De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MOBILITEIT<br />
Ta<strong>be</strong>l 2. Enkele algemene mobiliteitskenmerken, Belgische gewesten en 7 Europese landen, 2008<br />
(tenzij anders vermeld)<br />
<strong>be</strong>volking dat gemid. gemid. gemid. gemid. gemid.<br />
zich niet aantal afgelegde afgelegde afstand per reistijd per<br />
verplaatst op verplaat- afstand* reistijd* verplaatsing verplaatsing<br />
een dag (%) singen* (km) (min) (km) (min)<br />
Vlaams Gewest 17,8 3,1 41,6 65,1 13,3 21,0<br />
Vlaams Gewest<br />
1998-1999 22,8 3,0 35,9 58,6 11,8 19,3<br />
Brussels Gewest<br />
1998-1999 24,2 3,0 32,8 62,7 11,1 21,2<br />
Waals Gewest<br />
1998-1999 25,9 2,9 40,0 55,3 13,9 19,3<br />
<strong>De</strong>nemarken 2006 15,0 3,0 38,3 54,9 13,0 18,3<br />
Duitsland 10,3 3,4 39,1 78,6 11,5 24,2<br />
Frankrijk 17,1 2,3 23,8 44,2 10,5 19,5<br />
Nederland 16,3 2,9 31,0 67,0 12,8 23,1<br />
Noorwegen 2005 12,0 3,3 37,4 70,0 11,1 21,0<br />
Verenigd Koninkrijk nb 2,7 30,5 61,8 11,3 22,7<br />
Zwitserland 2005 11,0 3,3 37,3 88,4 11,4 27,0<br />
* Per persoon per dag.<br />
nb = niet <strong>be</strong>schikbaar<br />
Bron: OVG 2007-2008, MOBEL 1998-1999, TU 2006, MiD 2008, ENTD 2007-2008, MON 2008, RVU 2005,<br />
NTS 2008, MZ 2005.<br />
<strong>De</strong> algemene mobiliteitscijfers in ta<strong>be</strong>l 2 geven weer hoeveel we ons verplaatsen. Ta<strong>be</strong>l 3 illustreert<br />
hoe we ons verplaatsen, opgesplitst volgens hoofdvervoermiddel. Het hoofdvervoermiddel<br />
<strong>van</strong> een verplaatsing is het vervoermiddel waarmee de langste afstand binnen een verplaatsing<br />
wordt afgelegd. Het werken met hoofdvervoermiddel vereenvoudigt de analyse <strong>van</strong> complexe<br />
verplaatsingen, maar zorgt er tegelijk voor dat het voor- en het natransport onder<strong>be</strong>licht<br />
blijft. Vaak gaat het daarbij om ritten met de fiets en te voet. 1 Ta<strong>be</strong>l 4 rapporteert waarom we<br />
ons verplaatsen (opgesplitst volgens verplaatsingsmotief).<br />
We onderscheiden drie <strong>be</strong>langrijke hoofdvervoermiddelen: langzaam verkeer (tussen 24 en<br />
50% <strong>van</strong> alle verplaatsingen), de auto (tussen 35 en 66% <strong>van</strong> alle verplaatsingen) en het openbaar<br />
vervoer (tussen 5 en 12% <strong>van</strong> alle verplaatsingen).<br />
Bijna 2 op de 3 verplaatsingen in het Vlaamse Gewest ge<strong>be</strong>uren per auto, en dan vooral als auto<strong>be</strong>stuurder.<br />
Ook in de andere Belgische gewesten is de auto het meest gebruikte hoofdvervoermiddel,<br />
alhoewel de percentages uiteenlopen. In vergelijking met het Vlaamse Gewest wordt de<br />
auto nog vaker gebruikt in het Waalse Gewest (72% <strong>van</strong> alle verplaatsingen). Het autoaandeel<br />
in het Brusselse Gewest ligt dan weer opvallend lager (55% <strong>van</strong> alle verplaatsingen). Dit lagere<br />
autoaandeel hangt samen met de stedelijke context die gekenmerkt wordt door onder andere een<br />
andere socio-economische en demografische achtergrond en hogere <strong>be</strong>volkingsdichtheden die<br />
gepaard gaan met mobiliteitsproblemen zoals parkeerdruk maar die tevens de uitbouw <strong>van</strong> een<br />
efficiënt openbaar vervoersnetwerk mogelijk maken (zie verder). Binnen deze stedelijke context<br />
<strong>van</strong> het Brusselse Gewest wordt verhoudingsgewijs meer gekozen voor verplaatsingen te<br />
voet (27%) en het openbaar vervoer, en dan vooral het lokaal openbaar vervoer met bus, tram<br />
en metro (12%) 2 .<br />
315