Handleiding Jensen MSR3007 - Exalto

Exalto B.V.
• Postbus 40
3370 AA Hardinxveld-Giessendam
Nederland
• T +31 (0)184 615 800
• F +31 (0)184 614 045
• E sales@exalto.com
• I www.exalto.com
© Exalto B.V. Juli 2011
Stereo
Quality Marine Equipment
Type: MSR3007
Stereo MSR3007

Inhoudsopgave
Veiligheidsinformatie ..............................................3
Installatie .........................................................4
Bedrading .........................................................6
Radio ............................................................9
CD-speler ....................................................... 10
Sirius radio ...................................................... 10
iPod bediening .................................................. 12
Verzorging en onderhoud ........................................ 13
Problemen oplossen ............................................. 14
Specificaties ..................................................... 15
Veiligheidsinformatie
Tijdens het varen
Houd het volume laag genoeg om bewust te blijven van de omgeving.
Bescherm tegen water
Niet direct blootstellen aan water. Dit kan kortsluiting, brand of andere schade veroorzaken.
Bescherm tegen hoge temperaturen
Blootstelling aan direct zonlicht gedurende langere tijd kan leiden tot zeer hoge temperaturen
in uw vaartuig. Geef het interieur de kans om af te koelen voordat u begint met afspelen. De
radio niet in de nabijheid van de motorruimte monteren.
Gebruik de juiste voedingsspanning
Dit product is ontworpen om te werken met een 12 volt DC negatief geaarde accu.
Bescherm het schijfmechanisme
Plaats geen vreemde voorwerpen in de schijflade. Foutief gebruik kan leiden tot defecten of
permanente schade vanwege het precisiemechanisme in dit apparaat.
LET OP:
DEZE MOBIELE CD-SPELER IS EEN KLASSE I LASERPRODUCT. DEZE EENHEID
MAAKT GEBRUIK VAN EEN ZICHTBARE/ONZICHTBARE LASERSTRAAL DIE
GEVAARLIJKE STRALING KAN VEROORZAKEN WANNEER U HIERAAN DIRECT WORDT
BLOOTGESTELD. ZORG ERVOOR DAT DE MOBIELE CD-SPELER VOLGENS DE
INSTRUCTIES WORDT GEBRUIKT.
ALS U BIJ HET MAKEN VAN INSTELLINGEN OF AANPASSINGEN OF HET UITVOEREN
VAN PROCEDURES ANDERS HANDELT DAN AANGEGEVEN IN DEZE HANDLEIDING,
KAN DIT LEIDEN TOT SCHADELIJKE STRALING.
DE BEHUIZING NIET OPENEN EN VOER ZELF GEEN REPARATIES UIT. LAAT
REPARATIES DOOR EEN GEKWALIFICEERD VAKMAN UITVOEREN.
WAARSCHUWING:
• OM HET RISICO VAN BRAND OF EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE BEPEREKEN, MAG
DEZE APPARATUUR NIET DIRECT WORDEN BLOOTGESTELD AAN WATER.
• OM HET RISICO OP BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN STORING TE
BEPERKEN, GEBRUIK ALLEEN AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
Opmerkingen over schijven
Afhankelijk van de opnamestatus, de algehele staat van de schijf, en de apparatuur gebruikt
voor de opname, kunnen sommige schijven van het type CD-R/CD-RW niet afspelen op dit
apparaat. Voor betrouwbaar afspelen, houd u zich dan aan de volgende aanbevelingen:
• Gebruik CD-RW’s met snelheid 1x tot 4x en schrijf met snelheid 1x tot 2x.
• Gebruik CD-R’s met snelheid 1x tot 8x en schrijf met snelheid 1x tot 2x.
• Geen CD-RW afspelen die meer dan 5 keer is beschreven.
2 3

Compatibel type schijven
Type schijf
Algemene schijfinformatie
Logo
Diameter/
Afspeelbare
zijdes
Afspeeltijd
Audio-CD 12 cm enkelzijdig 74 minuten
OPMERKING: CD-R en CD-RW kunnen niet worden afgespeeld, tenzij de opnamesessie wordt
afgesloten en de CD is afgerond.
