18.01.2015 Views

afl_36_opmaak 1 (Page 751) - Atlantis

afl_36_opmaak 1 (Page 751) - Atlantis

afl_36_opmaak 1 (Page 751) - Atlantis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

NR.<strong>36</strong><br />

Wat er in Dalfsen<br />

de voorbije eeuw verdween<br />

Uitgave van<br />

de Historische Kring Dalfsen


Historische Kring Dalfsen<br />

Secretariaat:<br />

Gentiaan 2, 7721 HB Dalfsen<br />

tel. 0529-432318<br />

Rabobank Dalfsen: rek.nr. 31.28.94.260<br />

gironummer van de bank 811.884<br />

Bestuur<br />

Voorzitter:<br />

A. Goutbeek, Ruitenborghstraat 27,<br />

7721 BB Dalfsen<br />

Secretaris:<br />

G.W. van der Beeke-Dijk, Gentiaan 2,<br />

7721 HB Dalfsen<br />

Penningmeester:<br />

J H. Veldhuis, Aalshorsterpad 10,<br />

7722 JL Dalfsen<br />

Leden:<br />

H. Aalders, van Lentestraat 64,<br />

7721 ZZ Dalfsen<br />

M.A. van der Kamp, Ruitenborghstraat 25,<br />

7721 BB Dalfsen<br />

A. Peters, Westerstraat 19,<br />

7721 DA Dalfsen<br />

G.J.Wijnberger,Thomas à Kempislaan 17,<br />

7721 DR Dalfsen<br />

Tijdschrift ‘Rondom Dalfsen’<br />

redactie-adres:<br />

Agnietenhof 7, 7721 EN Dalfsen<br />

tel. 0529-432291<br />

Redactie<br />

G.E.M. Bistervels<br />

T. Ploeger-van Santen<br />

M.J.P. van Santen<br />

E.G. Vogel-Van Balkom<br />

C.A. van Welzen-Sipkes<br />

Abonnementen<br />

Abonnementen gelden telkens vanaf het<br />

eerstvolgende nummer. Reeds verschenen<br />

nummers, voorzover nog beschikbaar, zijn op<br />

aanvraag leverbaar en worden, vergezeld van<br />

een accept-girokaart, toegezonden.<br />

De abonnementsprijs bedraagt ƒ 20,– per<br />

3 nummers.<br />

Losse nummers kosten ƒ 7,95. Wanneer de<br />

opzegging de abonnementenadministratie niet<br />

vóór 1 maart bereikt, wordt het abonnement<br />

automatisch voor één jaar verlengd.<br />

Abonnementenadministratie<br />

Aalshorsterpad 10, 7722 JL Dalfsen.<br />

tel. 0529-431219.<br />

Verkoop losse nummers en opgave abonnementen:<br />

A. Goutbeek, Ruitenborghstraat 27, Dalfsen,<br />

tel. 0529-431481<br />

A. Peters, Westerstraat 19, Dalfsen,<br />

tel 0529-432921<br />

Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan<br />

ook worden verveelvoudigd en/of openbaar<br />

gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke<br />

toestemming van de redactie.<br />

Ofschoon iedere poging ondernomen is om de<br />

volgens de auteurswet rechthebbenden van<br />

het in dit tijdschrift opgenomen illustratiemateriaal<br />

op te sporen, is dit in enkele gevallen<br />

niet mogelijk gebleken.<br />

In het onderhavige geval zou de redactie graag<br />

bij voorbaat excuses willen aanbieden voor<br />

elke onvrijwillige inbreuk op het auteursrecht<br />

en de rechthebbenden willen verzoeken contact<br />

op te nemen met de redactie.<br />

De ondertekende artikelen zijn voor verantwoording<br />

van de desbetreffende auteur.<br />

ISSN. nr. 0922-3541<br />

december 1999 12/<strong>36</strong><br />

oplage: 1.100 exemplaren<br />

Opmaak: Asterisk*, Amsterdam<br />

Druk: Drukkerij Waanders b.v.<br />

752<br />

Inhoudsopgave<br />

Veldwachter 753<br />

Klederdracht 754<br />

Trouw en rouw 755<br />

Vervoer 756-757<br />

Marskramer 758<br />

Rokende meilers 759<br />

Kantonnier 760-761<br />

Fabrieken 762<br />

Gas - water - licht 763<br />

Melken 764-765<br />

Oogsten 766-767<br />

