De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
MOBILITEIT capaciteit van zowel de centrales als van het distributienet sterk moeten uitbreiden om aan een stijgende vraag naar elektriciteit te kunnen voldoen (De Decker, 2009). Praktische nadelen zijn dat het opladen van de batterijen een vrij moeizame aangelegenheid is en dat de aanschafkost van een elektrische wagen relatief hoog ligt (Hoekstra, 2009). De genoemde nadelen zijn wellicht de reden dat het aantal elektrische auto’s op de wegen klein is. De hybride variant, waarbij de voordelen van een elektrische motor met die van een verbrandingsmotor worden gecombineerd, is echter wel relatief populair, zelfs al blijven de meeste hybride wagens voor 100% aangewezen op fossiele brandstof. Een tussenvariant is de plug-in hybride: een elektrische wagen waarvan de batterij zowel via het stopcontact als via een benzinemotor (generator) kan worden opgeladen. 3.2.1 De elektrische wagen in België en het Vlaamse Gewest In 2010 waren er volgens de federale statistieken in heel België slechts 36 zuiver elektrische auto’s ingeschreven. Hoewel dit er 26 meer zijn dan in 2009, leren de cijfers ons dat er tien jaar geleden nog 71 elektrische wagens op de Belgische wegen reden, en zelfs in 1977 waren het er al 41. Het totale Belgisch personenwagenpark bestond in 2010 uit bijna 5,3 miljoen voertuigen (ADSEI). In 2009 reden er in het Vlaamse Gewest 4 elektrische auto’s rond, op een totaal van 3,1 miljoen (SVR). Deze cijfers doen vermoeden dat, ondanks de verhoogde media-aandacht, de elektrische wagen ook vandaag de dag vooral een curiositeit is voor hobbyisten en organisaties die zich als groen willen profileren. Iets beter is het gesteld met de populariteit van de gebruiksvriendelijker hybride wagen al blijft ook dat aandeel met 0,3% in de nieuwverkoop in 2009 voorlopig beperkt (George, 2009). Hoewel hybride wagens (benzine-elektrisch) het imago hebben technologisch superieur te zijn, waren in 2010 de allerzuinigste wagens met verbrandingsmotor op de Belgische markt geen hybriden, maar wel zuinige dieselauto’s (VITO, 2011). Deze laatste hebben dan weer het nadeel dat ze meer fijn stof uitstoten en dat ze dat bovendien ook doen in stadscentra en woonbuurten, waar hybride wagens meestal zuiver elektrisch rijden. Zuinige dieselwagens hebben dan weer het voordeel dat ze zowel in aankoop als in gebruik goedkoper zijn. 3.2.2 De elektrische wagen in andere landen In Nederland worden meer elektrische en hybride auto’s verkocht dan in België. In 2010 ging het om 122 zuiver elektrische exemplaren, op een totaal volume van 483.000 nieuw ingeschreven personenauto’s. In hetzelfde jaar werden er in Nederland ruim 16.000 hybride wagens ingeschreven, wat een marktaandeel van 3,3% betekent (RAI, 2011). De reden voor het hogere aandeel hybride voertuigen in Nederland moet voornamelijk gezocht worden in het stimulerende fiscale beleid dat in Nederland rond hybride voertuigen reeds gedurende verschillende jaren wordt gevoerd, terwijl dit in België pas recent is ingevoerd. Ook wereldwijd is de elektrische auto een rariteit. De meeste commerciële modellen zijn zo recent dat ze begin 2011 in de meeste landen nog niet eens te koop waren. Hybride wagens zijn echter wel aan een opmars bezig, zij het vooral buiten Europa. Voor 2010 schat Collins (2011) dat het aandeel hybride (en zuiver elektrische) wagens in Japan maar liefst 11% van het totaal aantal verkochte personenwagens bedroeg. In de Verenigde Staten gaat het om 2,5%, en in Europa om 0,7%. Een belangrijke reden waarom hybride wagens slechts moeizaam doordringen op de Europese markt, is het grote Europese marktaandeel van dieselauto’s. Zoals gezegd zijn een aantal dieselauto’s even zuinig – of zelfs zuiniger – dan de huidige benzine-elektrische 351