Schijfonderhoud
• Als gevolg van een vuile of beschadigde schijf kan het geluid wegvallen tijdens
het afspelen. Veeg de schijf voor het afspelen schoon met een schone doek. Werk
daarbij vanuit het midden naar de buitenkant. Gebruik nooit benzeen, thinner,
schoonmaakmiddelen, antistatische vloeistoffen of enig ander oplosmiddel.
insert label Do not bend. Never touch
side up.
the under side
of the disc.
Wipe clean from
the center to the
edge.
• Zorg ervoor dat alleen ronde cd’s worden gebruikt voor dit apparaat en gebruik geen cd’s
met speciale vorm. Door het gebruik van cd’s met een speciale vorm kan het apparaat
mogelijk niet goed meer functioneren.
• Plak geen papier of plakband op de schijf. Gebruik geen cd’s met stickers erop geplakt of
die nog plakkerige resten bevatten van verwijderde stickers.
• De schijven niet blootstellen aan direct zonlicht of warmtebronnen.
OPMERKING: Er kunnen krassen op een schijf komen (hoewel niet genoeg dat deze
onbruikbaar wordt) afhankelijk van hoe je er mee omgaat en als gevolg van andere
omstandigheden in de gebruiksomgeving. Deze krassen zijn geen indicatie dat er een
probleem is met de afspeler.
Installatie
Voordat u begint
1. Accupolen losmaken
Voordat u begint, altijd eerst de negatieve (-) accupool losmaken.
2. Verwijder de transportschroeven
Belangrijke opmerkingen
• Controleer vóór de definitieve installatie eerst de bedrading om er zeker van te zijn dat
het apparaat goed is aangesloten en het systeem werkt.
• Gebruik alleen onderdelen die met het apparaat zijn meegeleverd om zeker te zijn van
een correcte installatie. Het gebruik van onderdelen die niet zijn toegestaan kunnen
storingen veroorzaken.
• Neem contact op met uw dichtstbijzijnde dealer als voor deze installatie het boren van
gaten of andere aanpassingen aan uw schip nodig is.
• Installeer het toestel waar het geen problemen veroorzaakt tijdens het varen en
passagiers niet kan verwonden bij een plotselinge noodstop.
• Als de installatiehoek meer dan 30 º van horizontaal afwijkt, kan het toestel geen
optimale prestaties geven.
• Het apparaat is niet waterdicht en is bestemd voor montage aan de binnenkant. Voor
buitenmontage van het apparaat is een ASA-goedgekeurde behuizing vereist.
• Vermijd installatie van het apparaat waar het wordt blootgesteld aan hoge temperaturen
door direct zonlicht, hete lucht, kachel, of waar het overmatig wordt onderworpen aan
stof, vuil of trillingen.
DIN montage voorkant
1. Schuif de inbouwhuls van het chassis als het nog niet is verwijderd. Als het vergrendeld
is, gebruik dan de verwijdersleutels (bijgeleverd) om het los te maken. De verwijdersleutels
staan afgebeeld in “Het apparaat verwijderen”.
2. Controleer de grootte van de dashboardopening door de inbouwhuls erin te schuiven.
Als de opening niet groot genoeg is, dan voorzichtig tot zover nodig uitsnijden of schaven
totdat de inbouwhuls gemakkelijk in de opening glijdt. De inbouwhuls niet de opening
in forceren of laten buigen of krommen. Controleer of er voldoende ruimte is achter het
dashboard voor het radiochassis.
3. Zoek de reeks met buigpunten langs de bovenkant, onderkant en zijkanten van de
inbouwhuls. Breng de inbouwhuls helemaal in de dashboardopening en buig zo veel
buigpunten naar buiten als nodig is om de inbouwhuls stevig vast te maken aan het
dashboard.
