18.01.2015 Views

Uponor wandverwarming

Uponor wandverwarming

Uponor wandverwarming

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

VERWARMEN/KOELEN<br />

TECHNISCHE INFORMATIE<br />

Wandverwarmingen


<strong>Uponor</strong> – de doordachte keuze<br />

<strong>Uponor</strong> biedt oplossingen die op doordachte producten zijn gebaseerd, wat de reden<br />

is dat wij momenteel wereldwijd tot de belangrijkste leveranciers behoren op het<br />

gebied van woning, milieu- en gemeentelijke techniek. Met het samenbrengen tot<br />

een sterk, globaal merk, stroomlijnen wij arbeidsprocessen, werken nog efficiënter en<br />

vereenvoudigen ons aanbod. Dat wil zeggen: alleen uitstekende producten verlaten<br />

ons bedrijf. Producten die reeds nu voldoen aan de eisen van morgen, gecombineerd<br />

met een voortreffelijke service voor onze klanten uit de sectoren verwarmen/koelen,<br />

installatie- en leidingsystemen.<br />

<strong>Uponor</strong> maakt het verschil<br />

Onderneming<br />

De onderneming <strong>Uponor</strong> staat voor kwaliteit<br />

en knowhow, voor een groot scala aan<br />

individuele oplossingen in combinatie met<br />

een service van topklasse.<br />

Bedrijfssectoren<br />

Voor de toekomst bundelen wij onze deskundigheid<br />

in de drie bedrijfssectoren verwar -<br />

men/koelen, installatiesystemen en<br />

infrastructuur.<br />

Toepassingsgebied<br />

Ieder toepassingsgebied vraagt naar zijn<br />

eigen, individuele uitgangspunten voor probleemoplossingen.<br />

Wij leveren ze!<br />

Systemen<br />

Ten minste twee componenten verbinden<br />

zich tot een systeem. Wij bieden zorgvuldig<br />

uitgewerkte en aan de praktijk beproefde<br />

oplossingen voor onze klanten en partners.<br />

Componenten<br />

De basis van onze systemen vormen afzonderlijke<br />

op elkaar afgestemde componenten,<br />

die in onze prijslijsten eenvoudig te vinden<br />

zijn.<br />

Eén merk – één belofte<br />

Wij voelen ons verplicht ten opzichte van onze klanten en partners. Met verantwoordelijkheidsgevoel,<br />

betrouwbaarheid en duidelijkheid maken wij iedere belofte waar. Samen<br />

met de vakmensen in de markt staan wij voor levenslange behaaglijkheid, zodat u met ons<br />

aan de toekomst bouwt. Vandaag en in de toekomst.<br />

Technische wijzigingen, druk- en zetfouten voorbehouden.<br />

Meer informatie onder www.uponor.nl<br />

2<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


Inhoudsopgave:<br />

1 Systeembeschrijving/uitgangspunten •••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 4<br />

2 Toepassingsgebied<br />

2.1 Algemeen •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 7<br />

2.2 Staanderbouw •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 7<br />

2.3 Droogbouw •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 7<br />

2.4 Droge afbouwplaten ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 8<br />

2.5 Natbouw •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 8<br />

2.6 Oppervlaktekoeling •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 8<br />

2.7 Referenties ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 8<br />

3 Montage<br />

3.1 Algemeen •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 9<br />

3.2 <strong>Uponor</strong> Siccus SW; overzicht van de montagestappen •••••••••••••••••••••••• 9<br />

3.3 <strong>Uponor</strong> Siccus SW <strong>wandverwarming</strong>; overzicht van de montagestappen ••••••••• 10<br />

3.4 <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> als nat pleistersysteem; overzicht van de montagestappen •11<br />

4 Ontwerpaanwijzingen voor de verwarmingsinstallatie<br />

4.1 Wetten, bepalingen, richtlijnen, normen en VOB<br />

(Duitsland: toewijzing en contractregeling voor bouwprojecten) ••••••••••••••• 12<br />

4.2 Verdelers en toebehoren/verdelerkasten/regeling •••••••••••••••••••••••••• 13<br />

4.3 Ontluchting ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 14<br />

4.4 Regeling •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 14<br />

5 Ontwerpaanwijzingen voor de wandopbouw<br />

5.1 Algemeen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 15<br />

5.2 Inbouwvoorwaarden ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 15<br />

5.3 Handelwijze bij brand •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 15<br />

5.4 Isolatie eisen •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 15<br />

5.4.1 Isolatie eisen bij nieuwbouw •••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 16<br />

5.4.2 Isolatie eisen bij gebouwrenovatie ••••••••••••••••••••••••••••••••• 18<br />

5.4.3 Energiebesparingsbesluit •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 19<br />

5.5 Muurpleister ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 19<br />

5.6 Voegtechniek •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 20<br />

5.7 Wandbekleding •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 20<br />

5.8 Opwarmen •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 20<br />

6 Ontwerp<br />

6.1 Temperaturen •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 21<br />

6.2 Belastingsfactor •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 22<br />

6.3 Berekeningsgrondslag ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 22<br />

6.4 Ontwerpschema‘s ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 23<br />

6.5 Drukverliesdiagrammen •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 27<br />

7 Technische gegevens ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 32<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

3


1 Systeembeschrijving/uitgangspunten<br />

Esthetisch, economisch, ecologisch<br />

Alle voordelen van een vloerwarming<br />

op de wand overgebracht:<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus Wall is een briljant<br />

alternatief.<br />

Uw voordeel<br />

Volkomen vrijheid bij de inrichting van uw<br />

woning. Geen zichtbare radiator doet afbreuk<br />

aan het esthetische gevoel of de vormgevende<br />

creativiteit.<br />

Stralingswarmte over een groot oppervlak maakt<br />

een luchttemperatuur mogelijk van 1 tot 2 °C<br />

lager dan bij gebruikelijke verwarmingssystemen.<br />

Minder opdwarrelend stof, de reinigingskosten<br />

dalen en het wonen wordt gezonder. Aanbevelenswaardig<br />

voor iedereen, die allergisch is voor<br />

stof.<br />

Binnen net zo als buiten<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus <strong>wandverwarming</strong><br />

verwarmt en koelt binnen- en buitenmuren.<br />

De dikte van de isolatie<br />

resulteert uit de eisen volgens EnEV –<br />

individueel afgestemd op de<br />

bouwmethode van de wand.<br />

Aan traditionele naar voren staande radiatoren<br />

kunnen mensen zich verwonden. Bij het in de vloer<br />

geïnstalleerde droogbouwsysteem <strong>Uponor</strong> Siccus<br />

en bij de in de wanden ingelaten <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong><br />

is dit onmogelijk.<br />

<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> en <strong>Uponor</strong> Siccus verhogen<br />

de waarde van het onroerend goed, want<br />

gebouwen met vloerverwarming hebben een<br />

meerwaarde in de opinie van kopers en huurders.<br />

Een investeringsvorm die zich loont.<br />

Eén systeem<br />

voor wand en vloer<br />

Groter verwarmingsoppervlak – grotere voordelen<br />

Wat de vloerverwarming <strong>Uponor</strong> Siccus aan weldadige warmte levert,<br />

wordt door de <strong>Uponor</strong> Siccus <strong>wandverwarming</strong> zelfs nog overtroffen. De<br />

aangename warmtestraling komt bij de <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> praktisch<br />

van alle kanten.<br />

Het droogbouwsysteem <strong>Uponor</strong> Siccus en de <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong><br />

functioneren volgens hetzelfde principe. Daarom kunnen de beide ook in<br />

combinatie met elkaar worden ingebouwd. Ideaal bijvoorbeeld in de badkamer.<br />

Bij de gecombineerde oplossing straalt de weldadige warmte immers<br />

direct van voren en van achteren, van rechts en van links en zelfs nog van<br />

beneden naar boven.<br />

4 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


<strong>Uponor</strong> Siccus SW staanderwandelement –<br />

licht aluminiumelement, snelle montage<br />

Staanderwandelementen voor<br />

het bedrijf<br />

Wanneer het gaat om toepassing in<br />

de bedrijvensector, in kantoren of<br />

overheidsgebouwen, is het <strong>Uponor</strong><br />

Siccus SW staanderwandelement<br />

ideaal. Overal daar aan te bevelen<br />

waar een klassieke vloerverwarming<br />

niet gewenst of niet mogelijk is,<br />

maar waar vrije wandoppervlakken<br />

ter beschikking staan.<br />

Het systeem is ook geschikt ter<br />

completering van de betonactivering<br />

<strong>Uponor</strong> Contec, of bij de renovatie,<br />

waar gehele wanden nieuw<br />

worden gebouwd.<br />

Eén systeemcomponent voor<br />

alles<br />

Het <strong>Uponor</strong> Siccus SW staanderwandelement<br />

hebben wij speciaal<br />

ontwikkeld voor de montage in de<br />

droogbouwwand. Het bestaat uit<br />

een stabiel aluminium draagelement<br />

met geïntegreerde omega-vormige<br />

leidingkanalen, die de leiding veilig<br />

vasthouden.<br />

In de fabriek zijn de elementen<br />

reeds compleet voorgemonteerd<br />

met de hoge druk vernette <strong>Uponor</strong><br />

Velta PE-Xa leiding volgens procédé<br />

Engel in de afmeting 14 x 2 mm.<br />

Daarbij is er al rekening gehouden<br />

met aansluitleidingen voor een<br />

efficiënt verloop van de montage.<br />

Op grond van het geringe elementgewicht<br />

van slechts circa<br />

2,4 kg/stuk is een eenmansmontage<br />

mogelijk. Door de gelijkblijvende<br />

afstand van de profielen in een<br />

staanderwand (625 mm, volgens<br />

DIN 18181) is dit systeem eenvoudig<br />

en snel te monteren.<br />

Het resultaat is een dicht aan<br />

het oppervlakte liggend <strong>wandverwarming</strong>ssysteem,<br />

dat de warmte<br />

daar afgeeft waar ze gebruikt<br />

wordt.<br />

Gedeelte van een<br />

staanderwand<br />

De ideale<br />

afmetingen<br />

615<br />

1150<br />

14 x 2 mm 500<br />

16<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

5


Gereed voor aansluiting – het element voor<br />

iedere droogbouwwand<br />

Plakstroken eraf trekken Positioneren, aandrukken, klaar Blik op de wandafwerking<br />