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 hybride wagens en daardoor goedkoper in aanschaf en gebruik. In theorie zouden diesel-elektrische hybriden hierop kunnen inspelen, maar deze zijn vandaag nog niet op de Europese markt aanwezig. In Japan, de thuishaven van de grootste producent van hybriden (Toyota), zijn de emissienormen zo streng dat dieselauto’s er quasi afwezig zijn, zodat benzine-elektrische wagens een waardig alternatief zijn. Ook in de Verenigde Staten speelt de lage penetratiegraad van dieselauto’s in de kaart van de hybride wagens. 3.3 Kilometerheffing Hoewel ‘kilometerheffing’ wellicht de minst specifieke en dus meest neutrale term is om het bedoelde concept aan te duiden, wordt vaak ook gesproken over ‘rekeningrijden’ of ‘slimme kilometerheffing’. Doorgaans wordt hier een zeer variabele vorm van belasting van het gebruik van de auto mee bedoeld, die wijzigt naargelang de bestuurder meer of minder overlast veroorzaakt. Hoewel ook de bestaande brandstofaccijnzen, de meeste parkeerheffingen en tol in functie van investeringen en onderhoud van infrastructuur (‘péage’) als een vorm van kilometerheffing kunnen worden beschouwd, biedt een geavanceerd wegentolsysteem de mogelijkheid om de belasting te laten variëren naargelang het tijdstip (spits of dalperiode), de plaats (drukke of minder drukke weg, meer of minder gevoelige zone voor luchtvervuiling) en het type wagen (meer of minder vervuilend, meer of minder plaats innemend). Door de vaste belastingen op aankoop en inverkeerstelling van de wagen (gedeeltelijk) te vervangen door een variabele belasting, wordt niet zozeer de aankoop van een auto ontmoedigd als wel het gebruik ervan, in het bijzonder op momenten en locaties waar deze het meest overlast veroorzaakt. Bovendien biedt het systeem de mogelijkheid om het congestieniveau onder een vooraf bepaald peil te houden, zodat een economisch gesproken optimale benutting van de beschikbare wegcapaciteit wordt gerealiseerd (Lindsey, 2006). Wereldwijd wordt een systeem van variabele tolheffing slechts in een handvol steden toegepast. In de meeste gevallen gaat het om een zogenaamde ‘cordonheffing’, waarbij één keer betaald wordt bij het binnenrijden van de stad. Hoewel deze vorm van tolheffing effectief leidt tot een reductie van het aantal auto’s in de stad en dus tot minder congestie en minder vervuiling, is dit geen zuivere vorm van kilometerheffing. Cordonheffing lijkt sterk op een geavanceerd parkeerheffingsysteem met variabele tarieven, met het verschil dat niet het parkeren, maar wel het binnenrijden van de stad wordt belast. Een variant hierop is variabele corridorheffing, waarbij het te betalen bedrag voor het gebruik van een specifiek stuk snelweg, brug of tunnel afhangt van het tijdstip van de dag (Litman, 2010). Hoewel de maatschappelijke voordelen van een variabele heffing duidelijk zijn, zijn er ook een aantal nadelen verbonden aan vormen van rekeningrijden. Vooreerst draagt rekeningrijden niet bij tot welvaartsherverdeling. Het recht om (vlot) auto te rijden wordt verkocht aan wie het kan betalen (Glazer, 1981). Een geïntegreerd systeem is ook complex en brengt dus hoge operationele kosten met zich mee, waardoor de directe opbrengst voor de overheid relatief mager is. Een aantal van de doelstellingen die door een kilometerheffing nagestreefd worden, kunnen wellicht op een goedkopere manier bereikt worden door vaste (milieu)belastingen, accijnzen en parkeerregulering. De schaal van de investering is mogelijk niet in verhouding tot het aantal mensen dat effectief voordeel ondervindt van het verminderen van de congestie (de enige van de reeks doelstellingen waarvoor een vaste heffing op de wagen of de brandstof zelf geen valabel alternatief is) en de operationele kost kan bijgevolg zo hoog zijn dat het netto maatschappelijk nut zelfs negatief wordt (Lindsey, 2006). 352