4. Plaats de radio voor de dashboardopening, zodat de bedrading door de inbouwhuls kan
worden geleid.
5. Volg het bedradingschema nauwkeurig en controleer dat alle aansluitingen vastzitten en
geïsoleerd zijn met krimpconnectors of isolatietape om een juiste werking te garanderen.
6. Nadat de bedrading is voltooid, zet het apparaat aan ter controle dat deze werkt
(accessoireschakelaar in vaartuig moet zijn ingeschakeld). Als het apparaat niet werkt,
controleer dan alle bedrading totdat het probleem is verholpen. Als het apparaat goed
werkt, schakelt u de accessoireschakelaar uit en kunt u de montage van het chassis
verder afronden.
7. Schuif de radio voorzichtig in de inbouwhuls en zorg ervoor dat het recht blijft tot het
volledig in de borgveren zit vastgeklikt.
8. Sluit het ene eind van de geperforeerde steunstrip (bijgeleverd) om het schroeftapeinde
aan de achterzijde van het chassis met behulp van de meegeleverde moer en veerring.
Bevestig het andere eind van de geperforeerde beugel op een veilig deel van het
dashboard hetzij boven of onder de radio met behulp van de meegeleverde schroef en
sluitring. Buig de beugel zonodig om het in positie te krijgen. LET OP: De achterkant
van de radio moet worden ondersteund met de beugel om schade aan het dashboard te
voorkomen door het gewicht van de radio of onjuiste werking ten gevolge van trillingen.
9. Test de bediening van de radio door de gebruiksaanwijzing van het apparaat te
raadplegen.
4 5

Het apparaat verwijderen
Om de radio na installatie te verwijderen, trek de rubberen afdekking terug, plaats de
verwijdersleutels zover erin dat ze vastklikken, en trek vervolgens het apparaat eruit. Als de
verwijdersleutels er schuin worden ingestoken, zullen zij niet goed vastklikken om de eenheid
los te kunnen maken.
Accu weer aansluiten
Als de bedrading is voltooid, sluit u de minpool van de accu weer aan.
Bedrading
Basishandelingen
Aan/uit
Druk op een willekeurige toets op het voorpaneel om het apparaat aan te zetten. Druk op de
knop POWER (1) om het apparaat uit te zetten.
• Als er een schijf wordt geplaatst wanneer de radio is uitgeschakeld en ACC
(accessoireschakelaar) is ingeschakeld, zal het apparaat automatisch opstarten en
beginnen met afspelen.
• Als er een cd aanwezig is, wordt het afspelen hervat vanaf de laatste positie in het
geheugen voordat deze werd uitgeschakeld of de knop POWER werd ingedrukt.
• Als er geen cd aanwezig is, zal het apparaat weer verder gaan met de laatst
geselecteerde modus (Radio, Aux, etc.). De knop POWER is verlicht wanneer er stroom
staat op de IGN-draad (rode draad), ongeacht of het apparaat aan of uit staat.
nodig zijn wanneer het apparaat een foutmelding geeft.
U kunt de fabrieksinstellingen herstellen met de functie RESUME, te vinden in het
systeemmenu. Als “YES” knippert, druk dan op de knop MODE (4) om te activeren.
Audiomenu
Druk op de knop Audio (3) op het bedieningspaneel om het audiomenu te openen. U
kunt door het audiomenu navigeren door steeds op de knop Audio te drukken. Zodra
het gewenste menu-item op het display verschijnt, kunt u deze aanpassen door binnen 5
seconden op de +/- toetsen van het VOLUME (2) te drukken. Het apparaat zal het audiomenu
automatisch verlaten als u deze 5 seconden niet aanraakt. De volgende menu-items kunnen
worden aangepast.
Bas
Gebruik de knop volume om het basniveau in te stellen tussen “-6” en “+6”.
Treble
Gebruik de knop volume om het treble-niveau in te stellen tussen “-6” en “+6”.