Al in de fabriek worden voor de<br />

eenvoudige bevestiging van de ele -<br />

menten aan de achterkanten<br />

speciale sterk hechtende plakstroken<br />

aangebracht. Deze beschermfolie<br />

verwijdert u als eerste.<br />

De positionering gebeurt verticaal<br />

of horizontaal (bijvoorbeeld in het<br />

balustradegebied). Het element is<br />

hier verbonden met de profielen.<br />

Vastdrukken volstaat. De uiteindelijke<br />

bevestiging gebeurt dan met<br />

de montage van de droogbouwplaten<br />

door de bouwkundige<br />

aannemer.<br />

De afwerking van de wand gebeurt<br />

door de bouwkundige aannemer.<br />

Daarna kunnen dan alle gebruikelijke<br />

wandbekledingen zoals behang<br />

of tegels worden aangebracht.<br />

Bij het ontwerp dient rekening<br />

gehouden te worden met de<br />

maximale temperatuurbelasting<br />

van de geselecteerde wand- en<br />

droogbouwplaat. De maximale<br />

aanvoertemperaturen bedragen bij<br />

gipskartonplaten: gelijk of lager<br />

dan 45 °C, bij gipsvezelplaten:<br />

gelijk of lager dan 50 °C.<br />

Uw voordeel<br />

In de fabriek geprefabriceerd<br />

staanderwandelement<br />

Laag gewicht en handzame afmetingen voor de<br />

eenmansmontage<br />

De aansluitleiding doorvoeren<br />

Meerdere elementen in de staan -<br />

derwand verbinden: niets gemakkelijk<br />

dan dat. Daartoe worden<br />

eerst de aansluitleidingen bijvoorbeeld<br />

door de H-stansingen van de<br />

droogbouwprofielen geleid. De<br />

lengte van de <strong>Uponor</strong> Velta PE-Xa<br />

leiding biedt voldoende speelruimte.<br />

Aan een verwarmingscircuit<br />

kunt u maximaal 24 elementen in<br />

serie aansluiten (bij een temperatuurverschil<br />

VL/RL = 10 K).<br />

Eenvoudig verbinden met de perstechniek<br />

Op de persing van de <strong>Uponor</strong> Velta<br />

PE-Xa leiding volgens procédé Engel<br />

kunt u bouwen. De pershuls van<br />

roestvast staal wordt op de leiding<br />

geschoven en de persfitting wordt<br />

aangebracht.<br />

Dan volgt het persproces met een<br />

machine die door een accu of via een<br />

kabel wordt aangedreven. Na tien<br />

seconden is de arbeidscyclus afgesloten.<br />

Door de drie gleuven wordt<br />

het leidingmateriaal als oppervlakte<br />

afdichting over de gehele lengte van<br />

het steunlichaam geperst.<br />

Staanderafstandsmaten conform de normen van<br />

625 mm volgens DIN 18181<br />

<strong>Uponor</strong> Velta PE-Xa leidingen in beproefde<br />

leidingkwaliteit volgens procédé Engel<br />

Fixering door speciale sterk hechtende<br />

plakstroken<br />

Maximaal 10 elementen aan een<br />

verwarmingscircuit<br />

Element gereed voor aansluiting<br />

Minimale montage inspanning door één<br />

systeemcomponent<br />

Korte opwarmtijden en snelle regeling<br />

6 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


2 Toepassingsgebied<br />

2.1 Algemeen<br />

De <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> is een lagetemperatuur<br />

warmteverdeelsysteem<br />

voor het verwarmen van gebouwen<br />

bestemd voor bewoning en voor gebouwen<br />

die niet voor bewoning zijn<br />

bestemd. De inbouw vindt plaats in de<br />

wandconstructie naar gelang van het<br />

systeem onder de wandafwerking of<br />

direct in de stuclaag. De warmteverzorging<br />

kan plaatsvinden door iedere<br />

warmwaterverwarmingsinstallatie.<br />

2.2 Staanderbouw<br />

In de niet voor bewoning bestemde<br />

bouw is de toepassing van staanderwanden<br />

wijd verbreed. Wanneer in<br />

deze gebouwen, op grond van de gestelde<br />

eisen aan de vloeren het gebruik<br />

van een klassieke vloerverwarming<br />

niet gewenst dan wel niet mogelijk<br />

is, dan is het <strong>Uponor</strong> Siccus SW<br />

staanderwandelement bij uitstek geschikt<br />

voor de verwarming van het<br />

oppervlak. Ook als uitbreiding op de<br />

betonactivering <strong>Uponor</strong> Contec<br />

maakt het systeem een verdere toepassing<br />

mogelijk. Bij de renovatie,<br />

waar hele wanden nieuw moeten<br />

worden gebouwd, biedt het systeem<br />

eveneens uitkomst.<br />

Het <strong>Uponor</strong> Siccus SW staanderwandelement<br />

wordt in enkelvoudige staanderwanden<br />

met CW 75 of 100 profielen<br />

ingebouwd. Bij dubbele staanderwanden<br />

is de inbouw ook in CW 50<br />

profielen mogelijk.<br />

De afmeting van de profielafstand<br />

moet steeds 625 mm bedragen. De<br />

gestelde eisen aan de isolatie dienen<br />

in acht genomen te worden.<br />

2.3 Droogbouw<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus <strong>wandverwarming</strong> wordt<br />

overal daar ingezet, waar een droge<br />

afbouw met <strong>wandverwarming</strong> en korte<br />

bouwtijden gewenst wordt. Dat kan<br />

zijn in de voor bewoning bestemde als<br />

ook voor de niet voor bewoning<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus SW mag in niet<br />

dragende, ruimte afsluitende<br />

scheidingswanden, volgens<br />

DIN 4102-4 en DIN 18183 tot<br />

brandwerendheidsklasse F180<br />

worden ingebouwd.<br />

bestemde bouw. Ook de typische dakafwerking<br />

in de eengezinswoning is<br />

een interessant toepassingsgeval. Op<br />

basis van de droogbouwmethode<br />

wordt geen bouwvocht in de wandopbouw<br />

gebracht.<br />

Door de houtconstructie en wandafwerking<br />

met droogbouwplaten moet<br />

gelet worden op een stabiele en vlakke<br />

wand. Het Siccus element van <strong>Uponor</strong><br />

Siccus SW heeft een warmtegeleideweerstand<br />

van 0,622 m 2 K/W. De isolatie<br />

eisen moeten in acht genomen<br />

worden (zie hoofdstuk 5.4). Bij gebruik<br />

van de buitenmuren moet de noodzaak<br />

van een dampremmende folie<br />

door een dauwpuntberekening worden<br />

bepaald.<br />

Gedeelte van een staanderwand<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus <strong>wandverwarming</strong> met droge afbouwplaten<br />

625<br />

625<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus SW in enkelvoudige staanderwand<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus SW in dubbele staanderwand<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

7


2.4 Droge afbouwplaten<br />

Voor de beide systemen <strong>Uponor</strong> Siccus<br />

<strong>wandverwarming</strong> en <strong>Uponor</strong> Siccus<br />

staanderwandelementen worden voor<br />

de wandafwerking in het standaard<br />

geval gipskarton- of gipsvezelplaten<br />

volgens DIN 18181 gebruikt. Welke<br />

soort platen gebruikt gaan worden<br />

hangt van de bouwkundige aannemer<br />

af. De droogbouwplaten zijn normaal<br />

gesproken 12,5 mm dik. Een dikkere<br />

wandafwerking is moge lijk, maar vermindert<br />

de warmteafgifte.<br />

<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong><br />

als nat<br />

pleistersysteem<br />

Maximale aanvoertemperatuur<br />

Gipskartonplaten: ≤ 45 °C<br />

Gipsvezelplaten: ≤ 50 °C<br />

platenvrijgave bij fabrikant<br />

te verkrijgen.<br />

2.5 Natte bouw<br />

In de gedeeltelijke renovatie, dus<br />

daar waar nieuw pleisterwerk wordt<br />

aangebracht, kan de <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong><br />

als nat pleistersysteem<br />

worden toegepast. Bij de pleisterwerkzaamheden<br />

moeten de verwerkingsvoorschriften<br />

van de fabrikant<br />

en de officiële regels van de techniek<br />

in acht genomen worden. Deze wandopbouw<br />

maakt een vaste, stabiele<br />

verbinding van pleisterwerk en wand<br />

mogelijk ten opzichte van zwevende<br />

constructies die tussen pleisterwerk<br />

en wand een isolatie bevatten.<br />

De isolatie eisen moeten dan worden<br />

uitgevoerd aan de tegenoverliggende<br />

wand (zie hoofdstuk 5.4).<br />

2.6 Oppervlaktekoeling<br />

Belangrijke ontwerpaanwijzingen<br />

Aanvoertemperatuur via<br />

dauwpunttemperatuur<br />

regelen<br />

Vochtopnemers inplannen<br />

ruimtetemperaturen ontstaan, die<br />

een extra koeling noodzakelijk maken.<br />

Met een koelvermogen van circa<br />

25 – 50 W/m 2 wordt het comfort in<br />

de zomer aanzienlijk verbeterd en<br />

kunnen klimaatinstallaties, bijvoor-<br />

beeld in kantoorruimten, kleiner van<br />

afmeting worden. Voor het opwekken<br />

van kou kunnen alternatieve<br />

energiedragers, zoals bodemwarmtewisselaars<br />

of omschakelbare warmtepompen<br />

en koudeaggregaten dienen.<br />

De systeemcomponenten<br />

<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong><br />

<strong>Uponor</strong> verwarmings-/koelingsregelaars<br />

<strong>Uponor</strong> Genius draadloze ruimtetemperatuurregeling<br />

Omschakelventielen<br />

Warmte- en koudeopwekkers<br />

De functie van alle <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong>en<br />

om in de winter te verwarmen,<br />

kan in de zomer ook worden<br />

omgekeerd om te koelen. Daardoor<br />

ontstaat er een uitgebreider toepassingsgebied<br />

en wordt het wandoppervlak<br />

dubbel benut. Vooral bij grote<br />

glasoppervlakken met directe zoninstraling<br />

kunnen zomers verhoogde<br />

2.7 Referenties<br />

<strong>Uponor</strong> is thuis in nagenoeg alle soorten objecten. In meer dan 1.000.000 bouwprojecten zijn <strong>Uponor</strong> vloerverwarmingen<br />

toegepast. Verdere toepassingsgbieden zijn in combinatie van vloerverwarming en koeling alsmede <strong>wandverwarming</strong><br />

mogelijk. Op internet zijn voortdurend geactualiseerde referentie objecten te zien.<br />

Wooncomplexen voor senioren en tehuizen Banken en spaarbanken Opleidingsinstituten Kantoor-, overheids- en<br />

tentoonstellingsgebouwen Bedrijven en winkels Hotels Industrieterreinen Garages en showrooms<br />

Kleuterscholen Kerken Ziekenhuizen en sanatoria Musea Publieke gebouwen Particuliere zwembaden en<br />

sauna’s Sneeuw- en ijsvrij houden Speciale objecten Sporthallen en zwembaden Wooncomplexen Eengezinswoningen<br />

en appartementen<br />

8 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


3 Montage<br />

3.1 Algemeen<br />

De systeemgebonden montagehandleidingen<br />

geven de geïnteresseerde<br />

verwarmingstechnicus en de adviseur<br />

omvangrijke informatie over de montageprocedures.<br />

De volgende hoofdstukken<br />

3.2 – 3.4 geven de systeemgebonden<br />

<strong>Uponor</strong> montagehandleiding<br />

slechts gedeeltelijk weer.<br />

3.2 <strong>Uponor</strong> Siccus SW; overzicht van de montagestappen<br />

1<br />

2<br />

Bouwprofiel afvegen<br />

Beschermfolie van de plakstrook op de rugzijde verwijderen<br />

3<br />

4<br />

2.<br />

2.<br />

1.<br />

Voor het vastplakken, de aansluitleiding door de mantelbuis in het<br />

bouwprofiel invoeren<br />

Elementen door persen van de aansluitleidingen met behulp van<br />

de <strong>Uponor</strong> perskoppelingen onderling verbinden<br />

5<br />

> 200<br />

Wandafwerking bevestigen<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

9


3.3 <strong>Uponor</strong> Siccus SW <strong>wandverwarming</strong>; overzicht van de montagestappen<br />

