Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1<br />
De seizoenen<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
De herfst en de winter zijn interessante jaargetijden. In de<br />
herfst vindt de bronst van de edelherten plaats. Omdat alleen<br />
afschot van sterk verzwakte dieren plaatsvindt zijn de<br />
dieren weinig schuw. Vanaf de parkeerplaats Praambult aan<br />
de Praamweg zijn de dieren goed te zien.<br />
In de winter komen duizenden brandganzen het terrein<br />
bezoeken. Vanaf zowel de Grote als de Kleine Praambult<br />
kunt u hiervan genieten. Let goed op, want ook vossen zijn<br />
vanaf deze punten goed te zien, evenals de zeearend die, al<br />
dan niet op een kadaver van een edelhert, zich hier regelmatig<br />
ophoudt. Niet alleen vos en zeearend profiteren van<br />
de aanwezigheid van kadavers, maar ook andere, vrijwel<br />
verdwenen vogels als de raaf worden nu weer regelmatig in<br />
de <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong> gezien.<br />
Wat is er te doen<br />
Er zijn twee bezoekerscentra: één in Almere (gereed juli<br />
2009) en één in Lelystad. Vanaf hier kunt u diverse gemarkeerde<br />
wandelroutes door een deel van het gebied volgen.<br />
Bij het centrum van Staatsbosbeheer aan de Knardijk kan<br />
men zich opgeven voor diverse excursies die Staatsbosbeheer<br />
van april tot november organiseert. De excursiemogelijkheden<br />
zijn divers, en variëren van wandelingen naar<br />
de aalscholverkolonie tot excursies naar de burlende edelherten.<br />
Voor meer informatie zie www.staatsbosbeheer.nl<br />
Daarnaast zijn er rondom het gebied in totaal 17 vogelhutten<br />
of uitzichtpunten die uitzicht geven over het gebied. De<br />
afstand die men vanaf de parkeerplaats tot de uitzichtpunten<br />
moet lopen varieert van een paar honderd meter tot één<br />
kilometer. Voor rolstoelgangers zijn 2 observatiehutten toegankelijk.<br />
Er wordt er gewerkt aan nog meer toegankelijkheid<br />
voor rolstoelen.<br />
In de nabije toekomst wordt het nabij gelegen Hollandse<br />
Hout, een bos van 900 ha. verder ontwikkeld en bij de <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong><br />
getrokken. Hierdoor zal het ook voor de<br />
recreant nog aantrekkelijker worden.<br />
Voor meer informatie kan men terecht op de website van<br />
Staatsbosbeheer of het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer<br />
bellen: tel. 0320-254585.<br />
Op de kaart zijn aangegeven:<br />
1. Vogelhut Grauwe Gans<br />
2. Bezoekerscentrum <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong><br />
3. Vogelhut zeearend<br />
4. Uitzichtpunt Grote Praambult<br />
5. Natuur- en Milieueducatie Centrum<br />
6. Jan van den Bosch pad<br />
In het voorjaar zijn de grote groepen ruiende grauwe ganzen,<br />
al dan niet samen met hun jongen (‘pullen’) goed zichtbaar,<br />
zoals vanaf het Jan van den Bosch pad nabij Almere.<br />
Dit is tevens de plek waar de grote zilverreiger, de bruine<br />
kiekendief, de zeearend en andere bijzondere vogels worden<br />
gezien. Door de aanwezigheid van ondiepe poeltjes en<br />
slootjes wemelt het hier in het voor- en najaar van steltlopers<br />
als kluut, groenpootruiter, en pleviertjes. Ook lepelaars<br />
zijn hier altijd te bewonderen.<br />
Colofon<br />
Voor meer informatie over dit gebied en Natura 2000 zie de<br />
website www.knnv.nl/natura2000<br />
Dit project wordt uitgevoerd in het kader van het Programma<br />
Draagkracht Natuur van het Ministerie van Landbouw, Natuur<br />
en Voedselkwaliteit.<br />
Deze brochure is gemaakt in opdracht van de KNNV (www.knnv.<br />
nl), het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg (www.nhgl)<br />
en KNNV Uitgeverij (www.knnvuitgeverij.nl) door drukkerij<br />
ESED (www.esed.nl). Met dank aan RAVON, SOVON, Natuurmonumenten<br />
en Staatsbosbeheer. Kaart Topografische Dienst.<br />