Balans
Gebruik de knop volume om de balans tussen de linker en rechter luidspreker in te stellen
tussen “L12” (volledig links) en “R12” (volledig rechts).
Fader
Gebruik de knop volume om de balansinstelling tussen de luidsprekers achter en voor in te
stellen tussen “R12” (volledig achter) en “F12” (volledig voor).
Volumeregeling
Om het volume te verhogen, drukt u op de knop VOLUME + (2a). Om het volume te verlagen,
drukt u op de knop VOLUME - (2b).
Mute
Druk op de knop MUTE (17) [dempen] op het bedieningspaneel om het audiosignaal te
dempen. Druk nogmaals op de knop Mute om het audiosignaal naar het vorige niveau terug
te brengen.
Mode
Druk op de knop MODE (4) op het bedieningspaneel om een andere functie te selecteren,
zoals aangegeven op het display. Beschikbare modi zijn Tuner, SIRIUS, CD, iPod en AUXingang
(optionele ingang).
OPMERKING: De modi CD, CDC, iPod of SIRIUS zullen worden overgeslagen als ze niet zijn
geïnstalleerd.
Reset
De reset-knop moet in de volgende situaties worden ingedrukt:
• Bij de initiële installatie van het toestel, wanneer aanleg van alle bedrading is voltooid
• Als de functietoetsen niet werken
• Bij foutmeldingen op het scherm
Gebruik een dunne pen of metalen object om de knop RESET (18) in te drukken. Dit kan
Volume
Gebruik de knop volume om het volumeniveau aan te passen.
Systeemmenu
1. Druk de knop AUDIO (3) in en houd deze meer dan 3 seconden ingedrukt om in het systeemmenu
te komen. Het display toont “MENU”, gevolgd door het eerste item “Contrast”.
2. Druk op de knoppen TUNE/TRK >>| of |

van functies/knoppen). OPMERKING: pieptoon uit zal niet van invloed zijn op het hoorbare
signaal voor LOW BATT [accu leeg].
• RESUME: de EEPROM wordt teruggesteld naar de standaardinstellingen en stelt de
Sirius radio-instellingen opnieuw in. Het woord “Yes” knippert ter bevestiging op het LCDscherm.
Druk op de knop MODE om te selecteren.
Accu leeg
Als LOW BATT [accu leeg] is ingesteld op “ON”, klinkt een alarm (8 piepjes elke 30 sec)
wanneer de spanning daalt tot 10,8 (+/- 0,03V). Een visuele waarschuwing (LOBA) verschijnt
knipperend (iedere 30 sec 8 keer) in de linker benedenhoek van het LCD-scherm.
OPMERKING: “OFF” is de standaardinstelling voor LOW BATT. Als de audio gedempt is of het
volume staat op 0 ingesteld, zal het geluidssignaal niet te horen zijn.
MWR100
Als MWR100 is ingesteld op “ON”, is het apparaat te bedienen met de externe MWR100
afstandsbediening. De standaardinstelling is “ON”.
Equalizer
Druk op de knop EQ (11) om de equalizer in te schakelen en selecteer een van de vijf vooraf
gedefinieerde bas- en treble-instellingen: OFF > POP > JAZZ > CLASSIC > BEAT > ROCK.
iX-Bass
Houd de knop EQ/iX-BASS (11) ingedrukt om de functie true loudness aan/uit te zetten. Bij
het luisteren naar muziek op laag volume, zal deze functie de bas- en treble-instellingen
versterken ter compensatie voor beter menselijk gehoor.
Aux-ingang
Voor toegang tot een extern apparaat:
1. Sluit de draagbare audiospeler aan op AUX IN op het voorpaneel (19).
2. Druk op de knop Mode (4) om Aux In te selecteren.
3. Druk nogmaals op Mode om modus Aux In te annuleren en op de volgende modus in te
stellen.
Liquid Crystal Display (LCD)
De huidige frequentie en de actieve functies worden op het LCD-scherm (23) weergegeven.
