De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
<strong>van</strong> petities, deelname aan demonstraties of internetfora...) <strong>be</strong>hoort <strong>Vlaanderen</strong> tot de landen<br />
met de hoogste scores.<br />
<strong>De</strong> goede scores <strong>van</strong> <strong>Vlaanderen</strong> op vlak <strong>van</strong> politieke participatie zouden verband houden met<br />
onze lange democratische traditie. <strong>De</strong> relatief hoge score op vrijwilligerswerk in <strong>Vlaanderen</strong><br />
hangt samen met het hoge bbp per hoofd <strong>van</strong> de <strong>be</strong>volking en de relatief hoge uitgaven voor de<br />
sociale zekerheid in ons land. Op het vlak <strong>van</strong> lidmaatschap <strong>van</strong> verenigingen doen onder meer<br />
<strong>De</strong>nemarken en Nederland het nog <strong>be</strong>ter dan <strong>Vlaanderen</strong> als gevolg <strong>van</strong> het feit dat in deze<br />
landen het protestantisme en niet het katholicisme de dominante religie is.<br />
<strong>De</strong> Vlaming doet een groot deel <strong>van</strong> zijn verplaatsingen in het kader <strong>van</strong> zijn werk, het winkelen<br />
en de dienstverlening, ... met de wagen. Daaraan zijn een aantal nefaste gevolgen verbonden<br />
(zie verder) maar Vlamingen verplaatsen zich ook relatief veel met de fiets in vergelijking<br />
met de andere gewesten en de meeste West-Europese landen. Enkel <strong>De</strong>nemarken en zeker<br />
Nederland scoren <strong>be</strong>ter. Dat heeft onder meer te maken met het reliëf en de relatief grote<br />
<strong>be</strong>leidsaandacht voor fietsers en bij<strong>be</strong>horende infrastructuurinspanningen. Toch is er nog een<br />
groot toenamepotentieel. In Nederland is er sprake <strong>van</strong> een echte fietscultuur wat zich onder<br />
meer uit in het feit dat ook volwassenen daar veel met de fiets rijden. Dat is in <strong>Vlaanderen</strong><br />
minder het geval: <strong>van</strong>af de leeftijd <strong>van</strong> 18 jaar stijgt het aandeel verplaatsingen met de auto zeer<br />
sterk. Mogelijke maatregelen om tot een gelijkaardige fietscultuur als in Nederland te komen,<br />
kunnen gezocht worden in een nog grotere investering in fietsinfrastructuur en -veiligheid<br />
(aangezien er relatief veel verkeersslachtoffers zijn bij fietsers) en in het stimuleren <strong>van</strong> fietsgebruik<br />
bij zowel jongeren als volwassenen. Men zou moeten vermijden dat de ‘achterbankgeneratie’<br />
ook op volwassen leeftijd massaal kiest voor de auto.<br />
2. Waakzaamheid geboden<br />
Terwijl de leefsituatie <strong>van</strong> de gemiddelde Vlaming op de meeste levensdomeinen relatief goed<br />
is, zijn er over alle levensdomeinen heen echter ook <strong>be</strong>langrijke sociale verschillen. <strong>De</strong> leefsituatie<br />
<strong>van</strong> groepen zoals ouderen, laagopgeleiden, allochtonen of personen met een laag<br />
inkomen is <strong>be</strong>duidend minder goed dan die <strong>van</strong> de gemiddelde Vlaming. In een aantal gevallen<br />
is deze kloof ook groter dan in de rest <strong>van</strong> Europa. Verder zijn er ook problemen op het vlak<br />
<strong>van</strong> de leefsituatie <strong>van</strong> de Vlaming die verband houden met duurzaamheid en met de specifieke<br />
ruimtelijke inrichting <strong>van</strong> <strong>Vlaanderen</strong>.<br />
2.1. Belangrijke sociale verschillen<br />
<strong>De</strong> goede tot uitstekende gemiddelde prestaties <strong>van</strong> de Vlaamse kinderen in het onderwijs ver<strong>be</strong>rgen<br />
een relatief grote en hardnekkige sociale ongelijkheid. <strong>De</strong> verschillen tussen de sterkste<br />
en de zwakste leerlingen zijn in <strong>Vlaanderen</strong> groter dan elders. <strong>De</strong>ze ongelijkheid <strong>be</strong>gint in het<br />
lager onderwijs en zet zich verder door naar het secundair, het hoger en (in iets mindere mate)<br />
het volwassenenonderwijs. Vooral allochtone en anderstalige leerlingen doen het in <strong>Vlaanderen</strong><br />
relatief minder goed.<br />
<strong>De</strong>ze ongelijkheid wordt deels verklaard door de sociaal-economische positie, de thuistaal en<br />
het geboorteland <strong>van</strong> de leerlingen. Maar ze heeft ook te maken met de kenmerken <strong>van</strong> het<br />
onderwijssysteem zelf. Internationale vergelijkingen geven aan dat het huidige, sterk gestratificeerde<br />
onderwijssysteem (dit is een opdeling tussen gewoon en buitengewoon onderwijs en<br />
tussen algemeen en <strong>be</strong>roepsgericht onderwijs) mee verantwoordelijk is. In het lager onderwijs<br />
368