13.01.2015 Views

De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be

De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be

De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

WONEN<br />

Ook de verschillen tussen inkomensquintielen zijn significant in elk <strong>van</strong> de gewesten. Zoals<br />

verwacht blijken de <strong>be</strong>taalbaarheidsproblemen het meest voor te komen in het laagste inkomensquintiel.<br />

Naar leeftijd blijken in de drie gewesten de problemen af te nemen met de leeftijd<br />

tot 65 jaar, maar zijn in het Vlaamse Gewest de verschillen tussen de leeftijdsgroepen niet<br />

zo groot. Opvallend is het grote aandeel <strong>be</strong>taalbaarheidsproblemen bij de groep met een referentiepersoon<br />

<strong>van</strong> 65 jaar en ouder. Niettegenstaande het hoge aandeel eigenaars bij de oudere<br />

populatie en het doorgaans af<strong>be</strong>taald zijn <strong>van</strong> de hypothecaire lening, zien we hier toch een<br />

relatief hoog aandeel problemen. <strong>De</strong> verklaring ligt in het lage inkomen <strong>van</strong> deze groep, gecombineerd<br />

met hoge bijkomende woonlasten en <strong>be</strong>perkte subsidies.<br />

5.3. Verklaringen voor de verschillen inzake <strong>be</strong>taalbaarheid<br />

<strong>De</strong> internationale vergelijking laat zien dat <strong>Vlaanderen</strong> onder het gemiddelde <strong>van</strong> 25 EU-landen<br />

blijft wat <strong>be</strong>treft de mediaan woonquote en relatief laag scoort op vlak <strong>van</strong> het aandeel <strong>van</strong><br />

de <strong>be</strong>volking dat leeft in een gezin waarvoor wonen on<strong>be</strong>taalbaar wordt geacht. Verklaringen<br />

voor deze relatief gunstige situatie moeten we zoeken op meerdere vlakken.<br />

In de eerste plaats heeft dit te maken met de hoogte <strong>van</strong> de bijkomende woonuitgaven, die in<br />

<strong>Vlaanderen</strong> een pak lager uitvallen dan elders. Gemiddeld voor de Europese landen maken de<br />

bijkomende kosten twee derde uit <strong>van</strong> de totale woonuitgaven. In het bijzonder in de Oost-<br />

Europese landen lopen de kosten voor brandstoffen en onderhoud erg hoog op. Zo zien we hier<br />

hoge aandelen eigenaars met lage naakte woonkosten, maar toch een minder goede <strong>be</strong>taalbaarheid<br />

<strong>van</strong> het wonen (European Commission, 2010). In het Vlaamse Gewest maken de<br />

bijkomende kosten ongeveer een kwart uit <strong>van</strong> de totale kosten voor huurders en ongeveer een<br />

derde voor eigenaars (Heylen, te verschijnen).<br />

Vervolgens kijken we naar de naakte woonuitgaven, dit is de huur of de af<strong>be</strong>taling <strong>van</strong> de<br />

lening. Een eerste factor is hier dat voor een groot deel <strong>van</strong> de Vlamingen de woning is af<strong>be</strong>taald<br />

en er dus geen naakte woonkosten meer zijn. Maar ook voor wie nog wel af<strong>be</strong>taalt, is de<br />

last relatief goed te dragen. Dat heeft te maken met de relatief gunstige woningprijzen. Verklaringen<br />

voor de hoogte <strong>van</strong> de woningprijzen zijn vooreerst te vinden bij macro-economische<br />

factoren zoals inkomens, inkomensverwachtingen en intrestvoeten. Hoewel in de eurozone de<br />

nominale intrestvoet niet meer de eerste bron is <strong>van</strong> intrestfluctuaties, wordt aangenomen dat<br />

reële intrestvoeten nog steeds een <strong>be</strong>langrijke rol spelen. Met een intrestvoet op nieuwe hypotheekleningen<br />

<strong>van</strong> 4,43% nam België in 2009 binnen Europa een middenpositie in (European<br />

Mortgage Federation, 2010b) 6 . Voorts zijn woningmarkten ook in <strong>be</strong>langrijke mate regionale of<br />

zelfs lokale markten. Prijzen zijn afhankelijk <strong>van</strong> onder andere de <strong>be</strong>schikbaarheid <strong>van</strong> bouwgrond,<br />

de ruimtelijke ordening, lokale <strong>be</strong>lastingen en andere <strong>be</strong>leidsfactoren (European Central<br />

Bank, 2003). <strong>De</strong> hoge woningprijzen in Brussel vinden bijvoor<strong>be</strong>eld een <strong>be</strong>langrijke oorzaak in<br />

de moeilijkheid om de stijgende vraag naar woningen op te <strong>van</strong>gen met een uitbreiding <strong>van</strong> het<br />

aanbod, maar ook in de aanwezigheid <strong>van</strong> vele huishoudens met een hoog inkomen. Verder<br />

wordt in de literatuur vaak gewezen op de prijsverhogende invloed <strong>van</strong> fiscale voordelen en<br />

andere subsidies voor eigen woning<strong>be</strong>zit. <strong>De</strong> fiscale voordelen voor een eigen woning mogen<br />

dan in België al groot zijn, in Nederland zijn ze nog veel om<strong>van</strong>grijker, wat mede kan verklaren<br />

waarom de woningprijzen in Nederland een stuk uitstijgen boven de Vlaamse (Heylen &<br />

Haffner, <strong>2011</strong>a).<br />

245

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!