De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
MOBILITEIT In het Brusselse Gewest heeft 31% van de gezinnen geen auto, terwijl dit in het Vlaamse en Waalse Gewest 16% respectievelijk 19% bedraagt. Wanneer dit verder opgesplitst wordt naar gemeente is een grotere ruimtelijke variatie zichtbaar. Het aantal gezinnen zonder auto is vooral hoog in het Brusselse Gewest en grote steden zoals Antwerpen, Gent en Luik, terwijl dit minimaal is in de suburbane gemeenten nabij deze grote steden of in de landelijke gemeenten, waarbij de perifere ligging aanzet tot de aanschaf van zelfs meer dan één wagen (Verhetsel e.a., 2009). Het autobezit wordt uiteraard niet alleen bepaald door de regio waar men woont en de ruimtelijke kenmerken van de woonplaats. Het hogere aandeel gezinnen zonder auto in de steden tegenover het hogere aandeel gezinnen met twee of meer auto’s in de suburbane gemeenten weerspiegelt ook de invloed van het inkomen op het autobezit. Onderzoek bevestigt dat autobezit in de eerste plaats beïnvloed wordt door inkomen en vervolgens pas door de ruimtelijke kenmerken van de woonplaats (Van Acker & Witlox, 2010). Figuur 9. Aandeel personen met een rijbewijs naar geslacht (in %), Belgische gewesten en 4 Europese landen, 2008 (tenzij anders vermeld) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Vlaams Gewest Vlaams Gewest* Brussels Gewest* Waals Gewest* Nederland Noorwegen** in % VK Zwitserland** mannen vrouwen * Cijfers voor 1998-1999. ** Cijfers voor 2005. Bron: OVG 2007-2008, MOBEL 1998-1999, MON 2008, RVU 2005, NTS 2008, MZ 2005. Een tweede belangrijke factor inzake de toegankelijkheid van individuele vervoermiddelen is het al dan niet bezitten van een rijbewijs. Het spreekt voor zich dat het autobezit lager is voor personen die geen rijbewijs bezitten. Maar het bezit van een rijbewijs is niet zo vanzelfsprekend voor alle socio-economische en demografische groepen. Ten eerste ligt het rijbewijsbezit bij alle leeftijdsgroepen niet even hoog. In alle bestudeerde landen is het rijbewijsbezit van de volwassenen (circa 25-64 jaar) het hoogst, met percentages rond 90%. Bij de 65-plussers ligt dat duidelijk lager met percentages tussen 50 en 60%. Ook bij de jongvolwassenen ligt het rijbewijsbezit duidelijk lager. Het hoge rijbewijsbezit bij de huidige volwassenen heeft mogelijk 343
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 belangrijke gevolgen voor de mobiliteit van de toekomstige 65-plussers. Het zal immers leiden tot een toekomstige generatie 65-plussers die in grotere mate dan de huidige generatie 65- plussers de gewoonte hebben ontwikkeld zich met de auto te verplaatsen (Jorritsma & Olde Kalter, 2008). Daarnaast blijkt het rijbewijsbezit niet even vanzelfsprekend voor vrouwen als voor mannen. In het Vlaamse Gewest heeft 11% van de mannen geen rijbewijs tegenover 27% van de vrouwen. In het Brusselse en het Waalse Gewest liggen deze cijfers iets hoger. Een vergelijking tussen de cijfers uit het MOBEL-onderzoek en het recentere OVG-onderzoek verduidelijkt tevens dat het rijbewijsbezit de voorbije jaren is toegenomen bij zowel vrouwen als mannen, maar iets meer bij vrouwen waardoor de kloof tussen mannen en vrouwen verkleint. Het is logisch dat het niet bezitten van een rijbewijs belangrijke gevolgen heeft voor het verplaatsingsgedrag. Personen met een rijbewijs zijn opvallend mobieler: zowel het aantal verplaatsingen als de dagelijks afgelegde afstand zijn aanzienlijk hoger. Daarbij is het niet verwonderlijk dat een groter aandeel van de verplaatsingen met de auto gebeuren, terwijl personen zonder rijbewijs meer gebruik maken van langzaam verkeer en het openbaar vervoer. Figuur 10. Aandeel dieselwagens in de vloot personenwagens (in %), Belgische gewesten en 9 Europese landen, 2009 (tenzij anders vermeld) 70 60 50 40 30 20 10 0 Luxemburg* Vlaams Gewest België Brussels Gewest Waals Gewest Frankrijk** Noorwegen VK Duitsland in % Nederland Zwitserland Denemarken*** * Cijfer voor 2008. ** Cijfer voor 2007. *** Cijfer voor 2002. Bron: Eurostat en SVR. Figuur 10 verduidelijkt ten slotte het aandeel dieselwagens in het wagenpark omdat dit belangrijke gevolgen heeft voor de uitstoot van fijn stof. De data zijn niet voor alle EU15-landen 344
- Page 293 and 294: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 295 and 296: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 p
- Page 297 and 298: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 c
- Page 299 and 300: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 n
- Page 301 and 302: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 N
