De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
stedelijke context <strong>van</strong> het Brusselse Gewest duidelijk dat hoge dichtheden een voorwaarde zijn<br />
voor de uitbouw <strong>van</strong> een efficiënt netwerk <strong>van</strong> openbaar vervoer dat veelvuldig gebruikt wordt.<br />
Daarenboven zijn de afstanden tussen de voornaamste <strong>be</strong>stemmingen korter waardoor ook het<br />
gebruik <strong>van</strong> langzaam verkeer gestimuleerd wordt. Dit is ook de reden waarom mensen die in<br />
een landelijke gemeente wonen dagelijks langere afstanden afleggen en hiervoor vaker de auto<br />
gebruiken. Dit wordt echter problematisch wanneer men een <strong>be</strong>perkt inkomen heeft of een<br />
<strong>be</strong>paalde ouderdom heeft <strong>be</strong>reikt. Een studie in opdracht <strong>van</strong> het Koning Boudewijnstichting<br />
(Meert e.a., 2003) kaartte dit reeds enkele jaren geleden aan: vervoersarmoede treft vooral de<br />
oudere en lage inkomensgroepen in plattelandsgemeenten. <strong>De</strong> invoering <strong>van</strong> basismobiliteit<br />
door het Vlaamse Gewest is een eerste stap in de goede richting, maar de cijfers tonen aan dat<br />
<strong>be</strong>paalde mobiliteitsproblemen <strong>van</strong>daag de dag nog altijd <strong>be</strong>staan.<br />
Mobiliteitsgedrag wordt vaak <strong>be</strong>keken <strong>van</strong>uit een klassieke doelgroepen<strong>be</strong>nadering, maar dit<br />
dient aangevuld te worden met een leefstijlen<strong>be</strong>nadering. Een actieve en familiegerichte leefstijl<br />
blijkt geassocieerd met een hoger autogebruik, maar de interactie tussen leefstijlen en vervoerswijzekeuze<br />
is veel complexer dan aan<strong>van</strong>kelijk gedacht. <strong>De</strong> vervoerswijzekeuze wordt<br />
niet rechtstreeks <strong>be</strong>ïnvloed door leefstijlen, maar eerder indirect. Leefstijlen <strong>be</strong>ïnvloeden in de<br />
eerste plaats de attitudes ten opzichte <strong>van</strong> mobiliteit en de verschillende vervoerswijzen die op<br />
hun <strong>be</strong>urt het auto<strong>be</strong>zit en vervolgens de vervoerswijzekeuze <strong>be</strong>palen. Indien men geen aandacht<br />
<strong>be</strong>steedt aan deze complexe wisselwerking, <strong>be</strong>staat het gevaar dat men teveel verwacht<br />
<strong>van</strong> <strong>be</strong>paalde <strong>be</strong>leidsmaatregelen en -initiatieven.<br />
Ten slotte werden enkele toekomstige trends <strong>van</strong> naderbij <strong>be</strong>keken. Zoals eerder vermeld is het<br />
maatschappelijk draagvlak voor het invoeren <strong>van</strong> een <strong>be</strong>paalde vorm <strong>van</strong> kilometerheffing<br />
eerder <strong>be</strong>perkt en is het daarom moeilijk in te schatten hoe dit in de toekomst verder zal evolueren.<br />
Vooral het autodelen lijkt een interessante maatregel om verder uit te bouwen en aldus<br />
mobiliteit te <strong>be</strong>heersen.<br />
Samengevat staat het Vlaamse Gewest voor <strong>be</strong>langrijke uitdagingen op vlak <strong>van</strong> het vermijden<br />
<strong>van</strong> vervoersarmoede voor <strong>be</strong>paalde <strong>be</strong>volkingsgroepen, de verdere uitbouw <strong>van</strong> de fietsinfrastructuur<br />
en het netwerk <strong>van</strong> openbaar vervoer, alsook het <strong>be</strong>strijden <strong>van</strong> externe effecten <strong>van</strong><br />
mobiliteit zoals congestie, verkeersonveiligheid, geluidshinder en de uitstoot <strong>van</strong> fijn stof.<br />
Noten<br />
1 In de MZ 2005 voor Zwitserland wordt de vervoerswijze per afzonderlijke rit genoteerd en niet per verplaatsing.<br />
Hierdoor <strong>be</strong>halen vervoerswijzen zoals te voet die traditioneel veel gebruikt worden als voor- en natransport een<br />
groter aandeel. Daarenboven wordt de informatie verzameld voor ritten <strong>van</strong>af 25m, terwijl dit in de meeste<br />
mobiliteitsonderzoeken <strong>van</strong>af 100m is. Hierdoor wordt het aandeel langzaam verkeer en openbaar vervoer in<br />
Zwitserland overschat in vergelijking met de andere landen.<br />
2 Merk op dat het aandeel treinverkeer in het Brusselse Gewest volgens ta<strong>be</strong>l 3 opvallend lager is dan in ta<strong>be</strong>l 1. <strong>De</strong><br />
MOBEL-cijfers in ta<strong>be</strong>l 3 verwijzen naar het aantal verplaatsingen per trein <strong>van</strong> de inwoners <strong>van</strong> het Brusselse<br />
Gewest. <strong>De</strong> cijfers in ta<strong>be</strong>l 1 verwijzen naar de afgelegde afstanden op het grondgebied <strong>van</strong> het Brusselse Gewest,<br />
maar deze afstanden worden niet noodzakelijk afgelegd door de eigen inwoners.<br />
3 In de MZ 2005 voor Zwitserland hanteert men een ietwat andere methode. Het verplaatsingsdoel ‘naar huis gaan’<br />
wordt niet zomaar toegekend aan de voorgaande verplaatsing, maar aan de activiteit binnen de ketenverplaatsing<br />
waaraan de meeste tijd is <strong>be</strong>steed.<br />
358