Mesten 768<br />

Karnen 769<br />

Wonen 770<br />

De redactie heeft besloten deze Rondom<br />

Dalfsen te wijden aan enkele, in de loop<br />

van deze eeuw verdwenen, cultuurhistorisch<br />

kenmerkende gebruiken,<br />

klederdrachten en beroepen; eveneens<br />

aan verdwenen beeldbepalende<br />

gebouwen in en om Dalfsen. De laatste<br />

uitgave van Rondom Dalfsen van deze<br />

eeuw wordt daarmee een herinnering aan<br />

vervlogen tijden.<br />

Dit blad kwam tot stand met bijdragen<br />

van A. Goutbeek, H.N. Hulsman,<br />

M.S. van Lenteren, en van de redactie.<br />

Met dank aan<br />

Hoveniersbedrijf Bisschop<br />

Bouwbedrijf Bongers<br />

Foto Cambier<br />

Garage, Tweewielercentrum en<br />

Autorijschool Fokkens BV<br />

Makelaardij en Assurantiën J. Gjaltema<br />

Goudzwaard makelaardij<br />

Autobedrijf Hulsman<br />

Van der Hulst meubel- en kadoshop<br />

Jacobs Mode<br />

Kleinmeulman Mode,<br />

mode en jeans voor haar<br />

Landbouwmech.- Loonbedrijf<br />

Van Leussen BV<br />

Bouwbedrijf Jac. van Pijkeren BV<br />

Coöp. Rabobank Dalfsen-Lemelerveld BA<br />

Schmidt Medica drogisterij-parfumerie<br />

Stegeman juwelier en opticien<br />

Ubink Sportvelden<br />

Univé ‘De Onderlinge’ verzekeringen<br />

Dalfsen<br />

Installatiebedrijf Verhoeven BV<br />

Vrielink haarmode<br />

Voortman Dalfsen BV<br />

Wijnberger BV mannenmode<br />

Verkoopadressen:<br />

Techador Mol<br />

Kantoorboekhandel B.H. v.d.Vegt<br />

Bruna / cd-shop Schuurman<br />

Foto voorpagina:<br />

De klok in de Hervormde Kerk te Dalfsen<br />

Foto: A. Goutbeek


Veldwachter<br />

Veldwachter (later politieagent) was<br />

één van de meest markante beroepen<br />

in de dorpsgemeenschap. Te voet of<br />

op de fiets werd nauwlettend in de<br />

gaten gehouden of er<br />

eventuele misdrijven<br />

plaatsvonden, zoals<br />

stropen, openbare<br />

dronkenschap, appels<br />

stelen, zonder<br />

licht rijden, kievitseieren<br />

rapen, burenruzies<br />

of andere<br />

ongeregeldheden.<br />

In Dalfsen was veldwachter<br />

De Lange<br />

door de gemeente<br />

aangesteld.<br />

Zijn werkterrein lag<br />

binnen de gemeentegrenzen.<br />

Daarbuiten waren rijksveldwachters<br />

aangesteld, die meer in ‘t veld opereerden<br />

en vooral toezicht hielden op<br />

de jacht en de visserij.<br />

Veldwachters waren over het algemeen<br />

zeer bedreven en heel serieus<br />

in de uitoefening van hun ambt.<br />

Eén van hen heeft zelfs zijn eigen<br />

vrouw een boete gegeven,<br />

toen zij zonder<br />

licht reed, terwijl hij<br />

ergens stond te posten.<br />

Nu zijn motor, auto<br />

en helikopter de<br />

vervoermiddelen<br />

van de politie, alle<br />

uitgerust met de<br />

modernste communicatieapparatuur.<br />

Veldwachter De<br />

Lange had zestig<br />

jaar geleden slechts<br />

een sabel tot zijn<br />

beschikking.<br />

Veldwachter De Lange<br />

Foto: coll. A. Goutbeek<br />

753


Klederdracht<br />

Moeder Van der Kolk met<br />

plooimuts<br />

Foto: coll. A. Goutbeek<br />

Leven op het platteland betekende<br />

vroeger hard werken voor je bestaan,<br />

van zonsop- tot zonsondergang. De<br />

één bezat wat meer of had grotere<br />

opbrengsten dan de ander, waardoor<br />

hij zich dan ook wat meer kon permitteren.<br />

In huis, op het erf en aan de kleding<br />

