De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
WONEN deze alleen terecht komen bij mensen die het nodig hebben. De ervaring met subjectsubsidies leert echter dat deze maar nauwelijks effect hebben op de productie van woningen. Zorg over de productie van betaalbare woningen is dan ook de reden waarom in verschillende landen objectsubsidies worden ingevoerd of worden overwogen door beleidsmakers (Lawson & Milligan, 2009). Vlaanderen kent zowel objectsubsidies voor de bouw van sociale huurwoningen als voor de verhuring en het beheer van private huurwoningen door sociale verhuurkantoren. Tabel 2. Financiële instrumenten ter ondersteuning van de huursector in 14 EU-landen, 2004 Objectsubsidie Objectsubsidie Garantie op de voor beheer Subjectsubsidie voor bouw leningfinanciering Oostenrijk * ** België * ** Tsjechië ** Denemarken ** Finland * ** Frankrijk ** Duitsland * ** Griekenland Hongarije * ** Italië Nederland ** Slovenië * ** Zweden * ** VK ** Afgeschaft. Aanwezig. Sinds kort aanwezig (situatie in 2004). * Voor sociale verhuurkantoren. ** Inkomensafhankelijke huurprijzen in de sociale huursector. Bron: Scanlon & Whitehead, 2004. ** ** Tabel 2 laat zien dat er in twee landen (Frankrijk en Duitsland) sprake is van een huurgarantie die wordt verstrekt door de overheid. Dit is een instrument dat private verhuurders over de streep kan helpen om ook minder draagkrachtige huurders te accepteren. Ten slotte presenteert de tabel dat subjectsubsidies in de vorm van inkomensafhankelijke bijdragen in de huursector voorkomen in alle landen. België vormt in dit opzicht een uitzondering omdat een subjectsubsidie alleen beschikbaar is voor sociale huurders in de vorm van een inkomensafhankelijke huur. Voor de private sector is geen subsidie beschikbaar. In Vlaanderen is er wel een ‘tegemoetkoming in de huurprijs’, maar deze wordt enkel toegekend onder een strikte inkomensgrens en wanneer iemand verhuist van een ongeschikte naar een geschikte huurwoning. 3.4. Hypotheekmarkt en financiële crisis Ontwikkelingen op de hypotheekmarkt zijn van grote invloed op de woningmarkt. De hypotheekmarkt en de wijze waarop deze de woningmarkt beïnvloedt, verschilt echter per land. In België bedraagt de verhouding tussen de hypotheekschuld en het bruto nationaal product 43%, 225
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 wat onder het Europese gemiddelde van 52% is. In Nederland en Denemarken is de hypotheekschuld groter dan het bruto nationaal product, terwijl de totale hypotheekschuld in Roemenie, Slovenië, Bulgarije, Slovakije, Hongarije, Polen en Tsjechië de 20% niet haalt. Tijdens de periode 1998-2009 steeg de uitstaande hypothecaire schuld in alle Europese landen waarvoor cijfers beschikbaar zijn, met uitzondering van Duitsland. Ierland, waar de financiële crisis hard toesloeg, vertoont niet toevallig de grootste stijging van 27% naar 90%. Ook in Denemarken en Nederland werden sterke stijgingen genoteerd. In België bleef de stijging met 17 procentpunten beperkt (European Mortgage Federation, 2010a). Een verklaring voor dit relatief lage aandeel van de hypotheekschuld ondanks een hoog aandeel eigenaars, vinden we in de kenmerken van de Belgische hypotheekmarkt. Deze markt staat gekend als risico-avers. De LTV-ratio (LTV = ‘Loan To Value’) drukt de verhouding uit tussen de hoogte van de hypothecaire lening en de waarde van de woning en is een graadmeter voor de risico’s die banken aangaan bij het verstrekken van hypothecaire leningen. De maximale ratio van 70% tot 80% die in België wordt gehanteerd, is laag in vergelijking met andere Europese landen. Het mediaan bedrag voor nieuw aangegane kredieten bedroeg in 2010 70.000 euro (Nationale Bank van België, 2010). Niet alleen de banken, ook de consument lijkt in België meer dan elders risico te mijden. Het grootste deel van de hypothecaire kredieten wordt traditioneel afgesloten met vaste rentevoeten voor meer dan 10 jaar, waar in andere landen variabele intrestvoeten of vaste intrestvoeten voor een kortere termijn meer gebruikelijk zijn. Het aandeel leningen met variabele rente nam volgens cijfers van UPC-BVK in België in de loop van 2008 en vooral in 2009 wel sterk toe en lag zelfs gedurende een goed jaar hoger dan het aandeel