OPMERKING: LCD-schermen kunnen trager reageren wanneer deze gedurende langere
periode worden blootgesteld aan lage temperaturen. Daarnaast kan de zichtbaarheid van
de nummers op de LCD enigszins afnemen. Het LCD-scherm zal weer normaal werken
wanneer de temperatuur stijgt tot binnen een normaal bereik.
Scroll
Wanneer de informatie te lang is voor weergave op het LCD-scherm, houd dan de knop INFO/
SCROLL (12) ingedrukt om de gehele titel te bekijken. De informatie zal tweemaal scrollen en
dan terug gaan naar de verkorte tekst.
8
Snel sluiten
Voor de volgende modi en instellingen geldt dat als u korter dan 3 seconden op de toets AS/
PS drukt, u de huidige functie snel kunt verlaten zonder te hoeven wachten op de standaard
time-out:
• Systeemmenu
• Zoekmodus
• Audiomenu
Radio
Band selecteren
Druk op de knop BAND (16) om te wisselen tussen drie FM-banden en twee AM (MW)
banden.
Handmatig afstemmen
Druk op de knoppen TUNE/TRK >>| of |>| of |

in de huidige band zijn opgeslagen. Het apparaat zal telkens tien seconden pauzeren bij
iedere voorkeuzezender. Druk nogmaals op AS/PS om het scannen te stoppen wanneer de
gewenste zender is bereikt.
CD-speler
Schijf plaatsen en uitwerpen
Plaats een schijf met het label naar boven in de schijflade (24) als het apparaat aanstaat.
Het apparaat zal de schijf automatisch naar binnenhalen en het eerste nummer op de schijf
afspelen.
Druk op de uitwerpknop (22) om de schijf te stoppen en uit te werpen. Het apparaat hoeft
niet te worden ingeschakeld om de schijf uit te werpen.
Afspeelfuncties
Nummers selecteren
Druk op de knop TUne/TRK >>| (21) of TUNE/TRK |>| of ||| (8) om het afspelen te pauzeren. Druk nogmaals op de knop 1/>|| om
verder te gaan met afspelen.
Voorbeeld afspelen
Druk op de knop 2/INT (6) om de eerste 10 seconden van ieder nummer achter elkaar af
te spelen. Druk nogmaals op 2/INT om het scannen van intro’s te stoppen en het normaal
afspelen van het huidige nummer te hervatten.
Herhaald afspelen
Druk op de knop 3/RPT (5) tijdens het afspelen van een schijf om het afspelen van het huidige
nummer te herhalen. Druk nogmaals op de knop 3/RPT om het herhaald afspelen te stoppen.
Willekeurig afspelen
Druk op de knop 4/RDM (7) tijdens het afspelen van een schijf om alle nummers op de cd in
willekeurige volgorde af te spelen. Druk nogmaals op 4/RDM om het willekeurig afspelen te
stoppen.
Sirius radio
Overschakelen naar SIRIUS
Druk op de knop MODE (4) om naar modus Sirius-radio te gaan.
Toegang tot uw SIRIUS-ID
1. In modus Sirius, houd de knop BAND/SEARCH (16) ingedrukt om modus DIRECT te
selecteren.
10
2. Druk op de knop MODE (4) om modus Direct te activeren.
3. Druk op de knop Mode bij elk getal “000” dat u invoert.
4. Druk nogmaals op de knop MODE ter bevestiging. Dit geeft het Sirius ID-nummer weer
voor uw apparaat.
5. Het Sirius ID-nummer zal twee keer door beeld scrollen en dan stilstaan met de eerste
11 cijfers op het display. Druk op de knop INFO/SCROLL (12) om het resterende getal te
tonen.
Band selecteren
In modus Sirius, druk op de knop BAND (16) voor toegang tot de door de gebruiker vooraf
ingestelde Sirius kanaalgroepen in de volgorde: SR-1, SR-2, SR-3.
Categorie instellen
1. Druk op de knoppen CAT -/+ (13/14) om van categorie te wisselen. Iedere categorietitel
en songtitel zullen opeenvolgend worden weergegeven.