en sieraden kon men die welstand<br />

dan zien.<br />

Ook de hoofdtooi van de boerin<br />

speelde daarbij een belangrijke rol.<br />

Bij het werk overdag droeg ze het donkere<br />

ondermutsje. Als het grove werk<br />

gedaan was of als ze ging ‘buurten’<br />

werd daar de plooimuts overheen gedragen.<br />

Voor de kerkgang, een bruiloft<br />

of een begrafenis kwam daar de<br />

‘knippiesmuts’ voor in de plaats. Bij rijkere<br />

boerenfamilies droeg de boerin<br />

daar bovenop de hoed met crèmekleurige<br />

struisvogelveren. In tijden<br />

van rouw werden die veren zwart geverfd.<br />

Het echtpaar Kooiker<br />

(± 1943)<br />

Foto: coll. fam. Kooiker<br />

754


Trouw en rouw<br />

Trouw<br />

Om op visite of naar de kerk te gaan,<br />

of naar een begrafenis of bruiloft, heeft<br />

men tegenwoordig de auto tot zijn<br />

beschikking. De auto is een ideaal<br />

vervoermiddel. Maar vóór de Tweede<br />

Wereldoorlog moesten de meeste<br />

mensen het zonder auto doen. Het<br />

enige vervoermiddel op het platteland<br />

was toen paard en wagen, in de<br />

meeste gevallen was dat dan de tentwagen.<br />

Als de tentwagen te duur in<br />

aanschaf was, dan gebruikte men ook<br />

wel de (goedkopere) kleedwagen. De<br />

kleedwagen was de dagelijks gebruikte<br />

boerenwagen, waar een kleed<br />

over gespannen werd. De rijkere boeren<br />

hadden een brik; dat was een<br />

prachtige zwartglimmende wagen met<br />

een vaste opbouw, voorzien van ruiten<br />

en een deur.<br />

Bij een bruiloft werden de wagens versierd<br />

met dahlia’s of met papieren<br />

roosjes. Ook de zweep (of ‘zweppe’)<br />

werd versierd met een bloemetje. In<br />

een bonte rij ging men zo naar het<br />

gemeentehuis en de kerk.<br />

Rouw<br />

Anders ging het met een begrafenis;<br />

de kist werd op een ladderwagen geplaatst,<br />

met links en rechts een bos<br />

stro voor het verschuiven en beschadigen.<br />

Familie en buren voegden zich<br />

te voet of met tentwagen, achter de<br />

lijkwagen.<br />

Bruidsstoet bij huwelijk van J. Velthuis en<br />

H. Scholten op 10 juli 1940.<br />

Foto: archief Gemeente Dalfsen<br />

Begrafenisstoet<br />

Foto: A. Goutbeek<br />

755


Vervoer<br />

De oude brug over de Vecht.<br />

Foto: coll. A. Goutbeek<br />

Over de weg<br />

De ‘oude’ brug over de Vecht, gefotografeerd<br />

vanaf de toren van de Hervormde<br />

kerk vér voor de Tweede Wereldoorlog.<br />

Helemaal links op de foto<br />

staat de voormalige sigarenfabriek<br />

van H.J.van Ankum (het pand met het<br />

platte dak). Rechts bovenaan ziet u de<br />

cichoreifabriek. Daarnaast, een beetje<br />

verscholen achter de bomen, de ‘Witte<br />

Villa’ aan de Vecht. Dit huis is tegenwoordig<br />

de trouwzaal van het gemeentehuis.<br />

De foto geeft ook een<br />

beeld van de dichte bebouwing van<br />

de Prinsenstraat.<br />

Turfschip<br />

In het begin van onze jaartelling doet<br />

de Romeinse geschiedschrijver in Italië,<br />

Plinius, verslag van een reis naar<br />

onze lage landen. ‘Een armzalig volk,<br />

dat bij eb de drooggevallen vis najaagt<br />

en bij vloed veiligheid zoekt op de<br />

woonheuvels; levend in de modder,<br />

stoken zij vuren van die modder om de<br />

koude ingewanden te verwarmen’.<br />

Ongeveer 2000 jaar lang was voor de<br />