leningen met vaste rente, maar sedert de tweede helft van 2010 kregen de leningen met vaste rente weer duidelijk de bovenhand. Aan de basis van de eerder beperkte risico’s ligt ook de Belgische wetgeving. Deze legt beperkingen op aan de frequentie en de hoogte van de aanpassingen van variabele intrestvoeten en de aanpassing van de looptijd van de lening in de loop van het contract. Ook gelden hoge administratieve kosten ingeval van uitwinning en duurt het veel langer dan in andere landen vooraleer de kredietverstrekker zijn geld terug krijgt (Everaert e.a., 2006). Mede hierdoor vinden we op de Belgische hypotheekmarkt minder productinnovaties die beogen de betaalbaarheid voor klanten te verbeteren, zoals aflossingsvrije hypotheekleningen, variabele terugbetalingsschema’s of versoepeling van de LTV-voorwaarden (Scanlon & Whitehead, 2004; André, 2010). Als gevolg van dit alles blijft het aantal achterstallige hypothecaire leningen in België relatief beperkt. In 2010 ging het voor België in totaal over 41.860 hypothecaire kredieten oftewel 1,7% van alle uitstaande hypothecaire leningen (Nationale Bank van België, 2010). Het aantal achterstallige leningen daalde tussen 2006 en 2008, maar is sindsdien weer aan het stijgen, vermoedelijk als gevolg van de economische crisis. Die crisis heeft in België nochtans minder sterk toegeslagen dan elders. Zoals bekend ligt de oorsprong van de crisis op de Amerikaanse woningmarkt. Beleidsmatig werd in de Verenigde Staten eigen woningbezit sterk aangemoedigd. Banken verstrekten hypothecaire leningen waarop relatief veel risico zat. Eind 2006 begonnen de huisprijzen in de VS te zakken. Wanneer ontleners in gebreke bleven bij terugbetaling van de hypothecaire lening, bleek de waarde van de woningen onvoldoende. De vraag naar nieuwe woningen stagneerde en woningen werden goed- 226
- Page 175 and 176: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 t
- Page 177 and 178: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 T
- Page 179 and 180: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 181 and 182: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 b
- Page 183 and 184: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 185 and 186: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 H
- Page 187 and 188: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 K
- Page 189 and 190: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 v
- Page 191 and 192: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 O
- Page 193 and 194: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 D
- Page 195 and 196: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 3
- Page 197 and 198: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 T
- Page 199 and 200: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 b
- Page 201 and 202: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 O
- Page 203 and 204: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 4
- Page 205 and 206: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 5
- Page 207 and 208: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 t
- Page 209 and 210: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 211 and 212: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 B
- Page 213 and 214: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 E
- Page 215 and 216: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 M
- Page 217 and 218: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 W
- Page 219 and 220: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 c
- Page 221 and 222: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 E
- Page 223 and 224: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 225: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 D
- Page 229 and 230: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 231 and 232: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
- Page 233 and 234: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 235 and 236: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 g
- Page 237 and 238: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 v
- Page 239 and 240: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 241 and 242: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 243 and 244: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 245 and 246: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 5
