De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
WERK<br />
Ook inzake jobrotatie en ar<strong>be</strong>idsherverdeling <strong>be</strong>schikt de federale overheid heden over meer<br />
<strong>be</strong>voegdheden dan de Vlaamse (onder andere loopbaanonderbreking & tijdkrediet). Toch<br />
nemen ook in deze categorie de Vlaamse investeringen stilaan toe: <strong>van</strong> 3,8% in 2001 tot 4,1%<br />
in 2008. Dit laatste als gevolg <strong>van</strong> de aanhoudende groei <strong>van</strong> het stelsel <strong>van</strong> de Vlaamse aanmoedigingspremies<br />
voor loopbaanonderbreking en tijdkrediet.<br />
2.4. Conclusies<br />
België <strong>be</strong>steedt volgens de in dit <strong>be</strong>stek gevolgde economische <strong>be</strong>nadering opvallend veel middelen<br />
aan ar<strong>be</strong>idsmarkt<strong>be</strong>leid. Vooral wat passieve ar<strong>be</strong>idsmarktuitgaven <strong>be</strong>treft, scoort ons<br />
land bij de hoogste <strong>van</strong> Europa. Het Vlaamse uitgavenpatroon weerspiegelt dit Belgische<br />
patroon, rekening gehouden met de actuele <strong>be</strong>voegdheidverdeling. Het Vlaamse ar<strong>be</strong>idsmarkt<strong>be</strong>leid<br />
vertoont <strong>van</strong>daag nog duidelijk de neiging om werkloosheid te <strong>be</strong>strijden met rechtstreekse<br />
jobcreatie. <strong>De</strong> uitgaven voor deze categorie mogen dan wel afnemen, anno 2008 vertegenwoordigden<br />
de programma’s voor rechtstreekse jobcreatie nog steeds 37,3% <strong>van</strong> het totale<br />
budget.<br />
3. Wordt de ar<strong>be</strong>idstijd meer flexi<strong>be</strong>l<br />
Een <strong>van</strong> de speerpunten <strong>van</strong> de Europese regelgeving rond ar<strong>be</strong>id is de normering <strong>van</strong> ar<strong>be</strong>idstijden<br />
geweest. Europa heeft in richtlijnen een maximum aantal werkuren per week vastgelegd,<br />
heeft <strong>be</strong>paald hoe lang rusttijden moeten zijn en wanneer nachtar<strong>be</strong>id is toegelaten. Ook heeft<br />
iedere werknemer in Europa recht op een jaarlijks verlof. Nationale <strong>be</strong>leidsmakers worden<br />
geacht deze richtlijnen om te zetten in wetgeving. Vooral het <strong>be</strong>waken <strong>van</strong> de gezondheid <strong>van</strong><br />
werknemers is een drijfveer geweest voor het uitwerken <strong>van</strong> de vrij gedetailleerde regels rond<br />
ar<strong>be</strong>idstijden. Maar dat deze grensoverschrijdende afspraken worden opgelegd, is evengoed een<br />
indicatie <strong>van</strong> het feit dat Europa vermoedt dat er op hedendaagse ar<strong>be</strong>idsmarkten een toenemende<br />
variabiliteit <strong>be</strong>staat in ar<strong>be</strong>idstijden <strong>van</strong> werknemers. In dit deel schetsen we in welke<br />
mate de Vlaamse werknemers onder invloed staan <strong>van</strong> een flexibilisering <strong>van</strong> hun ar<strong>be</strong>idstijden.<br />
3.1. Een daling <strong>van</strong> het aantal uren in de standaardtewerkstelling<br />
Over een periode die meer dan eeuw <strong>be</strong>slaat, is de jaarlijkse ar<strong>be</strong>idstijd gehalveerd <strong>van</strong> meer<br />
dan 3.000 tot ongeveer 1.500 uur. Het aantal uren dat wordt <strong>be</strong>steed aan <strong>be</strong>taalde ar<strong>be</strong>id is nooit<br />
hoger geweest dan in de <strong>be</strong>ginfase <strong>van</strong> de industrialisatie, halfweg de 19de eeuw. Ar<strong>be</strong>iders<br />
spendeerden in die ‘langste periode’ (Voth, 2000) 10 tot 12 uur per dag aan fabrieksar<strong>be</strong>id en<br />
kregen nauwelijks vrije dagen. Op het vlak <strong>van</strong> de ar<strong>be</strong>idstijd werd na dit toppunt een proces<br />
ingezet dat gedurende een periode <strong>van</strong> 100 jaar zorgde voor een halvering <strong>van</strong> de gemiddelde<br />
jaarlijkse ar<strong>be</strong>idstijd. In een eerste fase werden de zondagsrust en de achturendag ingevoerd. In<br />
de tweede helft <strong>van</strong> de 20ste eeuw werd de ar<strong>be</strong>idstijd verder gereduceerd door het volledige<br />
weekend vrij te geven, <strong>be</strong>taalde vakantiedagen in te voeren, en pensioenregelingen af te spreken<br />
voor oudere werknemers (Europese Commissie, 2010).<br />
Het toenemende aantal vrije dagen helpt de duidelijke daling <strong>van</strong> de jaarlijkse ar<strong>be</strong>idstijd in<br />
Europese landen verklaren die tot en met het <strong>be</strong>gin <strong>van</strong> de jaren 1980 vrij sterk bleef (zie figuur<br />
8 2 ). Tussen 1970 en 1985 verminderde het aantal jaarlijks gewerkte uren per werknemer<br />
verder <strong>van</strong> ongeveer 2.000 uur tot 1.700 uur. Op dat moment kwam aan de aanhoudend sterke<br />
97