1<br />

450<br />

450<br />

30<br />

50<br />

2<br />

450 450 112<br />

1c<br />

1b<br />

450<br />

1a<br />

450<br />

10<br />

Lattenconstructie maken<br />

Siccus element op maat snijden<br />

3<br />

4<br />

≈ 9 cm<br />

1a<br />

Siccus element door middel van aanzetgips of lijm bevestigen<br />

5<br />

Warmtegeleidingslamellen indrukken<br />

6<br />

Leiding installeren<br />

Wandafwerking monteren en aansluitleidingen aansluiten<br />

10 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


3.4 <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> als nat pleistersysteem; overzicht van de montagestappen<br />

1<br />

2<br />

Wandprofielen op de wand bevestigen in<br />

een afstand van circa 60 cm<br />

Leidingen monteren<br />

3<br />

1. Pleisterlaag opbrengen, 99F pleisterwapening aanbrengen en 2e pleisterlaag opbrengen, pleisterwapening<br />

aanbrengen<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

11


4 Ontwerpaanwijzingen voor de verwarmingsinstallatie<br />

4.1 Wetten, bepalingen, richtlijnen,<br />

normen en VOB<br />

(Duitsland: toewijzing en<br />

contractregeling van bouwprojecten)<br />

Tijdens ontwerp en vervaardiging<br />

van een verwarmingsinstallatie dienen<br />

de volgende wetten, besluiten,<br />

richtlijnen en normen in acht genomen<br />

te worden.<br />

Wet op de Energiebesparing<br />

(EnEG)<br />

Energiebesparingsbesluit (EnEV)<br />

Verwarmingskostenbesluit<br />

(HeizkostenV)<br />

Wet op de bouwproducten<br />

De afzonderlijke overheidsaanwijzingen<br />

van de deelstaten met<br />

betrekking tot de EnEG<br />

Normen, richtlijnen en VOB<br />

DIN 1186 Bouwgips<br />

DIN EN 1264 T 1-4 Vloerverwarmingssystemen<br />

en componenten<br />

DIN 1961 VOB Deel B<br />

DIN 4102 Brandbeveiliging<br />

DIN 4108 Warmte-isolatie<br />

DIN 4109 Geluidsisolatie<br />

DIN 4726 Leidingen van kunststof<br />

voor warmwatervloerverwarmingen<br />

DIN 4751 Waterverwarmingsinstallaties<br />

DIN 4807 Expansievaten<br />

DIN EN 12831 Regels voor de<br />

berekening van de verwarmingsbelasting<br />

van gebouwen<br />

DIN EN 13162 tot DIN EN<br />

13171 In de fabriek vervaardigde<br />

warmte-isolatiematerialen voor<br />

gebouwen<br />

DIN EN ISO 15875 Kunststof<br />

leidingsystemen voor de warmen<br />

koudwaterinstallatie – vernet<br />

polyethyleen (PE-X)<br />

DIN 18163 Kurkproducten als<br />

isolatiematerialen voor het<br />

bouwwezen<br />

DIN 18164 Schuimkunststoffen<br />

als isolatiematerialen voor het<br />

bouwwezen<br />

DIN 18165 Vezelisolatiestoffen<br />

als isolatiematerialen voor het<br />

bouwwezen<br />

DIN 18180 Gipskartonplaten<br />

DIN 18181 Gipskartonplaten in<br />

de bouwtechniek<br />

DIN 18182 Toebehoren voor de<br />

verwerking van gipskartonplaten<br />

DIN 18195 Gebouwafdichtingen<br />

DIN 18202 Toleranties in de<br />

bouwtechniek<br />

DIN 18299 VOB Deel C<br />

DIN 18350 VOB Deel C<br />

DIN 18380 Verwarmingsinstallaties<br />

en centrale waterverwarmingsinstallaties<br />

DIN 18550 Pleisterwerk<br />

DIN 18557 Mortel<br />

VDI 2035 Deel 2 Voorkoming<br />

van schade in warmwaterverwarmingsinstallaties,<br />

corrosie aan de<br />

waterzijde<br />

Techn. informatieblad aansluitingencoördinatie<br />

bij verwarmde<br />

vloerconstructies februari 2005<br />

12 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


4.2 Selectie-/maattabellen verdelerkasten<br />

b 1<br />

b<br />

T<br />

b2<br />

T75<br />

1 – 4<br />

702<br />

e<br />

combi<br />

1 – 5<br />

H<br />

OK FFB<br />

102<br />

d<br />

c<br />

f<br />

<strong>Uponor</strong> Combi<br />

inbouwverdelerkast<br />

KV/PV / Combi<br />

inbouwverdelerkast<br />

geschikt voor:<br />

<strong>Uponor</strong> draadloze ruimtetemperatuurregeling<br />

<strong>Uponor</strong> Compact ruimtetemperatuurregeling<br />

KR-D<br />

<strong>Uponor</strong> ruimtetemperatuurregeling<br />

230/<strong>Uponor</strong> ruimtetemperatuurregeling<br />

24<br />

Kastmaten<br />

<strong>Uponor</strong> Combi<br />

Type KV/PV 1 KV/PV 2 KV/PV 3 KV/PV 4 KV/PV 5<br />

Aansluitsituatie inclusief verdeler afsluiters, geschikt voor een aantal verwarmingscircuits:<br />

Compact verdelers<br />

onder zonder WM 3 – 4 5 – 6* 7 – 8 9 – 10 –<br />

onder zonder WM met drukverschilregelaar 3 4 – 5 6 – 7 8 – 9 10<br />

onder met WM 3 4 – 5 6 – 7 8 – 9 10<br />

aan de zijkant zonder WM – 3 – 4 5 – 6 7 – 8 9 – 10<br />

aan de zijkant zonder WM met drukverschilregelaar<br />

– – 3 – 4 5 – 6 7 – 10<br />

aan de zijkant met WM – – 3 – 4 5 – 6 7 – 10<br />

aan de zijkant met WM met drukverschilregelaar<br />

– – – 3 – 5 6 – 8<br />

met etage-regelstation ERS – – 3 – 4 5 – 6* 7 – 10<br />

Maten [mm]<br />

Nisbreedte 590 790 990 1190 1590<br />

Nishoogte 840 – 1030<br />

T 115–160 115–160 115–160 115–160 115–160<br />

b (breedte van de kastachterwand) 550 750 950 1150 1550<br />

b 1<br />

605 805 1005 1205 1600<br />

b 2<br />

(breedte van de kastachterwand) 543 743 943 1143 1543<br />

c 0 – 12 0 – 12 0 – 12 0 – 12 0 – 12<br />

d 40 – 230 40 – 230 40 – 230 40 – 230 40 – 230<br />

e 642 642 642 642 642<br />

f 96–108 96–108 96–108 96–108 96–108<br />

H 825 – 1015<br />

*KV/PV 2/T75-2 =<br />

max. 1 KR-D basiseenheid<br />

bij 5 verwarmingcircuits<br />

*KV/PV 3/T75-3 =<br />

max. 2 KR-D basiseenheid<br />

bij 10 verwarmingcircuits<br />

*KV/PV 4/T75-4 =<br />

max. 1 KR-D basiseenheid<br />

bij etageregelstation<br />

WM = <strong>Uponor</strong> warmtemeter<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

13


b 2<br />

156<br />

b 1<br />

771<br />

642<br />

835<br />

Combi opbouwverdelerkast<br />

geschikt voor:<br />

<strong>Uponor</strong> draadloze ruimtetemperatuurregeling<br />

<strong>Uponor</strong> Compact ruimtetemperatuurregeling<br />

KR-D<br />

<strong>Uponor</strong> ruimtetemperatuurregeling<br />

230/<strong>Uponor</strong> ruimtetemperatuurregeling<br />

24<br />

velta genius<br />

Kastmaten<br />

<strong>Uponor</strong> Combi opbouw KV/PV<br />

Type 1 2 3 4 5<br />

Aansluitsituatie inclusief verdeler afsluiters, geschikt voor aantal verwarmingscircuits: Compact verdelers<br />

