De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be

De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be

www4.vlaanderen.be
from www4.vlaanderen.be More from this publisher
13.01.2015 Views

De institutionele, macro-economische, sociaaldemografische en sociaal-culturele context in Vlaanderen en Europa Lieve Vanderleyden, Marc Callens, Jo Noppe & Thierry Vergeynst* Zoals in de inleiding gesteld, wil de Sociale Staat van Vlaanderen 2011 op zoek gaan naar de gelijkenissen en verschillen tussen de leefsituatie in Vlaanderen en die in andere Europese landen en regio’s. Zeven levensdomeinen komen daarbij aan bod: onderwijs en vorming; werk; inkomen en armoede; gezondheid en zorg; wonen; sociale, maatschappelijke en politieke participatie; mobiliteit. Om die gelijkenissen en verschillen beter te kunnen duiden, is het nodig zicht te krijgen op de context waarin het leven van mensen zich afspeelt. In wat volgt, gaan we nader in op de institutionele, de macro-economische, de sociaaldemografische en de sociaal-culturele context waarbinnen Vlamingen en andere Europeanen leven. 1. De institutionele context 1.1. Politiek-institutionele verschillen Er bestaat een grote verscheidenheid tussen de Europese landen op vlak van politieke en electorale instituties. Dat heeft als gevolg dat de werking van het politieke systeem en de wijze waarop politieke beslissingsmacht wordt verdeeld en uitgeoefend, verschilt van land tot land. Deze verschillen hebben onder meer betrekking op de relatie tussen de uitvoerende en de wetgevende macht, de aard van het kiesstelsel en de geografische spreiding van de politieke beslissingsmacht. Tegelijk worden alle EU-lidstaten geconfronteerd met de toenemende impact van de Europese besluitvorming en regelgeving op hun binnenlandse politieke werking en beleidsvoering. 1.1.1. Relatie tussen uitvoerende en wetgevende macht Als gekeken wordt naar de relatie tussen de uitvoerende en wetgevende macht dan is het parlementaire stelsel de overheersende organisatievorm in Europa. Dat betekent dat de regering en het staatshoofd (uitvoerende macht) afhankelijk zijn van het vertrouwen van een meerderheid in het parlement (wetgevende macht). In een presidentieel systeem is dit niet het geval. Daar is de president (en de regering die hij zelf aanduidt en voorzit) geen verantwoording verschuldigd aan het parlement. Een zuiver presidentieel systeem komt in Europa enkel voor in Cyprus (Armingeon e.a., 2008). Een aantal Europese landen kent wel een semipresidentieel systeem waarbij de president autonoom staat tegenover het parlement (cf. presidentieel systeem) maar zelf de regering niet voorzit. Dat doet de eerste minister die wel over het vertrouwen van een parlementaire meerderheid moet beschikken (cf. parlementair systeem). Dergelijke semipresidentiële systemen kunnen politiek gedomineerd worden door de president of door het parlement. Dat eerste is het * Studiedienst van de Vlaamse Regering. E-mail: lieve.vanderleyden@dar.vlaanderen.be. 7

SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 geval in Frankrijk, het laatste is het geval in Bulgarije, Ierland, Litouwen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië en Slovenië. Merk op dat ook in een parlementair systeem er sprake kan zijn van een president (parlementaire republiek). In de praktijk gaat het dan om een ceremoniële president en ligt de werkelijke politieke macht bij de regering die verantwoording verschuldigd is aan het parlement. Het is duidelijk dat het onderscheid tussen een semipresidentieel en een parlementair systeem niet altijd even zuiver gemaakt kan worden en soms afhangt van een subjectieve inschatting van het politieke gewicht van de verschillende betrokken actoren. Dat zorgt ervoor dat een zelfde land in de ene typologie als een semipresidentieel systeem gedomineerd door het parlement wordt aangeduid en in de andere typologie als een parlementair systeem met een ceremoniële president. Tabel 1. Relatie tussen uitvoerende en wetgevende macht, Vlaanderen en EU27-landen Semipresidentieel systeem Semipresidentieel systeem Parlementair systeem gedomineerd door president gedomineerd door parlement Frankrijk Bulgarije, Ierland, Litouwen, België/Vlaanderen, Denemarken, Oostenrijk, Polen, Portugal, Duitsland, Estland, Finland, Roemenië, Slovenië Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Slovakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden Bron: Armingeon e.a., 2008. 1.1.2. Kiesstelsel In alle EU-landen worden de wetgevende organen op een democratische wijze samengesteld. Dat wil zeggen dat de burgers via vrije verkiezingen hun vertegenwoordigers aanduiden die op hun beurt het politieke beleid uitstippelen. De besluitvorming is in de moderne Europese democratieën dus niet in handen van de individuele burger zelf. De set van regels die bepalen hoe de uitspraak van de bevolking bij verkiezingen vertaald wordt in parlementaire zetelverdeling, vormt dan ook een cruciaal element in de delegatieketen (Müller e.a., 2006). Deze set omvat onder meer bepalingen over wie aan verkiezingen kan deelnemen, de wijze waarop gestemd kan worden en hoe deze stemmen vertaald worden in parlementaire zetels. Het kiesstelsel bepaalt in belangrijke mate hoe het politieke debat in een land wordt gevoerd en hoe er bestuurd kan worden (Deschouwer & Hooghe, 2005). De electorale regels bepalen in hoeverre de politieke macht geconcentreerd is dan wel verspreid ligt over vele actoren en instellingen en vormen zo een cruciaal aspect in de tweedeling die Lijphart (1999) maakt tussen meerderheidsdemocratieën en consensusdemocratieën. Een meerderheidsdemocratie kenmerkt zich onder meer door een tweepartijenstelsel en de concentratie van macht bij een eenpartijregering. Dat hangt samen met het gehanteerde meerderheidskiesstelsel. Daarbij gaan alle zetels in een kiesomschrijving naar de partij die het meeste stemmen haalt. Het meest bekende voorbeeld is het ‘first past the post’-systeem in het Verenigd Koninkrijk. Het houdt in dat het hele land is ingedeeld in even veel kiesomschrijvingen als er zetels te verdelen zijn. De kandidaat met het meeste stemmen in elk van die kiesomschrijvingen wint de zetel. Ook in Frankrijk bestaat een gelijkaardig systeem, al wordt daar een tweede ronde georganiseerd als in de eerste ronde geen van de kandidaten minstens 50% van de stemmen haalt. 8