- Page 301 and 302: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 N
- Page 303 and 304: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 i
- Page 305 and 306: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 1
- Page 307 and 308: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 K
- Page 309 and 310: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
- Page 312 and 313: Mobiel Vlaanderen in een mobiel Eur
- Page 314 and 315: MOBILITEIT Tabel 1. Aantal personen
- Page 316 and 317: MOBILITEIT Tabel 2. Enkele algemene
- Page 318 and 319: MOBILITEIT Tabel 3 Verdeling van he
- Page 320 and 321: MOBILITEIT Ook in andere West-Europ
- Page 322 and 323: MOBILITEIT 1.2.2. Verkeersveilighei
- Page 324 and 325: MOBILITEIT Vlaamse Gewest minder st
- Page 326 and 327: MOBILITEIT Fijn stof verwijst naar
- Page 328 and 329: MOBILITEIT 2.1.1. Verschillen naar
- Page 330 and 331: MOBILITEIT dagelijks afgelegde afst
- Page 332 and 333: MOBILITEIT te zijn. Bij de overgang
- Page 334 and 335: MOBILITEIT Omdat inkomen een belang
- Page 336 and 337: MOBILITEIT kunnen personen een pers
- Page 338 and 339: MOBILITEIT bijna vier keer hoger is
- Page 340 and 341: MOBILITEIT structuren die gedominee
- Page 342 and 343: MOBILITEIT Tabel 17. Gemiddeld aant
- Page 344 and 345: MOBILITEIT In het Brusselse Gewest
- Page 346 and 347: MOBILITEIT beschikbaar zodat er gee
- Page 348 and 349: MOBILITEIT 2.4. Verschillende polit
- Page 350 and 351: MOBILITEIT landen vrij voor zowel n
- Page 354 and 355: MOBILITEIT De verschuivingen in het
- Page 356 and 357: MOBILITEIT iedereen evident. Een mi
- Page 358 and 359: MOBILITEIT verplaatsen met het open
- Page 360 and 361: MOBILITEIT Bibliografie ADSEI (2001
- Page 362 and 363: MOBILITEIT MiNa-raad (2005). Oriën
- Page 364: MOBILITEIT Bijlage Naam, wijze van
- Page 367 and 368: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
- Page 369 and 370: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 v
- Page 371 and 372: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 i
- Page 373: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
MOBILITEIT<br />
capaciteit <strong>van</strong> zowel de centrales als <strong>van</strong> het distributienet sterk moeten uitbreiden om aan een<br />
stijgende vraag naar elektriciteit te kunnen voldoen (<strong>De</strong> <strong>De</strong>cker, 2009). Praktische nadelen zijn<br />
dat het opladen <strong>van</strong> de batterijen een vrij moeizame aangelegenheid is en dat de aanschafkost<br />
<strong>van</strong> een elektrische wagen relatief hoog ligt (Hoekstra, 2009). <strong>De</strong> genoemde nadelen zijn wellicht<br />
de reden dat het aantal elektrische auto’s op de wegen klein is. <strong>De</strong> hybride variant, waarbij<br />
de voordelen <strong>van</strong> een elektrische motor met die <strong>van</strong> een verbrandingsmotor worden gecombineerd,<br />
is echter wel relatief populair, zelfs al blijven de meeste hybride wagens voor 100%<br />
aangewezen op fossiele brandstof. Een tussenvariant is de plug-in hybride: een elektrische<br />
wagen waar<strong>van</strong> de batterij zowel via het stopcontact als via een <strong>be</strong>nzinemotor (generator) kan<br />
