Bijencahier 2010
Bijencahier 2010
Bijencahier 2010
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bijen hebben weinig genen<br />
voor ziekteresistentie<br />
rageergedrag: for, naar het Engelse foraging. Twee<br />
varianten van for resulteren in twee verschillende<br />
gedragstypen. In de aanwezigheid van voedsel legt<br />
het eerste type een veel<br />
grotere afstand af en<br />
verlaat het ook eerder<br />
foerageerlocaties dan<br />
het tweede type.<br />
Bij de nematode<br />
C. elegans is een gen<br />
gevonden dat erg veel lijkt op het for gen van de<br />
fruitvlieg: het egl-4 gen. Dit gen is waarschijnlijk<br />
een ‘ortholoog’ van for in fruitvliegen. Orthologe<br />
genen zijn genen die gevonden worden in verschillende<br />
soorten en die zijn ontstaan uit een gen dat<br />
al voorkwam in de gemeenschappelijke voorouder<br />
van de verschillende soorten. Vaak hebben orthologe<br />
genen dan ook een vergelijkbare functie binnen<br />
de verschillende soorten. Bij C. elegans zorgt<br />
egl-4 voor dezelfde verschillen in foerageergedrag<br />
als for in de fruitvliegen. Individuen met de ene<br />
of de andere variant van het gen leggen grotere of<br />
kleine afstanden af.<br />
De genetica achter foerageergedrag is niet<br />
eenvoudig. De oogkleur van fruitvliegen wordt<br />
bijvoorbeeld bepaald door één enkel gen: de ene<br />
variant geeft donkere ogen, de andere lichte. Het<br />
foerageergedrag van honingbijen is een stuk<br />
Genetica in de strijd tegen de bijensterfte<br />
De ‘verdwijnziekte’ heeft<br />
in de meest extreme<br />
gevallen geleid tot het<br />
uitsterven van 50 of zelfs<br />
90% van de bijenvolken<br />
in de Verenigde Staten.<br />
Er worden verschillende<br />
mogelijke oorzaken<br />
genoemd (zie hoofdstuk<br />
7). Recent genetisch<br />
onderzoek heeft nieuwe<br />
aanwijzingen gegeven<br />
over wat er gebeurt in<br />
aangetaste bijenvolken.<br />
Onderzoekers verzamelden<br />
DNA van de achtergebleven<br />
individuen in<br />
dertig aangetaste bijenvolken.<br />
Hetzelfde deden<br />
ze in 21 gezonde bijenvolken.<br />
Van dit totale<br />
DNA werd de volgorde<br />
bepaald, het zogenaamde<br />
metagenoom. Deze<br />
metagenomen bestaan<br />
dus niet alleen uit bijen-<br />
DNA, maar ook uit het<br />
DNA van ziekteverwekkers.<br />
Door de metagenomen<br />
te vergelijken met<br />
beschikbare informatie<br />
uit een zogenoemde<br />
sequentiedatabase (Gen-<br />
Bank), kregen de onderzoekers<br />
een nauwkeurig<br />
beeld van de aanwezige<br />
ziekteverwekkers. Over<br />
het algemeen bleken<br />
aangetaste volken veel<br />
meer schadelijke microorganismen<br />
te bevatten<br />
dan gezonde volken.<br />
Om een beter idee te krijgen<br />
van de hoofdschuldigen,<br />
werd ook gekeken<br />
naar welke organismen er<br />
precies aanwezig waren<br />
in de afzonderlijke volken.<br />
In 25 van de 30 aangetaste<br />
volken bleek het<br />
Israel Acute Paralysis Virus<br />
(IAPV) voor te komen,<br />
tegenover slechts in 1 van<br />
de 21 gezonde volken. Ter<br />
vergelijking: alle aangetaste<br />
volken bevatten<br />
ook het Kashmir Bee Virus<br />
(KBV) en de eencellige<br />
Nosema ceranae parasiet.<br />
Deze twee organismen<br />
zijn eerder ook in verband<br />
gebracht met de verdwijnziekte,<br />
maar bleken<br />
nu ook voor te komen<br />
in 80% van de gezonde<br />
volken. Ondanks deze<br />
relatie tussen IAPV en de<br />
verdwijnziekte is deze<br />
vergelijking van metagenomen<br />
niet voldoende<br />
om zonder meer het IAPV<br />
virus ook als hoofdschuldige<br />
aan te wijzen. Misschien<br />
grijpt het virus wel<br />
zijn kans nadat de echte<br />
schuldige het volk heeft<br />
verzwakt. Deze studie<br />
laat wel duidelijk het<br />
belang en de verregaande<br />
mogelijkheden van het<br />
huidige genoomonderzoek<br />
zien.<br />
58<br />
kwartaal 4 december <strong>2010</strong> bijen