De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
Dit is sinds 1 septem<strong>be</strong>r 2009 verplicht bij grote projecten die bijkomend verkeer zullen genereren.<br />
In een MOBER wordt nagegaan wat het <strong>be</strong>reikbaarheidsprofiel is <strong>van</strong> de locatie en of dit<br />
overeenstemt met het mobiliteitsprofiel <strong>van</strong> het gegenereerde verkeer (<strong>De</strong>partement Mobiliteit<br />
en Openbare Werken, 2009).<br />
Voor het Brusselse Gewest is het mobiliteits<strong>be</strong>leid neergeschreven in het IRIS 2-plan (N.N.,<br />
2010). Gezien de stedelijke context <strong>van</strong> het Brusselse Gewest worden enkele specifieke thema’s<br />
vermeld die niet (of in mindere mate) voorkomen in het mobiliteits<strong>be</strong>leid <strong>van</strong> de Vlaamse<br />
Regering. Naast allerlei acties ter <strong>be</strong>vordering <strong>van</strong> het fietsen wordt tevens aandacht <strong>be</strong>steed aan<br />
voetgangers. Ondertussen is men gestart met het opstellen <strong>van</strong> een Voetgangersplan dat een<br />
overzicht moet bieden <strong>van</strong> een samenhangend geheel <strong>van</strong> fysieke, educatieve en communicatiemaatregelen.<br />
<strong>De</strong> conclusies <strong>van</strong> deze studie worden verwacht tegen septem<strong>be</strong>r <strong>2011</strong>. Een<br />
ander aspect dat we niet terug vinden in het Vlaamse mobiliteits<strong>be</strong>leid is het <strong>be</strong>schouwen <strong>van</strong><br />
de taxi en de motor als gemotoriseerde alternatieven voor de auto. Hiervoor heeft men ondertussen<br />
reeds het <strong>be</strong>leidsplan ‘Taxi naar de toekomst’ opgesteld waarmee men onder andere het<br />
taxigebruik tracht te promoten en de collectieve taxidienst Collecto verder wenst uit te bouwen<br />
(Brussel Mobiliteit, <strong>2011</strong>). Een derde <strong>be</strong>langrijk verschil is dat het Brusselse Gewest aandacht<br />
<strong>be</strong>steedt aan het uitwerken <strong>van</strong> een gewestelijk parkeer<strong>be</strong>leid dat gecoördineerd dient te worden<br />
door een nieuw op te richten Gewestelijk Parkeeragentschap. Hierbij voorziet men de aanleg<br />
<strong>van</strong> extra transitparkeerplaatsen die zo ver mogelijk ‘stroomopwaarts’ gelegen zijn <strong>van</strong> de<br />
dagelijkse files naar de hoofdstad en die de overstap <strong>van</strong> de auto naar het openbaar vervoer (via<br />
een verbinding met het GEN) mogelijk maken. Hierdoor wordt het openbaar vervoer niet alleen<br />
afgestemd op fiets- en wandelverplaatsingen, maar tevens op de auto en wordt de rol <strong>van</strong> de<br />
auto in het voor- en natransport niet genegeerd. In het Vlaamse Pendelplan (2005) wordt hier<br />
echter geen rekening mee gehouden en focust men vooral op de fiets als voor- en natransport<br />
<strong>van</strong> openbaar vervoer.<br />
In het Waalse Gewest is het mobiliteits<strong>be</strong>leid neergeschreven in verschillende documenten. Zo<br />
verwijst men naar het Federaal plan inzake duurzame ontwikkeling 2004-2008 over aspecten<br />
<strong>van</strong> duurzame mobiliteit in het Waalse Gewest, terwijl verkeersveiligheid aan bod komt in de<br />
<strong>be</strong>leidsvisie <strong>van</strong> de Direction générale opérationnelle Routes et Bâtiments alsook in de Direction<br />
générale des Transports. Eén overkoepelend document dat een geïntegreerde visie zoals het<br />
Mobiliteitsplan <strong>Vlaanderen</strong> voor het Vlaamse Gewest of het IRIS 2-plan voor het Brusselse<br />
Gewest ontbreekt echter in het Waalse Gewest.<br />
Openbaar vervoer neemt een <strong>be</strong>langrijke plaats in binnen het mobiliteits<strong>be</strong>leid <strong>van</strong> de gewesten.<br />
Daarom <strong>be</strong>perken we onze vergelijking met andere Europese landen tot de rol die men<br />
toekent aan het openbaar vervoer. Eén <strong>van</strong> de <strong>be</strong>langrijkste vragen hierbij is de rol <strong>van</strong> de<br />
privatisering <strong>van</strong> het openbaar vervoer. In 1991 werd de Europese richtlijn 91/440 gepubliceerd<br />
die een scheiding <strong>van</strong> infrastructuur en exploitatie <strong>van</strong> de spoorwegen voorschrijft. Dit was het<br />
startpunt <strong>van</strong> de privatisering en li<strong>be</strong>ralisering <strong>van</strong> het openbaar vervoer in verschillende landen.<br />
Vandaag de dag zijn niet alle landen hierin even ver gevorderd. Dit wordt geïllustreerd aan<br />
de hand <strong>van</strong> de Rail Li<strong>be</strong>ralisation Index (LIB) die de landen indeelt in drie groepen naargelang<br />
de mate <strong>van</strong> li<strong>be</strong>ralisering <strong>van</strong> het spoorverkeer (IBM Global Business Services, 2007): de koplopers<br />
(Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland), de landen die op schema zitten in hun<br />
li<strong>be</strong>raliseringsproces (<strong>De</strong>nemarken, Zwitserland, Noorwegen en België) en de achterblijvers<br />
(Luxemburg en Frankrijk). <strong>De</strong>ze index kan zowel opgesteld worden voor het personen- als<br />
goederenvervoer. Volgens deze indices is de markt voor het goederenvervoer per spoor in alle<br />
348