op rij, zelfs een lichte stijging liet zien. Dit<br />
terwijl in 2012 in Limburg en Noord-Brabant<br />
sprake was van een verdere afname (med.<br />
Arjan Boele, Sovon). Het gaat hier om<br />
<strong>voor</strong>lopige cijfers.<br />
De vraag is hoe het kan dat de oostelijke<br />
vogels stabiel blijven en de zuidelijke vogels<br />
achteruitgaan. Hebben de twee populaties<br />
een verschillende overwinterings-strategie<br />
Of worden de winterverliezen in oost-<br />
Nederland aangevuld vanuit de Duitse<br />
populatie We weten het (nog) niet.<br />
Nestkasten<br />
Sinds 2008 zijn op veel plaatsen nestkasten<br />
geplaatst, speciaal ontwikkeld <strong>voor</strong> de grote<br />
gele kwikstaart. Dit loopt via het<br />
Coördinatiepunt Landschapsbeheer van<br />
Brabants Landschap (zie: partners).<br />
We willen graag over meer broedgegevens<br />
beschikken, zodat we ook het broedsucces<br />
kunnen volgen. Het is daarom belangrijk dat<br />
alle vrijwilligers die broedkasten hebben<br />
opgehangen de resultaten doorgeven aan het<br />
Coördinatiepunt. Zie onze site <strong>voor</strong> het<br />
adres.<br />
Onderzoek in <strong>2013</strong><br />
Ook in <strong>2013</strong> zal het onderzoek naar de<br />
broedpopulatie van de grote gele kwikstaart<br />
in Noord-Brabant worden <strong>voor</strong>tgezet. Zal<br />
ook dit jaar de vorstperiode zijn tol eisen<br />
Of vinden de kwikstaarten de opwaartse lijn<br />
terug Als je ook wilt meedoen aan dit<br />
onderzoek dan kan je contact met ons<br />
opnemen via onze site grotegelekwik.nl.<br />
Blijf daarnaast losse waarnemingen<br />
doorgeven via waarneming.nl of telmee.nl !<br />
Dankzegging<br />
Zonder de inspanningen van een flink<br />
aantal deelnemers is een dergelijk (vervolg-)<br />
onderzoek niet mogelijk. Onze dank gaat<br />
daarom uit naar alle waarnemers, en in het<br />
bijzonder de regiocoördinatoren Robert<br />
Kastelijn (De Kempen) en Ger van Sant<strong>voor</strong>t<br />
(Peel).<br />
Dank aan: Leo Ballering, Ineke Barten,<br />
Joep Barten, Jappe Beekman, Wil Beeren, Jan<br />
Benoist, Ron Berkhout, Arjen Boele, Harry<br />
van der Borg, Ruud Bouwman, Arno Braam,<br />
Raymond van Breemen, Mario Bullens,<br />
15
Albert van Engeland, Frans van Erve,<br />
Dirk Eykemans, Fiona Franken, Walter van<br />
Gerwen, Gerard van Gool, Piet Gruyters,<br />
Henk van Hak, Toon van Haren, Tom<br />
Heijnen, Frans Hijnen, Cees Janssen, Toon<br />
Kanters, Hans van Kapel, Gijs Kurstjens,<br />
Loet de Lange, Martin van Leest, Jaap van<br />
der Linden, Frans Maas, Riet Meijer,<br />
Antonio Mendoza, Theo Muusse, Jurgen<br />
Nous, Rutger van Ouwerkerk, Jan Peeters,<br />
Wiel Poelmans, Marco Renes, Jeff Samuels,<br />
Mark Scheepens, Jelle Schuurmans, Jankees<br />
Schwiebbe, Henk Sierdsema, Koos Slenders,<br />
Jochem Sloothaak, Jeanne Soetens, Ralph<br />
Sommers, Simon Teerink, Arno Teunissen,<br />
Frans van Tuijl, André Veen, Bart Veenstra,<br />
Wilma Venmans, Marein Verbeek, Saskia<br />
Verberne, Bart Ver<strong>voor</strong>t, Rob Voermans,<br />
Anne-Mark Wijkel; Hisko de Vries en Jan<br />
Wouters.<br />
Verder dank aan allen die hun gegevens<br />
doorgeven via waarneming.nl en telmee.nl<br />
en aan degenen die we helaas vergeten zijn<br />
te noemen!<br />
Vrouwtje met één poot brengt met succes<br />
jongen groot. Sint-Oedenrode, juni 2012<br />
(foto: Jeanne Soetens)<br />
Oproep<br />
Voor het verkrijgen van een zo volledig<br />
mogelijk beeld van het <strong>voor</strong>komen en het<br />
broedsucces in <strong>2013</strong> is het van belang, dat<br />
alle waarnemingen worden doorgegeven. Dat<br />
kan via "telmee.nl" of via "waarneming.nl".<br />
Vragen over het doorgeven van waarnemingen<br />
kunnen ook worden gericht aan<br />
"info@grotegelekwik.nl".<br />
Bronnen<br />
Akker, Peter van den (<strong>2013</strong>), Het<br />
broedseizoen 2012 van IJsvogel en Grote<br />
Gele Kwikstaart in Twente. Eigen rapport.<br />
Boele et al. (<strong>2013</strong>), Broedvogels in<br />
Nederland, 2011. Sovon-rapport <strong>2013</strong>-01.<br />
Nijmegen.<br />
Braam, Arno en Janmartin Rahder (2009),<br />
Geschiedenis van een nieuwkomer: de grote<br />
gele kwikstaart als broedvogel in Brabant in<br />
2006-2008. www.grotegelekwik.nl.<br />
Kwak, R (20<strong>02</strong>), Grote Gele Kwikstaart, pp.<br />
350-351 in: Sovon, Atlas van de Nederlandse<br />
Broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna<br />
5, <strong>KNNV</strong>, Leiden.<br />
Rahder, J en A. Braam (2010), De grote gele<br />
kwikstaart als broedvogel in Noord-Brabant in<br />
2009. www.grotegelekwik.nl.<br />
Rahder, J en A. Braam (2011), De grote gele<br />
kwikstaart als broedvogel in Noord-Brabant in<br />
2010. www.grotegelekwik.nl.<br />
Rahder, J en A. Braam (2012), De grote gele<br />
kwikstaart als broedvogel in Noord-Brabant in<br />
2011. www.grotegelekwik.nl.<br />
Partners<br />
www.brabantsevogels.nl<br />
www.brabantslandschap.nl<br />
www.dommel.nl<br />
www.eco-on-site.nl<br />
www.grotegelekwik.nl<br />
<strong>KNNV</strong>-boeken<br />
Boeken van de <strong>KNNV</strong> Uitgeverij kunnen met ledenkorting en zonder verzendkosten<br />
worden besteld bij Jelle Schuurmans, Monnikenweg 2, 5682 PD Best, 0499 - 399 429,<br />
jelle.schuurmans@antenna.nl<br />
16
<strong>Dubbelloof</strong><br />
<strong>KNNV</strong> Afdeling Eindhoven<br />
IVN Afdeling Eindhoven<br />
Ansbalduslaan 10 B, 5581 CW Waalre