Compact verdelers<br />

onder zonder WM 3 – 4 5 – 6* 7 – 8 9 – 10 –<br />

onder zonder WM met drukverschilregelaar 3 4 – 5 6 – 7 8 – 9 10<br />

onder met WM 3 4 – 5 6 – 7 8 – 9 10<br />

met etage-regelstation ERS – – 3 – 4 5 – 6* 7 – 10<br />

Maten [mm]<br />

b 600 800 1000 1200 1600<br />

b 1<br />

532 732 932 1132 1532<br />

b 2<br />

543 743 943 1143 1543<br />

*Combi opbouw<br />

2 = max. 1 KR-D<br />

basiseenheid bij 5<br />

verwarmingcircuits<br />

*Combi opbouw<br />

3 = max. 2 KR-D<br />

basiseenheid bij 10<br />

verwarmingcircuits<br />

*Combi opbouw<br />

4 = max. 1 KR-D<br />

basiseenheid bij<br />

etage-regelstation<br />

WM = <strong>Uponor</strong> warmtemeter<br />

4.3 Ontluchting<br />

Ter voorkoming van luchtkussenvorming<br />

in de verwarmingsleidingen<br />

raden wij een minimale watersnelheid<br />

in de verwarmingcircuits van<br />

0,25 m/s bij θ VL<br />

≤ 50 °C aan. Principieel<br />

dient voor een luchtafscheider<br />

te worden gezorgd.<br />

4.4 Regeling<br />

De speciale technische informatie<br />

„<strong>Uponor</strong> regelingen“ informeert de<br />

geïnteresseerde adviseur en verwarmingstechnicus<br />

omvangrijk over<br />

het thema regeling. Daartoe behoren<br />

de algemene voorschriften, de<br />

regelingsschema’s met betrekking<br />

tot de verschillende warmteopwekkers,<br />

de centrale regeling met de<br />

regelstations. De componenten<br />

voor de temperatuurregeling voor<br />

individuele ruimten en hun toepassing,<br />

zoals <strong>Uponor</strong> draadloze ruimtetemperatuurregeling<br />

Genius of de<br />

<strong>Uponor</strong> ruimtetemperatuurregeling<br />

230 worden uitvoerig gedocumen-<br />

teerd. Ook het thema vloer- en<br />

wandkoeling en de regeling daarvan<br />

evenals de toepassingsmogelijkheden<br />

van de <strong>Uponor</strong> producten<br />

worden uitvoerig behandeld.<br />

Ontwerpaanwijzing:<br />

ruimte opnemers mogen niet<br />

op verwarmde wandoppervlakken<br />

worden gemonteerd.<br />

Een minimale afstand van<br />

20 cm wordt aangeraden.<br />

14 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


5 Ontwerpaanwijzingen voor de wandopbouw<br />

5.1 Algemeen<br />

Bij het ontwerp van de wandopbouw<br />

van een <strong>wandverwarming</strong>sinstallatie<br />

moeten de daarop betrekking<br />

hebbende wetten, besluiten,<br />

richtlijnen, VOB en normen in<br />

acht worden genomen.<br />

5.2 Inbouwvoorwaarden<br />

Bouwsituatie<br />

Vóór het inbouwen van de <strong>wandverwarming</strong><br />

moeten vensters en<br />

buitendeuren zijn ingebouwd, montagewerkzaamheden<br />

van woningtechnische<br />

installaties evenals de<br />

inbouw van deurkozijnen en de bepleistering<br />

van leidingsleuven zijn<br />

afgesloten. Elektrische inbouwwerkzaamheden<br />

zoals inbouwcontactdozen,<br />

moeten vóór de montage van<br />

de <strong>wandverwarming</strong> zijn geïnstalleerd<br />

dan wel hun positie zijn afgestemd.<br />

De opbouw van de droge<br />

staanderwand moet voldoen aan de<br />

betreffende richtlijnen van de fabrikant.<br />

Dragende ondergrond<br />

Principieel moeten de wanden naargelang<br />

van het systeem voldoen<br />

aan de volgende eisen:<br />

Algemeen<br />

Statica en draagvermogen voor<br />

de opname van de <strong>wandverwarming</strong><br />

Hoek- en vlakheidstoleranties<br />

volgens DIN 18202<br />

Bij bouwvoegen, die gedeelten<br />

van het gebouw van elkaar<br />

scheiden, moet de <strong>wandverwarming</strong><br />

worden onderbroken<br />

Afstemming over aansluitpunten<br />

ondergrond/staanderbouw en<br />

elektroleidingen/contactdozen<br />

uitvoeren<br />

Droog wandoppervlak (<strong>Uponor</strong><br />

Siccus Wall en <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong><br />

als nat pleistersysteem)<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus SW<br />

Bouwprofielen gereinigd en in<br />

afstandsmaat gemonteerd<br />

Geen contactdozen in de buurt<br />

van staanderwandelementen en<br />

aansluitingen<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus <strong>wandverwarming</strong><br />

De wanden mogen geen puntvormige<br />

verhogingen, leidingen,<br />

kabels of dergelijke vertonen<br />

Wandoppervlak vrij van losse bestanddelen<br />

(pleisterresten etc.)<br />

<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> als nat<br />

pleistersysteem<br />

Wandoppervlak vrij van losse bestanddelen<br />

(pleisterresten etc.)<br />

Eventueel pleisterhechtgrond<br />

schoonmaken<br />

Aansluitingencoördinatie<br />

Ook bij de toepassing van een <strong>wandverwarming</strong><br />

is het gesprek over de<br />

aansluitingencoördinatie tussen adviseur/architect/vakbedrijven<br />

noodzakelijk.<br />

Zo ook bij de <strong>Uponor</strong><br />

<strong>wandverwarming</strong>. Hier vindt een<br />

praktische informatie uitwisseling<br />

plaats en de daaraan beantwoordende<br />

beslissingen over het verloop<br />

van de bouw etc.<br />

5.3 Handelwijze bij brand<br />

Bij maatregelen tegen de verspreiding<br />

van vuur en rook moeten de<br />

geldende bouwverordeningen van<br />

de deelstaat, de algemene uitvoeringsbesluiten<br />

of officiële voor de<br />

deelstaat specifieke brochures en<br />

richtlijnen in acht genomen worden.<br />

Bij het nemen van brandbeveiligingstechnische<br />

maatregelen moet<br />

de DIN 4102 in acht worden genomen.<br />

gekeurd<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus SW<br />

Het element wordt zoals gebruikelijk<br />

in staanderwanden ingebouwd,<br />

die door de fabrikant reeds met een<br />

brandwerendheidsklasse volgens<br />

DIN 4102-4 zijn gekeurd. Door het<br />

rapport nr. 3294/3895 TP van<br />

08-03-2005 van de MPA Braunschweig<br />

wordt aangetoond, dat de<br />

inbouw van de <strong>Uponor</strong> Siccus SW<br />

staanderelementen in niet-dragende,<br />

ruimte afsluitende scheidingswandconstructies<br />

in metalen staanderbouwmethode<br />

conform de constructiegrondslagen<br />

van de DIN<br />

4102-4: 1994-03 mag worden<br />

ingebouwd. De aanduiding van de<br />

wandconstructie volgens DIN<br />

4102-2: 1977-09 bij een brandbelasting<br />

volgens de eenheidstemperatuurtijdcurve<br />

(ETK) luidt:<br />

„F30-AB“ tot „F180-AB“.<br />

Dit rapport is in de procedure van<br />

bouw- en woningtoezicht te gebruiken.<br />

5.4 Isolatie eisen<br />

De wandconstructies in de nieuwbouw<br />

en in de gebouwenrenovatie<br />

zijn onderworpen aan de eisen van<br />

het Energiebesparingsbesluit<br />

(EnEV). In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste<br />

verschillende gevallen<br />

kort beschreven en de vereiste<br />

maatregelen aangegeven.<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

15


5.4.1 Isolatie eisen in de<br />

nieuwbouw<br />

Binnenmuur<br />

Binnenmuren hebben geen EnEVeisen<br />

met betrekking tot de warmte-isolatie.<br />

De DIN EN 1264-2<br />

“Vloerverwarmimg” gaat niet in op<br />

<strong>wandverwarming</strong>en. Door de over-<br />

eenkomst met de vloerverwarming<br />

ligt het echter voor de hand de minimale<br />

warmtegeleidingsweerstand<br />

van de isolatielaag voor de afzonderlijke<br />

gevallen over te nemen.<br />

Binnenmuur met daarachter<br />

liggende verwarmde ruimte:<br />

0,75 m 2 K/W<br />

Binnenmuur met daarachter<br />

liggende onverwarmde of in<br />

afstanden verwarmde ruimte<br />

of direct aan de aardbodem:<br />

1,25 m 2 K/W<br />

Bovendien wordt daardoor in hoge<br />

mate de ongecontroleerde warmteafgifte<br />

voorkomen.<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus SW<br />

Standaard staanderwanden worden<br />

op grond van de brandwerendheidsklasse<br />

in veel gevallen uitgerust<br />

met steenwolisolatie WLG 040<br />

en een dikte ≥ 40 mm en voldoen<br />

daardoor automatisch aan de isolatie<br />

eis voor een binnenmuur met<br />

daarachter liggende verwarmde<br />

ruimte. Alle andere versies moeten<br />

individueel worden gecontroleerd.<br />

De wandopbouw blijkt uit de fabrikantendocumentatie.<br />

≥ 30<br />

12,5<br />

12,5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

1<br />

4<br />

5<br />

6<br />

75<br />

Binnenwand met<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus SW in<br />

enkelvoudige staanderwand<br />

CW 75 met<br />

isolatie (horizontale<br />

doorsnede)<br />

1 Droogbouwplaat<br />

2 <strong>Uponor</strong> Siccus<br />

SW element<br />

3 <strong>Uponor</strong> PE-Xa<br />

leiding 14 x 2<br />

4 Luchtruimte<br />

5 Isolatie<br />

6 Bouwprofiel<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus <strong>wandverwarming</strong><br />

Het Siccus element heeft reeds een<br />

warmtegeleidingsweerstand van<br />

0,622 m 2 K/W. In overeenstemming<br />

daarmee moet de resterende extra<br />

isolatie naar gelang van het toepassingsgeval<br />

worden bepaald.<br />

Voor de lattenconstructie volgt dan<br />

de betreffende opbouwhoogte.<br />

Wanneer de extra isolatie al in de<br />

wand is geïntegreerd, komt een lat<br />

van 50 x 30 mm (h x b) in aanmerking.<br />

8<br />

7<br />

≥5<br />

5<br />

25<br />

4<br />

1<br />

3<br />

2<br />

6<br />

Binnenwand met<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus Wall<br />

met extra isolatie<br />

(verticale doorsnede)<br />

1 Droogbouwplaat<br />

2 <strong>Uponor</strong> Siccus<br />

warmtegeleidingslamel<br />

3 <strong>Uponor</strong> PE-Xa<br />

leiding 14 x 2<br />

4 <strong>Uponor</strong> Siccus<br />

element<br />

5 Extra isolatie<br />

6 Lattenconstructie<br />

7 Metselwerk<br />

8 Pleisterwerk<br />

15<br />

12,5<br />

115 30<br />

16 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> als nat<br />

pleistersysteem<br />

Naar gelang van de gestelde eis<br />

moet hier een adequate extra isolatie<br />

worden bepaald en aan de wand<br />

aan de achterzijde worden aangebracht,<br />

zodat de pleisterwandverbinding<br />

van het nat pleistersysteem<br />

niet wordt verstoord. Hiervoor zijn<br />

bijvoorbeeld droogpleister composietplaten<br />

inclusief isolatie geschikt.<br />

5<br />

4<br />

2<br />

3<br />

1<br />

Binnenwand met<br />

<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong><br />

met extra<br />

isolatie (verticale<br />

doorsnede)<br />

1 Pleisterwerk<br />

2 <strong>Uponor</strong> wandprofiel<br />

14<br />

3 <strong>Uponor</strong> PE-Xa<br />

leiding 14 x 2<br />

4 Metselwerk<br />

5 Droogpleister<br />

composietplaat<br />

12,5<br />

≥30 17<br />

≥15<br />

Buitenmuur<br />

De warmtedoorgangscoëfficiënt<br />

van de bouwdeellagen tussen<br />

<strong>wandverwarming</strong> en buitenlucht<br />

moet conform EnEV worden gedimensioneerd.<br />

Evenals bij de binnenmuren<br />

moet ook hier de minimale<br />

warmtegeleidingsweerstand<br />

van de DIN EN 1264-2 worden<br />

afgestemd. De betere isolatielaagwaarde<br />

moet worden genomen.<br />

Buitenmuur tegen buitenlucht<br />

(-5°C > Td ≥ -15°C): 2,00<br />

m 2 K/W<br />

Siccus <strong>wandverwarming</strong><br />

De Siccus element heeft reeds een<br />

warmtegeleidingsweerstand van<br />

0,622 m 2 K/W en wordt met aanzetgips<br />

of lijm direct op de muur gemonteerd.<br />

Een waterdampdiffusieberekening<br />

moet steeds worden uitgevoerd.<br />

60 – 150<br />

6<br />

5<br />

≥ 5<br />

25<br />

1<br />

3<br />

2<br />

4<br />

Buitenmuur met<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus <strong>wandverwarming</strong><br />