- Page 247 and 248: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 E
- Page 249 and 250: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 s
- Page 251 and 252: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 W
- Page 253 and 254: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 E
- Page 255 and 256: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 B
- Page 257 and 258: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 s
- Page 259 and 260: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 I
- Page 261 and 262: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 P
- Page 263 and 264: in % SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2
- Page 265 and 266: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 H
- Page 267 and 268: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 J
- Page 269 and 270: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 n
- Page 271 and 272: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 2
- Page 273 and 274: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 275 and 276: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
WONEN<br />
deze alleen terecht komen bij mensen die het nodig heb<strong>be</strong>n. <strong>De</strong> ervaring met subjectsubsidies<br />
leert echter dat deze maar nauwelijks effect heb<strong>be</strong>n op de productie <strong>van</strong> woningen. Zorg over<br />
de productie <strong>van</strong> <strong>be</strong>taalbare woningen is dan ook de reden waarom in verschillende landen<br />
objectsubsidies worden ingevoerd of worden overwogen door <strong>be</strong>leidsmakers (Lawson &<br />
Milligan, 2009). <strong>Vlaanderen</strong> kent zowel objectsubsidies voor de bouw <strong>van</strong> sociale huurwoningen<br />
als voor de verhuring en het <strong>be</strong>heer <strong>van</strong> private huurwoningen door sociale verhuurkantoren.<br />
Ta<strong>be</strong>l 2. Financiële instrumenten ter ondersteuning <strong>van</strong> de huursector in 14 EU-landen, 2004<br />
Objectsubsidie Objectsubsidie Garantie op de<br />
voor <strong>be</strong>heer Subjectsubsidie voor bouw leningfinanciering<br />
Oostenrijk * ** <br />
België * ** <br />
Tsjechië ** <br />
<strong>De</strong>nemarken ** <br />
Finland * ** <br />
Frankrijk ** <br />
Duitsland * ** <br />
Griekenland<br />
Hongarije * ** <br />
Italië<br />
Nederland ** <br />
Slovenië * **<br />
Zweden * **<br />
VK<br />
**<br />
Afgeschaft. Aanwezig. Sinds kort aanwezig (situatie in 2004).<br />
* Voor sociale verhuurkantoren.<br />
** Inkomensafhankelijke huurprijzen in de sociale huursector.<br />
Bron: Scanlon & Whitehead, 2004.<br />
**<br />
**<br />
Ta<strong>be</strong>l 2 laat zien dat er in twee landen (Frankrijk en Duitsland) sprake is <strong>van</strong> een huurgarantie<br />
die wordt verstrekt door de overheid. Dit is een instrument dat private verhuurders over de<br />
streep kan helpen om ook minder draagkrachtige huurders te accepteren. Ten slotte presenteert<br />
de ta<strong>be</strong>l dat subjectsubsidies in de vorm <strong>van</strong> inkomensafhankelijke bijdragen in de huursector<br />
voorkomen in alle landen. België vormt in dit opzicht een uitzondering omdat een subjectsubsidie<br />
alleen <strong>be</strong>schikbaar is voor sociale huurders in de vorm <strong>van</strong> een inkomensafhankelijke<br />
huur. Voor de private sector is geen subsidie <strong>be</strong>schikbaar. In <strong>Vlaanderen</strong> is er wel een ‘tegemoetkoming<br />
in de huurprijs’, maar deze wordt enkel toegekend onder een strikte inkomensgrens en<br />
wanneer iemand verhuist <strong>van</strong> een ongeschikte naar een geschikte huurwoning.<br />
3.4. Hypotheekmarkt en financiële crisis<br />
Ontwikkelingen op de hypotheekmarkt zijn <strong>van</strong> grote invloed op de woningmarkt. <strong>De</strong> hypotheekmarkt<br />
en de wijze waarop deze de woningmarkt <strong>be</strong>ïnvloedt, verschilt echter per land. In<br />
België <strong>be</strong>draagt de verhouding tussen de hypotheekschuld en het bruto nationaal product 43%,<br />
225