De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
Putnam, één <strong>van</strong> de meest toonaangevende hedendaagse stemmen in de literatuur over sociaal<br />
kapitaal. Hij wees op een positief verband tussen sociaal kapitaal en ‘good governance’, de politieke<br />
legitimiteit en de economische prestaties <strong>van</strong> een samenleving (Putnam, 1993). Andere<br />
auteurs spreken <strong>van</strong> een positieve invloed <strong>van</strong> sociaal kapitaal op domeinen als opleiding,<br />
fysieke en mentale gezondheid, veiligheid en algemene levenstevredenheid (Coleman, 1988;<br />
Lin, 1999). Dat <strong>be</strong>tekent echter niet dat er geen negatieve effecten verbonden kunnen zijn aan<br />
sociaal kapitaal. Kwalitatieve sociale netwerken en gevoelens <strong>van</strong> samenhorigheid en<br />
<strong>be</strong>trokkenheid zijn weliswaar positief voor diegenen die deel uitmaken <strong>van</strong> de samenleving,<br />
maar dat is niet noodzakelijk het geval voor de niet-leden. In een gesloten groep of samenleving<br />
kan het aanwezige sociaal kapitaal net gebruikt worden om zich negatief af te zetten<br />
tegenover de externe buitenwereld (Putnam, 2000). Putnam maakt daarom de opdeling tussen<br />
‘bonding’ en ‘bridging’ netwerken, waarbij de eerste slaan op de aanwezige verbanden tussen<br />
individuen met dezelfde kenmerken en de tweede <strong>be</strong>trekking heb<strong>be</strong>n op relaties tussen individuen<br />
uit verschillende groepen of gemeenschappen. Vooral de aanwezigheid <strong>van</strong> deze laatste<br />
verbanden zijn volgens de auteur <strong>van</strong> <strong>be</strong>lang in de vorming <strong>van</strong> sociaal kapitaal. Gezien de vermeende<br />
positieve effecten <strong>van</strong> sociaal kapitaal, is het weinig verwonderlijk dat overheden de<br />
ontwikkelingen inzake sociaal kapitaal op de voet willen volgen. Ook de huidige Vlaamse<br />
Regering doet dat onder meer in het Pact 2020 dat zij in 2009 afsloot met de sociale partners<br />
en het middenveld.<br />
Het concept ‘sociaal kapitaal’ is op zijn <strong>be</strong>urt sterk verwant met de <strong>be</strong>grippen ‘sociale cohesie’<br />
en ‘sociale inclusie’. Over de precieze definiëring en afbakening <strong>van</strong> deze <strong>be</strong>grippen <strong>be</strong>staat in<br />
de literatuur weinig consensus. Niet zelden worden deze termen als onderling verwisselbaar<br />
<strong>be</strong>schouwd en door elkaar gebruikt. Hier wordt echter uitgegaan <strong>van</strong> een <strong>be</strong>paalde hiërarchie<br />
tussen de concepten. Sociaal kapitaal en sociale inclusie kunnen gezien worden als twee<br />
<strong>be</strong>langrijke dimensies <strong>van</strong> het bredere concept sociale cohesie (Berger-Schmitt, 2000). Sociaal<br />
kapitaal slaat op de in een samenleving aanwezige sociale verbanden, vertrouwen, gemeenschapsgevoel<br />
en mate <strong>van</strong> participatie. <strong>Sociale</strong> inclusie heeft <strong>be</strong>trekking op de mate <strong>van</strong> aan- of<br />
afwezigheid <strong>van</strong> sociaaleconomische verschillen en ongelijkheden. Het <strong>be</strong>grip ver<strong>van</strong>gt oudere<br />
termen als ‘armoede’ en ‘deprivatie’ en is vooral populair geworden door de groeiende aandacht<br />
<strong>van</strong> de Europese Unie voor de strijd tegen sociale uitsluiting sinds de start <strong>van</strong> de<br />
Lissabonstrategie in 2000 (ondertussen ook overgenomen in de Europa 2020-strategie) 3 .<br />
<strong>Sociale</strong> inclusie wordt gezien als meer geschikt om de complexiteit <strong>van</strong> aan elkaar gerelateerde<br />
problemen zoals werkloosheid, lage opleiding, slechte gezondheid en huisvestingsproblemen in<br />
een gezamenlijk kader te <strong>be</strong>studeren. Terwijl armoede een toestand of een resultaat <strong>be</strong>schrijft,<br />
heeft de dichotomie sociale inclusie/exclusie ook <strong>be</strong>trekking op de achterliggende processen en<br />
oorzaken. <strong>Sociale</strong> cohesie is dan de koepel die <strong>be</strong>ide dimensies (sociaal kapitaal en sociale<br />
inclusie) omvat. Een samenleving met een hoge mate <strong>van</strong> sociale cohesie combineert de aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> kwaliteitsvolle sociale verbanden en netwerken (sociaal kapitaal) met de<br />
afwezigheid <strong>van</strong> sociale uitsluiting en achterstelling (sociale inclusie).<br />
1. <strong>Sociale</strong> participatie<br />
In dit eerste deel komen de niet-geformaliseerde sociale contacten <strong>van</strong> burgers aan bod. Het<br />
gaat daarbij voornamelijk om contacten met familie, buren, vrienden of kennissen. Eerst wordt<br />
ingegaan op de frequentie <strong>van</strong> de contacten met familie, buren en vrienden of kennissen. Daarna<br />
260