worden opgeladen.<br />
3.2.1 <strong>De</strong> elektrische wagen in België en het Vlaamse Gewest<br />
In 2010 waren er volgens de federale statistieken in heel België slechts 36 zuiver elektrische<br />
auto’s ingeschreven. Hoewel dit er 26 meer zijn dan in 2009, leren de cijfers ons dat er tien jaar<br />
geleden nog 71 elektrische wagens op de Belgische wegen reden, en zelfs in 1977 waren het er<br />
al 41. Het totale Belgisch personenwagenpark <strong>be</strong>stond in 2010 uit bijna 5,3 miljoen voertuigen<br />
(ADSEI). In 2009 reden er in het Vlaamse Gewest 4 elektrische auto’s rond, op een totaal <strong>van</strong><br />
3,1 miljoen (SVR). <strong>De</strong>ze cijfers doen vermoeden dat, ondanks de verhoogde media-aandacht,<br />
de elektrische wagen ook <strong>van</strong>daag de dag vooral een curiositeit is voor hobbyisten en organisaties<br />
die zich als groen willen profileren.<br />
Iets <strong>be</strong>ter is het gesteld met de populariteit <strong>van</strong> de gebruiksvriendelijker hybride wagen al<br />
blijft ook dat aandeel met 0,3% in de nieuwverkoop in 2009 voorlopig <strong>be</strong>perkt (George, 2009).<br />
Hoewel hybride wagens (<strong>be</strong>nzine-elektrisch) het imago heb<strong>be</strong>n technologisch superieur te zijn,<br />
waren in 2010 de allerzuinigste wagens met verbrandingsmotor op de Belgische markt geen<br />
hybriden, maar wel zuinige dieselauto’s (VITO, <strong>2011</strong>). <strong>De</strong>ze laatste heb<strong>be</strong>n dan weer het nadeel<br />
dat ze meer fijn stof uitstoten en dat ze dat bovendien ook doen in stadscentra en woonbuurten,<br />
waar hybride wagens meestal zuiver elektrisch rijden. Zuinige dieselwagens heb<strong>be</strong>n dan weer<br />
het voordeel dat ze zowel in aankoop als in gebruik goedkoper zijn.<br />
3.2.2 <strong>De</strong> elektrische wagen in andere landen<br />
In Nederland worden meer elektrische en hybride auto’s verkocht dan in België. In 2010 ging<br />
het om 122 zuiver elektrische exemplaren, op een totaal volume <strong>van</strong> 483.000 nieuw ingeschreven<br />
personenauto’s. In hetzelfde jaar werden er in Nederland ruim 16.000 hybride wagens<br />
ingeschreven, wat een marktaandeel <strong>van</strong> 3,3% <strong>be</strong>tekent (RAI, <strong>2011</strong>). <strong>De</strong> reden voor het hogere<br />
aandeel hybride voertuigen in Nederland moet voornamelijk gezocht worden in het stimulerende<br />
fiscale <strong>be</strong>leid dat in Nederland rond hybride voertuigen reeds gedurende verschillende<br />
jaren wordt gevoerd, terwijl dit in België pas recent is ingevoerd.<br />
Ook wereldwijd is de elektrische auto een rariteit. <strong>De</strong> meeste commerciële modellen zijn zo<br />
recent dat ze <strong>be</strong>gin <strong>2011</strong> in de meeste landen nog niet eens te koop waren. Hybride wagens zijn<br />
echter wel aan een opmars <strong>be</strong>zig, zij het vooral buiten Europa. Voor 2010 schat Collins (<strong>2011</strong>)<br />
dat het aandeel hybride (en zuiver elektrische) wagens in Japan maar liefst 11% <strong>van</strong> het totaal<br />
aantal verkochte personenwagens <strong>be</strong>droeg. In de Verenigde Staten gaat het om 2,5%, en in<br />
Europa om 0,7%. Een <strong>be</strong>langrijke reden waarom hybride wagens slechts moeizaam doordringen<br />
op de Europese markt, is het grote Europese marktaandeel <strong>van</strong> dieselauto’s. Zoals gezegd<br />
zijn een aantal dieselauto’s even zuinig – of zelfs zuiniger – dan de huidige <strong>be</strong>nzine-elektrische<br />
351