De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
Een tweede verklaring voor de relatief lage af<strong>be</strong>talingslast vinden we op de hypotheekmarkt.<br />
<strong>De</strong> redelijk strenge voorwaarden voor het aangaan <strong>van</strong> hypothecaire leningen vertalen zich in<br />
België in relatief lage af<strong>be</strong>talingslasten en kunnen trouwens mee verklaren waarom de prijzen<br />
in België gunstig zijn. Daarbij moet ook opgemerkt dat met het toenemend aandeel hypothecaire<br />
leningen met varia<strong>be</strong>le rentevoet en de verlenging <strong>van</strong> de looptijd <strong>van</strong> de leningen in<br />
<strong>Vlaanderen</strong>, de stijging <strong>van</strong> de intrestvoeten tussen 2006 en het einde <strong>van</strong> 2008 minder grote<br />
gevolgen heeft gehad voor de <strong>be</strong>taalbaarheid <strong>van</strong> de leningen.<br />
Verder wordt in de hier gehanteerde definitie <strong>van</strong> woonquote ook rekening gehouden met subsidies.<br />
Voor eigenaars <strong>be</strong>tekent dit dat het fiscale voordeel mee in rekening wordt gebracht,<br />
waardoor de woonuitgaven lager uitvallen. Omwille <strong>van</strong> het relatief hoge aandeel eigenaars,<br />
<strong>be</strong>paalt ook dit mee het gunstige gemiddelde voor <strong>Vlaanderen</strong>. Nochtans wordt dit gemiddelde<br />
ook mee <strong>be</strong>paald door de situatie <strong>van</strong> de huurders, waarvoor de <strong>be</strong>taalbaarheid veel minder gunstig<br />
uitvalt. Voor de huurders zijn het de huurprijzen die de naakte woonuitgaven uitmaken,<br />
eveneens na aftrek <strong>van</strong> subsidies. Zoals we al aangaven, zijn de huurprijzen op de private markt<br />
in <strong>Vlaanderen</strong> relatief laag binnen Europa. Echter, private huurders in <strong>Vlaanderen</strong> ont<strong>van</strong>gen<br />
nauwelijks subsidies, wat wel het geval is in vele andere landen.<br />
Betaalbaarheid is het resultaat <strong>van</strong> een verhouding tussen woonuitgaven en inkomen. Om<br />
volledig te zijn, moeten we dus ook het relatief hoge inkomen <strong>van</strong> Vlamingen mee in rekening<br />
brengen. Met bovenstaande toelichting heb<strong>be</strong>n we de voornaamste verklaringen gegeven voor<br />
de positie inzake <strong>be</strong>taalbaarheid <strong>van</strong> de Vlaamse huurders en eigenaars t.o.v. hun collega’s in<br />
andere landen. Een bijkomend element vinden we in de socio-economische verschillen tussen<br />
eigenaars en private huurders. Omdat <strong>Vlaanderen</strong> een sterke eigendomscultuur en een grote<br />
eigendomssector heeft, zijn het vooral de laagste inkomens die aangewezen zijn op een huurwoning.<br />
Een laag inkomen draagt uiteraard bij tot een hoge quote, zeker wanneer de laagste inkomens<br />
voor een groot deel terecht moeten op de niet-gesubsidieerde private huurmarkt bij<br />
gebrek aan een voldoende grote sociale huurmarkt.<br />
6. Verschillen tussen groepen<br />
Dat eigenaars over het algemeen <strong>be</strong>ter af zijn dan huurders, zowel wat <strong>be</strong>treft kwaliteit <strong>van</strong> hun<br />
woningen als de <strong>be</strong>taalbaarheid, blijkt in Europa een vrij algemeen fenomeen te zijn, waarbij<br />
vooral huurders op de private markt in de minst goede situatie verkeren. In alle Europese landen<br />
geven private huurders een groter aandeel <strong>van</strong> hun inkomen uit voor wonen dan eigenaars<br />
die nog een lening af<strong>be</strong>talen.<br />
Niet alleen de woonuitgaven, ook het vermogensaspect is hier <strong>van</strong> <strong>be</strong>lang. Een huurder is louter<br />
consument, terwijl een eigenaar-<strong>be</strong>woner tevens investeerder is; hij bouwt vermogen op via zijn<br />
woning. Die vermogensopbouw vindt plaats door aflossing <strong>van</strong> de hypotheek, maar ook door<br />
stijging <strong>van</strong> de waarde <strong>van</strong> de woningen. Dit vermogen via de eigen woning kunnen eigenaars<br />
doorgeven aan hun kinderen of vrijmaken door bijvoor<strong>be</strong>eld te verhuizen, een optie die niet<br />
<strong>be</strong>schikbaar is voor huurders. Dus niet alleen qua woonuitgaven, maar ook qua vermogenspositie<br />
zijn eigenaren <strong>be</strong>ter af dan huurders.<br />
Winters & <strong>De</strong> <strong>De</strong>cker (2009) stellen vast dat eigen woning<strong>be</strong>zit in <strong>Vlaanderen</strong> sterk <strong>be</strong>paald is<br />
door inkomen. Ook dit blijkt een internationaal fenomeen te zijn. Ôzdemir & Ward (2009) zien<br />
246