De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SOCIALE, MAATSCHAPPELIJKE EN POLITIEKE PARTICIPATIE<br />
Specifiek voor die landen met opkomstplicht wordt vaak de vraag gesteld wie er niet meer zou<br />
opdagen bij het wegvallen <strong>van</strong> de verplichting. Verlet e.a. (2010) stelden voor <strong>Vlaanderen</strong> vast<br />
dat vrouwen en vooral laagopgeleiden sneller zouden afhaken. Dat sluit aan bij het profiel <strong>van</strong><br />
diegenen die niet gaan stemmen in landen zonder opkomstplicht. <strong>De</strong> afhakers worden verder<br />
getypeerd door een hogere leeftijd, een meer utilitair individualistische houding, een minder<br />
actieve inzet in het maatschappelijke leven, een hogere mate <strong>van</strong> politieke machteloosheid en<br />
een lager vertrouwen in de politiek. Omgekeerd kan daaruit het positieve effect <strong>van</strong> de opkomstplicht<br />
worden afgeleid: het zijn net de groepen die algemeen gesproken blijk geven <strong>van</strong> een lage<br />
frequentie <strong>van</strong> traditionele vormen <strong>van</strong> politieke participatie, die door de opkomstplicht gedwongen<br />
worden om toch te participeren. Maar daar stopt het positieve effect <strong>van</strong> de opkomstplicht<br />
op politieke participatie. Van der Meer & Van <strong>De</strong>th (2010) vonden bij hun analyse <strong>van</strong> de<br />
politieke participatie in 20 westerse stabiele democratieën geen invloed <strong>van</strong> het al dan niet<br />
<strong>be</strong>staan <strong>van</strong> een opkomstplicht op andere, niet-verplichte vormen <strong>van</strong> politieke participatie.<br />
<strong>De</strong> participatiekloof naar leeftijd en opleiding zet zich ook door bij het lidmaatschap <strong>van</strong> politieke<br />
partijen. Maar ook naar geslacht blijkt er nu een duidelijk verschil. Dat blijkt uit de resultaten<br />
<strong>van</strong> de SCV-survey 2010 en <strong>be</strong>vestigt wat al uit tal <strong>van</strong> andere studies is gebleken,<br />
namelijk dat geslacht, leeftijd en opleiding <strong>be</strong>langrijke determinanten zijn <strong>van</strong> partijlidmaatschap<br />
(Verba e.a., 1995; Mariën & Quintelier, 2008).<br />
<strong>De</strong> Vlaamse situatie verschilt op dit vlak weinig <strong>van</strong> de situatie in de Europese landen. Om dat<br />
in <strong>be</strong>eld te brengen werden opnieuw participatiekloven <strong>be</strong>rekend (zie ta<strong>be</strong>l 3). In alle EUlanden<br />
samen ligt het lidmaatschap <strong>van</strong> partijen bij mannen gemiddeld driekwart hoger dan bij<br />
vrouwen en bij hoogopgeleiden twee keer hoger dan bij laagopgeleiden. Inzake leeftijd ligt het<br />
aandeel partijleden bij de middengroep (35 tot 64 jaar) bijna de helft hoger dan bij de jongeren<br />
(18 tot 34 jaar). Maar de ouderen (65 jaar en ouder) scoren nog net iets hoger dan de middengroep.<br />
Als er sprake is <strong>van</strong> een significante kloof naar geslacht of opleiding loopt ze in alle landen in<br />
dezelfde richting: het aandeel partijleden bij de mannen ligt hoger dan bij de vrouwen, het aandeel<br />
leden bij de hoogopgeleiden hoger dan bij de laagopgeleiden. In een aantal gevallen lopen<br />
die kloven sterk op. In Polen bijvoor<strong>be</strong>eld ligt het aandeel partijleden bij mannen twaalf keer<br />
hoger dan bij vrouwen. In Tsjechië ligt het aandeel leden bij hoogopgeleiden liefst twintig keer<br />
hoger dan bij laagopgeleiden.<br />
Naar leeftijd is er in zeven landen sprake <strong>van</strong> een significant verschil tussen het aandeel jongeren<br />
en personen uit de middelste leeftijdsgroep dat lid is <strong>van</strong> een partij. In de meeste landen zijn<br />
jongeren minder vaak lid. Enkel in Zweden zijn jongeren vaker lid. In slechts een <strong>be</strong>perkt aantal<br />
landen blijkt er een significant verschil tussen ouderen en de middelste leeftijdsgroep. In<br />
Oostenrijk, Finland en Griekenland zijn ouderen vaker lid. In Spanje en Litouwen zijn ouderen<br />
minder vaak lid.<br />
Als gekeken wordt naar de personen die actief lid zijn <strong>van</strong> een partij of er vrijwilligerswerk voor<br />
verrichten, worden de participatiekloven nog versterkt. Dat blijkt uit de resultaten <strong>van</strong> de SCVsurvey.<br />
In <strong>Vlaanderen</strong> is in 2010 2% <strong>van</strong> de meerderjarige <strong>be</strong>volking actief lid of <strong>be</strong>stuurslid<br />
<strong>van</strong> een politieke partij. Meer dan 4 op de 5 <strong>van</strong> deze actieve leden zijn mannen. Minder dan<br />
1 op de 5 is jonger dan 35 jaar en slechts 1 op de 5 is laagopgeleid. Het profiel <strong>van</strong> actieve<br />
partijleden in <strong>Vlaanderen</strong> wordt <strong>be</strong>vestigd door de ISSP- en EVS-resultaten in de EU-landen 21 .<br />
Het profiel <strong>van</strong> de deelnemers aan de niet-geïnstitutionaliseerde vormen <strong>van</strong> participatie wijkt<br />
<strong>be</strong>hoorlijk sterk af <strong>van</strong> het profiel <strong>van</strong> diegenen die (actief) lid zijn <strong>van</strong> een politieke partij. Uit<br />
291