(verticale<br />

doorsnede)<br />

1 Droogbouwplaat<br />

2 <strong>Uponor</strong> Siccus<br />

warmtegeleidingslamel<br />

3 <strong>Uponor</strong> PE-Xa<br />

leiding 14 x 2<br />

8<br />

7<br />

9<br />

4 <strong>Uponor</strong> Siccus<br />

element<br />

5 Metselwerk<br />

6 Isolatie<br />

90 – 115<br />

175 – 365 30<br />

12,5<br />

7 Lattenconstructie<br />

8 Klinker<br />

9 Lijm/aanzetgips<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

17


<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> als nat<br />

pleistersysteem<br />

Bij het nat pleistersysteem ligt de<br />

complete isolatielaag achter het<br />

metselwerk. Ondanks de goede<br />

bouwfysische veronderstellingen –<br />

dauwpunt – moet altijd een waterdampdiffusie<br />

berekening worden<br />

uitgevoerd.<br />

6<br />

60 – 150<br />

5<br />

4<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Buitenmuur met<br />

<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong><br />

als nat pleistersysteem<br />

(verticale<br />

doorsnede)<br />

1 Pleisterwerk<br />

2 <strong>Uponor</strong> wandprofiel<br />

14<br />

3 <strong>Uponor</strong> PE-Xa<br />

leiding 14 x 2<br />

4 Metselwerk<br />

5 Isolatie<br />

90 – 115<br />

175 – 365<br />

17 ≥ 15<br />

6 Klinker<br />

5.4.2 Isolatie eisen bij gebouwenrenovatie<br />

Binnenmuur<br />

Binnenmuren hebben geen EnEVeisen<br />

met betrekking tot de warmteisolatie.<br />

De DIN EN 1264-2 “Vloerverwarmimg”<br />

gaat niet in op <strong>wandverwarming</strong>en.<br />

Door de overeenkomst<br />

met de vloerverwarming ligt<br />

het echter voor de hand de minimale<br />

warmtegeleidingsweerstand van<br />

de isolatielaag voor de afzonderlijke<br />

gevallen over te nemen.<br />

Binnenmuur met daarachter<br />

liggende verwarmde ruimte:<br />

0,75 m 2 K/W<br />

Binnenmuur met daarachter<br />

liggende onverwarmde of in<br />

afstanden verwarmde ruimte of<br />

direct aan de aardbodem: 1,25<br />

m 2 K/W<br />

Bovendien wordt daardoor in hoge<br />

mate de ongecontroleerde warmteafgifte<br />

voorkomen.<br />

<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong>ssystemen<br />

Hier gelden dezelfde eisen als in<br />

hoofdstuk 5.4.1 onder de betreffende<br />

alinea’s van de systemen. Het<br />

is belangrijk te weten dat de kosten<br />

voor het aanbrengen van de extra<br />

isolatie volgens §5 van de Wet op<br />

de Energiebesparing economisch<br />

binnen de gebruikelijke dan wel afgesproken<br />

gebruiksperiode verantwoord<br />

is.<br />

§ 5 Wet op de Energiebesparing<br />

(1) ... economisch verantwoord<br />

zijn. De gestelde eisen<br />

gelden als economisch<br />

verantwoord wanneer in het<br />

algemeen de vereiste inspanningen<br />

binnen de normale<br />

gebruiksperiode door<br />

de ontstane besparingen<br />

verdiend kunnen worden. ...<br />

Buitenmuur<br />

Wanneer de <strong>wandverwarming</strong> bij de<br />

gebouwenrenovatie op een buitenmuur<br />

wordt gemonteerd, geldt de<br />

EnEV hoofdstuk 3. De §8 “Verandering<br />

van gebouwen” verwijst naar<br />

bijlage 3 tabel 1.<br />

Deze geldt niet voor veranderingen,<br />

die betrekking hebben<br />

op minder dan 20% van het<br />

bouwoppervlak.<br />

De tabel 1 uit bijlage 3 van de EnEV<br />

vraagt naar gelang van de maatregel<br />

voor buitenmuren een maximale<br />

warmtedoorgangscoëfficiënt van<br />

0,45 W/m²K dan wel 0,35 W/m²K.<br />

Ook hierbij is het belangrijk te weten,<br />

dat de kosten voor het aanbrengen<br />

van extra isolatie conform<br />

§ 5 van de Wet op de Energiebesparing<br />

economisch binnen de gebruikelijke<br />

dan wel resterende gebruiksperiode<br />

verantwoord zijn.<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus <strong>wandverwarming</strong><br />

en <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> als<br />

nat pleistersysteem<br />

Hier gelden dezelfde wandconstructie<br />

opbouwmethodes als in hoofdstuk<br />

5.4.1. alinea buitenmuur.<br />

18 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


5.4.3 Energiebesparingsbesluit<br />

Uitzonderingsregels<br />

Het toepassingsgebied van de EnEV<br />

is beperkt. Daartoe gelden uitzonderingen<br />

en ontheffingen volgens<br />

§ 17. Bovendien moeten de gestelde<br />

eisen volgens § 5 van de Wet<br />

op de Energiebesparing economisch<br />

binnen de normale gebruiksperiode<br />

verantwoord zijn.<br />

Wet op de Energiebesparing (EnEG)<br />

§ 5 – Gemeenschappelijke voorwaarden voor<br />

wetsbesluiten<br />

(1) De in de wetsbesluiten conform de §§ 1<br />

tot 4 geformuleerde eisen moeten volgens<br />

de stand van de techniek uitvoerbaar en<br />

voor gebouwen van dezelfde aard en exploitatie<br />

economisch verantwoord zijn.<br />

Gestelde eisen gelden als economisch verantwoord<br />

wanneer over het algemeen de<br />

vereiste inspanningen binnen de normale<br />

gebruiksperiode door de ontstane besparingen<br />

verdiend kunnen worden. Bij bestaande<br />

gebouwen moet rekening worden<br />

gehouden met de nog te verwachten gebruiksperiode.<br />

(2) In de rechtsbesluiten dient te worden geregeld,<br />

dat op aanvraag ontheffing van de<br />

gestelde eisen kan worden verleend, voorzover<br />

deze in het afzonderlijke geval wegens<br />

bijzondere omstandigheden door in<br />

geen verhouding staande kosten of op<br />

enige andere wijze tot een onbillijke hardheid<br />

voeren.<br />

Verloopschema voor de vrijstelling volgens<br />

§ 17 Ontheffingen<br />

1. Informeel verzoek “Ontheffing van de<br />

warmte-isolatieverplichting” opstellen<br />

2. Verzoek bij bevoegde instantie indienen<br />

3. Beoordeling door de instantie met ant<br />

woordbrief<br />

Ontheffingen volgens § 17<br />

§ 17 “Ontheffingen” is gebaseerd<br />

op de Wet op de Energiebesparing<br />

(EnEG) § 5 en beschrijft de mogelijkheid<br />

om bij in geen verhouding<br />

staande kosten of bij onbillijke<br />

hardheid ontheffing te bewerkstelligen.<br />

Het informele verzoek op het<br />

afzien van de isolatie wordt bij de<br />

bevoegde instantie (bijvoorbeeld<br />

bouwverordeningenbureau van het<br />

stadsbestuur) ingediend.<br />

§ 17 EnEV Ontheffingen<br />

De volgens de landswet bevoegde<br />

instanties kunnen op<br />

verzoek van de gestelde eisen<br />

van dit besluit worden<br />

vrijgesteld, voorzover de eisen<br />

in het afzonderlijke geval<br />

wegens bijzondere omstandigheden<br />

door in geen verhouding<br />

staande kosten of<br />

op enige andere wijze tot een<br />

onbillijke hardheid voeren.<br />

5.5 Pleisterwerk<br />

Algemeen<br />

Bij <strong>wandverwarming</strong>en als nat pleistersysteem<br />

moet de pleister een<br />

goede warmtegeleidbaarheid bezitten.<br />

Lichte- en warmte-isolatiepleistersoorten<br />

zijn niet geschikt voor<br />

<strong>wandverwarming</strong>. Voor <strong>wandverwarming</strong>en<br />

zijn pleistersoorten met<br />

de bindmiddelen gips, gips/kalk,<br />

kalk/cement, leem of bindmiddelen<br />

volgens DIN 18550 geschikt. Bovendien<br />

kunnen ook fabrikantspecifieke<br />

verwarmingpleistersoorten<br />

(pleistersoorten die op het wandsysteem<br />

afgestemde eigenschappen<br />

bezitten) worden gebruikt. De noodzaak<br />

van een pleisterwapening<br />

hangt af van het gebruikte pleistersysteem<br />

en moet daarom met de<br />

stukadoor worden afgestemd. Pleisterwapeningen<br />

zijn tussenlagen zoals<br />

steenwol, kunststofvezels, glasvezelroosterdoek,<br />

die leiden tot een<br />

verminderde scheurvorming.<br />

Pleisterondergrond<br />

Vóór het begin van de pleisterwerkzaamheden<br />

moet de pleisterondergond<br />

door de opdrachtnemer worden<br />

gecontroleerd op geschiktheid. De<br />

controle gebeurt conform de VOB<br />

deel C, DIN 18350, punt 3.1 dan wel<br />

VOB Deel B, DIN 1961 §4, cijfer 3.<br />

Alle klassieke massieve bouwmaterialen<br />

zoals bakstenen, lichte<br />

hooggeperforeerde stenen, natuur-<br />

Belangrijke ontwerpaanwijzing<br />

Bij de noodzakelijke<br />

pleisterwerkzaamheden<br />

moeten de verwerkingsvoorschriften<br />

van de<br />

systeemfabrikant, de DIN<br />

18550 en de VOB/C DIN<br />

18350 in acht worden<br />

genomen.<br />

Vóór het aanbrengen van de<br />

<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> als<br />

nat pleistersysteem moet<br />

met de opdrachtnemer van<br />

het pleisterwerk duidelijk<br />

worden gesteld, of een<br />

eventuele pleisterondergrond<br />

behandeling (bijvoorbeeld<br />

grondering, opbrengen<br />

van een hechtlaag of spuitberaping)<br />

noodzakelijk is.<br />

De maximale temperatuurbelasting<br />

van de bepleistering<br />

moet op grond van de<br />

verschillende mogelijkheden<br />

met de pleisterfabrikant<br />

worden afgestemd. De aanvoertemperatuur<br />

mag 50 °C<br />

niet overschrijden.<br />

steen, kalkzandsteen, leemstenen,<br />

aanwezige mineraal gepleisterde<br />

wanden, maar ook lichtbetonconstructies<br />

van houtwolplaten, zachte<br />

boardvezelplaten of gipsvezelplaten<br />

zijn geschikt als onderbouw/ondergrond<br />

van een <strong>wandverwarming</strong>.<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