meeste inwoners in Nederland het<br />

veen (’de modder’) de bron van turf,<br />

dus warmte.<br />

Ongelofelijke hoeveelheden veen zijn<br />

in de loop der tijd afgegraven.<br />

In 1852 b.v. is in Nederland 6.800.000<br />

m 3 turf gestoken.<br />

Per schip werd dit vervoerd naar<br />

dorpen en steden. De kleine schepen<br />

konden zo’n 3000 turven vervoeren,<br />

maar de 50 tons schepen zeker<br />

100.000 turven. Deze schepen werden<br />

met manden gelost en op handkarren<br />

en boerenwagens afgeleverd bij burgers<br />

en boeren.<br />

Elke turf werd geteld; één, is twee turven,<br />

in iedere hand één; honderd is<br />

dus tweehonderd turven. Daarna werd<br />

één turf opzij gelegd, zodat na vijf turven<br />

opzij men 1000 turven had. Met<br />

het tellen van andere voorwerpen zal<br />

men vaak bij een bepaald aantal één<br />

streepje zetten; na vier streepjes zet<br />

men het vijfde streepje er dwars overheen.Turven<br />

wordt dat genoemd.<br />

756<br />

Op de foto van het<br />

turfschip staat Jacob van<br />

der Vegte (tweede van<br />

links), de vader van Chris<br />

Oosten (Van der Vegte).<br />

Hij haalde de turf uit<br />

Klazienaveen.<br />

Foto: coll. A. Goutbeek


Foto: coll. A. Goutbeek<br />

Per spoor<br />

Op deze foto uit 1909 ziet u het stationsgebouw<br />

van Lemelerveld. Voor<br />

de trein, die van Deventer naar Zwolle<br />

reed, en die de bijnaam ‘Bello’ had,<br />

staan van links naar rechts: machinist<br />

Voerkamp, J. Lammers, Ten Torens en<br />

Witzeboer.<br />

Tolhuis<br />

Langs sommige wegen zien we ze nog<br />

wel eens staan, de kleine tolhuisjes.<br />

Als men vroeger gebruik maakte van<br />

doorgaande wegen, handelsroutes of<br />

waterwegen, dan diende men tol te<br />

betalen. Die tolgelden werden dan<br />

weer gebruikt voor het onderhoud<br />

van de weg.<br />

Op de foto ziet u het tolhuisje, aan de<br />

Poppenallee, hoek Emmerweg. Toen<br />

de foto genomen werd, was het al<br />

geen tolhuisje meer, maar een bakkerij<br />

annex café. Het rechterdeel, het<br />

café, is rond 1916 tegen het oude tolhuis<br />

aangebouwd, waardoor één van<br />

de schuine ramen, die naar beide kanten<br />

een goed uitzicht gaven op de<br />

weg, verdween. Na het stoppen van de<br />

tolheffing vanuit dit huis, heeft men<br />

een nieuw tolhuis in gebruik genomen,<br />

gelegen bij de oprijlaan naar de<br />

Horte.<br />

Tegenwoordig betalen we wegenbelasting,<br />

die collectief geheven wordt,<br />

hetgeen veel efficiënter is natuurlijk.<br />

Foto: coll. A. Goutbeek<br />

Veerhuis<br />

Langs de waterwegen stonden veerhuisjes,<br />

waar men tegen betaling<br />

overgezet kon worden. Aan de Poppenallee,<br />

vlak bij de spoorwegovergang,<br />

staat er nog eentje, binnendijks<br />

langs de Vecht.‘s Winters had men dan<br />

ook veel wateroverlast en vaak moest<br />

men met zandzakken het huis droog<br />

houden.<br />

In dit veerhuis woonde vroeger de<br />

veerman van het Nierveer, ook wel<br />

kleine veer genoemd.<br />

Foto: A. Goutbeek<br />

757


Marskramer<br />

De plattelandsbevolking was vroeger<br />

niet erg mobiel. Enerzijds omdat men<br />

geen vervoer had, anderzijds omdat<br />

er door het werk op het platteland<br />

geen tijd was om erop uit te gaan.<br />

Alle nodige levensmiddelen en huishoudelijke<br />

