Arme werkgevers ! Hebben jullie gehoord wat ze hebben ... - Aclvb

a r b e i d s r e c h t b a n k 9
3 de werknemer nam zelf ontslag
3 de overeenkomst werd beëindigd in onderling
akkoord
3 de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens
overmacht
Een specifieke situatie is die waarbij de werknemer na
het ontslag door de werkgever een tegenopzegging
geeft. Het Hof van Cassatie heeft hieromtrent in zijn
arrest van 20 januari 1992 geoordeeld dat de handelsvertegenwoordiger
geen recht meer heeft op de uitwinningsvergoeding.
Een handelsvertegenwoordiger heeft recht op een uitwinningsvergoeding,
tenzij wanneer de werkgever erin
slaagt te bewijzen dat de handelsvertegenwoordiger
door de beëindiging van de arbeidsovereenkomst geen
nadeel lijdt.
Dat laatste zal bv. het geval zijn indien :
3 de handelsvertegenwoordiger na zijn ontslag zijn
activiteit als handelsvertegenwoordiger stopzet,
aangezien hij dan het cliënteel verliest ten gevolge
van zijn eigen beslissing (Hof van Cassatie van 14
september 1981)
3 de handelsvertegenwoordiger tengevolge van een
hartinfarct definitief onbeschikbaar wordt voor de
arbeidsmarkt, aangezien het door hem aangebracht
cliënteel voor hem geen enkel nut meer kan hebben
(Arbeidshof Antwerpen, 15 november 1983)
3 het door de handelsvertegenwoordiger aangebrachte
cliënteel niet meer aanwezig is in de onderneming
op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst omdat het cliënteel reeds eerder
door de werkgever aan een andere onderneming
werd afgestaan (Hof van Cassatie van 26 april
1999)
Er zal bv. wel een nadeel volgen uit de beëindiging van
de arbeidsovereenkomst wanneer de handelsvertegenwoordiger
bij zijn nieuwe werkgever maar een deel van
de geografische sector bezoekt die hij bezocht heeft bij
zijn oude werkgever of wanneer hij dezelfde geografische
sector blijft bezoeken voor zijn nieuwe werkgever
maar slechts een deel van de producten vertegenwoordigt
die deel uitmaken van het assortiment dat werd
aangeboden door zijn oude werkgever (Arbeidshof
Bergen, 6 mei 1993).
Een laatste toekenningsvoorwaarde houdt in dat de
uitwinningsvergoeding slechts is verschuldigd na een
tewerkstelling van 1 jaar.
Hoewel de wet niet vereist dat de handelsvertegenwoordiger
gedurende de volledige periode die hoedanigheid
moet hebben gehad, stelde het Arbeidshof van
Gent in zijn arrest van 28 december 2002 dat enkel de
arbeidstijd als handelsvertegenwoordiger in aanmerking
komt voor de bepaling van de anciënniteit.
Voor de berekening van de periode van 1 jaar dient
tevens rekening te worden gehouden met de periodes
van schorsing van de arbeidsovereenkomst (Hof van
Cassatie van 2 juni 1986).
Bedrag
De uitwinningsvergoeding is gelijk aan 3 maanden
loon voor de handelsvertegenwoordigers met een
anciënniteit tussen 1 en 5 jaar.
Ze wordt vermeerderd met 1 maand loon per bijkomende
begonnen schijf van 5 jaar tewerkstelling.
De uitwinningsvergoeding omvat niet alleen het lopende
loon, maar tevens de voordelen verworven krachtens
overeenkomst.
Indien het loon van de handelsvertegenwoordiger
geheel of gedeeltelijk uit commissieloon bestaat,
wordt dit laatste berekend op grond van het maandelijks
gemiddelde van het commissieloon, verdiend
gedurende de 12 maanden die aan de beëindiging van
de overeenkomst voorafgaan.
RSZ–onderwerping en fiscale aspecten
De uitwinningsvergoeding wordt belast als een opzeggingsvergoeding
en is niet onderworpen aan RSZinhoudingen.
Kevin FLORIZOONE
V R I J U I T / F E B R U A R I 2 0 1 0