19


De pleistergrond moet<br />

egaal,<br />

draagkrachtig en vast,<br />

voldoende vormvast,<br />

niet waterafstotend, gelijkmatig<br />

opnemend, homogeen,<br />

ruw, droog, stofvrij, vrij van<br />

verontreinigingen,<br />

vrij van uitzakkingen,<br />

vorstvrij dan wel boven +5 °C op<br />

temperatuur gebracht zijn.<br />

Pleisteroppervlak<br />

Gipspleisters kunnen afgepleisterd<br />

of geborsteld worden. Als bovenpleister<br />

(tweede pleisterlaag) zijn silicaat-<br />

en kunstharspleisters geschikt,<br />

die volgens de informatie van de<br />

fabrikant moeten worden verwerkt.<br />

5.6 Voegtechniek<br />

Bouwvoegen<br />

In het gebied van bouwvoegen<br />

moet het <strong>wandverwarming</strong>soppervlak<br />

worden onderbroken. Verwarmingsleidingen<br />

mogen de bouwvoegen<br />

niet kruisen. Bouwvoegen<br />

moeten tot aan het zichtbare oppervlak<br />

worden overgenomen en<br />

met geschikte afdekkingen (profielen)<br />

worden gesloten.<br />

Dilatatievoegen/randvoegen<br />

Over de indeling van deze voegen<br />

moet een voegenschema worden<br />

opgesteld waaruit de soort en indeling<br />

kunnen worden afgeleid.<br />

Het voegenschema moet door de<br />

ontwerper van de bouw worden<br />

gemaakt en als bestanddeel van<br />

het bestek aan de uitvoerenden<br />

worden voorgelegd.<br />

Bij de vaststelling van de voegenafstanden<br />

en veldgrootten moet rekening<br />

worden gehouden met de soort<br />

van de pleister dan wel droogbouwplaten,<br />

de geplande wandbekleding<br />

en de belasting bijvoorbeeld door<br />

temperatuur.<br />

5.7 Wandbekleding<br />

Bij voorkeur moeten wandbekledingen<br />

met een hoog volumegewicht<br />

dan wel hoge warmtegeleidbaarheid<br />

(bijvoorbeeld cementvezelplaat)<br />

worden gebruikt. Wandbekledingen<br />

van hout, gipskarton-, gipsvezelplaten,<br />

kunststof of andere materialen<br />

met lagere warmtegeleidbaarheid<br />

zijn als wandbekleding op een<br />

<strong>wandverwarming</strong> mogelijk, maar zij<br />

reduceren de warmteafgifte. De<br />

volgende wandbekledingen kunnen<br />

bij aanhouding van een warmtegeleidingsweerstand<br />

van RÐ,W ≤ 0,05<br />

m 2 K/W en de vrijgave door de fabrikant<br />

op de <strong>wandverwarming</strong> worden<br />

aangebracht:<br />

behang<br />

verf<br />

keramische tegels<br />

structuurpleister<br />

natuursteen in muurverband<br />

Een stevige hechtlaag op de wand<br />

is voorwaarde voor een duurzame<br />

functie van de wandbekledingen.<br />

De tegellijmsoorten moeten geschikt<br />

zijn voor oppervlakteverwarming<br />

en voor de gekozen ondergrond.<br />

5.8 Opwarmen<br />

Principieel moet bij de <strong>wandverwarming</strong>,<br />

zoals ook bij de vloerverwarming,<br />

een functiecontrole worden<br />

uitgevoerd. Evenals bij de onverwarmde<br />

muren, is het de taak van<br />

de wandbekledingsfirma om in het<br />

kader van hun inspectie volgens<br />

VOB Deel C vóór aanvang van de<br />

werkzaamheden te controleren of<br />

het gebruiksklaar is.<br />

Met het opwarmen van <strong>wandverwarming</strong>en,<br />

die met een cementgebonden<br />

pleister zijn uitgevoerd,<br />

mag op zijn vroegst 21 dagen na<br />

het opbrengen van de pleisterlaag<br />

worden begonnen. Bij gipsgebonden<br />

pleister en bij leempleister dient<br />

op zijn vroegst 7 dagen dan wel<br />

volgens informatie van de fabrikant<br />

te worden begonnen. Wanneer<br />

droogbouwplaten worden toegepast,<br />

kan het opwarmen op zijn<br />

vroegst na 1 dag dan wel volgens<br />

de informatie van de fabrikant<br />

beginnen.<br />

De opwarmprocedure is bedoeld als<br />

functiecontrole van de <strong>wandverwarming</strong><br />

volgens VOB en niet voor het<br />

drogen van de wandbekleding (bijv.<br />

pleisterlaag).<br />

Bij hoge temperatuurverschillen<br />

kunnen tijdens het<br />

opwarmproces expansiegeluiden<br />

bij <strong>Uponor</strong> Siccus<br />

SW en <strong>Uponor</strong> Siccus <strong>wandverwarming</strong><br />

optreden.<br />

20 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


6 Ontwerp<br />

6.1 Temperaturen<br />

Wandoppervlaktetemperatuur<br />

Bijzondere aandacht moet worden<br />

besteed aan de temperatuur van het<br />

wandoppervlak, waarbij rekening<br />

moet worden gehouden met de<br />

grenzen van de medisch en fysiologisch<br />

verantwoorde wandoppervlaktetemperatuur.<br />

Het verschil tussen gemiddelde oppervlaktetemperatuur<br />

van de wand<br />

en de normale binnentemperatuur<br />

vormen samen een warmteovergangscoëfficiënt<br />

van α W<br />

= 8 W/m²<br />

de basis voor de rendementsnorm<br />

van het verwarmend of ook koelend<br />

wandoppervlak. Een maximale wandoppervlaktetemperatuur<br />

van 40 °C<br />

is als theoretische ontwerpgrens<br />

(grenscurve) in de ontwerpdiagrammen<br />

weergegeven. De maximale<br />

temperatuurbelasting van de wandbekleding<br />

kan de ontwerpgrens reduceren.<br />

Het koelvermogen kan eveneens uit<br />

de ontwerpdiagrammen worden afgelezen,<br />

maar de aanvoertemperatuur<br />

van het koelwater moet tenminste<br />

1K boven de dauwpunttemperatuur<br />

liggen om condenswater te<br />

voorkomen.<br />

Ruimtetemperatuur, gevoelstemperatuur<br />

en gemiddelde<br />

stralingstemperatuur<br />

Bij een stralingsverwarming zoals de<br />

<strong>Uponor</strong> vloer- en <strong>wandverwarming</strong><br />

kan ten opzichte van andere meer<br />

ongunstige verwarmingssystemen<br />

een niet onaanzienlijke energiebesparing<br />

worden aangenomen.<br />

Het energiebesparingseffect ligt in<br />

de grond van de zaak in de gunstigere<br />

ruimteluchttemperatuur. Voor<br />

de mens is behalve de ruimteluchttemperatuur<br />

ook de gemiddelde<br />

stralingstemperatuur θ L<br />

van de ruimte<br />

omringende oppervlakken van belang.<br />

Hieruit vloeien zeer positieve<br />

gevoelstemperaturen voort.<br />

De “gevoelstemperatuur” moet<br />

worden gelijkgesteld aan de normale<br />

binnentemperatuur θ i<br />

uit de DIN<br />

EN 12831 en ontstaat uit de gemiddelde<br />

stralingstemperatuur en de<br />

ruimteluchttemperatuur.<br />

Verwarmingsmiddelovertemperatuur<br />

De verwarmingsmiddelovertemperatuur<br />

Δθ H<br />

wordt als logaritmische gemiddelde<br />

waarde uit de aanvoertemperatuur,<br />

de retourtemperatuur<br />

en de standaard binnentemperatuur<br />

volgens DIN EN 1264 berekend.<br />

Deze bepaalt bij constante opbouw<br />

de warmtestroomdichtheid.<br />

Vergelijking (1)<br />

volgens DIN EN 1264 Deel 3:<br />

Δθ H<br />

=<br />

ln<br />

θ V<br />

– θ R<br />

θ V<br />

– θ i<br />

θ R<br />

– θ i<br />

Bij hoge temperatuurschommelingen<br />

kunnen bij <strong>Uponor</strong><br />

Siccus SW en <strong>Uponor</strong> Siccus<br />

<strong>wandverwarming</strong> expansiegeluiden<br />

niet worden uitgesloten.<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

21


6.2 Belastingsfactor<br />

De verwarmingscircuitgrootheid bij<br />

<strong>wandverwarming</strong>en is begrensd<br />

door het totale drukverlies dat voortkomt<br />

uit de warmtestroomdichtheid<br />

dan wel massastroon en de leidinglengte<br />

(inclusief aansluitleiding).<br />

Uit de ontwerpdiagrammen kan de<br />

benodigde warmtestroomdichtheid<br />

worden afgeleid.<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus SW<br />

Het staanderwandelement wordt<br />

geleverd met circa 5.7 m geïnstalleerde<br />

leiding per element. De<br />

<strong>Uponor</strong> perskoppeling 14 - 14 heeft<br />

een zeta-waarde van 4,4. Afhankelijk<br />

van de wandbekleding en<br />

benodigde warmtestroomdichtheid<br />

dient het aantal in serie te schakelen<br />

elementen te worden bepaald.<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus <strong>wandverwarming</strong><br />

De verwarmingscircuitgrootheid<br />

moet hier in overeenkomst met de<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus vloerverwarming<br />

worden bepaald.<br />

<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> als nat<br />

pleistersysteem<br />

De verwarmingscircuitgrootheid<br />

moet hier in overeenkomst met de<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus vloerverwarming<br />

worden bepaald.<br />

6.3 Berekeningsgrondslag<br />

Ontwerp<br />

De berekening van de <strong>Uponor</strong><br />

<strong>wandverwarming</strong> vindt plaats in<br />

aansluiting aan de DIN EN 1264<br />

Deel 2 en de standaard warmtevraagberekening<br />

volgens DIN EN<br />

12831.<br />

Voor het ontwerp moeten de wettelijke<br />

isolatievoorschriften conform<br />

EnEV, voorzover relevant DIN EN<br />

1264 en de plaatsing van het meubilair<br />

in acht worden genomen.<br />

De <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> wordt<br />

bij woongebouwen ontworpen voor<br />

de meest ongunstige, maar nog<br />

toelaatbare wandbekleding. Voor<br />

het ontwerp wordt voor de wandbekleding<br />

een warmtegeleidingsweerstand<br />

van R λ,B<br />

= 0,02 m 2 K/W<br />

aanbevolen.<br />

Gebruik van de ontwerpdiagrammen<br />

Het ontwerpdiagram maakt een<br />

compleet overzicht van de volgende<br />

invloedsgrootheden en de onderlinge<br />

relatie mogelijk:<br />

1. warmtestroomdichtheid van de<br />

<strong>wandverwarming</strong> q in [W/m 2 ]<br />

2. warmtegeleidingsweerstand<br />

van de wandbekleding R λ,B<br />

in<br />

[m 2 K/W]<br />

3. installatie afstand Vz in [cm]<br />

4. verwarmingsmiddelovertemperatuur<br />

Δθ H<br />

= θ H<br />

– θ i<br />

in [K]<br />

5. grenswarmtestroomdichtheid<br />

door weergave van de grenscurve<br />

6. wandovertemperatuur<br />

θ W,m<br />

– θ i<br />

in [K]<br />

De warmteovergangscoëfficiënt bedraagt<br />

8 W/m 2 K.<br />

Bij bepaling van telkens drie invloedsgrootheden<br />

kunnen met slechts<br />

één diagram alle andere worden<br />

vastgesteld. Hiermee is ook de<br />

snelle bepaling van warmtestroomdichtheden<br />

bij verschillende wandbekledingen<br />

of overtemperaturen<br />

van verwarmingsmiddelen gegeven.<br />

Ontwerpaanwijzing<br />

Grenscurven inachtnemen<br />

Maximale temperatuurbelasting<br />

van de wandafwerking/pleisterlaag<br />

inachtnemen<br />

Maximale aantal <strong>Uponor</strong> Siccus SW<br />

staanderwandelementen bij serieschakeling<br />

inclusief 2 x 20 m aansluitleiding<br />

en maximaal drukverlies van<br />

350 mbar met 10 K spreiding<br />

Warmte - Verwar- max.<br />

stroomdicht- mingsop- aantal<br />

heid q in pervlak elementen<br />

[W/m 2 ] A [m 2 ] [N]<br />

60 17 24<br />

80 14 20<br />

100 12 17<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus SW in Reihenschaltung<br />