artikelen werden dan ook<br />

aan de deur gekocht. Een marskramer<br />

kwam te voet met een mand met<br />

waren op zijn rug, later met de transportfiets<br />

met mand, of met paard en<br />

wagen. Van sajet tot elastiek, van heideboenders<br />

tot klompen, van een<br />

dweil tot wasknijpers, van groene zeep<br />

tot een aardappelschilmesje kon men<br />

van hem kopen. Maar zo kenden we<br />

ook de bakker, groenteboer, melkventer<br />

en de scharensliep.<br />

De heer Poortier was een van de laatste<br />

winkeliers in galanterieën, die<br />

langs de deur kwam met paard en<br />

wagen. Al werd er niets van hem gekocht,<br />

men wisselde toch altijd nieuwtjes<br />

uit, en zo had zo’n ‘potjeskeerl’<br />

een belangrijke sociale functie.<br />

Foto’s: J. Goutbeek<br />

758


Rokende meilers<br />

Al enige duizenden jaren wordt er<br />

houtskool gebrand. De Egyptenaren<br />

konden alleen glas maken, omdat zij<br />

met houtskool voldoende hitte konden<br />

opbouwen om zand en metaaloxiden<br />

zodanig te laten smelten, dat glas kon<br />

ontstaan.<br />

Houtskool is het resultaat van het langzaam<br />

verbranden van hout onder beperkte<br />

toevoer van zuurstof. Hierdoor<br />

verbranden de lichtere elementen van<br />

het hout, zoals harsen, lignine en andere<br />

incrusten, die vrijkomen als gassen.<br />

Wat overblijft is een bijna zuivere<br />

koolstof, die een veel hogere temperatuur<br />

nodig heeft om te kunnen gloeien.<br />

Houtskool wordt gebruikt als hittebron<br />

voor hoge temperaturen, als<br />

hulpstof in de metaalindustrie (staal)<br />

en in de chemie. Tot een tiental jaren<br />

geleden werd houtskool nog in de<br />

bossen van Rechteren gebrand, als<br />

laatste door de heer Oude Breuil, en<br />

wel op de ambachtelijke wijze: in zeer<br />

grote vaten, voorzien van een deksel<br />

en een aantal trekgaten in de onderrand,<br />

werd hout gestapeld.<br />

Rondom het vat werd een stevig vuur<br />

aangelegd, dat via de trekgaten, het<br />

hout in het vat kon aansteken. Tijdens<br />

de start, die enige dagen duurde, gaf<br />

de meiler, zoals het vat genoemd<br />

werd, een vuile grijze rook. Als het<br />

houtskool-proces begon verkleinde<br />

men de trekgaten met zand, zodanig,<br />

dat een beheerst verkolingsproces kon<br />

plaatsvinden. Gedurende meerdere<br />

dagen steeg dan mooie witte rook uit<br />

de meiler. Om het verkolingsproces te<br />

beëindigen sloot men alle luchtgaten<br />

hermetisch af, waarna na het koelen<br />

de houtskool beschikbaar werd.<br />

Foto’s: A. Goutbeek<br />

759


Fabrieken<br />

Beetwortelsuikerfabriek<br />

Foto: coll. A. Goutbeek<br />

Dit bedrijf in Lemelerveld uit 1865 is na de sluiting in 1926 verkocht aan de N.V.<br />

IJzerconstructiewerkplaatsen (NIJL). Het oorspronkelijke gebouw is ondanks verbouwingen<br />

en uitbreidingen nog blijven bestaan. Het geldt nu als een zeldzaam<br />

voorbeeld van vroeg-industriële architectuur.<br />

Cichoreifabriek<br />

Op 1 juli 1965 kwam er een einde aan het bestaan van de cichoreifabriek. Deze,<br />

over de gehele wereld bekende onderneming, de N.V. Overijsselsche Stoomcichoreifabriek<br />

v.h. B.H. Egberts & Co Dalfsen. De fabriek was opgericht in 1858.<br />

Cichorei werd alom gebruikt als een vervangingsmiddel voor koffie, de z.g. Peekoffie.<br />