2. Terwijl u in de modus Categorie bent, druk nogmaals op de knoppen CAT -/+ om de
categorienamen te bekijken. (Het laagste kanaalnummer binnen de gekozen categorie
wordt standaard altijd het eerst afgestemde kanaal.)
3. Druk op de knop MODE (4) of de knoppen TUNE/TRK |>| (20/21) om de gewenste
kanalen in deze categorie te kiezen.
4. Druk op de knoppen TUNE/TRK om een kanaal te selecteren binnen de gekozen
categorie.
5. Druk op de knop MODE om de kanaalkeuze te bevestigen.
Kanaal afstemmen omhoog/omlaag
Druk op de knoppen TUNE/TRK |>| (20/21) om een kanaal te zoeken. Houd de knoppen
TUNE/TRK ingedrukt om snel te zoeken.
Voorkeurkanalen opslaan
De voorkeuzeknoppen (5-10) kunnen gebruikt worden om 6 kanalen op te slaan, voor
gemakkelijke toegang tot uw favoriete kanalen.
Kanalen programmeren
1. Selecteer het kanaal dat u in het geheugen wilt opslaan.
2. Houd de voorkeuzeknop (5-10) ingedrukt tot het overeenkomstige nummer verschijnt.
3. Herhaal stappen 1 en 2 om meer kanalen te programmeren.
Snel afstemmen
Druk op één van de zes voorkeuzeknoppen (5-10) om direct een vooraf ingesteld kanaal te
selecteren.
Kanaal direct opzoeken
1. Houd de knop BAND/SEARCH (16) ingedrukt voor toegang tot de modus Direct Tune
[direct afstemmen]. “DIRECT-T” verschijnt enkele seconden op het display.
2. Druk op de knop MODE (4) ter bevestiging.
3. Druk op de knoppen TUNE/TRK |>| (20/21) om een van de drie getallen te
selecteren.
4. Gebruik de knoppen VOLUME +/- (2) om voor iedere positie een getal te selecteren.
5. Druk na ieder getal op de knop MODE ter bevestiging.
6. Druk nogmaals op de knop MODE om op het geselecteerde kanaal af te stemmen.
11

5. Druk na ieder getal op de knop MODE ter bevestiging.
6. Druk nogmaals op de knop MODE om op het geselecteerde kanaal af te stemmen.
Alternatieve displayweergave
Druk op de knop INFO/SCROLL (12) om van displayweergave te wisselen in de volgorde:
NAAM ARTIEST > SONGTITEL > CATEGORIE > KANAALNAAM.
Signaalsterkte satelliet
Het display geeft de signaalsterkte van de satelliet weer zoals hieronder afgebeeld.
iPod bediening
Dit apparaat is uitgerust met een functie voor iPod waarmee een iPod (indien compatibel) kan
worden bediend met behulp van de knoppen op het bedieningspaneel. De volgende iPodversies
worden ondersteund:
• iPod 3G (alleen firmwareversie 2.2)
• iPod Mini
• iPod 4G
• iPod Photo
• iPod Nano
• iPod 5G (Video)
OPMERKING: iPod en kabel worden apart verkocht.
Toegang tot de iPod-modus
Het toestel zal automatisch overschakelen naar de modus iPod wanneer een iPod wordt
aangesloten op de iPod-kabel.
Om terug te keren naar het iPod-menu uit een andere bron, drukt u op de knop MODE (4) op
het bedieningspaneel of de afstandsbediening totdat “iPod” op het display verschijnt.
iPod Aan-/uitschakelen
De iPod gaat automatisch aan als een iPod is aangesloten op de 30-pins iPod-kabel, zolang
het voertuig is ingeschakeld. U kunt de iPod uitschakelen door de kabel eruit te trekken
of door het contact uit te zetten. Als het contact is uitgeschakeld, zal de iPod pauzeren en
vervolgens na 2 minuten in slaapmodus gaan. Als de iPod is aangesloten, kan de stroom niet
worden aan- of uitgezet op de iPod zelf.