22 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


6.4 Ontwerpdiagrammen<br />

1 x<br />

Ontwerpdiagram voor <strong>Uponor</strong> Siccus SW staanderwandelementen met droge<br />

afbouwplaten (s ü<br />

= 12,5 mm gipsvezelplaat met λ ü<br />

= 0,23 W/mK)<br />

25<br />

200<br />

40 K<br />

35 K<br />

180<br />

30 K<br />

20<br />

160<br />

Grenscurve 1)<br />

1)<br />

25 K<br />

Wandovertemperatuur (θ W, m – θ i ) in [K]<br />

15<br />

10<br />

Warmtestroomdichtheid q in [W/m 2 ]<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

20 K<br />

15 K<br />

10 K<br />

5<br />

40<br />

20<br />

Δθ H = θ H – θ i = 5 K<br />

Δθ K = θ i – θ K = 5 K<br />

0<br />

0<br />

Aanwijzing:<br />

de grenscurven mogen<br />

niet worden overschreden.<br />

Maximale<br />

temperatuurbelasting<br />

van de wandplaten<br />

inachtnemen!<br />

Warmtegeleidingsweerstand<br />

R,W in [m 2 K/W]<br />

0,01<br />

0,02<br />

0,03<br />

0,04<br />

0,05<br />

1)<br />

Grenscurve geldt voor θ i<br />

= 20 °C en θ W, m, max<br />

= 40 °C (physische grenstemperatuur)<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

23


2 x<br />

Ontwerpdiagram voor <strong>Uponor</strong> Siccus SW staanderwandelementen met droge<br />

afbouwplaten (s ü<br />

= 2 x 12,5 gipsvezelplaat met λ ü<br />

= 0,23 W/mK)<br />

25<br />

200<br />

55 K*<br />

50 K*<br />

45 K*<br />

40 K<br />

35 K<br />

180<br />

30 K<br />

20<br />

160<br />

Grenscurve 1)<br />

1)<br />

Wandovertemperatuur (θ W, m – θ i ) in [K]<br />

15<br />

10<br />

Warmtestroomdichtheid q in [W/m 2 ]<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

25 K<br />

20 K<br />

15 K<br />

10 K<br />

5<br />

40<br />

20<br />

Δθ H = θ H – θ i = 5 K<br />

Δθ K = θ i – θ K = 5 K<br />

0<br />

0<br />

Aanwijzing:<br />

de grenscurven mogen<br />

niet worden overschreden.<br />

Maximale<br />

temperatuurbelasting<br />

van de wandplaten<br />

inachtnemen!<br />

Warmtegeleidingsweerstand<br />

R,W in [m 2 K/W]<br />

0,01<br />

0,02<br />

0,03<br />

0,04<br />

0,05<br />

*Temperaturen niet geschikt voor gipskarton<br />

1)<br />

Grenscurve geldt voor θ i<br />

= 20 °C en θ W, m, max<br />

= 40 °C (physische grenstemperatuur)<br />

24 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


Ontwerpdiagram voor <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> met droge afbouwplaten<br />

(s ü<br />

= 10 mm met λ ü<br />

= 0,28 W/mK) of (s ü<br />

= 12,5 mm met λ ü<br />

= 0,35 W/mK)<br />

25<br />

200<br />

40 K<br />

35 K<br />

180<br />

30 K<br />

20<br />

160<br />

Grenscurve Vz 15 1)<br />

1)<br />

25 K<br />

Wandovertemperatuur (θ W, m – θ i ) in [K]<br />

15<br />

10<br />

Warmtestroomdichtheid q in [W/m 2 ]<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

20 K<br />

15 K<br />

10 K<br />

5<br />

40<br />

20<br />

Δθ H = θ H – θ i = 5 K<br />

Δθ K = θ i – θ K = 5 K<br />

Aanwijzing:<br />

de grenscurven mogen<br />

niet worden overschreden.<br />

Maximale<br />

temperatuurbelasting<br />

van de wandplaten<br />

inachtnemen!<br />

0<br />

Warmtegeleidingsweerstand<br />

R,W in [m 2 K/W]<br />

0<br />

0,01<br />

0,02<br />

0,03<br />

0,04<br />

0,05<br />

Vz 15<br />

1)<br />

Grenscurve geldt voor θ i<br />

= 20 °C en θ W, m, max<br />

= 40 °C (physische grenstemperatuur)<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

25


Ontwerpdiagram voor <strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> als nat pleistersysteem<br />

(kalk-gips-pleister s ü<br />

= 15 mm met λ ü<br />

= 0,7 W/mK)<br />

25<br />

200<br />

40 K<br />

35 K<br />

180<br />

30 K<br />

20<br />

160<br />

Grenscurve Vz 15 1)<br />

1)<br />

25 K<br />

Wandovertemperatuur (θ W, m – θ i ) in [K]<br />

15<br />

10<br />

Warmtestroomdichtheid q in [W/m 2 ]<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

20 K<br />

15 K<br />

10 K<br />

5<br />

40<br />

20<br />

Δθ H = θ H – θ i = 5 K<br />

Δθ K = θ i – θ K = 5 K<br />

Aanwijzing:<br />

de grenscurven mogen<br />

niet worden overschreden.<br />

Maximale<br />

temperatuurbelasting<br />

van de wandplaten<br />

inachtnemen!<br />

0<br />

Warmtegeleidingsweerstand<br />

R,W in [m 2 K/W]<br />

0<br />

0,01<br />

0,02<br />

0,03<br />

0,04<br />

0,05<br />

Vz 20<br />

Vz 15<br />

Vz 10<br />

1)<br />

Grenscurve geldt voor θ i<br />

= 20 °C en θ W, m, max<br />

= 40 °C (physische grenstemperatuur)<br />

26 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


6.5 Drukverliesdiagrammen<br />

Diagram 6A<br />

Het drukverschil in de <strong>Uponor</strong> Velta<br />

PE-Xa leiding wordt aan de hand<br />

van het diagram bepaald.<br />

400<br />

300<br />

200<br />

<strong>Uponor</strong> VeltaPE-Xa Rohr 14x2 mm DIN 4726<br />

Massastroom ṁ in [kg/h]<br />

100<br />

80<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

Drukverschil R<br />

0,1 m/s<br />

0,15 m/s<br />

14 x 2 mm<br />

0,2 m/s<br />

0,3 m/s<br />

0,4 m/s<br />

0,5 m/s<br />

0,6 m/s<br />

Medium: water<br />

10<br />

0,1 0,2 0,3 0,5 1 2 3 4 5 6 7 8 9<br />

0,01 0,02 0,03 0,05 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5<br />

[mbar/m]<br />

[kPa/m]<br />

Diagram 6B<br />

Bepaling van de afsluitervoorinstelling<br />

(aantal omwentelingen)<br />

voor fijninregelafsluiters in de<br />

<strong>Uponor</strong> verdeler.<br />

Drukverlies Δp in [mbar]<br />

200<br />

100<br />

80<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

8<br />

6<br />

5<br />

3<br />

4<br />

6<br />

omwentelingen<br />

5 omwentelingen<br />

Massastroom m in [kg/h]<br />

RL<br />

VL<br />

7<br />

8 9 10 11<br />

Medium: water<br />

10 20 30 40 50 60 80 100 200 300 400 500 700 1000<br />

20<br />

10<br />

8<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,5<br />

[kPa]<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

27


Diagram 6C<br />

Bepaling van de afsluitervoorinstelling<br />

zonder gereedschap (cijfervermelding<br />

op de instelring) voor de<br />

inregelafsluiters <strong>Uponor</strong> Provario<br />

verdeler.<br />

300<br />

200<br />

100<br />

80<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

30<br />

20<br />

10<br />

8<br />

Drukverlies Δp in [mbar]<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

8<br />

6<br />

5<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

10<br />

Massastroom m in [kg/h]<br />

9 10<br />

11<br />

Medium: water<br />

20 30 40 50 60 80 100 200 300 400 500<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,5<br />

[kPa]<br />

Diagram 6D<br />

Voor de hydraulische afstelling en/<br />

of voor de afsluiting van de <strong>Uponor</strong><br />

verdelers worden de <strong>Uponor</strong> verdeler<br />

afsluiters gebruikt.<br />

Met het diagram wordt de afsluitervoorinstelling<br />

bepaald en met de indicatiering<br />

gemarkeerd.<br />

Drukverlies Δp in [mbar]<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

80<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

100<br />

2<br />

2,5<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

Massastroom m in [kg/h]<br />

8<br />

7<br />

Medium: water<br />

200 300 500 1000 2000 3000<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

8<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

[kPa]<br />

28 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


Diagram 6E<br />

De bepaling van het drukverlies voor<br />

de <strong>Uponor</strong> Pollux warmtemeter<br />

Pollucom 1,5 dan wel 2,5 wordt aan<br />

de hand van het diagram vastgesteld.<br />

Drukverlies Δp in [mbar]<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

80<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

100<br />

Ontwerpvoorstel<br />

QN 1,5<br />

QN 2,5<br />

Massastroom m in [kg/h]<br />

Medium: water<br />

200 300 500 1000 2000 3000 5000<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

8<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

[kPa]<br />

Diagram 6F<br />

De drukverliezen van de <strong>Uponor</strong><br />

3-wegmengkranen, die zich in de<br />

<strong>Uponor</strong> regelstations ZRS, ZRS-K<br />

en ERS bevinden, worden aan de<br />

hand van het diagram vastgesteld.<br />

De drukverliezen van de in de<br />

regelstations ZRS, ZRS-K en ERS<br />

gebruikte leidingen zijn te verwaarlozen.<br />

Type<br />

kvs 2,5<br />

kvs 4<br />

kvs 6,3<br />

kvs 8<br />

maximaal drukverschil<br />

boven de mengkraan ΔpV<br />

1 bar<br />

1 bar<br />

1 bar<br />

1 bar<br />

Drukverlies Δp in [mbar]<br />

300<br />

200<br />

100<br />

80<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

ERS 7<br />

Massastroom m in [kg/h]<br />

k vs = 2,5 4,0 6,3 8 m 3 /h<br />

ERS 15/ZRS 15/ZRS-K 15<br />

ERS 10/ZRS 10/ZRS-K 10<br />

ZRS 25/ZRS-K 25<br />

Medium: water<br />

100 200 300 500 1000 2000 3000 5000 10000<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