Foto’s: Peter Veen, Saxifraga-Mark Zekhuis, Saxifraga-Jan Cornelis<br />
van der Straaten, Hans Kampf, Saxifraga-Piet Munsterman,<br />
Saxifraga-Edwin Winkel.<br />
De Europese Unie heeft een zeer gevarieerde en rijke natuur<br />
die van grote biologische, esthetische en economische waarde<br />
is. Om deze natuur te behouden heeft de Europese Unie het<br />
initiatief genomen tot Natura 2000. Dit is een samenhangend<br />
netwerk van beschermde natuurgebieden. In Nederland gaat<br />
het om 162 gebieden.<br />
Het doel van Natura 2000 is het behoud en het herstel van de<br />
biodiversiteit (soortenrijkdom) in Europa. De Europese Unie<br />
wil door middel van de Natura 2000 gebieden bedreigde en<br />
waardevolle typen leefgebieden en soorten in stand houden en<br />
zo mogelijk herstellen.<br />
Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de KNNV gebruikt of<br />
gereproduceerd worden.<br />
Het netwerk Natura 2000<br />
<strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong><br />
De <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong> zijn ontstaan bij de drooglegging van<br />
Zuidelijk-Flevoland in 1967. Er bleef een laag water staan in het toen<br />
laagste deel van de polder nabij de <strong>Oostvaarders</strong>dijk. Dit vormde<br />
het beginpunt van de ontwikkeling van een nieuw natuurgebied<br />
in ons land. Om met bioloog Frans Vera te spreken (1988): “Samen<br />
met de slikvlakte eromheen was dat de kiem van een onverwacht<br />
spontane en ongemeen uitbundige uitbarsting van planten- en<br />
dierenleven.”<br />
De <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong> zijn in het verloop van ruim 40 jaren uitgegroeid<br />
tot één van de meest fameuze natuurgebieden in ons<br />
land mede dankzij de ervaringen die daar worden opgedaan met<br />
de grote grazers (runderen, paarden, herten), die daar met elkaar<br />
leven op een zo vrij mogelijke manier. Het gebied fungeerde als<br />
brongebied voor baardmannetjes in de jaren zeventig en tachtig.<br />
Zij kwamen in hoge dichtheden in het moeras tot broeden, en<br />
uitzwermende vogels stichtten in heel Noordwest-Europa nieuwe<br />
vestigingen. In de zomer werd het gebied belangrijk voor ruiende<br />
grauwe ganzen uit Noord- en Oost-Europa. Er vestigden zich grote<br />
aalscholver- en lepelaarkolonies. En als klap op de vuurpijl broedt<br />
de zeearend er vanaf 2006: het gebied is groot en rustig, en er is<br />
voldoende voedsel in de vorm van vis en kadavers. De <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong><br />
heeft de Natura 2000 status gekregen wegens de<br />
unieke combinatie van vogels die er voorkomen.
Natuurwaarden<br />
grote zilverreiger<br />
grauwe gans<br />
Het gebied van de <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong> heeft in die 40 jaren<br />
een successie doorgemaakt van nat slikkengebied tot een<br />
grootschalig moerasgebied. Een grote invloed op de ontwikkelingsprocessen<br />
in de <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong> kregen de grauwe<br />
ganzen. Al in 1970 werden de eerste broedende grauwe<br />
ganzen in de <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong> aangetroffen, waarna de<br />
populatie uitgroeide naar enkele honderden paren. Tegelijkertijd<br />
ontwikkelde het gebied zich tot een internationaal belangrijke<br />
ruiplaats van tienduizenden grauwe ganzen. Door<br />
de ganzenvraat bleven de rietvegetaties zich verjongen. In<br />
dit dynamische landschap van rietvelden en water<strong>plassen</strong><br />
begon al snel een leefgebied voor tal van moerasvogels te<br />
ontstaan. Tegenwoordig herbergt het gebied een groot deel<br />
van de Nederlandse roerdompen en kleine zilverreigers, en<br />
de enige kolonie grote zilverreigers (in sommige jaren ruim<br />
140 paren!). Ook soorten als bruine kiekendief, porseleinhoen,<br />
blauwborst en snor zijn er rela-tief goed vertegenwoordigd.<br />
