De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
Vlamingen wordt afgezet tegenover de <strong>be</strong>volking op <strong>be</strong>roepsactieve leeftijd, scoort <strong>Vlaanderen</strong><br />
duidelijk <strong>be</strong>ter. Het geeft aan dat er in <strong>Vlaanderen</strong> voldoende ar<strong>be</strong>id wordt gepresteerd maar dat<br />
het werk over minder koppen wordt verdeeld. <strong>De</strong> vergelijking met Nederland is treffend. Het<br />
aantal Nederlandse jongeren en ouderen dat werkt, is er veel hoger dan in <strong>Vlaanderen</strong>, maar er<br />
is tegelijk sprake <strong>van</strong> een kleiner ar<strong>be</strong>idsvolume omdat ze minder uren werken dan de Vlamingen.<br />
Het positieve aan deze hoge werkzaamheid bij 25- tot 54-jarigen is dat het armoederisico<br />
<strong>van</strong> de werkenden in <strong>Vlaanderen</strong> <strong>be</strong>perkt blijft. <strong>De</strong> keerzijde is dat samengedrukte loopbanen<br />
samen gaan met meer problemen inzake werkdruk en werkbaarheid en een vervroegde uitstroom<br />
uit de ar<strong>be</strong>idsmarkt (zie verder).<br />
Het relatief lage armoederisico in de leeftijdsklasse tussen 25 en 54 jaar zorgt bij uitbreiding<br />
ook voor een relatief laag armoederisico voor de gehele Vlaamse <strong>be</strong>volking (althans als gewerkt<br />
wordt met een Belgische armoederisicodrempel). <strong>Vlaanderen</strong> <strong>be</strong>hoort tot de Europese top met<br />
<strong>be</strong>trekking tot het armoederisico voor huurders en eigenaars, jongeren en actieven, midden- en<br />
hooggeschoolden en voor mannen en vrouwen. Slechts 0,4% <strong>van</strong> de Vlamingen kennen én een<br />
lage werkintensiteit én zijn ernstig materieel gedepriveerd én heb<strong>be</strong>n een financieel armoederisico.<br />
Ofschoon het armoederisico voor specifieke kwetsbare groepen zoals eenoudergezinnen,<br />
laaggeschoolden of allochtonen hoog is, ligt ook voor deze groepen de financiële armoede in<br />
<strong>Vlaanderen</strong> <strong>be</strong>neden de scores die vele andere West- en Noord-Europese landen laten optekenen:<br />
alleen de laaggeschoolden in <strong>De</strong>nemarken en Nederland, de <strong>De</strong>ense kinderen, de Oostenrijkse<br />
huurders en de <strong>De</strong>ense, Oostenrijkse, Finse en Zweedse alleenstaande ouders doen het<br />
relatief <strong>be</strong>ter. <strong>De</strong> inkomensongelijkheid is in <strong>Vlaanderen</strong> (in tegenstelling tot België) relatief<br />
klein en vergelijkbaar met de situatie in de Scandinavische landen.<br />
<strong>De</strong> grote meerderheid <strong>van</strong> de Vlamingen kent daarnaast weinig problemen met de <strong>be</strong>taalbaarheid<br />
<strong>van</strong> de woning ondanks de vrij sterke prijsstijgingen <strong>van</strong> vastgoed tijdens de afgelopen<br />
jaren. <strong>De</strong> gemiddelde verkoopprijs <strong>van</strong> woningen ligt in België en in <strong>Vlaanderen</strong> ook niet zo<br />
hoog als in de Europese landen. Ook de huurprijzen op de private markt zijn relatief laag. <strong>De</strong><br />
geringe problemen op het vlak <strong>van</strong> <strong>be</strong>taalbaarheid zijn in <strong>Vlaanderen</strong> het gevolg <strong>van</strong> de relatief<br />
hoge welvaart, de redelijk gunstige woningprijzen en de relatief lage bijkomende woonkosten.<br />
Ook de fiscale voordelen voor eigenaars spelen een rol, al worden zij deels verrekend in de<br />
woningprijzen. <strong>De</strong> mediaan woonquote (aandeel <strong>van</strong> totale woonuitgaven in totaal <strong>be</strong>schikbaar<br />
huishoudinkomen) <strong>be</strong>draagt in <strong>Vlaanderen</strong> 14%, wat lager is dan het EU27-gemiddelde (18%).<br />
Indien we een maximum woonquote <strong>van</strong> 40% als grens vooropstellen, dan woont 6% <strong>van</strong> de<br />
Vlaamse <strong>be</strong>volking in een gezin waarvoor wonen on<strong>be</strong>taalbaar is, voor alle EU-landen <strong>be</strong>draagt<br />
dit aandeel 12%.<br />
<strong>De</strong> relatief hoge welvaart zorgt tevens voor een <strong>be</strong>hoorlijke kwaliteit <strong>van</strong> de woningen. Er zijn<br />
quasi geen woningen meer in <strong>Vlaanderen</strong> zonder elementair comfort. Ook de cijfers voor<br />
woningen met fysieke gebreken liggen in een Europees perspectief eerder aan de lage kant. <strong>De</strong><br />
Vlamingen zijn <strong>be</strong>st tevreden met de woonomgeving. Dit kan verband houden met het relatief<br />
groot aandeel open en halfopen <strong>be</strong>bouwingen al zorgt dit wel voor een aantal problemen inzake<br />
mobiliteit (zie verder).<br />
<strong>Vlaanderen</strong> ontsnapte niet aan de wereldwijde financieel-economische crisis die in het najaar<br />
<strong>van</strong> 2008 uitbrak en ook gevolgen had voor de woningmarkt. Niettemin bleef de impact <strong>van</strong> de<br />
wereldwijde hypotheekcrisis in ons land redelijk <strong>be</strong>perkt. Dat heeft te maken met het feit dat de<br />
Vlaamse woningmarkt in vergelijking met de rest <strong>van</strong> Europa <strong>be</strong>hoorlijk statisch is. Er zijn relatief<br />
weinig verhuis<strong>be</strong>wegingen en de woningbouw is voornamelijk in handen <strong>van</strong> particulieren<br />
366