29


Diagram 6G<br />

Drukverlies van de verdelerafsluiter<br />

in het ruimteregelstation RS.<br />

Bepaling van de afsluitervoorinstelling<br />

(aantal omwentelingen) voor<br />

de verdelerafsluiter.<br />

Drukverlies Δp in [mbar]<br />

300<br />

200<br />

100<br />

80<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

Omwentelingen 0,5 1 1,5 2 3 4<br />

Massastroom m in [kg/h]<br />

Medium: water<br />

10 20 30 50 100 200 300 500 1000<br />

Diagram 6H<br />

De opvoerhoogte van de in het<br />

ruimteregelstation RS 2 ingebouwde<br />

pomp UP 15-14 B wordt aan de<br />

hand van het diagram vastgesteld.<br />

Opvoerhoogte H in [m]<br />

1,2<br />

0,8<br />

0,4<br />

0<br />

Medium: water<br />

regelstation RS 2<br />

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9<br />

Transportstroom<br />

Q in<br />

[m 3 /h]<br />

30 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


Diagram 6I<br />

De opvoerhoogte van de in de<br />

<strong>Uponor</strong> stations ZRS, ZRS-K<br />

10/15/25 en ERS 7/10/15 ingebouwde<br />

circulatiepomp ALPHA +<br />

25-60 dan wel UPE 25-80 wordt<br />

voor de instelling van de proportionele<br />

druk aan de hand van<br />

het diagram vastgesteld. Voor het<br />

ontwerp staat het gehele donker<br />

gearceerde karakteristiekenveld ter<br />

beschikking.<br />

Opvoerhoogte H in [m]<br />

Opvoerhoogte H in [m]<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

Proportionele druk<br />

max.<br />

min.<br />

Medium: water<br />

ALPHA + 25-60<br />

0 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0 2,4 2,8 3,2 3,6 4,0<br />

Medium: water<br />

UPE 25 -60<br />

0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5<br />

Transportstroom<br />

Q in<br />

[m 3 /h]<br />

Transportstroom<br />

Q in<br />

[m 3 /h]<br />

Opvoerhoogte H in [m]<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

Proportionele druk<br />

max.<br />

min.<br />

Medium: water<br />

UPE 25 - 80<br />

0 2 4 6 8 10 12 14<br />

Transportstroom<br />

Q in<br />

[m 3 /h]<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

31


7 Technische gegevens<br />

<strong>Uponor</strong> Velta PE-Xa leiding 14 x 2 mm<br />

Leidingafmeting<br />

14 x 2 mm<br />

Materiaal<br />

PE-Xa<br />

Kleur<br />

natuurkleurig met zwart/rode lengtestrepen<br />

Productie volgens DIN 16892/4729<br />

Zuurstofdiffusiedichtheid volgens DIN 4726<br />

Dichtheid 0,938 g/cm 3<br />

Warmtegeleidbaarheid<br />

0,35 W/mK<br />

Lineaire expansiecoëfficiënt bij 20 °C 1,4x10-4 1/K, bij 100 °C 2,05x10-4 1/K<br />

Kristallietsmelttemperatuur 133 °C<br />

Bouwmaterialenklasse<br />

B2<br />

Minimale buigradius<br />

70 mm<br />

Leidingruwheid<br />

0,007 mm<br />

Waterinhoud<br />

0,079 l/m<br />

Leidingaanduiding [Lopende meteropgave] m < Velta PE-Xa 14 x 2.0<br />

Zuurstofdiffusiedichtheid volgens DIN 4726 EN ISO 15875<br />

class 4/5 / 10 bar [DIN-gekeurd logo] 3V210<br />

PE-X KOMO vloerverw en KOMO CV 6 bar ATG 2399<br />

ÖNORM B 5153 GEKEURD [Fabriekslogo]<br />

[Materiaal/Machine/Productie/Datumcode]<br />

Maximale continubedrijfsdruk (water 20 °C) 20,4 bar (veiligheidsfactor ≥ 1,5)<br />

Maximale continubedrijfsdruk (water 70 °C) 11,8 bar (veiligheidsfactor ≥ 1,5)<br />

Toepassingsgebied verwarming<br />

90 °C/6 bar<br />

Kortstondige bedrijfstemperatuur 110 °C<br />

DIN-registratienummerer<br />

3V210 PE-X<br />

Leidingverbindingen<br />

verbindingskoppelingen en klemkoppelingen type<br />

<strong>Uponor</strong> 14x2<br />

Optimale montagetemperatuur ≥ 0 °C<br />

Vrijgegeven watertoevoeging<br />

<strong>Uponor</strong> antivriesmiddel GNF materiaalklasse 3 volgens<br />

DIN 1988 Deel 4<br />

UV-bescherming<br />

lichtdicht karton (resterende rol moet in de kartonnen<br />

doos worden opgeslagen)<br />

Mechanische en fysische eigenschappen basisleiding PE-Xa<br />

Trekvastheid bij 20 °C 19-26 N/mm 2<br />

Breukgrens bij 20 °C 25-30 N/mm 2<br />

Breukrek bij 20 °C 350-550 %<br />

bij 100 °C 500-700 %<br />

E-module (secans) in trekproef bij bij 0 °C 1000-1400 N/mm 2<br />

100 % minimaal en 1 % rek bij 20 °C 800-900 N/mm 2<br />

bij 80 °C 300-350 N/mm 2<br />

Slagvastheid<br />

bij 20 °C zonder breuk<br />

bij 100 °C zonder breuk<br />

Bestendigheid tegen spanningsbreuken<br />

> 20.000 h zonder breuk<br />

Wateropname<br />

0,01 mg(4d)<br />

Vernettingsgraad ≥ 70 %<br />

EAK-afvalsleutel 120105<br />

32 TI WANDVERWARMINGEN 03/2007


RL<br />

VL<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus SW staanderwandelement<br />

Materiaal (element, leiding)<br />

Afmetingen (lengte x breedte)<br />

Elementhoogte<br />

Lengte aansluitleiding<br />

Systeemsoort<br />

aluminium, PE-Xa<br />

1150 mm x 615 mm<br />

16 mm<br />

500 mm<br />

droog systeem<br />

<strong>Uponor</strong> Siccus <strong>wandverwarming</strong><br />

Materiaal (Siccus element, warmtegeleidingslamel, leiding) polystyreen, aluminium, PE-Xa<br />

Warmtegeleidingsweerstand Siccus element 0,622 m 2 K/W<br />

Installatie afstanden Vz 15<br />

Hoogte aanlegplaten<br />

25 mm<br />

Systeemsoort<br />

droog systeem<br />

<strong>Uponor</strong> <strong>wandverwarming</strong> als nat pleistersysteem<br />

Materiaal (wandprofielen 14, leiding)<br />

kunststof, PE-Xa<br />

Kleur (wandprofielen 14) verkeersgrijs, circa RAL 7042<br />

Raster<br />

50 mm<br />

Hoogte wandprofielen<br />

17 mm<br />

Systeemsoort<br />

nat systeem<br />

<strong>Uponor</strong> Compact verdeler<br />

Materiaal<br />

glasvezelversterkt polyamide met messing tussenlagen<br />

Maximale bedrijfsdruk<br />

6 bar<br />

Maximale bedrijfstemperatuur 60 °C<br />

Maximale testdruk<br />

6 bar (10 bar met <strong>Uponor</strong> steunklemmen<br />

voor mantelbuiscompensatoren)<br />

Maximale massastroom 3,5 m 3 /h<br />

kvs-waarde aanvoer- en retourafsluiters 1,2 m 3 /h<br />

Instelbare thermo-aandrijvingen<br />

TA 230, TA 24, TR-D12, DDC<br />

Leverbare grootten<br />

3 – 10 verwarmingscircuit aansluitingen<br />

<strong>Uponor</strong> Provario verdeler<br />

Materiaal<br />

glasvezelversterkt polyamide met messing tussenlagen<br />

Maximale bedrijfsdruk<br />

6 bar<br />

Maximale bedrijfstemperatuur 60 °C<br />

Maximale testdruk (24 h, ≤ 30 °C)<br />

10 bar<br />

Maximale waterhoeveelheid per verdeler 3,5 m 3 /h<br />

kvs-waarde aanvoer- en retourafsluiters 1,2 m 3 /h<br />

Instelbare thermo-aandrijvingen<br />

TA 230, TA 24, TR-D12, DDC<br />

Leverbare grootten<br />

2 – 12 verwarmingscircuit aansluitingen<br />

TI WANDVERWARMINGEN 03/2007<br />

33


Notities:<br />

34<br />

TI WANDVERWARMINGEN 01/2007


<strong>Uponor</strong> - partner, pionier en marktleider<br />

De mogelijkheden van <strong>Uponor</strong> zijn omvangrijk. Deze reiken van<br />

vloerverwarming via drinkwaterinstallaties, radiatoraansluitingen<br />

tot aan concepten voor de civiele techniek en de milieu- en<br />

gemeentelijke techniek.<br />

Sinds de oprichting in Finland in 1965 heeft <strong>Uponor</strong> met nieuwe<br />

ontwikkelingen maatstaven aangelegd en deze voortdurend verder<br />

ontwikkeld.<br />

Ook u kunt in de toekomst op ons prestatievermogen in de drie<br />

bedrijfssectoren verwarmen/koelen, installatiesystemen en infrastructuur<br />

rekenen. Een nieuwe structurering, die tegelijk een unieke<br />

meerwaarde inhoudt – in het voordeel van onze klanten.<br />

<strong>Uponor</strong>. Simply more.<br />

uw partner in klimaattechniek<br />

Nathan Import/Export B.V.<br />

Postbus 1008<br />

6920 BA Duiven<br />

Nederland<br />

T +31 (0)26-445 98 45<br />

F +31 (0)26-445 93 73<br />

E info@nathan.nl<br />

W www.nathan.nl<br />

1022670 - 03/07 – Wijzigingen, druk-en zetfouten voorbehouden<br />

<strong>Uponor</strong> Central Europe<br />

Nathan Import/Export N.V.-S.A.<br />

Lozenberg 4<br />

1932 Zaventem<br />

België<br />

T +32 (0)2 721 15 70<br />

F +32 (0)2 725 35 53<br />

E info@nathan.be<br />

W www.nathan.be<br />

<strong>Uponor</strong> GmbH<br />

Hans-Böckler-Ring 41<br />

22851 Norderstedt<br />

Germany<br />

T +49 (0)40 30 986-0<br />

F +49 (0)40 30 986-433<br />

W www.uponor.de<br />

E heizen-kuehlen@uponor.de<br />

www.uponor.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!