De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
context (Hooghe, 1994). Net als in deel 2 over maatschappelijke participatie geldt ook hier de<br />
opmerking dat men daardoor zou kunnen verwachten dat de politieke participatie in de Oost-<br />
Europese landen de laatste decennia sterk is toegenomen. Betrouwbare cijfers over de politieke<br />
participatie vóór de val <strong>van</strong> het communisme zijn echter niet <strong>be</strong>schikbaar, waardoor deze<br />
hypothese moeilijk getoetst kan worden. Uit de huidige cijfers blijkt wel dat de kloof tussen de<br />
Oost-Europese en de andere landen nog steeds <strong>be</strong>hoorlijk groot is. Mogelijk houdt dit verband<br />
met het feit dat de oudere generaties in de Oost-Europese landen opgroeiden onder een nietdemocratisch<br />
regime en hun oude participatiepatronen nog grotendeels <strong>be</strong>houden heb<strong>be</strong>n. In<br />
tegenstelling tot maatschappelijke participatie wordt deze hypothese hier niet <strong>be</strong>vestigd. In de<br />
Oost-Europese landen is er namelijk geen opvallend grotere participatiekloof te zien tussen jongeren<br />
en ouderen dan in de rest <strong>van</strong> Europa. Meer algemeen leidt dit tot de hypothese dat de<br />
duur <strong>van</strong> de democratische aard <strong>van</strong> het regime er wel degelijk toe doet. Voor de opkomst bij<br />
verkiezingen blijkt dit alvast inderdaad het geval te zijn (Rose, 2004).<br />
Ook <strong>van</strong> het kiesstelsel wordt verwacht dat het een invloed heeft op de mate <strong>van</strong> politieke<br />
participatie. Zeker voor de opkomst bij verkiezingen tonen de meeste analyses een positief<br />
effect <strong>van</strong> proportionele vertegenwoordiging (Blais & Arts, 2006). Bij de andere vormen <strong>van</strong><br />
politieke participatie is er minder duidelijkheid. Een aantal auteurs vindt meer participatie in<br />
proportionele systemen (Karp & Banducci, 2008), andere auteurs meer participatie in meerderheidsstelsels<br />
(Van der Meer, 2009). Dat laatste lijkt onlogisch gezien het feit dat de impact <strong>van</strong><br />
participatie in proportionele systemen groter is: de stem <strong>van</strong> de minderheid gaat niet verloren.<br />
Mogelijk wordt de inzet (wat er op het spel staat) in een meerderheidsstelsel echter door de<br />
burgers als hoger gezien. In een meerderheidssysteem ligt de politieke macht veel sterker<br />
geconcentreerd en kunnen dus ook door een <strong>be</strong>perkt aantal actoren verregaande <strong>be</strong>slissingen<br />
worden genomen. Dat kan de burgers aanzetten om relatief gezien vaker te participeren.<br />
Uiteraard is niet alleen het kiesstelsel <strong>be</strong>palend voor de verdeling <strong>van</strong> de politieke macht. Ook<br />
andere institutionele elementen spelen hierin een rol zoals de verhoudingen tussen de wetgevende,<br />
uitvoerende en rechterlijke macht, de territoriale centralisatie/decentralisatie, de<br />
invloed en positie <strong>van</strong> <strong>be</strong>langengroepen... Rekening houdend met deze verschillende elementen<br />
komt Lijphart (1999) tot een tweedeling tussen politieke stelsels waar de <strong>be</strong>slissingen worden<br />
genomen door een meerderheid <strong>van</strong> de leden <strong>van</strong> de gemeenschap (meerderheidsdemocratieën)<br />
en stelsels waar er gestreefd wordt naar de steun <strong>van</strong> zoveel mogelijk leden <strong>van</strong> de gemeenschap<br />
(consensusdemocratieën). Hij <strong>be</strong>schouwt het Verenigd Koninkrijk als een typevoor<strong>be</strong>eld <strong>van</strong><br />
een meerderheidsdemocratie en België, Nederland en Oostenrijk als voor<strong>be</strong>elden <strong>van</strong> consensusdemocratieën.<br />
Het probleem echter is dat het niet eenvoudig is om alle EU-landen te positioneren<br />
op deze tweedeling waardoor het effect op de politieke participatie moeilijk kan worden<br />
nagegaan.<br />
Een voor België en <strong>Vlaanderen</strong> <strong>be</strong>langrijk aspect <strong>van</strong> het kiesstelsel is de <strong>be</strong>staande opkomstplicht.<br />
Zoals te verwachten was, ligt de opkomst bij verkiezingen hoger in landen met opkomstplicht<br />
(Rose, 2004). Het effect blijkt ook doordat de opkomst toeneemt als de opkomstplicht<br />
wordt ingevoerd en afneemt als de opkomstplicht wordt afgeschaft (Engelen, 2007). Wel is het<br />
zo dat waar de opkomstplicht wordt afgeschaft, de opkomst eerder geleidelijk daalt en het eerst<br />
bij de jongste leeftijdsgroepen die dergelijke plicht nooit heb<strong>be</strong>n gekend (Franklin e.a., 2004).<br />
<strong>De</strong> opkomstplicht mag er dan al voor zorgen dat de opkomst bij verkiezingen toeneemt, zoals<br />
reeds gezegd blijkt er geen sprake <strong>van</strong> een positief ‘spillover’-effect op andere vormen <strong>van</strong> politieke<br />
participatie (Van der Meer & Van <strong>De</strong>th, 2010).<br />
296