13.01.2015 Views

De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be

De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be

De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

SOCIALE, MAATSCHAPPELIJKE EN POLITIEKE PARTICIPATIE<br />

9% <strong>van</strong> de onderlinge verschillen tussen individuen verklaard worden door verschillen op landenniveau,<br />

bij de tweede varia<strong>be</strong>le 6%. <strong>De</strong> verschillen tussen individuen zijn echter altijd veel<br />

<strong>be</strong>langrijker.<br />

Op individueel niveau heeft leeftijd duidelijk het sterkste effect op de sociale contactfrequentie.<br />

<strong>De</strong> jongste leeftijdsgroepen heb<strong>be</strong>n een veel grotere kans om minstens wekelijks sociale contacten<br />

te heb<strong>be</strong>n. Bij vrouwen, mensen die samenwonen met een partner en mensen die <strong>be</strong>taald<br />

werk heb<strong>be</strong>n, is die kans een <strong>be</strong>etje kleiner, bij hogeropgeleiden een <strong>be</strong>etje groter.<br />

Het heb<strong>be</strong>n <strong>van</strong> een vertrouwenspersoon wordt vooral verklaard door leeftijd, opleidingsniveau,<br />

geslacht, het heb<strong>be</strong>n <strong>van</strong> een partner en het heb<strong>be</strong>n <strong>van</strong> <strong>be</strong>taald werk. Het zijn opnieuw de<br />

jongeren die het vaakst een vertrouwenspersoon heb<strong>be</strong>n. Het verschil tussen hogeropgeleiden<br />

en lageropgeleiden is groter dan bij de sociale contactfrequentie maar lopen ook hier in het<br />

voordeel <strong>van</strong> de hogeropgeleiden. <strong>De</strong> effecten <strong>van</strong> geslacht, <strong>be</strong>taald werk en het heb<strong>be</strong>n <strong>van</strong> een<br />

partner zijn eveneens groter, maar lopen in de andere richting dan bij contactfrequentie.<br />

Vrouwen, mensen met <strong>be</strong>taald werk en mensen die samenwonen met een partner heb<strong>be</strong>n<br />

<strong>be</strong>duidend vaker een vertrouwenspersoon. Ook de huishoudom<strong>van</strong>g heeft nog een klein positief<br />

effect.<br />

Van de varia<strong>be</strong>len op landenniveau heeft alleen het bbp per inwoner een duidelijk positief<br />

effect, zowel op de sociale contactfrequentie als op de kans om een vertrouwenspersoon te<br />

heb<strong>be</strong>n. Varia<strong>be</strong>len die de politieke vrijheden of de lengte <strong>van</strong> de democratische traditie meten,<br />

heb<strong>be</strong>n geen significante effecten, net zo min als het niveau <strong>van</strong> de uitgaven voor sociale<br />

zekerheid en andere sociaaleconomische indicatoren als de werkloosheidsgraad of het industrialisatieniveau.<br />

In zekere zin kunnen deze resultaten als een <strong>be</strong>vestiging <strong>van</strong> de ‘socio-economic security’-<br />

theorie gezien worden. Een hoger bbp per inwoner kan gezien worden als een indicatie dat de<br />

basis<strong>be</strong>hoeften in ruimere mate vervuld zijn en geeft de burgers de mogelijkheid om hogere<br />

<strong>be</strong>hoeften zoals sociale verbondenheid na te streven. Toch kijkt de ‘socio-economic security’-<br />

theorie voor de vervulling <strong>van</strong> de basis<strong>be</strong>hoeften eerder naar de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de sociale<br />

<strong>be</strong>scherming en minder naar het bbp. Daarvoor wordt geen <strong>be</strong>vestiging gevonden gegeven de<br />

afwezigheid <strong>van</strong> effecten <strong>van</strong> het uitgavenniveau voor de sociale zekerheid. Voor de andere<br />

theorieën is er zelfs geen gedeeltelijke <strong>be</strong>vestiging. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat<br />

het aantal landen in de analyse eerder <strong>be</strong>perkt is en dat de groep <strong>van</strong> EU-landen waarschijnlijk<br />

al relatief homogeen is voor een aantal varia<strong>be</strong>len. Toch kan geconcludeerd worden dat de verschillen<br />

op landenniveau – de verschillen dus die tussen de landen blijven <strong>be</strong>staan als voor hun<br />

verschillende <strong>be</strong>volkingssamenstelling wordt gecontroleerd – niet zomaar te verklaren zijn<br />

<strong>van</strong>uit de elementen die door de verschillende theorieën worden aangereikt.<br />

<strong>De</strong> multilevel analyses geven aan welke varia<strong>be</strong>len op individueel en landenniveau meespelen<br />

in het verklaren <strong>van</strong> de verschillen in sociale participatie tussen individuen. Maar daarmee<br />

wordt nog geen verklaring gegeven voor de middenpositie <strong>van</strong> <strong>Vlaanderen</strong> in de Europese<br />

rangschikking (zie figuren 3 en 4). Dat is gezien de <strong>be</strong>perkte verklaringskracht <strong>van</strong> de landenvaria<strong>be</strong>len<br />

opgenomen in de analyses niet evident. Verdere analyse <strong>van</strong> de multilevel resultaten<br />

geeft alvast aan dat de persoonskenmerken <strong>van</strong> de Vlamingen hierin geen rol spelen 11 . Dat kan<br />

afgeleid worden uit het feit dat de positie <strong>van</strong> <strong>Vlaanderen</strong> als middenmoter gelijk blijft voor en<br />

na controle voor de individuele varia<strong>be</strong>len. Het relatief hoge bbp blijkt wel een positief effect<br />

te heb<strong>be</strong>n op de plaats <strong>van</strong> <strong>Vlaanderen</strong> in de rangschikking <strong>van</strong> EU-landen. Als gecontroleerd<br />

wordt voor deze factor (dat wil zeggen als deze varia<strong>be</strong>le over alle landen heen constant wordt<br />

gehouden), zakt <strong>Vlaanderen</strong> een aantal plaatsen.<br />

269

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!