OPMERKING: Zolang het contact is ingeschakeld, zal de iPod continu opladen wanneer deze
is aangesloten op het apparaat.
Afspelen
Afspelen onderbreken
Druk tijdens het afspelen op de knop 1/>|| (8) om het afspelen op de iPod te pauzeren. Er
verschijnt “Pause” op het display. Druk nogmaals op 1/>|| om het afspelen te hervatten.
Herhaald afspelen
Druk tijdens het afspelen op de knop 3/RPT (5) om het afspelen van het huidige nummer te
herhalen. Er verschijnt “Repeat” op het display. Druk nogmaals op de knop 3/RPT om het
herhaald afspelen te stoppen.
12
Willekeurig afspelen
Druk tijdens het afspelen op de knop 4/RDM (7) om alle nummers in de huidige categorie in
willekeurige volgorde af te spelen. Willekeurig afspelen begint zodra het huidige nummer is
afgespeeld. Er verschijnt “Shuffle” op het display. Druk nogmaals op 4/RDM om het willekeurig
afspelen te stoppen.
Nummers selecteren
Druk tijdens het afspelen op de knoppen TUNE/TRK |>| (20/21) om het vorige of
volgende nummer in de huidige categorie af te spelen. Druk eenmaal op de knop TUNE/TRK
|| ingedrukt houdt om het huidige
nummer te wijzigen in het vorige/volgende nummer, zult u de modus snel vooruit/achteruit
afspelen verlaten.
Alternatieve displayweergave
Druk op de knop INFO/SCROLL (12) om van displayweergave te wisselen in de volgorde:
NAAM ARTIEST > SONGTITEL > MAPNAAM.
Zoekmodus
Houd de knop BAND/SEARCH (16) ingedrukt voor toegang tot de modus iPod doorzoeken.
Druk nogmaals op de knop Band/Search voor toegang tot (achtereenvolgens) Playlist,
Artist, Album, Genre, Song, of Composer.
Als de zoekmodus is geselecteerd, druk op de knop Mode (4) om de selectie te bevestigen.
Gebruik de knoppen VOLUME +/- (2) om door de verschillende lijstopties te navigeren. Druk
op de knop Mode (4) om uw selectie te maken.
Verzorging en onderhoud
• Houd het product droog. Als het toch nat wordt, maak het dan onmiddellijk droog.
Vloeistoffen kunnen mineralen bevatten waardoor elektronische schakelingen kunnen
corroderen.
• Houd het product uit de buurt van stof en vuil, dat vroegtijdige slijtage van onderdelen
kan veroorzaken.
• Behandel het product voorzichtig en zorgvuldig. Wanneer het apparaat valt kan deze
ernstige schade veroorzaken aan de printplaten, en kan het product mogelijk niet meer
naar behoren werken.
• Veeg het product van tijd tot tijd met een vochtige doek af om het als nieuw te houden.
Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen om
het product te reinigen.
• Bewaar en gebruik het product alleen bij normale temperaturen. Hoge temperaturen
kunnen de levensduur van elektronische apparaten inkorten, batterijen beschadigen en
plastic onderdelen vervormen of doen smelten.
13

Ontsteking
De meest voorkomende bron van geluidshinder bij signaalontvangst is het
ontstekingssysteem. Dit kan voorkomen wanneer de radio te dicht bij de ontsteking (motor)
is geplaatst. Dit soort geluid kan gemakkelijk worden opgespoord, omdat de toonhoogte zal
variëren bij wisselende snelheid van de motor.
Meestal kan geluidsoverlast door de ontsteking aanzienlijk worden onderdrukt met behulp
van een hoogspanning ontstekingsdraad voor het onderdrukken van de radio en een
onderdrukkingsweerstand in het ontstekingssysteem. (De meeste schepen gebruiken deze
draad en weerstand, maar het kan nodig zijn om ze te controleren op de juiste werking.) Een
andere methode van onderdrukking is het gebruik van extra ruisonderdrukkers. Deze zijn te
verkrijgen in de meeste CB/A radio- of elektronicawinkels.