<strong>De</strong> institutionele, macro-economische, sociaaldemografische<br />

en sociaal-culturele context in <strong>Vlaanderen</strong> en Europa<br />

Lieve Vanderleyden, Marc Callens, Jo Noppe & Thierry Vergeynst*<br />

Zoals in de inleiding gesteld, wil de <strong>Sociale</strong> <strong>Staat</strong> <strong>van</strong> <strong>Vlaanderen</strong> <strong>2011</strong> op zoek gaan naar de<br />

gelijkenissen en verschillen tussen de leefsituatie in <strong>Vlaanderen</strong> en die in andere Europese<br />

landen en regio’s. Zeven levensdomeinen komen daarbij aan bod: onderwijs en vorming; werk;<br />

inkomen en armoede; gezondheid en zorg; wonen; sociale, maatschappelijke en politieke participatie;<br />

mobiliteit.<br />

Om die gelijkenissen en verschillen <strong>be</strong>ter te kunnen duiden, is het nodig zicht te krijgen op de<br />

context waarin het leven <strong>van</strong> mensen zich afspeelt. In wat volgt, gaan we nader in op de institutionele,<br />

de macro-economische, de sociaaldemografische en de sociaal-culturele context<br />

waarbinnen Vlamingen en andere Europeanen leven.<br />

1. <strong>De</strong> institutionele context<br />

1.1. Politiek-institutionele verschillen<br />

Er <strong>be</strong>staat een grote verscheidenheid tussen de Europese landen op vlak <strong>van</strong> politieke en electorale<br />

instituties. Dat heeft als gevolg dat de werking <strong>van</strong> het politieke systeem en de wijze<br />

waarop politieke <strong>be</strong>slissingsmacht wordt verdeeld en uitgeoefend, verschilt <strong>van</strong> land tot land.<br />

<strong>De</strong>ze verschillen heb<strong>be</strong>n onder meer <strong>be</strong>trekking op de relatie tussen de uitvoerende en de wetgevende<br />

macht, de aard <strong>van</strong> het kiesstelsel en de geografische spreiding <strong>van</strong> de politieke <strong>be</strong>slissingsmacht.<br />

Tegelijk worden alle EU-lidstaten geconfronteerd met de toenemende impact <strong>van</strong><br />

de Europese <strong>be</strong>sluitvorming en regelgeving op hun binnenlandse politieke werking en <strong>be</strong>leidsvoering.<br />

1.1.1. Relatie tussen uitvoerende en wetgevende macht<br />

Als gekeken wordt naar de relatie tussen de uitvoerende en wetgevende macht dan is het parlementaire<br />

stelsel de overheersende organisatievorm in Europa. Dat <strong>be</strong>tekent dat de regering en<br />

het staatshoofd (uitvoerende macht) afhankelijk zijn <strong>van</strong> het vertrouwen <strong>van</strong> een meerderheid<br />

in het parlement (wetgevende macht). In een presidentieel systeem is dit niet het geval. Daar is<br />

de president (en de regering die hij zelf aanduidt en voorzit) geen verantwoording verschuldigd<br />

aan het parlement.<br />

Een zuiver presidentieel systeem komt in Europa enkel voor in Cyprus (Armingeon e.a., 2008).<br />

Een aantal Europese landen kent wel een semipresidentieel systeem waarbij de president<br />

autonoom staat tegenover het parlement (cf. presidentieel systeem) maar zelf de regering niet<br />

voorzit. Dat doet de eerste minister die wel over het vertrouwen <strong>van</strong> een parlementaire meerderheid<br />

moet <strong>be</strong>schikken (cf. parlementair systeem). <strong>De</strong>rgelijke semipresidentiële systemen kunnen<br />

politiek gedomineerd worden door de president of door het parlement. Dat eerste is het<br />

* Studiedienst <strong>van</strong> de Vlaamse Regering. E-mail: lieve.<strong>van</strong>derleyden@dar.vlaanderen.<strong>be</strong>.<br />

7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!