18.01.2015 Views

Bijencahier 2010

Bijencahier 2010

Bijencahier 2010

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

men is dus van groot belang voor de honingbij.<br />

Toch is het aantal genen dat codeert voor de afweer<br />

in de honingbij juist erg gering. Het genoom van<br />

de honingbij bevat slechts eenderde van het aantal<br />

genen dat codeert voor afweer vergeleken met<br />

fruitvliegen en muggen.<br />

Ook voor deze paradox biedt een blik op de<br />

sociale levenswijze van de honingbij uitkomst.<br />

Een belangrijk voordeel van het leven in een groep<br />

is de mogelijkheid tot ‘sociale verdediging’ tegen<br />

ziekten. Bijen vertonen verschillende vormen van<br />

hygiënisch gedrag die de verspreiding van ziekten<br />

kunnen verhinderen. Zo poetsen werksterbijen<br />

elkaar schoon, worden de bijenlarven gescheiden<br />

van elkaar in aparte cellen opgevoed, en heeft elk<br />

bijenvolk een speciale groep werksterbijen die het<br />

bijenvolk verdedigen tegen verschillende dragers<br />

van ziekten. Door deze sociale ziektebestrijding,<br />

wordt de individuele ziektebescherming minder<br />

belangrijk. Deze beschermde sociale omgeving<br />

zou kunnen verklaren waarom er in het genoom<br />

van honingbijen minder genen voor ziekteresistentie<br />

worden gevonden dan bij fruitvliegen en<br />

muggen. In tegenstelling tot het relatief schone<br />

bijenvolk, groeien fruitvliegen en muggen op in<br />

een omgeving van rottend voedsel of stilstaand<br />

water, wat een groter beroep doet op de individuele<br />

bescherming tegen ziekten. Dat dit toch niet<br />

de enige verklaring kan zijn voor het lagere aantal<br />

genen voor ziekteresistentie in de honingbij blijkt<br />

uit het recent opgehelderde genoom van de sluipwesp<br />

(zie kader op pagina 60).<br />

Slecht bewapend tegen gif<br />

Behalve de continue verdediging tegen ziekten,<br />

moeten bijen zich ook wapenen tegen lichaamsvreemde<br />

gifstoffen. Omdat bijen vaak worden<br />

gehouden voor de bestuiving in landbouwgebieden<br />

zijn bijvoorbeeld insecticiden erg riskant.<br />

Zelfs wanneer bijen niet direct doodgaan door<br />

contact met landbouwgif, kunnen deze stoffen<br />

een negatief effect hebben op het leervermogen<br />

en het voedselzoekgedrag. Deze gevoeligheid van<br />

bijen is ook terug te vinden in het genoom. De<br />

belangrijkste groep van genen die te maken hebben<br />

met ontgifting is beduidend kleiner dan bij<br />

andere insecten. In vergelijking met fruitvliegen<br />

en muggen heeft de honingbij 30 tot 50% minder<br />

van deze genen. In de vrije natuur werd dit gebrek<br />

aan individuele bescherming opgevangen door de<br />

beschermde omgeving van het bijenvolk. Bovendien<br />

is nectar van oorsprong een relatief veilige<br />

voedselbron. Wanneer een plant giftige nectar zou<br />

produceren laten de bijen deze plant al snel links<br />

liggen bij de bestuiving. Zo’n plant wordt dus niet<br />

bestoven en plant zich niet voort. Er is dus een<br />

gebrek aan natuurlijke selectie op efficiënte ontgiftingsprocessen.<br />

Dat maakt honingbijen extra<br />

gevoelig voor verontreinigingen die door de mens<br />

worden veroorzaakt.<br />

Dit is slechts een van de vele voorbeelden die<br />

het belang van de genetica laten zien voor de<br />

bijenteelt. Een betere kennis van de genetica van<br />

honingbijen kan in de toekomst voordelig zijn<br />

voor de bijenteelt. We krijgen steeds betere inzichten<br />

in de genetica die de werking van belangrijke<br />

kenmerken bepaalt, zoals de aanmaak van koninginnengelei.<br />

De kennis over de genetica achter<br />

verzamelgedrag zou ingezet kunnen worden om<br />

de verhouding tussen nectar en pollen in een bijenkast<br />

te optimaliseren. Ook bij de bestrijding van<br />

bijensterfte kan de genetica hulp bieden, bijvoorbeeld<br />

door de selectie van bijen die resistent zijn<br />

tegen ziektekiemen of die efficiënter schoonmaakgedrag<br />

vertonen. Beter inzicht in de genetica kan<br />

dus theoretisch bijdragen aan een meer gezonde<br />

en duurzame bijenhouderij.<br />

vraag 3<br />

Bij veel dieren bepalen<br />

geslachtschromosomen<br />

of nakomelingen mannetjes<br />

of vrouwtjes worden.<br />

Bij de meeste vliesvleugelige<br />

insecten wordt<br />

dit bepaald door het wel<br />

of niet bevruchten van<br />

de eieren. Welke andere<br />

‘afwijkende’ systemen<br />

van geslachtsbepaling<br />

bestaan in het dierenrijk<br />

kwartaal 4 december <strong>2010</strong> bijen 61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!