- Page 303 and 304: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 i
- Page 305 and 306: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 1
- Page 307 and 308: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 K
- Page 309 and 310: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
- Page 312 and 313: Mobiel Vlaanderen in een mobiel Eur
- Page 314 and 315: MOBILITEIT Tabel 1. Aantal personen
- Page 316 and 317: MOBILITEIT Tabel 2. Enkele algemene
- Page 318 and 319: MOBILITEIT Tabel 3 Verdeling van he
- Page 320 and 321: MOBILITEIT Ook in andere West-Europ
- Page 322 and 323: MOBILITEIT 1.2.2. Verkeersveilighei
- Page 324 and 325: MOBILITEIT Vlaamse Gewest minder st
- Page 326 and 327: MOBILITEIT Fijn stof verwijst naar
- Page 328 and 329: MOBILITEIT 2.1.1. Verschillen naar
- Page 330 and 331: MOBILITEIT dagelijks afgelegde afst
- Page 332 and 333: MOBILITEIT te zijn. Bij de overgang
- Page 334 and 335: MOBILITEIT Omdat inkomen een belang
- Page 336 and 337: MOBILITEIT kunnen personen een pers
- Page 338 and 339: MOBILITEIT bijna vier keer hoger is
- Page 340 and 341: MOBILITEIT structuren die gedominee
- Page 342 and 343: MOBILITEIT Tabel 17. Gemiddeld aant
- Page 346 and 347: MOBILITEIT beschikbaar zodat er gee
- Page 348 and 349: MOBILITEIT 2.4. Verschillende polit
- Page 350 and 351: MOBILITEIT landen vrij voor zowel n
- Page 352 and 353: MOBILITEIT capaciteit van zowel de
- Page 354 and 355: MOBILITEIT De verschuivingen in het
- Page 356 and 357: MOBILITEIT iedereen evident. Een mi
- Page 358 and 359: MOBILITEIT verplaatsen met het open
- Page 360 and 361: MOBILITEIT Bibliografie ADSEI (2001
- Page 362 and 363: MOBILITEIT MiNa-raad (2005). Oriën
- Page 364: MOBILITEIT Bijlage Naam, wijze van
- Page 367 and 368: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
- Page 369 and 370: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 v
- Page 371 and 372: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 i
- Page 373: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
<strong>be</strong>langrijke gevolgen voor de mobiliteit <strong>van</strong> de toekomstige 65-plussers. Het zal immers leiden<br />
tot een toekomstige generatie 65-plussers die in grotere mate dan de huidige generatie 65-<br />
plussers de gewoonte heb<strong>be</strong>n ontwikkeld zich met de auto te verplaatsen (Jorritsma & Olde<br />
Kalter, 2008).<br />
Daarnaast blijkt het rij<strong>be</strong>wijs<strong>be</strong>zit niet even <strong>van</strong>zelfsprekend voor vrouwen als voor mannen. In<br />
het Vlaamse Gewest heeft 11% <strong>van</strong> de mannen geen rij<strong>be</strong>wijs tegenover 27% <strong>van</strong> de vrouwen.<br />
In het Brusselse en het Waalse Gewest liggen deze cijfers iets hoger.<br />
Een vergelijking tussen de cijfers uit het MOBEL-onderzoek en het recentere OVG-onderzoek<br />
verduidelijkt tevens dat het rij<strong>be</strong>wijs<strong>be</strong>zit de voorbije jaren is toegenomen bij zowel vrouwen<br />
als mannen, maar iets meer bij vrouwen waardoor de kloof tussen mannen en vrouwen verkleint.<br />
Het is logisch dat het niet <strong>be</strong>zitten <strong>van</strong> een rij<strong>be</strong>wijs <strong>be</strong>langrijke gevolgen heeft voor het<br />
verplaatsingsgedrag. Personen met een rij<strong>be</strong>wijs zijn opvallend mobieler: zowel het aantal verplaatsingen<br />
als de dagelijks afgelegde afstand zijn aanzienlijk hoger. Daarbij is het niet verwonderlijk<br />
dat een groter aandeel <strong>van</strong> de verplaatsingen met de auto ge<strong>be</strong>uren, terwijl personen<br />
zonder rij<strong>be</strong>wijs meer gebruik maken <strong>van</strong> langzaam verkeer en het openbaar vervoer.<br />
Figuur 10.<br />
Aandeel dieselwagens in de vloot personenwagens (in %), Belgische gewesten en 9 Europese<br />
landen, 2009 (tenzij anders vermeld)<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
Luxemburg*<br />
Vlaams Gewest<br />
België<br />
Brussels<br />
Gewest<br />
Waals Gewest<br />
Frankrijk**<br />
Noorwegen<br />
VK<br />
Duitsland<br />
in %<br />
Nederland<br />
Zwitserland<br />
<strong>De</strong>nemarken***<br />
* Cijfer voor 2008.<br />
** Cijfer voor 2007.<br />
*** Cijfer voor 2002.<br />
Bron: Eurostat en SVR.<br />
Figuur 10 verduidelijkt ten slotte het aandeel dieselwagens in het wagenpark omdat dit <strong>be</strong>langrijke<br />
gevolgen heeft voor de uitstoot <strong>van</strong> fijn stof. <strong>De</strong> data zijn niet voor alle EU15-landen<br />
344