Interferentie
Radio-ontvangst in een bewegende omgeving is heel anders dan ontvangst in een stationaire
omgeving (thuis). Het is zeer belangrijk om het verschil te begrijpen.
AM-ontvangst zal verslechteren bij het passeren van een brug of hoogspanningslijnen.
Hoewel AM is gevoelig is voor signalen uit de omgeving, heeft het de mogelijkheid om op
grote afstand te kunnen ontvangen. Dit komt omdat de zendsignalen de kromming van de
aarde volgen en weer terug reflecteren door de bovenste atmosfeer.
Problemen oplossen
Geen stroom
Probleem Oorzaak Oplossing
Schijf kan niet worden
geladen of uitgeworpen
De accessoireschakelaar
staat niet aan op het schip
De zekering is gesprongen
Er is een cd in de speler
aanwezig
De schijf is omgekeerd
ingebracht
Compact disc is erg vuil of
de schijf is defect
Condensatie
Als de voeding goed
is aangesloten op het
accessoirecontactpunt van het
vaartuig, draai de startsleutel
naar “ACC”.
Vervang de zekering.
Verwijder de schijf uit de speler
en plaats de nieuwe schijf.
Plaats de compact disc met het
label naar boven gericht.
Reinig de schijf of probeer een
andere schijf af te spelen.
Laat de speler een uur uitstaan
en probeer het daarna opnieuw.
Geen geluid Volume is te laag Stel het volume in op een
hoorbaar niveau.
De bedieningsknoppen
werken niet
De bedrading is niet juist
aangesloten.
Bedieningspaneel is niet
correct geïnstalleerd
De ingebouwde
microcomputer werkt niet
naar behoren als gevolg
van lawaai
Controleer de aansluitingen van
de bedrading.
Installeer het bedieningspaneel
opnieuw.
Druk op de knop RESET.
Geluid slaat over
Kan niet afstemmen
op een radiozender,
automatisch zoeken
werkt niet
Specificaties
De installatiehoek is groter
dan 30 graden.
De schijf is vuil of defect.
De antennekabel is niet
aangesloten.
De signalen zijn te zwak.
Pas de installatiehoek aan tot
minder dan 30 graden.
Maak de schijf schoon en probeer
opnieuw af te spelen of gebruik
een nieuwe schijf.
Sluit de antennekabel goed aan.
Kies een zender handmatig.
CD
Signaal naar ruisverhouding........................................................................................ > 75 dB
Kanaalscheiding............................................................................................: Meer dan 50 dB
Frequentieweergave........................................................................................: 20 Hz -20 KHz
FM-radio
Frequentiebereik (VS)................................................................................87,5 tot 107,9 MHz
Frequentiebereik (Europa)............................................................................87,5 tot 108 MHz
Gevoeligheid (S/N = 30dB).................................................................................................4μV
Spiegelonderdrukking...................................................................................................> 45 dB
Stereokanaalscheiding.................................................................................................> 25 dB
AM/MW
Frequentiebereik (VS)....................................................................................... 530-1710 kHz
Frequentiebereik (Europa)................................................................................ 522-1620 kHz
Gevoeligheid (S/N = 20 dB).............................................................................................36 dB
Algemeen
Bedrijfsspanning ..................................................................................................... 12 Volt DC
Aardingssysteem ..........................................................................................Negatieve Massa
Luidsprekerimpedantie.............................................................................. 4-8 ohm per kanaal
Toonregeling:
Bas (bij 100 Hz)......................................................................................................: ±10 dB
Treble (bij 10 kHz)..................................................................................................: ±10 dB
Uitgangsvermogen...................................................................................................... 40W x 4
Stroomverbruik.............................................................................................15 Ampère (max.)
Afmetingen..........................................................................................80 (b) x 183 (h) x 58 (d)
14
15