Op de plaats waar de fabriek stond, zijn kantoren van de gemeente gebouwd.<br />

Foto: coll. A. Goutbeek<br />

762


Gas – water – licht<br />

Gas<br />

De straatverlichting van vroeger spreekt ons nog steeds méér aan dan die stijve<br />

lantaarnpalen van tegenwoordig. In 1908 werd in Dalfsen gas geproduceerd<br />

voor een beperkt aantal aansluitingen, waaronder twintig straatlantaarns. In 1917<br />

kwam er tijdens de schaarste in de Eerste Wereldoorlog een einde aan de aerogeen-gasproductie<br />

in Dalfsen. Op de foto ziet u een oude gaslantaarn in de Koestraat.<br />

Water<br />

In 1932 werd een watertoren gebouwd aan de Welsummerweg in Dalfsen. De<br />

toren was 48 meter hoog en had een waterreservoir van 230.000 liter.<br />

Door de uitbreiding van het dorp, met als gevolg een sterke toename van het<br />

waterverbruik, besloot de waterleidingmaatschappij Overijssel een bodemreservoir<br />

aan te leggen. In 1963 werd dit reservoir van 900.000 liter gebouwd aan<br />

de Koesteeg; daardoor werd de watertoren overbodig.<br />

De toren is in 1965 onder toeziend oog van meer dan tweeduizend belangstellenden<br />

in zijn geheel in de grond verdwenen. Zelfs de Nederlandse Televisie Stichting<br />

was aanwezig om dit evenement op film vast te leggen.<br />

Licht<br />

De energievoorziening moest nog worden opgelost met nieuwe plannen voor<br />

een eigen elektriciteitscentrale in Dalfsen. Na veel overleg werd er uiteindelijk in<br />

december 1918 een proefverlichting met 75 aansluitpunten ontstoken. Zuinig zijn<br />

met energie was geboden, want de capaciteit van de centrale was beperkt en de<br />

steenkoolprijzen hoog. Deze omstandigheden duurden tot 1923, want toen werd<br />

een contract gesloten tot leveren van energie door de IJsselcentrale. De fabriek<br />

stond op het Van Bruggenplein, de lantaarn op de foto hing aan de Grutte Moole,<br />