De kolonies aalscholvers en lepelaars zijn bekend.<br />
Met de komst van de zeearend in 2006 is een toppredator<br />
baardmannetje<br />
in het gebied gekomen die bewijst dat het gebied en zijn<br />
omgeving grote kwaliteiten heeft door de aanwezigheid van<br />
kadavers.<br />
In de trektijd en winter bivakkeren er veel eenden die voor<br />
hun voedsel gebonden zijn aan het open water. Zij grondelen<br />
in het water om voedsel op de bodem te zoeken. Wintertalingen<br />
zijn in sommige jaren in tienduizenden aanwezig,<br />
maar soorten als wilde eend, slobeend, pijlstaart, krakeend<br />
en smient kunnen eveneens talrijk zijn. Duikeenden van het<br />
IJsselmeer gaan in de <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong> vaak rusten. Het<br />
gaat om soorten als nonnetje, kuifeend en tafeleend. Ook<br />
steltlopers als kluut, kievit, grutto en kemphaan verblijven<br />
tijdens de trek voor kortere of langere tijd in het gebied.<br />
Het aantal broedende weidevogels zoals kievit is niet hoog,<br />
maar het broedresultaat ligt op maar liefst 70 – 75 %.<br />
In 1979 is het natte (bekade) deel (3.600 ha) van de <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong><br />
uitgebreid met een droger deel (2.400 ha). In dit<br />
deel werden later edelherten, konikpaarden en heckrunderen<br />
uitgezet met het doel om een grootschalig, jaarrond begrazingssysteem<br />
te ontwikkelen. Ook de vos wordt regelmatig<br />
waargenomen. De grootschalige begrazing heeft geresulteerd<br />
in een open graslandschap. Enerzijds is hierdoor het<br />
aantal aan struiken gebonden vogelsoorten afgenomen, terwijl<br />
anderzijds het gebied uitermate geschikt is geworden<br />
voor vogels als (overwinterende) ganzen, kieviten. Ook is<br />
het een prima jaag- en leefgebied voor roofvogels als de<br />
slechtvalk, de bruine kiekendief en de zeearend geworden.<br />
Beheer en ontwikkeling<br />
In de Ontwikkelingsvisie (2008) voor de <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong><br />
wordt ervoor gepleit om natuurlijke processen alle ruimte<br />
te geven. Er worden problemen gesignaleerd zoals een<br />
gebrek aan waterstanddynamiek, waardoor de vitaliteit van<br />
het riet afneemt, wat ten nadele van sommige broedvogels<br />
is. Ook worden sommige sleutelsoorten gemist in de <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong>.<br />
Sleutelsoorten dragen bij aan meer variatie<br />
in het gebied. Als voorbeeld wordt het wilde zwijn genoemd<br />
dat door het wroetgedrag open plekken creëert waar<br />
planten zich kunnen vestigen. Wisent en wolf worden ook<br />
genoemd als sleutelsoorten maar daarbij wordt opgemerkt<br />
dat introductie niet op korte termijn kan plaatsvinden.<br />
Het plan <strong>Oostvaarders</strong>Wold voorziet in een ecologische<br />
verbindingszone met het Horsterwold. De grondverwerving<br />
is al van start gegaan. Hiermee worden de <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong><br />
een deel van een groot, robuust natuurgebied<br />
van 14.000 hectare, met een mogelijke verbinding via ‘stapstenen’<br />
over het Nuldernauw richting Veluwe en op termijn<br />
zelfs naar Duitsland.<br />
zeearend<br />
De Ontwikkelingsvisie van Staatsbosbeheer geeft prioriteit<br />
aan een natuurlijke ontwikkeling, ingegeven door natuurlijke<br />
processen, zonder een directe beïnvloeding door de mens.<br />
De doelsoorten die aanleiding gaven voor een aanwijzing als<br />
Natura 2000 gebied zullen voor het toekomstige beheer een<br />
leidraad zijn. Naar verwachting zal in het komende beheersplan<br />
voor de <strong>Oostvaarders</strong><strong>plassen</strong> een afstemming plaatsvinden<br />
tussen enerzijds de uitgangspunten van de ontwikkelingsvisie<br />
en anderzijds het behoud van de Europese<br />
doelsoorten (‘goede staat van instandhouding’ nastreven).