in de Prinsenstraat.<br />

Foto’s:<br />

coll. A. Goutbeek<br />

763


Melken<br />

Door de eeuwen heen is er altijd een<br />

sterke band geweest tussen de boer<br />

en zijn koeien. Melk, boter en kaas<br />

waren - en zijn - immers reeds duizenden<br />

jaren een belangrijke levensbehoefte.<br />

Tweemaal daags werden de<br />

koeien gemolken, met de hand en<br />

elke koe had doorgaans haar eigen<br />

melker of melkster; en ‘s winters was<br />

de boer druk met het voeren in de stal.<br />

Maar door de sterke mechanisatie<br />

deze eeuw ging veel van het lijfelijke<br />

contact tussen de boer en zijn vee verloren.<br />

Er kwamen loopstallen, en het<br />

melken gebeurt tegenwoordig via geautomatiseerde<br />

melkmethoden, soms<br />

zelfs met behulp van computers en<br />

melkrobots. Waar de koeien eertijds<br />

ieder een eigen naam hadden, hebben<br />

ze tegenwoordig een nummer in<br />

het oor.<br />

De melkster is Antje van Leusen.<br />

Foto: H.J. van Leusen<br />

Melkbussen aan de Heinoseweg, een verdwenen<br />

beeld in het landschap.<br />

Foto: A. Goutbeek<br />

764


De melkvaarders (-rijders) voor de zuivelfabriek<br />

‘Statum’ in Lemelerveld.<br />

Op deze foto uit 1937 staan: in de slepkaore:<br />

Rietman, en van links naar rechts: Bouwhuis,<br />

F. Zwinselman, G. Voorwinkel, H. Klaver, J. Hallink,<br />

G. Stappenbelt, J. Nijenhuis, M. Schurink en<br />

D. Voorwinkel.<br />

Foto: archief Gemeente Dalfsen<br />

Op de achtergrond de<br />

stal van Van Leussen; dit<br />

is het eerste bedrijf in<br />

Dalfsen dat gebruik<br />

maakt van melkrobots.<br />

Foto: G. Bistervels<br />

De melkfabriek in Dalfsen.<br />

Foto: coll. A. Goutbeek<br />

765


Oogsten<br />

Het oogsten van het graan werd door<br />

de boer met de hand verricht. De heer<br />

Bernard Zwienenberg, die woonde<br />

aan de Weerdhuisweg, laat zien hoe hij<br />

met pikhaak en zicht rogge maait.<br />

Achter hem aan kwamen dan de vrouwen<br />

en kinderen om de halmen te<br />

bundelen en deze bundels tot schoven<br />

te zetten om te drogen. In de loop van<br />

de twintigste eeuw werden eenvoudige<br />

zichtmachines met paard voor de<br />

grotere percelen ingezet.<br />

Het dorsen gebeurde in een combine<br />

(dorsmachine), die door een aantal<br />

buren gezamenlijk werd gehuurd. De<br />

naoberplicht regelde, dat men met<br />

zijn allen de oogst van de verschillende<br />

percelen kon dorsen en het stro in<br />

pakken kon opstapelen. Het stro had<br />

men, behalve voor de ligplaatsen van<br />

de koeien, ook nodig om in de stallen<br />

de mest van de koeien op te vangen,<br />

waardoor de mest gemakkelijker te<br />

verwerken werd.<br />

Deze foto’s zijn omstreeks 1940 gemaakt.<br />

Boven:<br />

Bernard Zwienenberg maait rogge met pikhaak<br />

en zicht.<br />

Foto: archief Gemeente Dalfsen<br />

Onder:<br />

Graanschoven<br />

Foto: A. Goutbeek<br />

766


Dorsmachine<br />

Foto: archief Gemeente Dalfsen<br />

Strobalen<br />

Foto: archief Gemeente Dalfsen<br />

767


Mesten<br />

Voor het transport van de stalmest werd gebruik gemaakt van de drie-wielige<br />

slepkar, die door de dorpssmid vervaardigd kon worden, vanwege zijn eenvoudige<br />

stuurconstruc- tie. De kar was daardoor goedkoop in onderhoud.<br />

De slepkar kon niet door het paard worden geremd en er was alleen stapvoets<br />

mee te rijden. De stalmest van de koeien, vermengd met stro, werd naar het land<br />

gereden, waar telkens hoopjes op regelmatige afstand van de kar werden<br />

geschoven. Met de greep werd dan de mest over het gras of de akker verdeeld.<br />

Daarna werd met de lege slepkar de volgende lading opgehaald.<br />

Op deze fotoserie is de heer W. van Leusen, omstreeks 1980, in de buurtschap<br />

Emmen druk bezig met het uitrijden van de mest.<br />

Foto’s: A. Goutbeek<br />

768


Karnen<br />

Deze foto is omstreeks 1925 gemaakt en laat nog<br />

de houten wanden zien van het achterhuis. De<br />

boer en boerin zijn opa en oma Scholten,<br />

pachters van de boerderij op de Aalshorst.<br />

De kinderen zijn leden van de familie Van Dedem.<br />

Beelden uit de tijd, toen men op de<br />

boerderij zelf nog de boter bereidde<br />

en aan de man bracht. Het rieten karnhok<br />

was de plaats waar het paard z’n<br />

rondjes liep, en zodoende een horizontale<br />

paal deed ronddraaien, die<br />

vanuit het karnhok door het dak van<br />

de boerderij op de deel, op de götte,<br />

de karn in beweging bracht. Op het<br />

melkrek of kännewoage liggen de<br />

emmers te drogen met de karnton,<br />

terwijl aan de muur de botervaten<br />

hangen.<br />

Foto’s: coll. mevrouw Schiphorst-Scholten<br />

769


Wonen<br />

Deze plaggenhut stond vroeger in<br />

Oudleusen. Zo’n hut was opgebouwd<br />

met heide- of veenplaggen en verder<br />

met afvalhout voor de ramen en de<br />

deur(en). Een gezin en eventuele dieren<br />

– als men al een geit of een schaap<br />

bezat – woonden gezamenlijk in één<br />

halfduister vertrek, waar in het midden<br />

de stookplaats was; huisraad was er<br />

nauwelijks te vinden. De armoedige<br />

bewoners van plaggenhutten leefden<br />

dan ook in zo’n ‘woning’ doorgaans in<br />

erbarmelijke omstandigheden.<br />

Eeuwenlang woonden mens en dier onder één dak; dit zogenaamde ‘loshuus’<br />

werd later gescheiden door een muur. In het Vechtdal waren hoofdzakelijk<br />

gemengde bedrijven, dus boerderijen met veeteelt èn akkerbouw.<br />

De onderstaande boerderij staat op de Kniepe en wordt bewoond door de familie<br />

Bosman.<br />

Foto : archief Gemeente Dalfsen<br />

Foto : fam. Bosman<br />

770

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!